Uitspraak
1.De procedure
2.De beoordeling van het verzoek
Het WSNP-verzoek
3.De beslissing
te rekenen vanaf 1 mei2023;
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 21 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) van een verzoeker die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De verzoeker heeft op 13 mei 2024 een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP, waarbij hij werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. P.A. Loeff, en een beschermingsbewindvoerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker voldoet aan de eisen voor toelating tot de WSNP, waaronder de vereiste van te goeder trouw zijn bij het ontstaan van de schulden en de verwachting dat hij aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
De rechtbank heeft ook de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld. De verzoeker heeft verzocht om de ingangsdatum te bepalen op de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling, wat is gepreciseerd tot 1 mei 2023. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeker gedurende twaalf maanden maximaal heeft afgelost en heeft daarom de verzochte ingangsdatum goedgekeurd.
De rechtbank heeft de WSNP-regeling vastgesteld op achttien maanden en heeft alle gelegde beslagen opgeheven. Tevens is mr. R. Cats benoemd tot rechter-commissaris en is er een bewindvoerder aangesteld. De bewindvoerder is opgedragen om de post van de verzoeker in te zien gedurende de eerste dertien maanden van de regeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en is in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving.