ECLI:NL:RBDHA:2024:8293

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
30 mei 2024
Publicatiedatum
30 mei 2024
Zaaknummer
C/09/24/46 R
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling met eerdere ingangsdatum

In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 21 mei 2024 uitspraak gedaan in een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) van een verzoeker die zich in een problematische schuldensituatie bevindt. De verzoeker heeft op 13 mei 2024 een verzoek ingediend om toegelaten te worden tot de WSNP, waarbij hij werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. P.A. Loeff, en een beschermingsbewindvoerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker voldoet aan de eisen voor toelating tot de WSNP, waaronder de vereiste van te goeder trouw zijn bij het ontstaan van de schulden en de verwachting dat hij aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.

De rechtbank heeft ook de ingangsdatum van de WSNP vastgesteld. De verzoeker heeft verzocht om de ingangsdatum te bepalen op de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling, wat is gepreciseerd tot 1 mei 2023. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verzoeker gedurende twaalf maanden maximaal heeft afgelost en heeft daarom de verzochte ingangsdatum goedgekeurd.

De rechtbank heeft de WSNP-regeling vastgesteld op achttien maanden en heeft alle gelegde beslagen opgeheven. Tevens is mr. R. Cats benoemd tot rechter-commissaris en is er een bewindvoerder aangesteld. De bewindvoerder is opgedragen om de post van de verzoeker in te zien gedurende de eerste dertien maanden van de regeling. De beslissing is openbaar uitgesproken en is in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANKDEN HAAG
Team Insolventies
insolventienummer: C/09/24/46 R
vonnis van 21 mei 2024
op het verzoek van:
[verzoeker](hierna: [verzoeker] ),
wonende te [adres] ,
[postcode] [woonplaats] .
Waar deze zaak over gaat
[verzoeker] bevindt zich in een problematische schuldensituatie. Om tot een oplossing voor zijn schulden te komen heeft [verzoeker] een verzoek gedaan te worden toegelaten tot de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP). Dit verzoek wordt toegewezen. De rechtbank legt hierna uit waarom zij zo beslist.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft een verzoek ingediend om te worden toegelaten tot de WSNP.
1.2.
Het verzoek is behandeld op de zitting van 13 mei 2024. Met de uitnodiging voor deze zitting is aan [verzoeker] een WSNP-informatieboekje meegezonden. Op de zitting verschenen:
- de heer [verzoeker] ,
- mr. P.A. Loeff, advocaat bij Advocatenkantoor Loeff B.V.,
- [naam] , beschermingsbewindvoerder bij ZekereZaak B.V.

2.De beoordeling van het verzoek

Het WSNP-verzoek

2.1.
[verzoeker] kan alleen worden toegelaten tot de WSNP als hij zich in een problematische schuldensituatie bevindt en hij te goeder trouw was bij het ontstaan en onbetaald laten van zijn schulden. De rechtbank kijkt daarbij vooral naar de afgelopen drie jaar. Ook moet de verwachting bestaan dat [verzoeker] aan de verplichtingen van de WSNP zal voldoen.
2.2.
[verzoeker] voldoet aan alle eisen en wordt toegelaten tot de WSNP.
2.3.
De verplichtingen waaraan [verzoeker] tijdens de WSNP moet voldoen staan in het WSNP-informatieboekje beschreven. Samengevat komt dit neer op: een informatieverplichting, een inspanningsverplichting, een verplichting geen nieuwe schulden te laten ontstaan en een afdrachtsverplichting.
2.4.
De wet schrijft voor dat de eerste dertien maanden van het traject een postblokkade geldt. Deze postblokkade geldt gedurende de materiële looptijd van de schuldsaneringsregeling. Als de schuldsaneringsregeling eerder eindigt stopt de postblokkade. Gedurende deze periode zal alle post naar de bewindvoerder gaan. De bewindvoerder stuurt de post na controle weer door aan [verzoeker] .
2.5.
Het WSNP-traject duurt in principe achttien maanden. Als [verzoeker] zich gedurende die periode houdt aan alle verplichtingen die de WSNP met zich brengt, eindigt het traject na verloop van die achttien maanden met de zogenoemde “schone lei”. Dit betekent dat schuldeisers hun vorderingen ten aanzien waarvan de WSNP werkt niet meer op [verzoeker] kunnen verhalen.
De ingangsdatum van de WSNP
2.6.
Artikel 349a lid 1 van de Faillissementswet (Fw) bepaalt sinds 1 juli 2023 dat de termijn van de WSNP begint te lopen (ingaat) op de dag van de uitspraak tot de toepassing van de WSNP, dan wel van de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling indien die dag eerder is gelegen.
2.7.
[verzoeker] verzoekt de ingangsdatum van de WSNP te bepalen op de dag waarop de eerste aflossing is gedaan in het kader van de buitengerechtelijke schuldregeling, hetgeen ter zitting is gepreciseerd tot een datum twaalf maanden voorafgaand aan de datum van een te wijzen toelatingsvonnis, zijnde 1 mei 2023.
2.8.
De rechtbank neemt bij de beoordeling van een verzoek om een eerdere ingangsdatum – en daarmee bij de beoordeling van de vraag of sprake is van aflossingen in het kader van een buitengerechtelijke schuldregeling – onder meer het volgende tot uitgangspunt: (1) aflossen is maximaal aflossen, (2) de hoogte van de aflossing wordt vastgesteld aan de hand van het vrij te laten bedrag (Vtlb) zoals berekend met de Vtlb-calculator die via het internet beschikbaar is en (3) invulling van de inspanningsplicht zoals in de WSNP [1] :
a. Sollicitatieplicht die op dezelfde wijze wordt ingevuld als in de WSNP.
b. Controle op sollicitatieplicht op vergelijkbare wijze als in de WSNP.
c. Vrijstelling sollicitatieplicht die op vergelijkbare wijze wordt ingevuld als in de WSNP.
2.9.
Een eerdere ingangsdatum (een ingangsdatum vóór de dag van de WSNP-uitspraak) betekent dat vanaf die eerdere datum de WSNP-regeling met de daaraan verbonden WSNP-verplichtingen gaat gelden. Een van die WSNP-verplichtingen is de afdrachtplicht, die onder meer inhoudt dat maandelijks het verschil tussen de nettoinkomsten van een schuldenaar en het Vtlb aan de boedel moet worden afgedragen, ofwel – in termen van de wetgever – wordt afgelost. Om voor een eerdere ingangsdatum in aanmerking te komen, moet dus achtereenvolgend maandelijks sprake zijn geweest van aflossingen die ten minste gelijk zijn aan het genoemde verschil tussen de nettoinkomsten en het Vtlb.
2.10.
[verzoeker] heeft de afgelopen periode uit zijn inkomsten een bedrag van € 4.172,53 gespaard. Dit bedrag is onderbouwd met onder meer Vtlbberekeningen voor de periode van mei 2023 tot en met juni 2023, juli 2023 tot en met december 2023 en januari 2024 tot en met juni 2024, alsmede met stukken die ten grondslag liggen aan die berekeningen. Gelet op de inhoud van de stukken en het besprokene op de zitting, is de rechtbank van oordeel dat [verzoeker] gedurende twaalf maanden maximaal heeft afgelost.
2.11.
Het voorgaande betekent dat de rechtbank bij het bepalen van een eerdere ingangsdatum zal uitgaan van de verzochte twaalf maanden.
2.12.
De rechtbank merkt ten slotte in dit verband nog op dat indien het bedrag van € 4.172,53 niet op korte termijn op de boedelrekening wordt gestort, een boedelachterstand ontstaat en dit tot gevolg kan hebben dat de WSNP-regeling wordt verlengd of zelfs voortijdig – zonder schone lei – kan worden beëindigd. Dit kan ook het geval zijn indien komt vast te staan dat vanaf de ingangsdatum andere WSNP-verplichtingen niet (correct) zijn nagekomen.

3.De beslissing

De rechtbank:
- spreekt de toepassing van de wettelijke schuldsaneringsregeling uit ten aanzien van:
[verzoeker] ,
geboren op [geboortedatum] 1951 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] , [postcode] [woonplaats] ;
- stelt de termijn van deze regeling vast op achttien maanden,
te rekenen vanaf 1 mei2023;
- stelt vast dat door deze uitspraak alle gelegde beslagen komen te vervallen;
- benoemt tot rechter-commissaris mr. R. Cats en tot bewindvoerder:
N. Pavljasevic (Van der Linden C.S.),
Postbus 187,
3330 AD Zwijndrecht;
- geeft de bewindvoerder opdracht om de komende dertien maanden, of zoveel eerder als de schuldsaneringsregeling eindigt, de post van [verzoeker] in te zien;
- bepaalt dat de bewindvoerder een voorschot op de vergoeding mag nemen volgens het Besluit vergoeding bewindvoerder schuldsanering. Dit kan alleen:
- zolang de schuldsaneringsregeling loopt en
- voor zover de boedel toereikend is.
Dit is de beslissing van mr. R. Cats, rechter, in samenwerking met A. van Groningen Schinkel, griffier. Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 21 mei 2024.

Voetnoten

1.Zie ook: Bijlage III (Landelijk uniforme beoordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling) bij het vanaf 1 juli 2023 geldende Landelijk procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken, onder 5.3.6.