ECLI:NL:RBDHA:2024:22439
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van de schuldsaneringsregeling zonder schone lei wegens tekortkomingen in verplichtingen
Op 23 december 2024 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in de zaak van de heer [naam 1], die in de wettelijke schuldsaneringsregeling (WSNP) zat. De rechtbank beoordeelde of de heer [naam 1] aan zijn verplichtingen had voldaan, aangezien de looptijd van de regeling op 1 december 2024 was verstreken. De bewindvoerder had gerapporteerd dat de heer [naam 1] niet volledig had voldaan aan de informatieverplichting, sollicitatieverplichting en de verplichting om geen nieuwe schulden te laten ontstaan. De rechtbank concludeerde dat de heer [naam 1] toerekenbaar tekortgeschoten was in zijn verplichtingen, wat leidde tot de beslissing om de schuldsaneringsregeling zonder schone lei te beëindigen.
De rechtbank stelde vast dat de heer [naam 1] onvoldoende bewijs had geleverd van zijn inspanningen om aan de verplichtingen te voldoen. Ondanks eerdere waarschuwingen en verhoren, was er geen verbetering in zijn situatie. De rechtbank oordeelde dat de tekortkomingen zodanig waren dat deze niet genegeerd konden worden. De heer [naam 1] had ook een nieuwe schuld van € 737,85 aan het UWV gecreëerd, wat zijn positie verder verzwakte.
De rechtbank besloot dat de regeling eindigde zonder schone lei, wat betekent dat schuldeisers hun vorderingen weer op de heer [naam 1] konden verhalen. De vergoeding van de bewindvoerder werd vastgesteld op € 5.364,62, en het bedrag aan vastrecht op € 768,-, voor zover de boedel toereikend was. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door mr. R. Cats, rechter, in samenwerking met M.Y.P.M. Zeeman, griffier.