mw. mr. M.C. Stoové

De Raad van State verklaart het hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie gegrond en draagt hem op een nieuw besluit te nemen inzake de verblijfsvergunning van een Nigeriaanse vreemdeling.

Hoger beroep van vijf vreemdelingen tegen afwijzing mvv-aanvragen door staatssecretaris. Raad van State vernietigt eerdere uitspraak en besluiten, oordeelt dat minister artikel 8 EVRM moet beoordelen.

De Raad van State heeft op 22 januari 2025 de beroepen van [appellant] tegen de verlenging van zijn gebouwverbod en de beëindiging van zijn inschrijving aan de TUD ongegrond verklaard.

[appellant] heeft wrakingsverzoeken ingediend tegen de KOG van de TU Delft, die zijn afgewezen. Het beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn bezwaar is ongegrond verklaard.

De Raad van State verklaart zich onbevoegd in de zaak van [appellant] tegen de TU Delft over wrakingsverzoeken en klachten, en betaalt griffierecht terug.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van de stichting ongegrond, omdat de minister terecht het handhavingsverzoek heeft afgewezen wegens gebrek aan wettelijke grondslag.

Het College vernietigt het wijzigingsbesluit van het Ctgb betreffende Harmonix Rodent Paste, oordelend dat de wijziging onzorgvuldig is voorbereid en onvoldoende is gemotiveerd.

Hoger beroep van [appellant] tegen niet-ontvankelijk verklaring van administratief beroep inzake wijziging patronaat. De rechtbank oordeelde dat [appellant] geen procesbelang meer had. De Raad van State bevestigde deze uitspraak.

Hoger beroep van [appellant A] en [appellant B] tegen de beslissing van de deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten inzake handhavingsverzoek. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep van [appellant] tegen afwijzing handhavingsverzoek door de deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten. De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het onderzoek van de deken voldoende was.

Hoger beroep van [appellant] tegen afwijzing handhavingsverzoek door de deken van de Amsterdamse Orde van Advocaten. Hoger beroep ongegrond verklaard.

De Raad van State bevestigt het inreisverbod van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, oordelend dat de vreemdeling een gevaar voor de openbare orde vormt en zijn persoonlijke omstandigheden geen aanleiding geven voor verkorting van het verbod.

Hoger beroep van de minister van Asiel en Migratie tegen uitspraak rechtbank over asielaanvraag vreemdeling. Minister's hoger beroep gegrond, rechtbank uitspraak vernietigd, rechtsgevolgen in stand gelaten.

De Raad van State heeft het hoger beroep van een vreemdeling uit Irak gegrond verklaard, de uitspraak van de rechtbank vernietigd en het besluit van de staatssecretaris tot uitzetting vernietigd vanwege onvoldoende medische zorg in Irak.

De voorzieningenrechter heeft het hoger beroep van de vreemdeling gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank vernietigd. De rechtbank moet opnieuw beslissen op het beroep van de vreemdeling.

De voorzieningenrechter bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in een asielzaak.

Hoger beroep tegen inreisverbod van staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ongegrond verklaard; uitspraak rechtbank bevestigd.

De Raad van State bevestigt de afwijzing van het verzoek om Nederlanderschap van [appellante] wegens onvoldoende bewijs van identiteit en nationaliteit.

Verzoeker vraagt om wraking van staatsraden in bestuursrechtelijke zaken. De wrakingskamer wijst het verzoek af, o.a. wegens gebrek aan nieuwe feiten. Toekomstige wrakingsverzoeken van verzoeker worden niet in behandeling genomen.

Hoger beroep van vreemdeling tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel; rechtbank bevestigt eerdere uitspraken, hoger beroep ongegrond.

De Raad van State bevestigt de afwijzing van het naturalisatieverzoek van een Syrische appellant wegens gevaar voor de openbare orde na veroordeling voor mishandeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de NZa terecht het declaratievoorschrift voor geneesmiddelen heeft geschrapt, waardoor zowel per geneesmiddel als voor het geheel van geneesmiddelen in de GDV gedeclareerd kan worden. Beroepen van KNMP en ASKA zijn deels ongegrond en deels niet-ontvankelijk.

De Raad van State bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in een asielzaak.

De Raad van State wijst het verzoek van de vreemdeling om proceskostenvergoeding af, omdat de minister aan de aanvraag van de vreemdeling is tegemoetgekomen.

Hoger beroep van vreemdeling tegen niet in behandeling nemen verblijfsvergunning asiel; uitspraak bevestigd, geen proceskostenvergoeding.

Het College bevestigt de rechtmatigheid van spoedbestuursdwang door de minister bij overtredingen van het Besluit houders van dieren, met kostenverhaal op de dierhouder.

Het College verklaart het beroep van de melkveehouder ongegrond, oordelend dat de minister bevoegd was om bestuursdwang op te leggen wegens overtredingen van het Besluit houders van dieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht de subsidie lager heeft vastgesteld en het onverschuldigd betaalde voorschot heeft teruggevorderd, omdat de onderneming niet voldeed aan de projectverplichtingen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven vernietigt de verlaging van de subsidie voor Salvia BioElectronics B.V. en stelt deze vast op het oorspronkelijk verleende bedrag van € 500.000,-, omdat de onderneming niet wist dat de meldplicht van toepassing was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de subsidieaanvraag niet voldeed aan het vereiste van een samenwerkingsverband.

Hoger beroep over voedselveiligheid van [zalmroker] B.V. inzake Listeria monocytogenes. Verbod en boetes in stand, één boete vernietigd. Verantwoordelijkheden levensmiddelenbedrijven benadrukt.

Hoger beroep tegen accountantskamer; accountant [naam 1] krijgt berisping voor niet verwerken van claims in jaarrekening.

Tussenuitspraak over onzorgvuldige voorbereiding van subsidieaanvraag voor welzijnsvriendelijke stalvloeren. Minister moet binnen acht weken het besluit herstellen.

Het College vernietigt het besluit van de minister inzake handhaving bij varkenshouderij en draagt op een nieuw besluit te nemen, met vergoeding van proceskosten aan ViN.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boete voor dierenwelzijn bij varkentransport. Boete gematigd naar € 2.850,- wegens overschrijding redelijke termijn. Verantwoordelijkheid voor dierenwelzijn benadrukt.

College van Beroep verklaart beroepen van zorgaanbieders gegrond; NZa moet tarieven voor 2022 en 2023 herzien vanwege onvoldoende rekening met indirecte tijd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven bevestigt de berisping van accountant [naam 1] wegens tekortkomingen in zijn rapport van feitelijke bevindingen, dat niet voldeed aan Standaard 4400N.

Het College oordeelt dat de minister handhavend moet optreden tegen Staatsbosbeheer vanwege het weiden van konikpaarden in het Oostvaardersveld, waar de grote klis leidt tot oogletsel. De minister wordt opgedragen een nieuw besluit te nemen.

Infinitas Care B.V. verzoekt om een voorlopige voorziening voor een voorschot op afgekeurde declaraties. Het verzoek wordt afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing en het belang van de NZa.

Het College verklaart het beroep van de dierenhouderij ongegrond, omdat zij niet voldeed aan de opgelegde last om honden dagelijks buiten te laten.

De dierenhouderij verliest beroep tegen last onder dwangsom en invorderingsbesluiten. De minister was bevoegd en de overtredingen zijn terecht vastgesteld.

Het College verklaart het beroep van de dierenhouderij tegen handhavings- en invorderingsbesluiten van de minister ongegrond, bevestigt de overtredingen en veroordeelt de minister in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het college geen zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de ondersteuningsbehoefte van appellante en draagt het college op opnieuw te beslissen op het bezwaar.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de aanvraag voor Wlz-zorg door het CIZ, omdat appellant niet voldoet aan de voorwaarden voor zorg op grond van de Wlz.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de afwijzing van de subsidieaanvraag van AVR-Afvalverwerking B.V. door de minister voor Klimaat en Energie bevestigd, omdat de TCI dezelfde installatie is waarvoor eerder MEP-subsidie is verleend.

Appellant verliest hoger beroep over loonsom in NOW-3 regeling; alleen eigen personeel telt mee, niet payrollpersoneel.

Het College oordeelt dat de minister de subsidie op goede gronden heeft ingetrokken, maar het bestreden besluit vertoonde zorgvuldigheids- en motiveringsgebreken. Het beroep is gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

College vernietigt afwijzing subsidieaanvraag voor half-afzinkbaar kraanschip; minister onvoldoende onderbouwd.

Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de intrekking van de subsidie voor een productie-installatie omdat deze niet op de aangevraagde locatie is gerealiseerd.

Het College verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de herroeping van het ontheffingsbesluit voor de wijziging van de tenaamstelling van de SDE-subsidie, omdat het verzoek niet door een tekenbevoegd persoon was ondertekend.

Het College oordeelt dat de minister de startdatum van de subsidieperiode niet later kan vaststellen dan 18 maanden na het subsidiebesluit. Het beroep tegen het herzieningsbesluit is gegrond.

Het College wijst verzoeken om proceskostenvergoeding en schadevergoeding af, maar draagt de minister op het griffierecht van € 184,- te vergoeden.

College vernietigt besluiten minister over subsidies COVID-19; minister moet nieuwe besluiten nemen over groepssamenstelling en staatssteunplafond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de minister het verzoek om uitstel van de einddatum van het MIT-project terecht heeft afgewezen.

Tussenuitspraak over schadevergoeding voor ondernemer door paprikasnuitkever; minister moet toezeggingen honoreren en gebreken in besluit herstellen.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in sociale zekerheidszaak.

Het College vernietigt de intrekking van de TRSEC-subsidie voor Stichting Nederland Beweegt, oordelend dat de intrekking niet evenwichtig was gezien de omstandigheden van de annulering van het evenement.

Tussenuitspraak over intrekking subsidie COVID-19; minister oordeelt dat onderneming geen MKB-onderneming is, maar College vraagt om heroverweging en motivering.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van varkenshouderijen ongegrond, bevestigt de afwijzing van hun subsidieaanvragen op grond van de OVK, en oordeelt dat de keuze voor het referentiekwartaal niet in strijd is met rechtsbeginselen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de NZa bevoegd is om de prestatiebeschrijvingsbeschikking voor de Fp7 vast te stellen. Het beroep van de KNMP is ongegrond.

Het College vernietigt de tariefbeschikkingen van de NZa voor huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg voor 2023 en 2024, omdat deze niet voldoen aan de vereisten van kostendekkendheid. De NZa moet de tarieven herijken.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen uitspraak accountantskamer over klacht tegen accountant [naam 2] AA. Klacht ongegrond verklaard, omdat klachtonderdelen niet gericht waren tegen de accountant zelf.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de waarschuwing aan accountant [naam 1] en verklaart de klacht van [naam 2] ongegrond, oordelend dat [naam 1] niet onzorgvuldig heeft gehandeld bij het opstellen van een deskundigenrapport in een echtscheidingsprocedure.

Het College vernietigt de wijziging van het declaratievoorschrift voor geneesmiddelen door de NZa wegens onvoldoende zorgvuldigheid en motivatie. Een voorlopige voorziening wordt getroffen.

Het College vernietigt het bestreden besluit van de minister inzake de subsidie voor [naam 1] en herroept het intrekkingsbesluit, waardoor de subsidie herleeft.

Het College vernietigt de tariefbeschikking van de NZa voor 2022, oordeelt dat de tariefdifferentiatie onrechtmatig is en stelt het reguliere psychiatertarief vast voor vrijgevestigde psychiaters.

Het College vernietigt de goedkeuring van de concentratie tussen Leekerweide en Wilgaerden, omdat de Familievereniging niet bij de voorbereiding was betrokken, zoals vereist door de Wmg.

De minister heeft een veehouder een last onder bestuursdwang opgelegd wegens overtredingen van de Wet dieren. Het College oordeelt dat de last terecht is, maar dat de kosten niet correct zijn verhaald. Het te betalen bedrag wordt vastgesteld op € 9.092,20.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een ondernemer ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de eis van minimaal 30% omzetverlies voor de TVL-subsidie.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten en oordeelt dat deze naar rato verdeeld moeten worden tussen de Stichting en de B.V. zonder afroming.

Het College oordeelt dat de NZa in strijd heeft gehandeld met het rechtszekerheidsbeginsel en vernietigt de Tariefbeschikking. Het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis wordt in zaak 22/101 niet-ontvankelijk verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de vennootschap niet voldoet aan de eisen voor TVL- en SVL-subsidies, en bevestigt de intrekking van de subsidies door de minister.

Het College verklaart het beroep ongegrond omdat [naam] niet voldoet aan de inschrijvingseis voor de SVL-subsidie, die vereist dat de inschrijving in het handelsregister tussen 1 oktober 2019 en 30 juni 2020 is gedaan.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroep ongegrond inzake afwijzing subsidieaanvraag door minister, wegens niet voldoen aan inschrijvingseis.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond, omdat de inschrijfdatum in het handelsregister niet voldoet aan de eisen voor de SVL-subsidie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond wegens niet voldoen aan de inschrijfdatumseis voor SVL-subsidie.

Hoger beroep over boete van € 1.500,- voor vangletsel bij kuikens. College bevestigt dat minister juiste wettelijke grondslag hanteerde en boete terecht oplegde.

Hoger beroep over boetes wegens vangletsel bij kuikens; minister hanteert juiste wettelijke grondslag; boetes gematigd vanwege overschrijding redelijke termijn.

Het College verklaart het hoger beroep ongegrond. De accountant heeft een vermogensopstelling gemaakt in een mediationtraject, die voldoende deugdelijke grondslag had. Er is geen sprake van onjuiste gegevens of misleidende standpunten.

Het College oordeelt dat de aantekening op de retourenvelop niet als bezwaarschrift kan worden aangemerkt. Het bezwaar tegen de last onder dwangsom is terecht niet-ontvankelijk verklaard, maar de invordering van de dwangsom is onterecht omdat niet is aangetoond dat de maatregel niet is nageleefd.

Het College verklaart het beroep van V.O.F. [naam 1] gegrond, vernietigt de heffingen Diergezondheidsfonds en herroept de besluiten van de minister. Proceskosten van € 3.705,- worden vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de vaststelling van de melkveefosfaatreferentie door verweerder juist was. Appellante krijgt schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College oordeelt dat de minister ten onrechte een afroming van 20% op fosfaatrechten heeft toegepast bij de wijziging van rechtsvorm van een maatschap naar een B.V. De fosfaatrechten blijven op het bedrijf rusten, ongeacht de entiteit die het bedrijf voert.

Het College wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de verzoekster niet tijdig onjuistheden heeft gemeld en de schade voor haar rekening blijft.

Het College bevestigt de last onder dwangsom van de AFM aan een financiële holding wegens misleidende informatie aan obligatiehouders, maar beperkt de reikwijdte van de informatieverplichting.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst beroep af; appellante niet als startende ondernemer aangemerkt, geen afwijkende referentieperiodes.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het verzet van verzoeker ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak van 29 juni 2021 in stand blijft.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 30 november 2022 een verzoek om voorlopige voorziening toegewezen, waarbij de schorsing van de HSL-toestemming van een pluimveeslachterij is opgeheven. De minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van de appellant ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de bedrijfsblokkade rechtmatig was en de appellant geen onevenredige schade heeft aangetoond.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante de Wet Dieren heeft overtreden door onvoldoende zorg te dragen voor het welzijn van kuikens, met boetes van € 5.000 als gevolg.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap [naam 1] en M [naam 2] tegen de heffing Diergezondheidsfonds voor pluimvee 2019 ongegrond.

Het College heeft het beroep van een kermisexploitant gegrond verklaard, omdat de afwijzing van de VLE-subsidie op onjuiste gronden was gebaseerd. De minister moet een nieuw besluit nemen, waarbij rekening gehouden wordt met het vertrouwensbeginsel.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de subsidieaanvraag van appellant voor de TVL-regeling afgewezen, omdat hij niet voldeed aan de vereisten van omzetverlies en vaste lasten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister onrechtmatig een bedrijfsblokkade heeft opgelegd, waardoor verzoekster schade heeft geleden. Schadevergoeding van € 380,- wordt toegewezen, proceskosten van € 1.518,- worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante niet-ontvankelijk wegens te late indiening van het beroepschrift.

Het College verklaart het beroep ongegrond, maar kent schadevergoeding van € 14.824 toe voor niet-verhuurde fosfaatrechten en € 3.000 voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het verzet van Stichting Wieleracademie Lansingerland e.o. ongegrond, omdat er geen schadeoorzaak is als bedoeld in artikel 8:88 Awb.

Het College verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat appellante niet als startende onderneming kan worden aangemerkt. Verweerder moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Tussenuitspraak over handhaving van welzijnseisen voor konikpaarden in het Oostvaardersveld; verweerder moet nieuw besluit nemen na diepgaand onderzoek naar gevolgen van grote klis.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Stichting Aanpak Misstanden Natuurbeheer ongegrond, omdat grote grazers in de Oostvaardersplassen niet als gehouden dieren worden beschouwd onder de Wet dieren.

Het College oordeelt dat appellante niet voldeed aan maatregelen voor dierenwelzijn, maar dat de maatregel over ruimte niet duidelijk was. Invorderingen voor andere overtredingen blijven staan.

Het College bevestigt de last onder dwangsom en het eerste invorderingsbesluit, terwijl het beroep tegen de ingetrokken besluiten niet-ontvankelijk wordt verklaard. Verweerder wordt veroordeeld in proceskosten.

Het College oordeelt dat de minister terecht spoedbestuursdwang toepaste bij het bijvoeren van Schotse hooglanders en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellante betwistte de hoogte van de TVL-subsidie en de referentieperiode. Het College verklaarde het beroep ongegrond, omdat de TVL-regeling geen afwijkingen toestaat.

Het College verklaart het beroep tegen herzieningsbesluit I niet-ontvankelijk en het beroep tegen herzieningsbesluit II ongegrond, met veroordeling van de minister tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag voor een afbouwregeling van de beschikbaarheidbijdrage acute verloskunde door de Nederlandse Zorgautoriteit terecht was, omdat appellante niet had aangetoond dat zij activiteiten had afgebouwd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de waarschuwing van de NZa aan zorgverzekeraars geen besluit is en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een stille maatschap tegen de afwijzing van aanvragen om fosfaatrechten ongegrond verklaard, omdat de aanvragen terecht als herzieningsverzoek zijn aangemerkt zonder nieuwe feiten.

Het College vernietigt de boetes opgelegd aan appellante wegens overtredingen van de Meststoffenwet, o.a. vanwege onredelijkheid in de afwijzing van het herzieningsverzoek en onvoldoende onderzoek naar de financiële situatie van appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, waarbij de ontheffing van het fosfaatrecht door de minister wordt gehandhaafd.

Het College vernietigt de boete van € 400.000,- opgelegd aan HSK Groep B.V. door de NZa wegens onwettige declaraties voor behandelingen die niet onder de Wmg vallen, o.a. door onduidelijkheid in de regelgeving.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van ARS Traffic & Transport Technology B.V. ongegrond, wegens onvoldoende onderbouwing van S&O-werkzaamheden en kosten.

Het College oordeelt dat de Faunabescherming als belanghebbende moet worden aangemerkt bij de subsidieverlening voor het Kroondomein, en vernietigt het besluit van de minister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van zorgaanbieders tegen de vaststelling van maximumtarieven voor geriatrische revalidatiezorg ongegrond, oordelend dat de tarieven kostendekkend zijn en rechtmatig zijn vastgesteld door de NZa.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond en handhaaft de last onder dwangsom wegens overtredingen van de Wet Dieren.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de appellant ongegrond, waarbij de last onder bestuursdwang wegens overtredingen van de Wet Dieren wordt gehandhaafd.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroep van Stichting Breinpoli ongegrond; verzoek om AMM-maatregel tegen Zilveren Kruis afgewezen.

Het College bevestigt dat Stichting Emergis over aanmerkelijke marktmacht beschikt en legt verplichtingen op om mededingingsproblemen te verhelpen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt de last onder dwangsom wegens onvoldoende bewijs van taxivervoer zonder vergunning. Beroep gegrond verklaard.

Het College heeft het beroep van appellante tegen het vervangingsbesluit gegrond verklaard en haar een ontheffing verleend voor fosfaatproductie zonder fosfaatrechten, omdat het belang van derogatie in deze zaak minder zwaar weegt.

Het College vernietigt het vervangingsbesluit van de minister inzake fosfaatrecht wegens strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en wijst op de noodzaak van zorgvuldigheid in bestuursrechtelijke besluitvorming.

De voorzieningenrechter heeft het beroep van Nederland B.V. ongegrond verklaard en het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, wegens het ontbreken van vakbekwaamheidsbewijzen voor de beheerder van de dierenwinkel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert een eerdere uitspraak over proceskosten in een bestuursrechtelijke zaak onder de Meststoffenwet, waarbij schadevergoeding en proceskosten zijn vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert een eerdere uitspraak over schadevergoeding en proceskosten, waarbij onjuistheden zijn gecorrigeerd en schadevergoedingen zijn vastgesteld.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 11 januari 2022 een eerdere uitspraak over fosfaatrechten voor fokstiertjes, waarbij een kennelijke onjuistheid in de verwijzing naar regelgeving werd gecorrigeerd.

Het College bevestigt de boete van € 8.481,- aan een melkveehouderij wegens overtreding van de Meststoffenwet, omdat niet voldaan is aan de mestverwerkingsplicht.

Appellante verliest beroep tegen fosfaatrecht vaststelling voor fokstiertjes; schadevergoeding van € 2.000,- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, omdat de Regeling mondzorg een algemeen verbindend voorschrift is en er geen bezwaar mogelijk is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de Zorgautoriteit het bezwaar van appellant ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard en verklaart het bezwaar ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft geoordeeld dat de redelijke termijn is overschreden en heeft schadevergoeding toegewezen aan de appellant. Het beroep is niet-ontvankelijk verklaard.

Het College vernietigt de last onder dwangsom aan een veehouder wegens onvoldoende concrete formulering en kent schadevergoeding toe wegens termijnoverschrijding.

Het College vernietigt de boete van € 2.500,- voor overtredingen van hygiënevoorschriften en herroept de boete van € 5.000,-, die wordt gematigd tot € 4.500,-. Appellante ontvangt € 1.000,- schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen de minister van Landbouw over opgelegde boetes voor overtredingen van hygiënevoorschriften. Het College vernietigt de eerdere uitspraak en herroept de boetes.

Appellant verzocht om herziening van zijn pluimveerecht. Het College oordeelde dat de vaststelling geen besluit is in de zin van de Awb. Beroep ongegrond verklaard, maar schadevergoeding van € 500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen boetes op grond van de Meststoffenwet. Het College herroept enkele boetes en stelt de totale boete vast op € 4.050,-.

Appellante verliest beroep tegen fosfaatrechten voor jongvee; geen recht op fosfaatrechten vastgesteld. Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toegekend.

Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat de 18 koeien van appellant terecht niet als melk- en kalfkoeien zijn aangemerkt en appellant niet is gehoord.

College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de besmetverklaring van legkippen met salmonella enteritidis naar verwachting niet standhoudt en wijst verzoek om voorlopige voorziening toe.

Het College bevestigt de boete van € 2.500,- voor overtreding van opslagvoorschriften voor dierlijke bijproducten, vastgesteld door de NVWA.

Het College bevestigt de boete van € 2.500,- aan appellante wegens overtreding van dierenwelzijnsvoorschriften bij het doden van kuikens, en oordeelt dat de minister bevoegd was om deze op te leggen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de investeringen van appellanten in de melkveehouderij niet navolgbaar zijn en dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een pluimveehouderij ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden van de startersregeling voor fosfaatrechten.

Het College vernietigt de herziening van fosfaatrechten voor een kaasboerderij, oordeelt dat de minister onvoldoende motiveerde waarom de herziening niet in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel en herstelt het oorspronkelijke besluit.

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk en kent € 1.000,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant niet de feitelijke beschikkingsmacht had over 4,25 ha grond en dat zijn fosfaatrecht correct is vastgesteld. Het beroep is ongegrond.

Het College wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen causaal verband is tussen de gestelde schadeposten en de onrechtmatige besluitvorming. De reeds vergoede schade wordt erkend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellante niet grondgebonden is en dat de generieke korting op het fosfaatrecht terecht is toegepast. Het beroep is ongegrond verklaard.

Appellant, een melkveehouder, betwist de vaststelling van zijn fosfaatrecht en stelt dat het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last vormt. Het College oordeelt dat de appellant niet aannemelijk maakt dat dit het geval is en wijst zijn beroep af, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake fosfaatrechten en ontheffing onder de Meststoffenwet. De minister heeft in redelijkheid gehandeld bij de vaststelling van het fosfaatrecht en de ontheffing.

Verzoek om schadevergoeding afgewezen; wel schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Appellante betwist de fosfaattoestand van haar perceel in 2015. Het College verklaart het beroep gegrond, herroept het besluit van de minister en stelt het fosfaatrecht vast op 2.603 kg, met schadevergoeding aan appellante.

Beroep ongegrond; schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de 5%-drempel voor de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten en verleent ontheffing voor de melkveehouderij, omdat geen sprake is van uitbreiding maar van terugkeer naar een eerdere situatie.

Het College oordeelt dat de appellante geen buitensporige last ervaart door het fosfaatrechtenstelsel, maar kent wel schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een biologische melkveehouderij ongegrond, oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen buitensporige last oplevert en kent € 1.500,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College oordeelt dat de weigering van de EIA-verklaring voor de spudpaal onvoldoende gemotiveerd was, terwijl de andere beroepen ongegrond werden verklaard.

Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordeelt dat de knelgevallenregeling niet van toepassing is en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van appellante gegrond, herstelt het fosfaatrecht op 6.334 kg en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Beroep op knelgevallenregeling fosfaatrecht afgewezen; appellant krijgt schadevergoeding van € 1.000,- wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van appellante ongegrond, omdat de aanvragen voor EIA voor WKK's terecht zijn afgewezen door de minister van Economische Zaken en Klimaat.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom en dat de belangen van milieu en volksgezondheid zwaarder wegen.

Het College vernietigt het bestreden besluit over fosfaatrechten wegens motiveringsgebreken en bevestigt dat appellante niet als starter kan worden aangemerkt.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert voor appellant, maar kent hem wel € 1.500,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College bevestigt de vaststelling van fosfaatrechten door de minister, wijst het beroep op de knelgevallenregeling af, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College vernietigt de generieke korting op het fosfaatrecht van appellante, oordeelt dat de minister onvoldoende motivering heeft gegeven voor het onderscheid tussen BEP-pilot deelnemers, en stelt het fosfaatrecht vast op 8.655,9 kg.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op haar legt. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, omdat geen causaal verband is aangetoond tussen gezondheidsproblemen en lagere dieraantallen, en het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplevert.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de afwijzing van de EIA-aanvraag voor een B&B, omdat deze als woonhuis wordt aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen inbreuk maakt op eigendomsrechten en dat de appellante geen individuele en buitensporige last ondervond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last oplegt. Het beroep is gegrond, het bestreden besluit is vernietigd en het fosfaatrecht is vastgesteld op 11.143 kg.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen inbreuk maakt op eigendomsrechten en dat de appellante geen individuele en buitensporige last ondervond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen inbreuk maakt op het eigendomsrecht van appellante. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van een melkveehouderij gegrond verklaard en het fosfaatrecht vastgesteld op 4.600 kg, na vernietiging van het eerdere besluit van de minister.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het eigendomsrecht en dat appellante zelf verantwoordelijk is voor haar investeringsrisico's.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij tegen de vaststelling van het fosfaatrecht ongegrond, omdat geen recht op knelgevallenregeling bestaat.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP en dat appellante geen individuele en buitensporige last ervaart. Het beroep is ongegrond verklaard.

Appellante, een melkveebedrijf, betwist de invoering van het fosfaatrechtenstelsel als een individuele en buitensporige last. Het College oordeelt dat appellante geen gelijk krijgt, maar constateert een motiveringsgebrek in het besluit, waardoor het beroep gegrond is.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last op de appellant legt en vernietigt het bestreden besluit. De verweerder moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen en de proceskosten vergoeden.

Het beroep van Maatschap [naam 1] tegen de minister van Landbouw inzake het fosfaatrechtenstelsel is ongegrond verklaard. Schadevergoeding van € 1.500,- is toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet leidt tot een individuele en buitensporige last.

Het College vernietigt het besluit van de minister over fosfaatrechten en verleent ontheffing voor extra fosfaatproductie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, omdat er geen nieuw feit of evidente onredelijkheid is aangetoond voor herziening van het fosfaatrecht.

Het College vernietigt het besluit van de minister over het fosfaatrecht van appellant en stelt dit vast op 3.704 kg, erkent de toepassing van de knelgevallenregeling en kent een schadevergoeding van € 1.500,- toe.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met hogere regelgeving en dat appellante geen schending van haar eigendomsrecht ondervindt. Wel krijgt zij een schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de uitbreiding van de melkveestapel van appellante niet navolgbaar is in het licht van het fosfaatrechtenstelsel. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar het bestreden besluit is onvoldoende gemotiveerd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom en dat appellant geen individuele en buitensporige last ondervindt. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van melkveehouders ongegrond, omdat zij niet aannemelijk maken dat hun fosfaatrecht ten onrechte is vastgesteld en er geen sprake is van een knelgeval.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verhoogt het fosfaatrecht van appellante naar 3.873 kg na gegrondverklaring van haar beroep, ondanks afwijzing van de knelgevallenregeling.

Het College verklaart het beroep van de biologische melkveehouder ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom.

Beroep ongegrond; appellant krijgt schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveebedrijf tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond, oordelend dat het stelsel niet in strijd is met de Nitraatrichtlijn en geen ongeoorloofde staatssteun oplevert.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake het fosfaatrechtenstelsel onder de Meststoffenwet, met verwijzing naar de Nitraatrichtlijn en staatssteun.

Het College verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt. De investeringen zijn niet navolgbaar en de gevolgen van haar keuzes komen voor eigen risico.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de uitbreiding van de melkveehouderij van appellante niet bedrijfseconomisch noodzakelijk is en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom en dat de investeringsbeslissingen niet navolgbaar zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van de minister over het fosfaatrecht, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Verweerder moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Het College verklaart het beroep van appellante tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond, maar kent € 1.000,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en wijst verzoek om schadevergoeding af, maar kent wel immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College vernietigt het fosfaatrecht van de minister en stelt deze vast op 2.301 kg, en kent appellante een schadevergoeding van € 500,- toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen buitensporige last oplegt en dat investeringen niet navolgbaar waren.

Het College verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en stelt het fosfaatrecht van appellante vast op 8.616 kg, met vergoedingsplicht voor griffierecht.

Het College verklaart het beroep van de veehouder ongegrond, maar veroordeelt de minister tot betaling van € 1.000,- wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet als nieuw gestart bedrijf kan worden aangemerkt voor de startersregeling in de Meststoffenwet. Er is geen sprake van een individuele en buitensporige last. Immateriële schadevergoeding van € 1000,- wordt toegewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel verenigbaar is met het recht op eigendom en dat appellanten geen individuele en buitensporige last ondervinden. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College oordeelt dat de knelgevallenregeling onder de Meststoffenwet te beperkt is geïnterpreteerd en dat appellante zelf de risico's van haar investeringen draagt. Schadevergoeding wordt toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel correct is toegepast en vernietigt het bestreden besluit wegens strijd met de wet, met opdracht tot compensatie.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, oordelend dat het fosfaatrechtenstelsel geen individuele en buitensporige last oplegt en de belangen van milieubescherming zwaarder wegen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, oordelend dat de vaststelling van het fosfaatrecht op basis van de peildatum rechtmatig is en dat appellante onvoldoende bijzondere omstandigheden heeft aangetoond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Mts. [naam] tegen het fosfaatrechtenstelsel ongegrond, bevestigt de noodzaak van het stelsel en wijst op goedkeuring door de Europese Commissie.

Het College verklaart het beroep van [naam] VOF tegen de vaststelling van het fosfaatrecht ongegrond, bevestigt de noodzaak van het fosfaatrechtenstelsel en oordeelt dat er geen ongeoorloofde staatssteun is.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het EP en dat appellante geen individuele en buitensporige last ondervindt. Wel is er recht op schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, bevestigt de rechtmatigheid van het fosfaatrechtenstelsel en de noodzaak ervan onder de Meststoffenwet en de Nitraatrichtlijn.

Appellanten hebben beroep ingesteld tegen de vaststelling van hun fosfaatrecht. Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat appellanten niet voldoen aan de voorwaarden van de startersregeling en hun investeringen niet navolgbaar zijn.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op hem legt. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep heropent het onderzoek naar de fosfaattoestand van een perceel en benoemt een deskundige voor een rapport. De uitspraak betreft de Meststoffenwet en fosfaatrechten.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat deze niet voldoet aan de voorwaarden van de knelgevallenregelingen in de Meststoffenwet en geen individuele en buitensporige last kan aantonen.

Het College vernietigt de fosfaatrecht vaststelling van de minister en herstelt deze op 8.083 kg, oordelend dat de vertraging van vergunningverlening voor rekening van de appellant komt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de vrijstelling van de AMvB grondgebondenheid niet in de weg staat aan de toepassing van het fosfaatrechtenstelsel. Het beroep van appellante is ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, omdat hij niet heeft aangetoond dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last op hem legt na gedwongen bedrijfsverplaatsing.

Het College oordeelt dat de melkveehouder niet heeft aangetoond dat de gedwongen verplaatsing leidde tot een individuele en buitensporige last door het fosfaatrechtenstelsel. De belangen van milieu en volksgezondheid wegen zwaarder.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel leidt tot een buitensporige last voor appellante, een melkveehouderij, en vernietigt het besluit van de minister. Compensatie wordt opgelegd.

Het College oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 EP. Appellante's investeringen zijn niet navolgbaar en de belangen van milieu wegen zwaarder. Beroep ongegrond, griffierecht wordt vergoed.

Het College oordeelt dat appellante niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling in de Meststoffenwet en dat er geen sprake is van een individuele en buitensporige last.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet heeft aangetoond dat het fosfaatrechtenstelsel een individuele en buitensporige last oplevert. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar griffierecht en proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden voor de knelgevallenregeling in de Meststoffenwet. Het griffierecht wordt vergoed en de minister wordt veroordeeld in de proceskosten.

Het College oordeelt dat de generieke korting op fosfaatrechten terecht is toegepast en honoreert het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de knelgevallenregeling correct is toegepast en dat appellante niet voldoet aan de 5%-drempel. Tevens wordt schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante gegrond, vernietigt het bestreden besluit en stelt het fosfaatrecht vast op 18.453 kg, met proceskostenvergoeding van € 1.575,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen ongeoorloofde staatssteun oplevert en niet in strijd is met het eigendomsrecht. Appellante kan niet aantonen dat het stelsel een buitensporige last vormt. Proceskosten worden vergoed, deskundigenkosten niet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant ongegrond, o.a. omdat het fosfaatrechtenstelsel geen ongeoorloofde staatssteun oplevert en appellant niet aantoont dat het stelsel een buitensporige last vormt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen ongeoorloofde staatssteun oplevert en dat appellante niet aantoont dat het stelsel een buitensporige last vormt. Het fosfaatrecht wordt vastgesteld op 4.957 kg.

Het College vernietigt de weigering van subsidie in de vorm van een garantstelling voor een lening aan Backers Beheer B.V. en verstrekt deze subsidie tot € 15 miljoen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de appellant niet onevenredig is getroffen door het fosfaatrechtenstelsel en stelt het fosfaatrecht vast op 2.362 kg.

Maatschap [naam 1] verzet zich tegen fosfaatrecht vaststelling door de minister. Het College oordeelt dat de appellante zelf verantwoordelijk is voor haar investeringen en verwerpt de beroepsgronden, maar compenseert griffierecht en proceskosten.

Het College vernietigt de besluiten van de minister over fosfaatrechten voor appellante's koeien, oordelend dat deze als melk- en kalfkoeien (categorie 100) moeten worden aangemerkt.

Beroep van Maatschap [naam] tegen fosfaatrechtenstelsel ongegrond verklaard; proceskostenveroordeling tot € 525,- en griffierecht vergoed.

De rechtbank vraagt het HvJEU of een lidstaat een derdelander het verblijfsrecht kan ontzeggen als deze zijn minderjarige kind, burger van de Unie, ten laste heeft en het kind zich buiten de EU bevindt.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouder ongegrond, o.a. omdat het fosfaatrechtenstelsel geen inbreuk maakt op eigendomsrechten.

Rechtbank vernietigt het bestreden besluit over geluidseisen voor diervoederfabriek en draagt verweerder op opnieuw te beslissen op het actualiseringsverzoek.

Eisers hebben handhaving verzocht tegen het inzagebeleid voor journalisten van de Raad van State, dat volgens hen in strijd is met de AVG. De rechtbank vraagt het Hof van Justitie om uitleg over de reikwijdte van 'rechterlijke taken' in de AVG.

Rechtbank vernietigt omgevingsvergunning voor kappen van zes bomen, handhaaft vergunning voor overige bomen. Maatschappelijk belang woningbouw zwaarder gewogen dan behoud bomen.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de weigering van de omgevingsvergunning voor uitbreiding van een melkgeitenhouderij op basis van het voorzorgsbeginsel.

De rechtbank vernietigt het ontslag van eiseres wegens onvoldoende zorgvuldige belangenafweging en gebrek aan onderzoek naar herplaatsing.

De rechtbank verklaart het beroep van Stichting Dierbaar Flevoland en Stichting Fauna4Life niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang met betrekking tot de vergunning voor het afschieten van edelherten.

De rechtbank vernietigt de opdracht tot afschot van edelherten in de Oostvaardersplassen wegens onvoldoende ecologische onderbouwing en herroept de besluiten van de provincie Flevoland.

De rechtbank bevestigt het strafontslag van een politieambtenaar wegens plichtsverzuim, maar vernietigt het besluit op één punt. Eiser heeft onverantwoorde keuzes gemaakt en het vertrouwen van zijn collega's beschaamd.

Tussenuitspraak over omgevingsvergunning voor 11 woningen en kap van 6 bomen in Leusden. Gebreken in bezwaarprocedure vastgesteld, verweerder krijgt kans tot herstel.

De rechtbank oordeelt dat de NZa medische gegevens mag verwerken, maar niet voldoende heeft gemotiveerd waarom geen handhaving is gepleegd tegen onrechtmatige gegevensverstrekking aan de Minister van VWS. Eiseres krijgt schadevergoeding.

Eiseres verzocht om handhaving van medische gegevensverwerking door zorgverzekeraars. De rechtbank oordeelde dat de zorgverzekeraars in grote lijnen voldoen aan de Wbp, maar dat er enkele tekortkomingen zijn. Eiseres krijgt schadevergoeding wegens termijnoverschrijding.

De rechtbank oordeelt dat de minister de subsidie voor Zorgthuisnl terecht lager heeft vastgesteld en dat de opname in de registratie voor ernstige onregelmatigheden niet kan worden aangevochten. Het beroep is ongegrond.

De rechtbank vernietigt de intrekking van het beroepscertificaat van een hijskraanmachinist, omdat de overtredingen niet aan eiser kunnen worden toegerekend. Eiser krijgt zijn certificaat terug en verweerder moet de proceskosten vergoeden.

Tussenuitspraak over gebreken in de actualiseringsvergunning voor diervoederfabriek, met nadruk op geluidvoorschriften en zorgplichtbepaling.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente Amersfoort de indexering van bijkomende kosten voor de vernieuwbouw van een school moet handhaven, terwijl de bouwkosten niet geïndexeerd hoeven te worden. Het beroep van eiseres is gegrond.

Eisers verzochten handhaving tegen cameratoezicht op openbare weg. De rechtbank oordeelt dat de Autoriteit Persoonsgegevens zorgvuldig heeft gehandeld en het belang van eigendommen zwaarder weegt dan privacy van eisers. Het beroep is ongegrond.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de handelsvergunning voor Precedex geldig was en de periode van dossierbescherming op 1 mei 2004 begon. Eiseres Orion Corporation's beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Den Haag vernietigt het bestreden besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid wegens motiveringsgebrek, maar laat de ongewenstverklaring van eiser in stand.

De rechtbank heeft de Wnb-ontheffing voor het project ‘Westelijke Ontsluiting Amersfoort’ bevestigd, ondanks beroep van omwonenden en verenigingen. Slechts enkele eisers kregen gelijk op procedurele gronden.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de Wob niet van toepassing is op het verzoek van RTL Nederland B.V. om gegevens over herkomst en nationaliteit van leerlingen, en wijst het beroep af.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt over verkeersbesluiten in Zeist. Beroepen van eisers ongegrond verklaard. Belangenafweging en onderbouwing van besluiten voldoende.

Rechtbank vernietigt verkeersbesluit voor eenrichtingsverkeer op Professor Lorentzlaan, maar laat overige besluiten in stand. Eiseres had voldoende gelegenheid tot inspraak.

De rechtbank Midden-Nederland heeft een man veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf voor poging tot moord op zijn zus en haar vriend, met eergerelateerd geweld als achtergrond.

De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt een man tot 80 uur taakstraf voor het aanranding van twee vrouwen in de bus. Hij moet ook € 230,00 schadevergoeding betalen aan een van de slachtoffers.

Verdachte is schuldig bevonden aan poging tot zware mishandeling van een voorbijganger en wordt geplaatst in een psychiatrisch ziekenhuis voor één jaar.

Rechtbank Midden-Nederland weigert drank- en horecavergunning voor restaurant vanwege strafbare feiten van zakelijke partner. Eiser's beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, maar laat de rechtsgevolgen van de afwijzing van de aanvraag voor vervangende nieuwbouw in stand, omdat er geen noodzaak voor nieuwbouw is aangetoond.

De rechtbank verklaart het beroep van eisers ongegrond, de sluiting van hun woning wegens drugshandel door hun zoons was gerechtvaardigd.

De rechtbank vernietigt het besluit van de Staatssecretaris over de Huishoudelijke Hulptoelage, omdat deze niet bevoegd was om het besluit te nemen. Het bezwaar van de gemeente Veenendaal was ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.

Verzoeker vraagt schadevergoeding van het CBR na onrechtmatig opgelegd alcoholslotprogramma. De rechtbank kent € 363,- toe voor advocatenkosten en vergoedt het griffierecht, maar wijst andere schadeposten af.

De wrakingskamer verklaart het wrakingsverzoek van Kanoverhuur Utrecht ongegrond, oordelend dat de rechters niet onpartijdig waren en dat hun beslissingen niet onbegrijpelijk waren.

De rechtbank vernietigt de intrekking van de verblijfsvergunning van een Afghaanse eiseres wegens onvoldoende beoordeling van dreiging met huiselijk geweld.

Eiseres verzoekt om subsidie op basis van de SNL, maar vindt de toegekende oppervlaktes te klein. De rechtbank oordeelt dat de oppervlaktes correct zijn vastgesteld, maar verklaart de beroepen gegrond vanwege procedurele gebreken en kent een PGV toe.

Eiseres verzocht subsidie op basis van de SNL, maar vond de toegekende oppervlaktes te klein. De rechtbank oordeelde dat de oppervlaktes correct zijn vastgesteld, maar verklaarde de beroepen gegrond vanwege procedurele gebreken en kende een PGV toe van € 12,22.

Eiseres verzocht subsidie voor agrarisch natuurbeheer, maar vond de toegekende oppervlaktes te klein. De rechtbank oordeelde dat de vastgestelde oppervlaktes correct waren, maar verklaarde de beroepen gegrond vanwege procedurele gebreken en kende PGV toe voor beheereenheid 35.

De rechtbank vernietigt de subsidie vaststelling van verweerder wegens strijd met de Subsidieregeling en de ESF-verordening, maar laat de rechtsgevolgen in stand.

Rechtbank Midden-Nederland vernietigt de afwijzing van de aanvraag voor deelname aan de pilot tweetalig primair onderwijs wegens onzorgvuldige besluitvorming en onvoldoende motivering.

De rechtbank verklaart het beroep van de gemeente Zeist tegen het nieuwe verdeelmodel Participatiewet ongegrond, omdat er geen bijzondere omstandigheden zijn die het model onverbindend maken.

De rechtbank heeft het beroep van de gemeente Amersfoort tegen het nieuwe verdeelmodel voor gemeentelijke uitkeringen ongegrond verklaard, oordelend dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die het model onverbindend maken.

De rechtbank Midden-Nederland heeft op 26 april 2016 geoordeeld dat de toekenning van een gebundelde uitkering aan de gemeente Utrecht op basis van het SCP-verdeelmodel evident onredelijk is en heeft het bestreden besluit vernietigd.

De rechtbank oordeelt dat de subsidieaanvragen voor agrarisch natuurbeheer correct zijn beoordeeld, maar verklaart de beroepen gegrond vanwege procedurele gebreken. De probleemgebiedenvergoeding voor beheereenheid 35 wordt alsnog toegekend.

De rechtbank verklaart het beroep van een Vietnamese vreemdeling ongegrond, omdat zijn asielaanvraag ongeloofwaardig is en als kennelijk ongegrond kan worden afgewezen.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de staatssecretaris onterecht de bekostiging van ambulante begeleiding aan Stichting Gewoon Anders weigert, en draagt hem op een nieuw besluit te nemen.

De rechtbank oordeelt dat de weigering van de Minister van Financiën om tipgeld toe te kennen geen besluit is in de zin van de Awb, en dat eiser rechtsbescherming moet zoeken bij de burgerlijke rechter.

De rechtbank Den Haag verklaart het beroep van drie Armeense eisers ongegrond, omdat de afwijzing van hun verblijfsvergunningen terecht was op basis van het niet meewerken aan vertrek door de moeder.

De rechtbank verklaart de beroepen van Dublinclaimanten ongegrond, oordeelt dat de bewaring niet onrechtmatig was en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Rechtbank Midden-Nederland verklaart beroep ongegrond; eiseres is geen belanghebbende bij de vaststelling van de BDU-index door verweerder.

RTL Nederland verzocht om openbaarmaking van documenten over het privégebruik van de steiger bij de vakantiewoning van de Koning. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat de veiligheid van de Staat in het geding is.

Rechtbank vernietigt bestuurlijke boete aan groothandel in dentale middelen wegens geen overtreding Geneesmiddelenwet.

Rechtbank vernietigt besluit tot verlening van parallelhandelsvergunning voor D-cure, maar laat rechtsgevolgen in stand. Eiseres krijgt griffierecht vergoed.

Rechtbank Midden-Nederland verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een aanvraag voor een incidentele aanvullende uitkering Wwb door de gemeente Lelystad. De rechtbank oordeelt dat de afwijzingsgronden voldoende zijn onderbouwd.

Eiser heeft beroep ingesteld tegen de weigering van de algemene rijksarchivaris om inzage te geven in archiefstukken. De rechtbank verklaart het beroep gegrond voor inventarisnummer 817 en vernietigt de weigering tot raadpleging.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, gezien de vondst van cocaïne in het bedrijfspand en het belang van de gemeente bij het handhaven van de openbare orde.

Eiseres verzoekt om teruggave van examengeld voor inburgeringsexamen, maar verzoek wordt afgewezen. De rechtbank oordeelt dat er geen nieuwe feiten zijn en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt dat de omgevingsvergunning voor een weilanddepot terecht is verleend en dat er geen strijd is met het bestemmingsplan. Beroepen van Stichting Behoud de Eemvallei worden ongegrond verklaard.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 10 maanden gevangenisstraf voor poging tot doodslag met een mes in Lelystad, en wijst een schadevergoeding toe aan de benadeelde partij.

Verdachte Lubbert Schenk is veroordeeld voor opzettelijk brand stichten met gemeen gevaar voor goederen en levensgevaar, en krijgt 121 dagen jeugddetentie en een voorwaardelijke PIJ-maatregel.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van de primair ten laste gelegde feiten, maar het subsidiaire feit van vernieling door brandstichting in containers is bewezen verklaard. Geen straf of maatregel opgelegd.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 180 uren werkstraf voor het medeplegen van brandstichting en vernielingen, met gemeen gevaar voor goederen.

De rechtbank veroordeelt de verdachte voor meermalen bedreiging en belaging van zijn ex-partner, met een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 132 dagen voorwaardelijk.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van diefstal wegens gebrek aan bewijs, maar legde een werkstraf van 180 uren op voor het in bezit hebben van gestolen goederen.

De rechtbank veroordeelt de verdachte voor openlijke geweldpleging en spreekt hem vrij van wederrechtelijk binnentreden. Hij krijgt een werkstraf van 40 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 2 weken.

De rechtbank verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk en spreekt de verdachte vrij van diefstal, maar acht opzetheling bewezen. De verdachte krijgt een gevangenisstraf van 1 maand.

Verdachte veroordeeld voor verkeersongeval door onvoorzichtig rijgedrag, met zwaar lichamelijk letsel als gevolg. Werkstraf van 60 uren en voorwaardelijke ontzegging rijbevoegdheid voor 9 maanden opgelegd.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor poging tot afpersing met bedreiging van geweld, en hem een gevangenisstraf van 180 dagen opgelegd, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden en schadevergoeding aan de benadeelde partij.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld voor poging tot afpersing door twee of meer verenigde personen, met een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk.

De rechtbank spreekt de verdachte vrij van poging tot afpersing wegens gebrek aan bewijs van samenwerking. De benadeelde partij wordt niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding.

De rechtbank spreekt de verdachte vrij van poging tot afpersing wegens gebrek aan bewijs van nauwe samenwerking.

Verdachte vrijgesproken van winkeldiefstal wegens gebrek aan bewijs, maar veroordeeld voor een andere diefstal met een voorwaardelijke gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden.

Verdachte, penningmeester van een kerk, is veroordeeld voor verduistering van gelden en valsheid in geschrift tot 240 uur werkstraf en 1 jaar voorwaardelijke gevangenisstraf.