ECLI:NL:RVS:2025:1566

Raad van State

Datum uitspraak
9 april 2025
Publicatiedatum
9 april 2025
Zaaknummer
202204276/1/A2
Instantie
Raad van State
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing subsidieaanvraag voor project ‘Genetical Roots Music’ door staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Op 15 april 2020 heeft de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport een subsidieaanvraag van de Stichting Generieke Kunst (SGK) afgewezen op grond van de Subsidieregeling Collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland. SGK had op 14 februari 2020 een aanvraag ingediend voor het project ‘Genetical Roots Music’, dat gericht was op het componeren van nieuwe muziek met invloeden van de Indische muziekcultuur. De staatssecretaris oordeelde echter dat het project te beperkt was om bij te dragen aan de collectieve erkenning van de Indisch-Molukse identiteit en erfgoed in Nederland. SGK heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar dit werd ongegrond verklaard. De rechtbank Amsterdam bevestigde op 9 juni 2022 de afwijzing van de subsidieaanvraag, waarop SGK hoger beroep heeft ingesteld.

Tijdens de zitting op 3 februari 2025 heeft SGK betoogd dat het project wel degelijk bijdraagt aan de doelstellingen van de Subsidieregeling, omdat de Indische en Molukse gemeenschap verweven is met andere culturen. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft echter geoordeeld dat de staatssecretaris terecht de aanvraag heeft afgewezen. De rechtbank had al vastgesteld dat er geen direct verband was tussen de muziek die SGK wilde componeren en de Indische en Molukse cultuur. De Afdeling bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de staatssecretaris beslissingsruimte heeft bij de beoordeling van aanvragen en dat het project van SGK onvoldoende bijdraagt aan de doelstelling van de Subsidieregeling.

Uitspraak

202204276/1/A2.
Datum uitspraak: 9 april 2025
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
de Stichting Generieke Kunst (hierna: SGK),
appellante,
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 9 juni 2022 in zaak nr. 20/6692 in het geding tussen:
SGK
en
de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Procesverloop
Bij besluit van 15 april 2020 heeft de staatssecretaris een aanvraag van SGK om subsidie op grond van de Subsidieregeling Collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland afgewezen.
Bij besluit van 5 november 2020 heeft de staatssecretaris het door SGK daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
Bij uitspraak van 9 juni 2022 heeft de rechtbank het door SGK daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Tegen deze uitspraak heeft SGK hoger beroep ingesteld.
De staatssecretaris heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.
SGK heeft een nader stuk ingediend.
De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 3 februari 2025, waar SGK, vertegenwoordigd door mr. J.X. ten Velden en mr. H. Loonstein, beiden advocaat in Amsterdam en [voorzitter], en de staatssecretaris, vertegenwoordigd door mr. J.A. ter Schure en L. van Rij, zijn verschenen.
Overwegingen
Inleiding
1.       Op 8 juni 2018 is de Subsidieregeling Collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland (hierna: de Subsidieregeling) vastgesteld. Op grond van de Subsidieregeling kan een projectsubsidie worden verstrekt aan activiteiten die bijdragen aan de collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland.
2.       Op 14 februari 2020 heeft SGK een aanvraag ingediend voor subsidie voor het project ‘Genetical Roots Music’. In de aanvraag heeft SGK toegelicht dat [voorzitter] van SGK, met het project nieuwe multidisciplinaire muziek wil componeren, met invloeden van de Indische muziekcultuur en andere culturen die hiermee zijn verweven. Voorafgaand aan het project heeft [voorzitter] een DNA-test gedaan. Hieruit bleek dat hij genetische wortels heeft in Indonesië en Nederland. Ook werden inheems Amerikaanse, Portugese, Britse, Ashenazi Joodse en Scandinavische genen aangetroffen. Omdat er een kans is dat deze plekken en genetische samenstellingen een geschiedenis delen met de Indische cultuur, wil hij de cultuur en muziek in Idonesië, Amerika, Portugal, Engeland, Israël en Zweden ter plaatse bestuderen. De nieuw gecomponeerde muziek wil hij op Nederlandse podia uitvoeren en ten gehore brengen aan een breed publiek. Ook is het plan om de concerten op video vast te leggen.
Besluiten van de staatssecretaris
3.       De staatssecretaris heeft de subsidieaanvraag afgewezen omdat het project te beperkt is om te voldoen aan de doelstelling van collectieve erkenning, namelijk het verankeren van de Indisch Molukse identiteit en erfgoed in de Nederlandse samenleving. De staatssecretaris heeft toegelicht dat het project zich uitsluitend richt op een zoektocht naar de individuele achtergrond en identiteit van [voorzitter], maar niet op een bredere groep mensen uit voormalig Nederlands-Indië die ook nog een andere genetische en culturele achtergrond hebben.
4.       In het besluit op bezwaar heeft de staatssecretaris daaraan toegevoegd dat er weliswaar een kans is dat er meer Indisch-Molukse Nederlanders zijn met genetische wortels in diverse landen, maar dat dit te onzeker is en ook zal gelden voor niet-Indische en -Molukse Nederlanders. Het project van SGK ziet er daarom niet op om de oorspronkelijke Indische en Molukse identiteit te waarderen en het erfgoed te verankeren in de Nederlandse samenleving.
Uitspraak van de rechtbank
5.       De rechtbank is van oordeel dat de staatssecretaris bij de beoordeling van aanvragen beslissingsruimte heeft en een lichte inhoudelijke toets mag uitvoeren om te bepalen of een project bijdraagt aan erkenning van Indisch en Moluks Nederland. Uit de toelichting bij de Subsidieregeling volgt dat de staatssecretaris een aanvraag afwijst als evident is dat een aanvraag hieraan niet voldoet. Uit de aanvraag volgt niet dat [voorzitter] in de landen die hij wil bezoeken en de muziek die hij daar wil bestuderen, specifiek op zoek zal gaan naar elementen van de Indische en Molukse cultuur en muziek. Bovendien heeft SGK niet aangetoond dat de landen waar [voorzitter] onderzoek wil doen ook landen zijn die specifiek een bijzondere stempel op het Indisch en Moluks erfgoed hebben gedrukt of waarvan de cultuur is verweven met de Indische en Molukse identiteit en cultuur. Er is dus geen direct verband tussen de muziek die [voorzitter] gaat componeren en de Indische en Molukse cultuur en het Indisch en Moluks erfgoed in Nederland. Ook het beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet. Weliswaar bevat de projectaanvraag Musik Malaku ook een deel van de kosten voor een studiereis in het buitenland, maar dit onderzoek had, anders dan de aanvraag van SGK, een duidelijke link met Indisch en Moluks Nederland en het erfgoed in Nederland. SGK wil met haar project studiereizen ondernemen naar meerdere landen waar specifiek [voorzitter] zijn genetische achtergrond ligt. De rechtbank is van oordeel dat er geen gebleken verband is met het voormalig Nederlands-Indië en Indische en Molukse culturele erfgoed.
Hoger beroep en oordeel van de Afdeling
6.       SGK is het niet eens met het oordeel van de rechtbank en betoogt dat het project in ieder geval iets bijdraagt aan de doelstelling van de Subsidieregeling. De rechtbank heeft miskend dat het inherent aan de Indische en Molukse gemeenschap is dat die is verweven met andere culturen. Ook heeft de rechtbank ten onrechte overwogen dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt.
6.1.    In artikel 2 van de Subsidieregeling staat dat de minister een projectsubsidie kan verstrekken voor activiteiten die bijdragen aan de collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland. In de toelichting bij de wijziging van de Subsidieregeling (Stcrt. 2019 nr. 62618, blz. 4) is onder meer vermeld dat de minister een lichte inhoudelijke toets uitvoert voor hij de subsidie verleent. Daarbij kijkt de minister of het project waarvoor de subsidie wordt aangevraagd bijdraagt aan de doelstellingen van de collectieve erkenning van Indisch en Moluks Nederland op het gebied van kennis, educatie en/of cultuur.
6.2.    De Afdeling is van oordeel dat de staatssecretaris de aanvraag van SGK heeft mogen afwijzen. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, heeft de staatssecretaris beslissingsruimte bij de behandeling van de aanvraag. Hoewel het inherent aan de Indische en Molukse gemeenschap is dat die is verweven met andere culturen, zoals SGK betoogt, heeft de rechtbank terecht overwogen dat dit niet betekent dat het project van SGK dus ook aan de doelstelling voldoet. Dat [voorzitter] zelf onder meer Indische wortels heeft en onderzoek gaat doen naar zijn eigen, diverse genetische achtergrond, betekent ook niet automatisch dat er een verband is tussen de muziek van deze landen en de Indische en Molukse identiteit en cultuur in Nederland. De staatssecretaris heeft mogen concluderen dat het project onvoldoende bijdraagt aan de doelstelling. De rechtbank is terecht tot dezelfde conclusie gekomen.
6.3.    De rechtbank heeft ook terecht overwogen dat het beroep op het gelijkheidsbeginsel niet slaagt. Het project Musik Maluku van de stichting Instituut Multiculturele Studies waarnaar SGK verwijst, is niet vergelijkbaar met het project van SGK. Hoewel een deel van die projectaanvraag ook ziet op de kosten van een studiereis in het buitenland, had dit onderzoek een duidelijk verband met (een deel) van Indisch en Moluks Nederland en het voormalig Nederlands-Indië. De staatssecretaris heeft de aanvraag voor het project van SGK nu juist afgewezen omdat dit verband onvoldoende aanwezig is.
6.4.    Het betoog slaagt niet.
Conclusie
7.       Het hoger beroep is ongegrond. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.
8.       De staatssecretaris hoeft geen proceskosten te vergoeden.
Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. W. den Ouden, voorzitter, en mr. N. Verheij en mr. M.C. Stoové, leden, in tegenwoordigheid van mr. O. van Loon, griffier.
w.g. Den Ouden
voorzitter
w.g. Van Loon
griffier
Uitgesproken in het openbaar op 9 april 2025
284-1067