mw. mr. G.S. Crince le Roy

De rechtbank heeft een minderjarige verdachte veroordeeld tot jeugddetentie en een werkstraf voor poging woningoverval met geweld. Vrijwillige terugtred werd niet aangenomen.

Verdachte schuldig aan medeplegen van witwassen; geldboete van 1.000 euro opgelegd. Vorderingen benadeelde partijen afgewezen wegens gebrek aan causaal verband.

Rechtbank Amsterdam spreekt verdachte vrij van overval en wederspannigheid, veroordeelt voor heling van scooter met werkstraf.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging op basis van de Wvggz voor een betrokkene in een Wzd-accommodatie, met de opdracht aan OM en CIZ om te onderzoeken of een Wzd-machtiging meer aangewezen is.

Rechtbank Amsterdam veroordeelt minderjarige verdachte tot 4 maanden jeugddetentie voor diefstal, vernieling en poging straatroof, met voorwaarden zoals avondklok en elektronisch toezicht.

Verdachte, een minderjarige, is veroordeeld tot 200 dagen jeugddetentie voor verkrachting en ontucht met een minderjarige. Vordering benadeelde partij is niet-ontvankelijk verklaard.

De kinderrechter heeft de omgangsregeling tussen de moeder en [betrokkene] vastgesteld op eenmaal per vier weken gedurende één uur, onder begeleiding, vanwege de negatieve impact van de huidige regeling op [betrokkene].

De kinderrechter heeft de uithuisplaatsing van [betrokkene] beëindigd, gezien de stabiliteit bij de moeder en de goede samenwerking met de hulpverlening. De WSS en de Raad voor de Kinderbescherming hebben ingestemd met deze beslissing.

Verdachte veroordeeld voor poging tot doodslag op [persoon 3] met een mes; jeugddetentie van 180 dagen, waarvan 139 dagen voorwaardelijk, en werkstraf van 100 uren opgelegd.

Verdachte, een minderjarige, is veroordeeld voor poging tot doodslag en wapenbezit. Hij krijgt 180 dagen jeugddetentie, waarvan 100 dagen voorwaardelijk, en een GBM van 12 maanden.

De rechtbank beëindigt het ouderlijk gezag van de vader en stiefmoeder over de minderjarige wegens ernstige bedreigingen en huiselijk geweld, en stelt Jeugdbescherming aan als voogd.

De rechtbank verklaart het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachte vanwege ernstige schendingen van de procesorde en het recht op een eerlijk proces.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het duurzaamheidsvereiste voor garantstellers in visumaanvragen niet mag worden gesteld. Het beroep van eiseres is gegrond, het besluit van de minister wordt vernietigd.

De rechtbank oordeelt dat de maatregel van bewaring onrechtmatig was, omdat eiser niet correct was geïnformeerd. De opheffing van de bewaring wordt bevolen en eiser ontvangt een schadevergoeding van € 1.180,--.

De rechtbank verklaart het beroep van een Pakistaanse vreemdeling tegen de afwijzing van zijn asielaanvraag en de vrijheidsontnemende maatregel ongegrond, omdat onvoldoende bewijs is geleverd voor een binnenlands gewapend conflict in Pakistan.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat er geen reëel zicht op uitzetting is voor een Chinese onderdaan, waardoor de vrijheidsontnemende maatregel onterecht was. Eiser krijgt schadevergoeding van € 1.035,00 en verweerder wordt veroordeeld in proceskosten van € 644,00.

De rechtbank vernietigt de ongewenstverklaring van een Unieburger, omdat verweerder onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar het persoonlijke gedrag van eiser na zijn detentie. Verweerder moet een nieuw besluit nemen.

Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt besluit Staatssecretaris van Justitie wegens schending hoorplicht en discriminerende Marokkaanse naamwetgeving voor jonge eiser.

De rechtbank heeft het onderzoek in de asielprocedure heropend en geschorst in afwachting van prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie over de interpretatie van artikel 15 van de Definitierichtlijn, betreffende ernstige individuele bedreiging in Noord-Irak.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat het beroep van eiseres op het vertrouwensbeginsel slaagt, vernietigt het bestreden besluit en verplicht verweerder tot heroverweging.

Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt besluiten van de Staatsecretaris over verblijfsvergunningen voor Angolese minderjarigen wegens ondeugdelijke motivering van adequate opvang in Angola.

De rechtbank heeft de vrijheidsontneming van een Iraakse vreemdeling opgeheven, omdat er geen zicht op uitzetting naar Noord Irak is. Eiser ontvangt schadevergoeding van € 1890,-- en proceskosten van € 644,--.

De rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de Ghanese eiser geen rechtmatig verblijf kan aantonen op basis van gemeenschapsrecht, omdat de juridische band met de verblijfgever niet is bewezen. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank 's-Gravenhage verklaarde het beroep van een Burundese vreemdeling gegrond, vernietigde de afwijzing van zijn asielaanvraag en oordeelde dat verweerder onvoldoende rekening had gehouden met recente politieke ontwikkelingen in Burundi.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de vrijheidsontneming van eiser onrechtmatig was door het ontbreken van rechtsbijstand tijdens het artikel 59-gehoor. Eiser krijgt schadevergoeding van € 1265,-- en proceskosten van € 644,-- vergoed.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de Staatssecretaris tekortschiet in zijn inspanningsverplichting bij vreemdelingenbewaring na strafdetentie, maar verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser op grond van artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag, omdat verweerder niet heeft getoetst op risico's bij uitzetting naar Afghanistan.

De rechtbank verklaart het beroep van een alleenstaande minderjarige vreemdeling gegrond, vernietigt het besluit van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie en verplicht de Minister om binnen zes weken een nieuw besluit te nemen.

De rechtbank vernietigt de weigering van de verblijfsvergunning voor eiseres wegens motiveringsgebrek en draagt de Minister op een nieuw besluit te nemen.

De rechtbank verklaart het beroep van de Rwandese eiser gegrond wegens onrechtmatige vrijheidsontneming en kent schadevergoeding toe van € 810,--, plus proceskosten van € 322,-- aan de eiser.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van eiser ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, oordelend dat de zitting tijdig is aangevangen.

De rechtbank verklaart het beroep van een Surinaamse vreemdeling tegen de voortduring van zijn vrijheidsontnemende maatregel ongegrond, met voldoende zicht op uitzetting.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, oordelend dat de voortduring van de vrijheidsontnemende maatregel gerechtvaardigd is.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning regulier ten onrechte als asielaanvraag is gekwalificeerd. De rechtbank vernietigt het besluit van verweerder en geeft opdracht tot herbeoordeling.

De voorzieningenrechter heeft op 4 januari 2007 een verzoek om voorlopige voorziening toegewezen in de asielzaak van een Iraakse vreemdeling, waarbij procesbelang werd erkend en een redelijke kans van slagen werd aangenomen.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de onrechtmatige bewaring van een vreemdeling op de Detentieboot moet worden opgeheven en kent schadevergoeding toe.

De rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de afhandeling van '14-1-verzoeken' door de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en leidt tot willekeur. Het beroep van eiser wordt gegrond verklaard en het bestreden besluit vernietigd.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de verweerder in strijd heeft gehandeld met artikel 3.119 Vb 2000 door eiseres niet in de gelegenheid te stellen haar zienswijze te geven over de afwijkende beoordeling van haar asielrelaas. Beroep gegrond, bestreden besluit vernietigd.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de asielaanvraag van een Liberiaanse Mandingo gegrond is, omdat verweerder niet heeft getoetst aan relevant beleid. Beroep gegrond verklaard en besluit vernietigd.

De Rechtbank Amsterdam heeft op 29 april 2004 een verdachte veroordeeld tot 2 jaar gevangenisstraf voor het opzettelijk niet verstrekken van inlichtingen aan de Ontvanger, wat heeft geleid tot schade voor de gemeenschap.

De Rechtbank Amsterdam heeft op 15 april 2004 een verdachte veroordeeld voor ernstige bedreigingen en poging tot afpersing, met een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk.