mw. mr. A.F.M.Q. Beukers-van Dooren

De rechtbank oordeelt dat de heffingsbevoegdheid over de WAZ-uitkering toekomt aan Nederland en vermindert het belastbaar inkomen uit werk en woning tot € 15.783.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat de uitkeringen tot het belastbaar inkomen behoren en het verzoek om ambtshalve vermindering terecht is afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de verzoeken om ambtshalve vermindering van aanslagen IB/PVV terecht heeft afgewezen. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de verzoeken om ambtshalve vermindering van aanslagen IB/PVV over 2017-2020 terecht heeft afgewezen. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag IB/PVV 2019 ongegrond is, maar vermindert de aanslagen voor 2020 en 2021 tot respectievelijk € 11.531 en € 12.215. De inspecteur moet proceskosten en griffierecht vergoeden aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de beroepen tegen aanslagen IB/PVV ongegrond zijn, omdat de vaststellingsovereenkomst bindend is en afstand van rechtsmiddelen is gedaan.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV 2021 te hoog is en kent een dwangsom van € 1.442 toe. Belanghebbende krijgt ook € 500 immateriële schadevergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag IB/PVV 2019 ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. De aanslag blijft echter in stand.

De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslagen en boetebeschikkingen wegens schending van het hoorrecht en gebrek aan bewijs voor grove schuld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep tegen aanslag inkomstenbelasting niet-ontvankelijk wegens te late indiening.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat aandelen in een B.V. die zendmasten exploiteert, fictieve onroerende zaken zijn voor overdrachtsbelasting. Naheffingsaanslag van € 18.644.699 blijft staan.

De rechtbank oordeelt dat aandelen in een B.V. die zendmasten exploiteert, fictieve onroerende zaken zijn voor de overdrachtsbelasting. De beroepen van belanghebbende worden ongegrond verklaard.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV 2017 en vermindert de aanslag IB/PVV 2019 tot € 15.514, met vergoedingen voor griffierecht en proceskosten aan de belanghebbende.

De rechtbank verklaarde de beroepen gegrond en vernietigde de uitspraken op bezwaar en teruggaafbeschikkingen inzake omzetbelasting, met teruggaaf van € 5.183,83 en € 4.357,85.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en verhoogt de aftrek zorgkosten, waardoor het belastbaar inkomen uit werk en woning op € 17.339 komt.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de aanslag inkomstenbelasting voor 2015, zonder vermindering van de belastingrente.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de verzuimboete voor de aangifte inkomstenbelasting 2018 ongegrond, ondanks persoonlijke omstandigheden.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende niet als kwalificerende buitenlandse belastingplichtige kan worden aangemerkt, waardoor de aanslag inkomstenbelasting/premieheffing te hoog is. Het beroep is gegrond en de aanslag wordt verminderd.

De rechtbank oordeelt dat de verzuimboete terecht is opgelegd, maar vermindert de aanslag IB/PVV en de belastingrente. Beroep gegrond voor aanslag, ongegrond voor boete.

De rechtbank oordeelt dat de verzuimboete van € 385 terecht is opgelegd aan de belanghebbende, die niet tijdig aangifte heeft gedaan. Het beroep is ongegrond, maar de inspecteur moet het griffierecht vergoeden vanwege schending van het hoorrecht.

De rechtbank verklaart de beroepen tegen de aanslagen IB/PVV en Zvw niet-ontvankelijk of ongegrond, en oordeelt dat de inspecteur het griffierecht moet vergoeden.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende recht heeft op teruggaaf van omzetbelasting voor short-stay verhuur, en verklaart de beroepen gegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag OB van € 19.651 terecht is, maar vermindert de boete tot € 1.768 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de verzuimboete van € 137 wegens niet-tijdig indienen opgaaf ICP. Belanghebbende heeft niet aangetoond dat er sprake is van avas.

De rechtbank verklaart het beroep van een woningcorporatie ongegrond, omdat de vrijstelling van overdrachtsbelasting niet van toepassing is op de verkrijging van een woningcomplex.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslagen omzetbelasting voor 2019 en 2020 terecht zijn opgelegd en dat het hoor- en inzagerecht niet is geschonden. De beroepen van belanghebbende worden ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt vergrijpboeten en vermindert navorderingsaanslagen voor erfgename van trustvermogen. Belanghebbende niet schuldig aan opzet of grove schuld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het vermogen van de trust aan belanghebbende moet worden toegerekend, maar vernietigt vergrijpboeten wegens onjuiste aangiften. Navorderingsaanslagen zijn terecht opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het vermogen van de trust aan belanghebbende moet worden toegerekend, maar vernietigt vergrijpboeten wegens onjuiste aangiften, omdat geen opzet of grove schuld kan worden aangetoond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV aan erflaatster, waarbij vermogen van een trust aan haar wordt toegerekend. De rechtbank vermindert de aanslagen en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank vernietigt vergrijpboete van € 150.000 aan belastingadviseur, vermindert deze tot € 48.000 en kent € 3.000 immateriële schadevergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag omzetbelasting te hoog is en vermindert deze. Belanghebbende krijgt een schadevergoeding van € 500 voor immateriële schade, maar geen schadevergoeding voor de late reactie van de inspecteur.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw en naheffingsaanslagen OB. Aanslagen voor 2016, 2017, 2019 en 2020 bevestigd, maar 2018 tot nihil verminderd. Boetes gematigd.

De rechtbank oordeelt dat de heffing van 10,4% overdrachtsbelasting bij de verkrijging van een voormalige basisschool terecht is, omdat de startersvrijstelling niet van toepassing is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over erfbelasting na overlijden vader; navorderingsaanslag vernietigd, aanslag in stand; griffierecht vergoed.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslag erfbelasting en verklaart beroep gegrond; aanslag erfbelasting blijft in stand.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de naheffingsaanslag accijns op sigaretten aan belanghebbende, die niet op de zitting verscheen.

Tussenuitspraak over verzoek om geheimhouding in belastingzaak; geheimhouding van persoonsgegevens van medeverdachten gerechtvaardigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslagen terecht zijn, maar kent € 500 immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag IB/PVV 2018 niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de inhouding van 15% loonbelasting over AOW-uitkeringen van een in Zwitserland wonende belanghebbende terecht is, en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat loonbelasting terecht is ingehouden op AOW-uitkeringen van een in Zwitserland wonende belanghebbende. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de invoering van kansspelbelasting geen individuele en buitensporige last voor de exploitant van kansspelautomaten vormt, maar kent wel een immateriële schadevergoeding van € 10.500 toe vanwege lange procedures.

De rechtbank oordeelt dat de invoering van kansspelbelasting geen individuele en buitensporige last voor de belanghebbende is. Beroepen zijn ongegrond, maar er is recht op immateriële schadevergoeding in een andere procedure.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond inzake dwangsom wegens niet tijdig beslissen door de inspecteur van de Belastingdienst.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroepen van Duitse belanghebbende tegen belastingaanslagen en invorderingsmaatregelen, verklaart beroep gegrond voor kosten en invorderingsrente, maar ongegrond voor beslaglegging.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen ongegrond inzake aanslagen IB/PVV en Zvw 2015, bevestigt boete en belastingrente.

De rechtbank oordeelt dat de Rijnvarende in 2019 premieplichtig was in Nederland en dat de aanslag inkomstenbelasting correct was. Verrekeningen van Liechtensteinse premies worden afgewezen. Het beroep is ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur ten onrechte het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2019 heeft afgewezen. De aanslag wordt verminderd tot € 103.124.

Tussenuitspraak over de vrijstelling van omzetbelasting voor typevaardigheidscursussen en licenties, waarbij de rechtbank oordeelt dat deze in het algemeen belast zijn tegen het algemene tarief van 21%.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslagen omzetbelasting aan belanghebbende terecht zijn opgelegd. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat er geen fiscale eenheid voor de omzetbelasting is tussen belanghebbende en [stichting] vanwege gebrek aan financiële verwevenheid. Het beroep op het vertrouwensbeginsel wordt afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt de vergrijpboete van € 11.809, maar verklaart het bezwaar tegen de naheffingsaanslag niet-ontvankelijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt vergrijpboete van € 54.134, maar verklaart bezwaar tegen naheffingsaanslag niet-ontvankelijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aanslagen IB/PVV 2012-2014 van belanghebbende, woonachtig in Duitsland, en vermindert de aanslagen voor 2013 en 2014. Belanghebbende krijgt schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn.

De geheimhoudingskamer heeft het verzoek om geheimhouding van delen van een e-mail en memo in een belastingzaak gerechtvaardigd geacht, waarbij de belangen van de inspecteur zwaarder wegen dan die van de belanghebbende.

De rechtbank vernietigt de aanslag IB/PVV 2018 en de belastingrentebeschikking, en vermindert de aanslag tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 12.000 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van nihil.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op de eigenwoningvrijstelling voor een schenking in 2019, omdat hij eerder in 2011 een verhoogde vrijstelling heeft toegepast. Het beroep is ongegrond en de aanslag blijft in stand.

De rechtbank vernietigt de niet-ontvankelijkheid van de bezwaren van belanghebbende tegen belastingaanslagen en verwijst de zaken terug naar de inspecteur voor inhoudelijke behandeling.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende tegen navorderingsaanslagen IB ongegrond, omdat de woning niet als eigen woning voor box 1 kan worden aangemerkt en de aanslagen correct zijn.

Tussenuitspraak over geheimhouding van stukken in belastingzaak; geheimhouding gerechtvaardigd, zaak wordt voortgezet.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende tegen belastingaanslagen IB/PVV 2007-2016 niet-ontvankelijk en bevestigt de beslissingen van de inspecteur.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag accijns op waterpijptabak ongegrond. De naheffingsaanslag van € 6.516 en belastingrentebeschikking van € 108 zijn terecht opgelegd.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende tegen de navorderingsaanslagen IB/PVV ongegrond en wijst verzoeken om schadevergoeding af.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van premies voor een AOV bij een Duitse verzekeringsmaatschappij. De beroepen zijn ongegrond en de aanslagen blijven in stand.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en wijst het verzoek om dwangsom af. De aanslag IB/PVV 2021 blijft in stand.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslagen en boetes aan belanghebbende terecht zijn opgelegd. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vermindert de naheffingsaanslag omzetbelasting. De inspecteur moet het griffierecht en proceskosten vergoeden aan de belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verhuur van appartementen onder de short-stay-uitzondering valt, waardoor belanghebbende recht heeft op teruggave van omzetbelasting. Naheffingsaanslagen en boetes worden vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV voor 2019 terecht is, gezien omkering van de bewijslast en toepassing van de gebruikelijk loonregeling.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende accijns verschuldigd is voor rode diesel. Beroep tegen naheffingsaanslagen ongegrond en niet-ontvankelijk verklaard. Inspecteur moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

De rechtbank oordeelt dat de stichting niet voldoet aan het vereiste van financiële verwevenheid voor fiscale eenheid. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar er wordt een schadevergoeding toegekend voor overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op teruggaaf van € 1.215 accijns, vernietigt de uitspraak op bezwaar van de inspecteur en kent proceskostenvergoeding toe.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente terecht geen teruggaaf van omzetbelasting ontvangt en dat de naheffingsaanslagen en belastingrentebeschikkingen correct zijn.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente als ondernemer moet worden aangemerkt en dat de naheffingsaanslagen omzetbelasting en BCF-beschikkingen terecht zijn opgelegd. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente als ondernemer handelt en dat de BCF-beschikkingen en naheffingsaanslagen omzetbelasting terecht zijn. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de ouderenkorting voor een buitenlandse belastingplichtige met premieplicht in Nederland, en concludeert dat de inspecteur onterecht het pensioen heeft meegerekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbenden als één ondernemer worden aangemerkt voor de omzetbelasting, vernietigt de uitspraak op bezwaar en verplicht de inspecteur tot vergoeding van het griffierecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op teruggaaf van € 42.885 omzetbelasting, omdat de doorbelasting van de WA-premie niet belast is met omzetbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslag 2017 en belastingaanslag 2018. Belanghebbende heeft geen recht op aftrek wegens elders belast loon en bijtelling privégebruik auto is terecht vastgesteld.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag IB/PVV 2018 naar € 25.397 en nihil voor aanmerkelijk belang. De inspecteur moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag IB/PVV 2021 in stand blijft en dat de belanghebbende geen recht heeft op kostenvergoeding voor de bezwaarfase.

De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, de aanslagen in de inkomstenbelasting en zorgverzekeringswet verminderd en de uitspraak op bezwaar vernietigd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de beschikking zorgtoeslag 2020 ongegrond, omdat het toetsingsinkomen niet te hoog is vastgesteld.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat er geen procesbelang meer is.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht geen vermindering van schenkbelasting heeft verleend en kent een immateriële schadevergoeding van € 500 toe aan belanghebbende.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht geen vermindering van schenkbelasting heeft verleend en wijst de beroepen van belanghebbende af, maar kent een schadevergoeding van € 500 toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht geen vermindering van schenkbelasting heeft verleend en kent een schadevergoeding van € 500 toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslagen IB/PVV terecht zijn opgelegd wegens ongebruikelijke terbeschikkingstelling. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV 2014-2016, bevestigt ongebruikelijke terbeschikkingstelling en vermindert aanslag 2016.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslagen IB/PVV terecht zijn opgelegd als ongebruikelijke terbeschikkingstelling. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en vergrijpboeten. Beroep gegrond voor 2014, boeten verminderd tot € 49.735 en € 4.445 voor 2015. Immateriële schadevergoeding van € 2.000 toegekend.

De rechtbank verklaart het beroep van een ontbonden NV tegen een navorderingsaanslag niet-ontvankelijk, omdat de NV niet meer bestaat na ontbinding. Verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

De rechtbank oordeelt dat de pensioenuitvoeringsdiensten van een ondernemingspensioenfonds aan te merken zijn als vrijgestelde handelingen ter zake van verzekering, waardoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het beroep van belanghebbende ontvankelijk is, maar dat de btw-vordering is overgedragen aan een derde, waardoor het bezwaar niet-ontvankelijk is. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt informatiebeschikking voor Malteze Ltd. wegens schending van informatieplicht door inspecteur; sanctie van omkering en verzwaring van bewijslast niet van toepassing.

De rechtbank vernietigt de informatiebeschikking van de inspecteur wegens schending van artikel 8:42 Awb en legt een proceskostenvergoeding op van € 10.888,75 aan de belanghebbende.

Rechtbank vernietigt informatiebeschikking voor omzetbelasting en kansspelbelasting, maar bevestigt voor vennootschapsbelasting. Inspecteur moet proceskosten vergoeden.

Rechtbank vernietigt informatiebeschikking voor omzetbelasting en kansspelbelasting, oordeelt dat inspecteur niet alle stukken heeft overgelegd, maar dat informatiebeschikking voor vennootschapsbelasting terecht is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslagen inkomstenbelasting terecht zijn opgelegd wegens verkapte winstuitdeling door een BV aan de dga. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aanvullende teruggaaf omzetbelasting, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat belaste prestaties zijn verricht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat omzetbelasting op kosten van aandelenverkoop niet aftrekbaar is, maar diensten van bemiddelaars vrijgesteld zijn van omzetbelasting. Belanghebbende krijgt € 109.200 terug.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de woning van belanghebbende als ondernemingsvermogen kan worden geëtiketteerd. De aanslag IB/PVV 2017 wordt verminderd en de vergrijpboete vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen omzetbelasting verschuldigd is bij levering van hotelgetransformeerd kantoorgebouw. Beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen omzetbelasting verschuldigd is bij levering van een tot hotel getransformeerd kantoorgebouw. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen omzetbelasting verschuldigd is bij levering van hotelgetransformeerd kantoorgebouw. Beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de levering van een tot hotel getransformeerd kantoorgebouw niet belast is met omzetbelasting. Het beroep van belanghebbende is ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen in stand blijft. Belanghebbende komt niet in aanmerking voor aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor zijn buitenlandse inkomsten.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende na 29 januari 2014 niet langer fiscaal inwoner is van Nederland. De aanslagen worden verminderd en de beroepen zijn gegrond.

De rechtbank oordeelt dat de levering van magische truffels onder het algemene btw-tarief valt en verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag omzetbelasting en boetebeschikking terecht zijn opgelegd aan belanghebbende. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, omdat de bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing is op de schenkbelasting door niet voldoen aan de vijfjaarstermijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing is op de schenkbelasting, omdat niet aan de vijfjaarseis is voldaan. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de bedrijfsopvolgingsregeling niet van toepassing is op de uitbreiding van aandelenbelang, omdat niet aan de vijfjaarseis is voldaan. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waardoor de NiNbi-beschikking blijft bestaan. Geen terugbetaling van griffierecht of proceskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over verzoek om proceskostenvergoeding na intrekking herzieningsverzoek. Inspecteur veroordeeld tot € 837 aan proceskosten en € 50 griffierecht.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen PVV voor 2010 en 2011 te hoog zijn en kent de belanghebbende schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn. De verzuimboetes blijven in stand.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de BOR niet van toepassing is op de woning en spaargelden van erflater, waardoor de navorderingsaanslag erfbelasting in stand blijft.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslagen assurantiebelasting voor satellieten in stand blijven, maar vermindert verzuimboeten wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt aanslagen schenkbelasting, vernietigt verzuimboeten en wijst verzoek om dwangsom af. Schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op kostenvergoeding van € 222, maar geen dwangsom of immateriële schadevergoeding ontvangt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over dwangsom en kostenvergoeding in belastingzaak. Belanghebbende krijgt kostenvergoeding van € 222, maar geen dwangsom of immateriële schadevergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op teruggaaf van € 1.241 omzetbelasting en kent proceskostenvergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbenden recht hebben op teruggaaf van omzetbelasting na afwijzing door de inspecteur. Uitspraken op bezwaar zijn vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op teruggave van omzetbelasting over bouwprojecten. Uitspraken op bezwaar van de inspecteur worden vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op teruggaaf van omzetbelasting over januari, februari en maart 2019, en vernietigt de uitspraken op bezwaar van de inspecteur.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de lening van belanghebbende aan een gelieerde B.V. onzakelijk is. Aanslagen vennootschapsbelasting 2014 en 2015 blijven in stand, maar belanghebbende krijgt schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslag IB 2016 en oordeelt dat belanghebbende 100% van de informele kapitaalstorting mag aanmerken als verhoging van de verkrijgingsprijs van zijn aanmerkelijk belang.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een BV met feitelijke leiding in Nederland terecht aanslagen vennootschapsbelasting heeft ontvangen. De belastingrente is ook terecht opgelegd. Beroepen zijn ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de BV belastingplichtig is voor dividendbelasting in Nederland, ondanks verhuizing naar Luxemburg. De naheffingsaanslag en boete zijn terecht opgelegd, maar de boete wordt gematigd tot € 4.222.

De rechtbank vermindert de naheffingsaanslag omzetbelasting van € 117.460 tot € 79.248 en kent een immateriële schadevergoeding van € 4.000 toe aan de belanghebbende.

Tussenuitspraak over de toepassing van het PVV-deel van de ouderenkorting voor buitenlands belastingplichtigen, waarbij de rechtbank de Hoge Raad vraagt om verduidelijking.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant weigert teruggaaf van omzetbelasting bij invoer van een springpaard, maar kent wel immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende terecht accijns is nageheven voor aangetroffen sigaretten en rooktabak. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen IB/PVV van belanghebbenden correct zijn, maar kent een schadevergoeding toe vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over belastingaanslagen na verkeersongeval en vermindert deze voor 2016 en 2017. Schadevergoeding voor verlies aan arbeidsvermogen wordt als belastbaar inkomen aangemerkt.

De rechtbank verklaart de beroepen van de man en vrouw ongegrond, de navorderingsaanslagen IB/PVV zijn terecht opgelegd en niet te hoog vastgesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aanslagen IB/PVV 2017 en 2018, verklaart bezwaar tegen 2017 gegrond en vernietigt eerdere uitspraken inspecteur.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, maar kent een schadevergoeding van € 1.000 toe vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbenden geen recht hebben op het verlaagde tarief van 2% voor overdrachtsbelasting, omdat zij de woning nooit als hoofdverblijf hebben gebruikt. Beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag omzetbelasting en de opgelegde boete aan belanghebbende terecht zijn opgelegd, omdat zij louter vrijgestelde activiteiten verrichtte.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vermindert verzuimboete voor IB/PVV van € 5.278 naar € 850 na beoordeling van stelselmatig verzuim en persoonlijke omstandigheden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vermindert verzuimboete voor IB/PVV van € 5.278 naar € 850 na beoordeling van stelselmatig verzuim en persoonlijke omstandigheden.

De rechtbank vermindert de verzuimboete voor belanghebbende van € 5.278 naar € 850, rekening houdend met stelselmatig verzuim en financiële omstandigheden.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond inzake belastingaanslagen en kosten van dwangbevelen. Geen terugzending naar de ontvanger en geen griffierecht terug.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) voor zijn zoon, omdat deze niet op zijn adres was ingeschreven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en boeten van belanghebbende met buitenlandse bankrekeningen. Aanslagen voor 2014 en 2016 zijn terecht, boeten worden verminderd. Schadevergoeding voor lange procedure toegekend.

De rechtbank oordeelt dat een LLP als niet-transparant lichaam voor de vennootschapsbelasting moet worden aangemerkt. Beroepen op het vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel slagen niet. Aanslagen Vpb blijven in stand.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat voorzieningen voor asbestsanering en luchtwassers niet kunnen worden gevormd. Vergrijpboete vernietigd, beroep voor het overige ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat voorzieningen voor luchtwassers en asbestsanering niet kunnen worden gevormd. Vergrijpboete vernietigd, beroep voor het overige ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verkrijgingsprijs van aandelen na geruisloze inbreng negatief is vastgesteld op € 81.340. Beroep ongegrond, maar immateriële schadevergoeding van € 2.500 toegekend.

De rechtbank vernietigt de informatiebeschikking gedeeltelijk en oordeelt dat het ontbreken van een bankrekeningformulier onvoldoende is voor omkering van de bewijslast. De inspecteur moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en verlaagt de aanslag vennootschapsbelasting voor 2016 tot € 189.341, met vergoeding van griffierecht aan de belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende premieplichtig is in Nederland voor 2018, ondanks A1-verklaring. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende in 2018 premieplichtig was in Nederland, ondanks A1-verklaring van Liechtenstein. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank vernietigt de aanslagen IB/PVV 2013 en Zvw 2013, vermindert de aanslag IB 2015 en kent schadevergoeding toe aan de belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de NiNbi-beschikking, waarbij het niet in Nederland belastbaar inkomen op € 0 is vastgesteld. Verzoeken om schadevergoeding worden afgewezen.

De rechtbank heeft het beroep van een belanghebbende uit Duitsland gegrond verklaard en het NiNbi voor 2019 vastgesteld op € 2.922, na correctie van aftrekposten.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de NiNbi-beschikking ongegrond, omdat het belastbaar inkomen niet te hoog is vastgesteld. Geen griffierecht of proceskostenvergoeding.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende tegen de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaren tegen loonbelasting ongegrond, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende, als niet kwalificerende buitenlandse belastingplichtige, geen recht heeft op persoonlijke tegemoetkomingen en bevestigt de belastingaanslagen.

De rechtbank verklaart het beroep van een niet kwalificerende buitenlandse belastingplichtige ongegrond, bevestigt de navorderingsaanslag IB 2020 en de belastingrentebeschikking.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat vergoedingen voor spellen in een attractiepark belast zijn naar het lage tarief. Teruggaaf omzetbelasting vastgesteld op € 2.761.

De rechtbank oordeelt dat de informatiebeschikking van de inspecteur terecht is gegeven, omdat de belanghebbende niet aan haar informatieplicht heeft voldaan. Het beroep is ongegrond en de rechtbank kent een schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende terecht een naheffingsaanslag accijns heeft gekregen voor 6.920.000 onveraccijnsde sigaretten aangetroffen in zijn loods.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag accijns van € 499.037 terecht is opgelegd aan belanghebbende, die betrokken was bij de aangetroffen sigarettenfabriek in zijn loods.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslagen accijns terecht zijn opgelegd aan belanghebbende wegens voorhanden hebben van 1.000.000 onveraccijnsde sigaretten. Beroep op evenredigheidsbeginsel verworpen, maar schadevergoeding toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over belastingaanslagen en compensatieregeling voor grensarbeiders. Beroep gegrond voor IB/PVV 2016, overige beroepen ongegrond. Proceskosten vergoed.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, omdat hij niet tijdig de parkeerbelasting heeft betaald.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond en het beroep tegen de aanmaningskosten niet-ontvankelijk.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslagen en kent een immateriële schadevergoeding van € 2.000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen IB 2016 en 2017 van een gepensioneerde inwoner van Spanje in stand blijven, zonder recht op persoonsgebonden aftrek of terugbetaling van griffierecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een Belgische inwoner recht heeft op hypotheekrenteaftrek en vermindert de aanslag IB/PVV 2015 tot € 101.807.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag erfbelasting van belanghebbende in stand blijft, ondanks het waardeverlies van de effectenportefeuille na overlijden. Het beroep is ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag erfbelasting van belanghebbende in stand blijft, ondanks waardeverlies van de effectenportefeuille na overlijden. Geen schending van artikel 1 EP vastgesteld.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en kent een schadevergoeding toe van € 150 voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning op € 230.000 terecht is vastgesteld en kent een schadevergoeding van € 150 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over WOZ-waarden en onroerendezaakbelastingen, verklaart beroepen gegrond en kent schadevergoeding toe.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de onroerende zaak niet te hoog is vastgesteld en kent schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en kent een schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een woning niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond. Belanghebbende krijgt een schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende onvoldoende bewijs heeft geleverd voor een schuld aan mevrouw [naam 1] en wijst het beroep tegen de aanslag IB/PVV af.

De rechtbank oordeelt dat de woning van de belanghebbende in 2020 niet als eigen woning kan worden aangemerkt, waardoor de kosten van de hypothecaire lening niet aftrekbaar zijn. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij meer rente heeft betaald dan door de inspecteur geaccepteerd. De aanslag wordt verminderd tot een belastbaar inkomen van € 57.209.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen vereiste aangiften heeft gedaan en bevestigt de navorderingsaanslagen IB/PVV. Beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag vennootschapsbelasting 2017 niet te hoog is vastgesteld, maar kent belanghebbende een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en wijst verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting af.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag overdrachtsbelasting na juridische splitsing, oordeelt dat vrijstelling WBR van toepassing is op verkrijging aandelen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de belanghebbende premieplichtig is in Nederland voor IB/PVV en wijst verzoeken om verrekening van premies af. Beroepen ongegrond, maar schadevergoeding toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende tegen navorderingsaanslagen IB/PVV gegrond verklaard, vergrijpboetes verminderd en proceskostenvergoeding toegewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroep tegen aanslag vennootschapsbelasting 2015. Beroep niet-ontvankelijk voor aanslag, maar belang bij belastingrente. Immateriële schadevergoeding van € 1.500 toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van scholingskosten en kent een schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende geen recht heeft op aftrek van scholingskosten voor collegegeld betaald voordat hij binnenlands belastingplichtig was. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat een buitenlandse student geen recht heeft op aftrek van scholingskosten, omdat het collegegeld niet als depotstorting kan worden aangemerkt. Tevens wordt een schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat het hoorrecht in bezwaar is geschonden, maar dat de student hierdoor niet is benadeeld. Het betaalde collegegeld is niet aftrekbaar, omdat de student tot 2 september 2016 geen binnenlands belastingplichtige was. Het beroep is ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een woningcorporatie een onderhoudsvoorziening van € 54.287.525 mag vormen, zonder piek-vereiste, en vermindert de aanslag vennootschapsbelasting tot € 76.561.794.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag en boete wegens BTW-fraude, vermindert boete tot € 46.251 en kent schadevergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht navorderingsaanslagen inkomstenbelasting oplegde aan belanghebbende, die in België woont. De rechtbank bevestigt de heffingsbevoegdheid van Nederland en matigt de vergrijpboete tot € 71.897.

De rechtbank oordeelt dat de geldlening aan de deelneming onder onzakelijke voorwaarden is verstrekt, waardoor de afwaardering niet geaccepteerd kan worden. Het beroep van belanghebbende is ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over belastingaanslagen IB/PVV voor 2014 en 2015, vermindert aanslag 2014, handhaaft aanslag 2015, vernietigt verzuimboete en kent schadevergoeding toe.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang na ontbinding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aanslagen IB/PVV voor rijnvarende en bevestigt de bindende A1-verklaring. Beroepen ongegrond, maar schadevergoeding toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over belastingaanslagen IB/PVV en Zvw 2016, vernietigt aanslag Zvw en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aanslagen IB/PVV voor rijnvarende, bevestigt premieplicht in Nederland en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de aanslag IB/PVV voor een rijnvarende en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting 2016 gegrond verklaard en de aanslag verminderd tot nihil, met een vastgesteld verlies van € 52.151.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over premieplicht en schadevergoeding voor rijnvarende in belastingzaak. Belanghebbende krijgt schadevergoeding van € 1.583 en proceskostenvergoeding van € 418,50 toegewezen.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld en kent belanghebbende een immateriële schadevergoeding van € 1000 toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning op € 151.000 is vastgesteld. Beroep ongegrond, maar immateriële schadevergoeding van € 1.000 toegekend aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond, maar kent immateriële schadevergoeding toe aan belanghebbende vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. Tevens wordt de Staat der Nederlanden veroordeeld tot schadevergoeding van € 1000 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslagen en vergrijpboeten terecht zijn opgelegd, maar vermindert deze vanwege omkering van de bewijslast en overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting terecht zijn opgelegd, maar vermindert deze. Tevens wordt een schadevergoeding van € 2.500 toegekend aan belanghebbende wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslagen omzetbelasting aan belanghebbende terecht zijn opgelegd, maar vernietigt de vergrijpboeten wegens samenloop met boeten aan de heer [naam 1].

De rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting en vergrijpboeten, oordeelt dat het belastbare bedrag nihil is en kent immateriële schadevergoeding toe aan belanghebbende.

De rechtbank vernietigt de vergrijpboeten, maar bevestigt de naheffingsaanslagen omzetbelasting aan belanghebbende, die gevestigd is in Nederland.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de aanslagen IB/PVV en Zvw over 2016.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV voor rijnvarende moet worden verminderd tot € 53.665 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en bevestigt de uitspraken op bezwaar van de inspecteur inzake energiebelasting en ODE.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar inzake de afvalstoffenheffing ongegrond, zonder vergoeding van griffierecht of proceskosten.

De rechtbank oordeelt over beroepen van drie minderjarige belanghebbenden tegen aanslagen IB/PVV en verklaart deze gegrond, met vernietiging van de uitspraken op bezwaar.

De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende gegrond verklaard voor de jaren 2017 tot en met 2020, de uitspraken op bezwaar vernietigd en dwangsommen toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroepen tegen aanslagen IB/PVV. Hoorrecht geschonden, box 3-heffing aangepast, dwangsommen en schadevergoeding toegekend.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende tegen aanslagen watersysteemheffing en zuiveringsheffing gegrond verklaard en de uitspraken op bezwaar vernietigd.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen rioolheffing aan belanghebbende rechtmatig zijn en wijst het beroep ongegrond af.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV voor 2012 onterecht was en stelt het belastbaar inkomen vast op € 44.179. De rechtbank kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende premieplichtig was in Nederland voor 2010 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV voor 2011 moet worden verminderd en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV voor 2011 moet worden verminderd tot € 48.498 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende als rijnvarende premieplichtig is in Nederland en vermindert de aanslag tot € 46.515. Proceskosten en griffierecht worden vergoed.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende als rijnvarende premieplichtig is voor 2017, vermindert de aanslag tot € 20.803 en kent schadevergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende premieplichtig was in Nederland en vermindert de aanslag tot € 35.372. Schadevergoeding van € 500 voor overschrijding redelijke termijn toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag IB/PVV voor 2013 moet worden verminderd tot € 21.389 en kent schadevergoeding toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat rijnvarende premieplichtig is in Nederland en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag omzetbelasting terecht is opgelegd aan belanghebbende, die hockeylessen verzorgt, omdat hij niet kan aantonen dat hij recht heeft op de onderwijsvrijstelling. Ook de naheffing over privégebruik van een auto wordt bevestigd.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag inkomstenbelasting van belanghebbende onjuist was en vermindert deze tot € 45.530. Het beroep is gegrond en de inspecteur moet het griffierecht vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur bevoegd was om navorderingsaanslag en belastingrente op te leggen. Beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de ontvanger terecht een wegingsfactor van 0,25 heeft gehanteerd voor de kostenvergoeding in de bezwaarfase. Het beroep van de belanghebbende is ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de predikant recht heeft op een hogere aftrek van kosten, vermindert het belastbaar inkomen en kent een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur over een nieuw feit beschikte en dat de belanghebbende recht heeft op aftrek van kosten tot € 5.385, waardoor het belastbaar inkomen wordt verlaagd tot € 63.269.

De rechtbank oordeelt dat de predikant recht heeft op aftrek van kosten tot € 5.976, waardoor het belastbaar inkomen uit werk en woning wordt verminderd tot € 74.368. De uitspraak op bezwaar wordt vernietigd.

De rechtbank oordeelt dat de predikant recht heeft op een aftrek van € 292 aan kosten, waardoor de aanslag wordt verminderd tot € 80.707. De eerdere uitspraak op bezwaar wordt vernietigd en de inspecteur moet proceskosten vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en bevestigt de naheffingsaanslagen loonheffingen en belastingrente voor de jaren 2013-2017.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting terecht is opgelegd aan Twin Peaks Hospitality B.V. De rechtbank concludeert dat [A B.V.] als vastgoedvennootschap kwalificeert en dat belanghebbende niet in aanmerking komt voor de vrijstelling van overdrachtsbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbenden geen recht hebben op teruggaaf van accijns wegens gebrek aan bewijs van verdamping. Beroep op gelijkheidsbeginsel faalt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslagen accijns van minerale oliën terecht zijn opgelegd aan landbouwbedrijf, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat diesel buiten Nederland was aangeschaft.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op het inkomstenbelastingdeel van de heffingskortingen, omdat zij niet kwalificeert als binnenlandse belastingplichtige. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw, oordeelt dat schadevergoeding voor verlies aan arbeidsvermogen niet belast is.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw voor 2014 en 2015, oordeelt dat letselschade-uitkering onbelast is.

De rechtbank oordeelt dat het verzoek om ambtshalve vermindering van een belastingaanslag terecht is afgewezen, omdat het buiten de termijn was ingediend. Het beroep is ongegrond en de rechtbank is voor het overige onbevoegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de aanslag IB/PVV van belanghebbende, die als rijnvarende werkte voor twee werkgevers. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar er wordt een schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Belanghebbende heeft beroep ingesteld tegen een aanslag IB/PVV 2015. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vermindert de aanslag en kent een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV voor 2016 niet te hoog is vastgesteld en kent een schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV voor 2016 niet te hoog is opgelegd en bevestigt de geldigheid van de A1-verklaring. Beroep ongegrond, maar schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen IB/PVV en Zvw aan [belanghebbende] correct zijn opgelegd, bevestigt de geldigheid van de A1-verklaring en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende gegrond en vermindert de belastingaanslag tot € 433.967, met aftrek ter voorkoming van dubbele belasting, en vermindert de belastingrente.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de ingangsdatum van de 30%-bewijsregeling op 1 juli 2020.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep gegrond en vermindert de aanslag inkomstenbelasting voor 2016 tot € 44.417, met proceskostenvergoeding van € 1.518 aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en de kwalificatie van een perceel als woning in aanbouw. Beroepen gegrond, uitspraken op bezwaar vernietigd, rechtsgevolgen in stand gehouden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de scanapparatuur van de belanghebbende niet voldoet aan de eisen voor milieu-investeringsaftrek (MIA) omdat deze alleen gips- en siliconenafdrukken scant en niet het gebit zelf.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de scanapparatuur van de belanghebbende niet voldoet aan de eisen voor milieu-investeringsaftrek, omdat deze alleen gips- en siliconenafdrukken scant die buiten de mond zijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt vervolgingskosten van de belastingdienst en kent proceskostenvergoeding toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de aftrek voor specifieke zorgkosten in de aanslag IB/PVV voor 2018 tot een te laag bedrag heeft toegestaan. Het beroep wordt gegrond verklaard en het belastbaar inkomen wordt verlaagd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt in beroep tegen aanslag IB/PVV 2017, vermindert aanslag en verzuimboete, en kent proceskostenvergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aansprakelijkstelling en toekenningen van dwangsommen en schadevergoeding in belastingzaak.

De rechtbank oordeelt over de beschikking tot aansprakelijkstelling en kent een dwangsom van € 1.442 en immateriële schadevergoeding van € 750 toe aan de belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waardoor de definitieve aanslag in stand blijft. De belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en geen vergoeding van proceskosten.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de verzuimboete opgelegd bij aanslag inkomstenbelasting 2017. De inspecteur moet het griffierecht en proceskosten vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht had op aftrek van verbeurd verklaard bedrag en vermindert navorderingsaanslag en vergrijpboete.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat schade-uitkeringen na bedrijfsongeval onbelast zijn en vernietigt aanslagen IB/PVV voor 2016-2018.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat vrijstelling van accijns voor minerale oliën niet geldt voor leveringen in België. Naheffingsaanslag en boete worden gehandhaafd, maar boete wordt verminderd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en wijst verzoek om teruggaaf omzetbelasting af wegens niet-tijdige indiening.

De rechtbank oordeelt dat het inkomen uit werk en woning van belanghebbende niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroepen tegen navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw. Compromis bereikt, navorderingsaanslagen verminderd. Proceskostenvergoeding vastgesteld op € 1.518.

De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting 2017 gegrond verklaard en de aanslag verminderd tot € 36.915.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen gegrond en vermindert naheffingsaanslagen OB voor 2012 en 2013, handhaaft verzuimboete en vergrijpboete, en kent proceskostenvergoeding toe.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht geen aftrek heeft verleend voor de lijfrentepremie bij de vaststelling van het bijdrage-inkomen voor de Zvw. Het beroep is ongegrond, maar de inspecteur moet wel griffierecht en reiskosten vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag en boete voor motorrijtuigenbelasting terecht zijn opgelegd aan belanghebbende met Duits kenteken.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag accijns ongegrond, omdat hij feitelijke beschikkingsmacht had over de aangetroffen rooktabak.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen IB/PVV 2016 en 2017 juist zijn, maar vermindert de belastingrente voor 2016 tot nihil. Het beroep is voor het overige ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de beroepen van belanghebbende tegen belastingaanslagen ongegrond zijn, waardoor de aanslagen in stand blijven.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering van de belastingaanslag.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waardoor de aanslag IB/PVV voor 2016 niet wordt verminderd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, omdat hij geen recht heeft op belastingkorting op de aanslag IB/PVV voor 2018. De verkrijgingsprijs van de aandelen is al in 2016 in aanmerking genomen.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende terecht een verzuimboete heeft gekregen voor het niet tijdig doen van aangifte omzetbelasting over het vierde kwartaal van 2020. Het beroep is ongegrond en de boete blijft in stand.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag IB/PVV ongegrond, omdat de aanslag conform de ingediende aangifte is opgelegd en er geen concrete bezwaren zijn ingediend.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, omdat zij gebonden is aan een rechtsgeldig compromis met de inspecteur over de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen IB/PVV voor 2016 en 2017 juist zijn, maar vermindert de belastingrente voor 2016 tot nihil. Belanghebbende heeft niet aangetoond recht te hebben op de geclaimde aftrekken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroepen tegen navorderingsaanslag IB/PVV en Zvw, vermindert aanslagen en kent proceskostenvergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroepen tegen belastingaanslagen en vermindert deze op basis van een compromis tussen partijen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroepen tegen navorderingsaanslag IB/PVV en Zvw. Compromis bereikt; aanslagen verminderd. Proceskostenvergoeding van € 1.300 toegekend aan belanghebbende.

De rechtbank oordeelt dat de aanslag IB/PVV tijdig is opgelegd, omdat uitstel voor aangifte kenbaar is verleend. Het beroep van de erfgenamen is ongegrond en de aanslag blijft in stand.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende tegen de definitieve aanslag IB/PVV 2019 ongegrond, maar de inspecteur vergoedt het griffierecht van € 49.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht en onvoldoende onderbouwing van betalingsonmacht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens betalingsonmacht van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens betalingsonmacht van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens betalingsonmacht van griffierecht.

Hoge Raad oordeelt over toepassing vrije ruimte werkkostenregeling voor werknemer zonder inhoudingsplichtige werkgever. Beroep in cassatie gegrond, uitspraak Hof vernietigd.

Hoge Raad oordeelt over aftrekbaarheid hypotheekrente na echtscheiding; vernietigt uitspraak Hof en verwijst naar Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Hof over aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor rijnvarende zonder inhoudingsplichtige werkgever en verwijst naar Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Hoge Raad oordeelt dat een woonzorgcentrum in hoofdzaak tot woning dient voor OZB, ondanks zorgfunctie. Beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Hoge Raad oordeelt dat eigen gebruik van onroerende zaak door inwoner van Mexico als exploitatie kan worden aangemerkt voor belastingheffing. Beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Hoge Raad bevestigt dat freelance 'agents' op digitaal platform niet als werknemers worden aangemerkt; beroep in cassatie ongegrond verklaard.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake inkomstenbelasting 2016; klachten niet relevant voor rechtseenheid.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak over onroerende zaken, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 27 mei 2022, inzake een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep over WIA.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 27 mei 2022, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk inzake onroerendezaakbelastingen, uitspraak op 27 mei 2022.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk inzake invorderingsrente op 27 mei 2022.

De Hoge Raad verklaart het verzoek om herziening niet-ontvankelijk op 27 mei 2022, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over proceskostenveroordeling, zonder motivering van de klachten.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake socialezekerheidswetgeving, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over socialezekerheidswetgeving, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake loonheffing en premie Zorgverzekeringswet, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk inzake onroerendezaakbelastingen en waardering onroerende zaken op 27 mei 2022.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] niet-ontvankelijk, omdat het duidelijk niet kan slagen, met toepassing van artikel 80a RO.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake box 3-heffing voor 2017-2018; massaalbezwaarprocedure en rechtsbescherming aan de orde.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake box 3-heffing en ambtshalve vermindering van belastingaanslagen voor de jaren 2015-2018.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak van [X] tegen het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Rotterdam over immateriële schadevergoeding.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in belastingzaak over onroerende zaken, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in de zaak van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën, betreffende inkomstenbelasting en boetebeschikking.

Hoge Raad vernietigt navorderingsaanslag in het recht van successie, oordeelt dat verkrijging pas plaatsvond na vaststelling vaderschap.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in belastingzaak over immateriële schadevergoeding; procedure duurde niet langer dan vier jaar.

Hoge Raad oordeelt dat de A1-verklaring van Zwitserland geen rechtskracht heeft voor 2011 en bevestigt de toepassing van de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving op de belanghebbende.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake rioolheffing gemeente Ten Boer, zonder veroordeling in proceskosten.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake aanslagen zuiveringsheffing en watersysteemheffing voor 2018, bevestigt uitspraak Gerechtshof Den Haag.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 29 april 2022, wegens het niet slagen van het cassatieberoep.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk op 29 april 2022, zonder verdere motivering.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk inzake aanmaningskosten, zonder verdere motivering, op 29 april 2022.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk op 29 april 2022, met toepassing van artikel 80a RO.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht door belanghebbende, die niet in verzuim was.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens het niet slagen van het cassatieberoep, met toepassing van artikel 80a RO.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk inzake inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen op 29 april 2022.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht en het ontbreken van een domicilieadres in Nederland.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk wegens onvoldoende grond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Cassatie ongegrond verklaard tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep over socialezekerheidswetgeving.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van belanghebbende tegen de Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake inkomstenbelasting en heffingsrente, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake aanslag inkomstenbelasting en heffingsrente, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over waterschapsbelasting voor 2015, klachten niet relevant voor rechtseenheid.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart cassatieberoep niet-ontvankelijk inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in belastingzaak van belanghebbende tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak [X] B.V. tegen Staatssecretaris van Financiën over overdrachtsbelasting. Geen proceskostenveroordeling.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in zaak over Ziektewet en Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in bestuursrechtelijke zaak tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in de zaak tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over WAJONG-uitkering, klachten niet leidend tot vernietiging uitspraak Centrale Raad van Beroep.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep over socialezekerheidswetgeving.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond tegen uitspraak Gerechtshof over naheffingsaanslag loonheffingen.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van belanghebbende [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake belastingaanslagen en belastingrente voor de jaren 2016-2018.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in belastingzaak van belanghebbende tegen de Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] B.V. ongegrond tegen uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden over loonheffingen 2018.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk inzake de aanslag inkomstenbelasting 2015.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in zaak over onroerende zaak waardering, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk inzake inkomstenbelasting en belastingrente voor het jaar 2016.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet voldoen aan griffierecht en ontbreken domicilieadres in Nederland.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake rioolheffing gemeente Ede; klachten van belanghebbende niet gegrond.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in zaak over rioolheffing gemeente Ede.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan gronden in het beroepschrift.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak [X] tegen de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep niet-ontvankelijk in belastingzaak over onroerendezaakbelastingen, uitspraak op 25 maart 2022.

Hoge Raad oordeelt over belastingheffing van schadevergoeding na arbeidsongeval; vernietigt eerdere uitspraak en verwijst naar Gerechtshof 's-Hertogenbosch.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting; nieuw feit niet aangetoond.

Hoge Raad oordeelt over prematuriteit uitspraak bezwaar watersysteemheffing en vergoeding wettelijke rente. Uitspraken Hof vernietigd en heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in de zaak van erfgenamen van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën over inkomstenbelasting en belastingrente.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in een zaak over parkeerbelasting voor een voertuig dat gedeeltelijk op een verboden plaats stond.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake naheffingsaanslag parkeerbelasting gemeente Delft, maar bepaalt dat kosten en griffierecht vergoed moeten worden aan belanghebbende.

Hoge Raad oordeelt over belastingheffing van uitkeringen wegens arbeidsongeschiktheid; cassatie ongegrond, maar Hof had geen zitting moeten overslaan.

Hoge Raad oordeelt over prijsgeven van pensioenverplichting en na-indexatie in loonbelasting; vernietigt uitspraak Hof en verwijst naar Gerechtshof Amsterdam.

Hoge Raad oordeelt dat belanghebbende niet verplicht was om parkeerbelasting te voldoen na maximale parkeerduur, omdat hij voor het eerste uur had betaald. Naheffingsaanslag niet mogelijk. Beroep in cassatie gegrond verklaard.

Hoge Raad oordeelt dat schadevergoeding voor immateriële schade en verlies van arbeidsvermogen deels belastbaar is als loon. Beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond, maar Staatssecretaris van Financiën moet griffierecht van € 131 vergoeden aan belanghebbende.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbenden tegen de Sociale Verzekeringsbank niet-ontvankelijk op 11 maart 2022.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake onroerendezaakbelasting en Wet waardering onroerende zaken, uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigd.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk, o.b.v. art. 80a RO, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake onroerendezaakbelastingen en Wet waardering onroerende zaken, zonder veroordeling in proceskosten.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond tegen uitspraak Gerechtshof Den Haag over kosten van vervolging.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak van belanghebbende tegen de Staatssecretaris van Financiën over proceskostenveroordeling.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-naleving van de digitale indieningsplicht door de rechtsbijstandverlener.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering, op 18 februari 2022.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus, zonder veroordeling in proceskosten.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan wettelijke basis voor cassatie tegen de Centrale Raad van Beroep.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake aanslagen inkomstenbelasting en Zorgverzekeringswet voor 2011, zonder motivering van de middelen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht door belanghebbende.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van erfgenamen van [X].

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in belastingzaak tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in belastingzaak tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in belastingzaak tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in belastingzaak tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in belastingzaak tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering, op 18 februari 2022.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering, op 18 februari 2022.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Dagelijks Bestuur van Cocensus.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond tegen naheffingsaanslag loonheffingen over 2014-2017.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak tegen de Sociale Verzekeringsbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in de zaak van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën, betreffende inkomstenbelasting 2015.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht en onvoldoende onderbouwing van betalingsonmacht.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in een bestuursrechtelijke zaak over WIA.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] B.V. niet-ontvankelijk in belastingzaak WIA, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in sociale verzekeringszaak tegen de Sociale Verzekeringsbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens gebrek aan wettelijke basis.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond tegen uitspraak Rechtbank Gelderland over kwijtschelding gemeentelijke belastingen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Rechtbank Den Haag op verzet van College van Burgemeester en Wethouders Noordwijk tegen [X] B.V. en verklaart cassatie gegrond.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak over onroerende zaak, uitspraak op 4 februari 2022.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan wettelijke basis voor cassatie tegen uitspraak Centrale Raad van Beroep.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Rechtbank over vergoeding immateriële schade en proceskosten bij niet-ontvankelijk beroep.

Hoge Raad oordeelt dat de premie voor stakingslijfrente niet in mindering komt op het bijdrage-inkomen voor de Zvw. Beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens ontbreken gronden in het beroepschrift.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan gronden in het beroepschrift.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan gronden. Belanghebbende heeft verzuim niet hersteld.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Gerechtshof over belastingplicht en termijnverlenging bij informatiebeschikking; verwijzing naar Gerechtshof Amsterdam.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan bevoegdheid van de indiener. Geen veroordeling in proceskosten.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift, dat niet tijdig is hersteld.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond over onroerendezaakbelastingen en tarieftoepassing voor niet-woningen.

Hoge Raad oordeelt dat invorderingsrente terecht is opgelegd, ondanks onherroepelijkheid van boete. Beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de termijn.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk in belastingzaak over onroerendezaakbelastingen.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor belanghebbende.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over kosten van vervolging, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk op 21 januari 2022.

De Hoge Raad herroept een eerder arrest en verklaart het beroep in cassatie ongegrond in een belastingzaak.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en correctie aftrekposten na controle aangifte.

Hoge Raad oordeelt dat [X] B.V. inhoudingsplichtig is voor loonheffing over aandelen toekenning aan managers door concernvennootschap. Cassatieberoep ongegrond verklaard.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond over vrijstelling overdrachtsbelasting bij juridische afsplitsing vastgoedportefeuille.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van gemeente Druten ongegrond en veroordeelt in proceskosten.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in de zaak van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën, betreffende navorderingsaanslag inkomstenbelasting.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over inkomstenbelasting en belastingrente, zonder veroordeling in proceskosten.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak van [X] tegen de gemeente Delft over een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond over belastingheffing van loon genoten aan boord van een schip in (af)bouwfase.

Hoge Raad bevestigt dat de Beverwijkse Bazaar niet als vermakelijkheid kan worden gekwalificeerd voor de vermakelijkhedenretributie, beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over vermakelijkhedenretributie door gemeente Beverwijk, en veroordeelt het Dagelijks Bestuur van Cocensus in proceskosten.

Hoge Raad oordeelt dat de vermogensrendementsheffing in box 3 voor 2017 en 2018 in strijd is met het EVRM. Aanslagen worden verminderd tot € 5.260 en € 2.697.

Hoge Raad oordeelt dat een pand, gebouwd voor een echtpaar dat een vof vormt, niet als bedrijfsgoed kan worden aangemerkt voor de omzetbelasting. Beroep in cassatie gegrond verklaard.

De Hoge Raad oordeelt dat de vennootschap onder firma omzetbelasting verschuldigd is over het privégebruik van een pand dat tot haar bedrijfsvermogen behoort. De uitspraak van het Hof wordt vernietigd en die van de Rechtbank bevestigd.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor 2014 en 2015.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in belastingzaak van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] B.V. tegen Staatssecretaris van Financiën, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet digitale indiening van het beroepschrift.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in de zaak van [X] tegen de Sociale Verzekeringsbank, met toepassing van artikel 80a RO.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht. Belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te verklaren waarom het griffierecht niet is betaald.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet digitale indiening van het beroepschrift.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet digitale indiening door rechtsbijstandverlener.

De Hoge Raad oordeelt dat een pand dat door vennoten van een vof is gebouwd en voor zowel privé- als bedrijfsdoeleinden wordt gebruikt, als bedrijfsgoed kan worden aangemerkt voor de omzetbelasting. De uitspraak van het Hof wordt vernietigd.

De Hoge Raad oordeelt dat het arbeidsinkomen van een emigrant niet op wereldinkomen gebaseerd hoeft te zijn voor de arbeidskorting. Het beroep in cassatie van de Staatssecretaris van Financiën wordt ongegrond verklaard.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] tegen het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen niet-ontvankelijk op 17 december 2021.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in zaak over loonheffing; middelen leiden niet tot vernietiging uitspraak Rechtbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake loonheffing over september-december 2017. Geen veroordeling in proceskosten.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over loonheffing, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën over loonheffing.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in zaak over loonheffing; middelen leiden niet tot vernietiging uitspraak Rechtbank.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake loonheffing, uitspraak Rechtbank blijft in stand.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht. Uitspraken van de Rechtbank Limburg zijn bevestigd.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake inkomstenbelasting en correctie van aftrekposten na controle aangifte, met betrekking tot project 1043 en databank FSV.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over naheffingsaanslagen parkeerbelasting, zonder motivering van de klachten.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over onroerendezaakbelastingen en Wet waardering onroerende zaken.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 10 december 2021, in belastingzaak van [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over onroerendezaakbelasting, uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigd.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad oordeelt dat de netwerkvrijstelling voor overdrachtsbelasting van toepassing is op warmte-koude-opslaginstallaties. Beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van V. Quacken niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie gegrond over heffingsmaatstaf OZB-gebruiker en bevestigt uitspraak Rechtbank.

Hoge Raad oordeelt dat de Rechtbank de betwisting van verzending van de uitspraak op bezwaar door belanghebbende heeft miskend. De uitspraak wordt vernietigd en de zaak wordt verwezen voor herbeoordeling.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof, bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof over onroerendezaakbelastingen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof, bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof, bevestigt uitspraak Rechtbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof, bevestigt de uitspraak van de Rechtbank inzake onroerendezaakbelastingen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Hof, bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof, bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof, bevestigt uitspraak Rechtbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Hof, bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie gegrond en vernietigt de uitspraak van het Gerechtshof, bevestigt de uitspraak van de Rechtbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over rioolheffing gemeente Bergen, waarbij klachten van belanghebbende niet leiden tot vernietiging van eerdere uitspraken.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk op 26 november 2021, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak over onroerende zaak, zonder veroordeling in proceskosten.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet voldaan griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan gronden in het beroepschrift.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] niet-ontvankelijk wegens gebrek aan wettelijke basis voor cassatie tegen bestuursrechter.

Hoge Raad oordeelt dat het expireren van tax-holidayregelingen niet in strijd is met artikel 1 EP EVRM; belanghebbende maakt geen buitensporige last aannemelijk.

De Hoge Raad oordeelt dat de rente van een lening bij de vader van de belanghebbende niet aftrekbaar is, omdat zij niet tijdig de vereiste gegevens in haar aangifte heeft vermeld. Het beroep in cassatie wordt ongegrond verklaard.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betaald griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens het niet digitaal indienen van het beroepschrift, ondanks verzoek daartoe.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk wegens onvoldoende gronden op 19 november 2021.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens gebrek aan gronden in het beroepschrift.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake aanslag inkomstenbelasting 2013, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht. Belanghebbende heeft geen gebruikgemaakt van de geboden gelegenheid om te reageren op het niet tijdig betalen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2012-2014.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor 2012 en 2013.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor 2012 en 2013.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor 2012 en 2013.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond tegen uitspraak Gerechtshof Den Haag over navorderingsaanslag inkomstenbelasting.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in zaak over informatieverplichting en gebruikelijkheidstoets bij werkkostenregeling.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslag IB/PVV en bevestigt correctiebeleid Belastingdienst.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake vastgoedbelasting 2016. Klachten van belanghebbende niet gegrond. Proceskosten niet toegewezen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen naheffingsaanslagen loonheffingen ongegrond.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak van [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën over naheffingsaanslagen loonheffingen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak van [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën over naheffingsaanslagen loonheffingen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak van [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën over naheffingsaanslagen loonheffingen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht door belanghebbende, [X] te [Z].

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in belastingzaak van belanghebbende tegen de Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens duidelijke niet-slagingskans, zonder veroordeling in proceskosten.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk op 12 november 2021, zonder verdere motivering, op basis van artikel 80a RO.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk op 12 november 2021, zonder verdere motivering en zonder veroordeling in proceskosten.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens onvoldoende gronden, zonder veroordeling in proceskosten.

Hoge Raad oordeelt dat kosten van invordering rechtsgeldig zijn, ook als niet vermeld op dwangbevel. Beroep in cassatie ongegrond verklaard.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Belanghebbenden hebben geen gebruikgemaakt van de mogelijkheid om de termijnoverschrijding te verklaren.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk op 5 november 2021, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in zaak over dwangsom wegens niet tijdig doen uitspraak op bezwaar.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in zaak over dwangsom verzoek belanghebbende tegen gemeente Rotterdam.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht door belanghebbende.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake inkomstenbelasting en belastingrente voor belanghebbende [X] te [Z].

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in belastinggeschil, uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigd.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk wegens het niet voldoen aan het griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht en ontbreken domicilieadres in Nederland.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de termijn voor indiening.

Hoge Raad oordeelt in cassatie over kansspelbelasting en bevestigt dat exploitant [X] B.V. recht heeft op rechtsherstel van € 1.364.740.

Hoge Raad bevestigt het vertrouwensbeginsel en oordeelt dat belanghebbende geen revisierente verschuldigd is bij afkoop lijfrente, gebaseerd op onjuiste informatie van de Belastingdienst.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake kosten van vervolging, uitspraak Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden blijft in stand.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in de zaak van Vennootschap onder firma [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën, betreffende kosten van vervolging.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën ongegrond, betreffende kansspelbelasting over juli 2008.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in een zaak over de uitleg van artikel 5.4, lid 3, aanhef en letter a, van de Wet IB 2001 met betrekking tot vruchtgebruik en bloot eigendom.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht en onvoldoende onderbouwing van betalingsonmacht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën ongegrond inzake overdrachtsbelasting.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht. Belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om te reageren op de niet-betaling.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens verzuim in de gronden. Belanghebbende heeft het verzuim niet hersteld.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] B.V. niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van het griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] B.V. niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaald griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van M.G.J. Smit niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond tegen uitspraak Gerechtshof over aanslagen Bedrijfsinvesteringszone-bijdrage.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk in belastingzaak.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake rioolheffing gemeente Midden-Groningen; middelen leiden niet tot vernietiging uitspraak Gerechtshof.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake naheffingsaanslagen parkeerbelasting door belanghebbende tegen gemeente Amsterdam.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in zaak over giftenaftrek en nieuw feit in belastingzaken.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond over sectorindeling franchisenemer in detailhandel; indeling in sector 17 is terecht.

Hoge Raad oordeelt dat franchisenemer in detailhandel terecht is ingedeeld in sector 17 en verklaart beroep in cassatie ongegrond.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond over sectorindeling franchisenemer in detailhandel.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond over sectorindeling van franchisenemer in detailhandel; indeling in sector 17 is terecht.

Hoge Raad oordeelt dat negatieve inkomsten uit eigen woning in België geen gemeenschappelijk inkomensbestanddeel zijn voor buitenlandse belastingplichtigen. Beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Hoge Raad vernietigt uitspraak van het Hof en verlaagt aanslagen en boeten in belastingzaak van belanghebbende tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in belastingzaak van belanghebbende tegen de Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2013 en 2014.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2012 en 2013.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor 2012 en 2013.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2011-2013.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in zaak over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor 2012 en 2013.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting, uitspraak Gerechtshof Den Haag blijft in stand.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor 2012 en 2013.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting, zonder motivering van het oordeel.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor 2013.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor jaren 2011 en 2012, zonder motivering van het oordeel.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake aanslag inkomstenbelasting 2010, zonder veroordeling in proceskosten.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van het griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan informatie van belanghebbende.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan bevoegdheid van de indiener, die geen machtiging of verklaring heeft overgelegd.

Hoge Raad oordeelt over terugwerkende kracht van sectorindeling voor werknemersverzekeringen en gerechtvaardigde verwachtingen van werkgevers. De uitspraak van het Hof werd vernietigd en de zaak werd terugverwezen.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Hof over boete wegens niet-naleven suppletieverplichting omzetbelasting en verwijst naar Gerechtshof Amsterdam.

Hoge Raad oordeelt dat artiest geen buitenlandse bronbelasting kan verrekenen die door zijn werkmaatschappij is betaald; beroep in cassatie ongegrond.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Hof over sectorindeling werknemersverzekeringen en verwijst terug voor herbeoordeling.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] LTD niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de termijn.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] tegen de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen niet-ontvankelijk, omdat er geen wettelijke basis is voor cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 24 september 2021, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 24 september 2021, gebruikmakend van artikel 80a RO.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens het niet overleggen van de bestreden uitspraak door belanghebbende.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan bevoegdheid van de indiener.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 24 september 2021, inzake sociale verzekeringsbank.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond; exploitatie onroerende zaken niet aangemerkt als materiële onderneming voor belastingdoeleinden.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de schenkbelasting.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] B.V. ongegrond tegen uitspraak Gerechtshof over overdrachtsbelasting.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk wegens niet digitale indiening van het beroepschrift.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in belastingzaak van belanghebbende [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in een zaak over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit in de schenkbelasting.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, uitspraak op 17 september 2021.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Hof en bevestigt naheffingsaanslagen accijns en voorraadheffing aan [X] B.V.B.A. wegens onvoldoende bewijs van herkomst motorbenzine in sloptanks.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond over vrijstelling rioolheffing voor kerkgebouwen en gelijkheidsbeginsel.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 6 augustus 2021, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen de Gemeente Eindhoven.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk inzake onroerendezaakbelastingen, zonder verdere motivering, op 6 augustus 2021.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in belastingzaak van belanghebbende [X] te [Z].

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] tegen het CAK niet-ontvankelijk wegens gebrek aan wettelijke basis.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat belanghebbende niet heeft voldaan aan de procedurele vereisten.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk inzake onroerendezaakbelastingen en waardering onroerende zaken.

Hoge Raad oordeelt over de tijdigheid van ingediende rechtsmiddelen in bestuursrecht. De uitspraak van het Hof wordt vernietigd en de zaak wordt verwezen naar het Gerechtshof 's-Hertogenbosch.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in belastingzaak van [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake inkomstenbelasting en belastingrente voor belanghebbende [X] te [Z].

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens het niet digitaal indienen van het beroepschrift.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat het beroepschrift niet digitaal is ingediend, ondanks een verzoek daartoe.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 16 juli 2021, wegens het niet slagen van het cassatieberoep.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 16 juli 2021, inzake een besluit van de Sociale Verzekeringsbank onder de Algemene Ouderdomswet.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over immateriële schadevergoeding en proceskosten, zonder motivering.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake ondertekening uitspraak door voorzitter en griffier.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak betreffende AOW-uitkeringen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan gronden in het beroepschrift.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht. Belanghebbende heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om te reageren op het griffiebericht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht en het niet reageren op een uitnodiging daartoe.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk in belastingzaak tegen het Dagelijks Bestuur van de BelastingSamenwerking Gouwe-Rijnland.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] tegen de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk, zonder verdere motivering, op 9 juli 2021.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Hof over informatiebeschikking inzake buitenlandse bankrekeningen en verwijst zaak naar Gerechtshof Amsterdam.

Hoge Raad oordeelt over box 3-heffing en bevestigt dat deze niet automatisch leidt tot een individuele en buitensporige last. De zaak wordt verwezen voor nader onderzoek.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over onroerendezaakbelastingen, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake inkomstenbelasting en proceskosten, zonder veroordeling in proceskosten.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk wegens het niet slagen van de klachten over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake inkomstenbelasting en belastingrente, zonder veroordeling in proceskosten.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over dwangsom wegens niet-tijdig beslissen door de Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 2 juli 2021, wegens het niet slagen van het cassatieberoep.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van het griffierecht. Belanghebbende had geen gebruik gemaakt van de gelegenheid om betalingsonmacht te verklaren.

De Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van belanghebbende niet-ontvankelijk op 2 juli 2021, zonder verdere motivering, en ziet geen aanleiding voor proceskosten.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 2 juli 2021, gebaseerd op artikel 80a RO.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] B.V. tegen de Staatssecretaris van Financiën niet-ontvankelijk wegens het niet slagen van het middel.

Hoge Raad verklaart het cassatieberoep van [X] niet-ontvankelijk wegens het niet slagen van het beroep, zonder verdere motivering, op 2 juli 2021.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet tijdige betaling van griffierecht door belanghebbende, woonachtig in Marokko.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden in het beroepschrift.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan gronden in het beroepschrift.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 2 juli 2021, zonder verdere motivering, op basis van artikel 80a RO.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

De Hoge Raad oordeelt dat in belastingzaken de rechter in hoger beroep over de individuele uitspraak op bezwaar kan oordelen, maar niet over de rechtsvraag die onder massaal bezwaar valt.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake proceskosten en griffierecht, uitspraak Gerechtshof Amsterdam bevestigd.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond tegen uitspraak Gerechtshof inzake informatiebeschikkingen.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad oordeelt over erfbelasting en toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in een cassatieprocedure. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof voor nader onderzoek naar ondernemingsvermogen.

Hoge Raad oordeelt over erfbelasting en toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in een cassatieprocedure. De zaak wordt terugverwezen naar het Gerechtshof voor nader onderzoek.

Hoge Raad oordeelt over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in erfbelasting bij projectontwikkeling en verhuur van onroerende zaken. De uitspraak van het Hof werd vernietigd en de zaak werd verwezen voor nader onderzoek.

Hoge Raad oordeelt over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de erfbelasting en verwijst de zaak terug naar het Gerechtshof voor nader onderzoek.

Hoge Raad oordeelt over de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in erfbelastingzaak; vernietigt eerdere uitspraak van het Hof en verwijst terug voor nader onderzoek.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake belastingaanslagen voor het jaar 2013, zonder verdere motivering.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 18 juni 2021.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens gebrek aan bevoegdheid van de indiener.

Cassatie over informatiebeschikkingen en omkering van bewijslast in belastingzaken; Hoge Raad bevestigt uitspraak Rechtbank en vernietigt uitspraak Hof.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in zaak over inkomstenbelasting en belastingrente, zonder verdere motivering.

Hoge Raad oordeelt dat schenkbelasting niet tot de verkrijgingsprijs van aandelen in het kader van aanmerkelijk belang behoort. Beroep in cassatie ongegrond verklaard.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende ongegrond en dat van de Staatssecretaris gegrond, bevestigt uitspraak Rechtbank en stelt termijn voor informatiebeschikking.

De Hoge Raad oordeelt dat de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor gezamenlijke verkrijging ook geldt voor economische eigendom. De uitspraak van het Hof wordt vernietigd en de zaak wordt verwezen voor verdere behandeling.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond in belastingrechtelijke zaak tegen de gemeente Rotterdam, zonder veroordeling in proceskosten.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk inzake navorderingsaanslag inkomstenbelasting.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet digitale indiening van het beroepschrift.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet voldoen aan de digitale indieningsplicht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet digitale indiening van het beroepschrift.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet digitale indiening van het beroepschrift.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-naleving van de digitale indieningsplicht.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 11 juni 2021, zonder verdere motivering, op basis van artikel 80a RO.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk op 11 juni 2021, wegens het niet slagen van het cassatieberoep.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn.