ECLI:NL:RBZWB:2025:168
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van naheffingsaanslagen omzetbelasting en vergrijpboeten door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 14 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken van belanghebbende BV tegen de inspecteur van de belastingdienst, met betrekking tot naheffingsaanslagen omzetbelasting en vergrijpboeten. De rechtbank beoordeelt de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur van 22 september 2023. De inspecteur had aan belanghebbende een naheffingsaanslag omzetbelasting van € 42.280 opgelegd over de periode van 1 januari 2018 tot en met 31 december 2021, en een tweede naheffingsaanslag van € 13.073 voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022. Daarnaast werden vergrijpboeten opgelegd van respectievelijk € 21.140 en € 6.536. De rechtbank oordeelt dat het hoorrecht in bezwaar is geschonden, waardoor de uitspraken op bezwaar vernietigd moeten worden. De rechtbank concludeert dat de vergrijpboeten ten onrechte zijn opgelegd, omdat de inspecteur niet overtuigend heeft aangetoond dat er sprake was van grove schuld aan de zijde van belanghebbende. De rechtbank vernietigt de boetebeschikkingen en oordeelt dat belanghebbende recht heeft op een vergoeding van de proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 14 januari 2025.