mw. mr. T. Dompeling

Appellant trok het hoger beroep in na tegemoetkoming door Uwv. De Raad veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten van € 6.386,25 en griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging en weigering van ZW-uitkering door Uwv; appellant's argumenten over onzorgvuldig onderzoek en onderschatting medische problematiek worden verworpen.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af wegens gebrek aan objectieve vrees voor partijdigheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering per 27 juni 2022; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt.

De Raad bevestigt de herziening en terugvordering van de WIA-uitkering van appellant wegens schending van de inlichtingenplicht. Een boete van € 40,- is terecht opgelegd. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegewezen.

De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het Uwv het verzoek om herziening van een besluit inzake WIA-uitkering terecht heeft afgewezen, maar dat de rechtbank geen proceskostenveroordeling heeft uitgesproken, wat wel moet gebeuren.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om schadevergoeding af wegens gebrek aan oorzakelijk verband met terugvorderingsbesluiten WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning ZW-uitkering van € 63,99, ondanks geschonden hoorplicht. Verzoek om schadevergoeding afgewezen, proceskosten van € 2.721,- vergoed.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de behandelend rechter.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 26 mei 2022, omdat er geen toegenomen medische beperkingen zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische onderbouwing is zorgvuldig en de geselecteerde functies zijn passend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens gebrek aan toegenomen beperkingen binnen vijf jaar na eerdere afwijzing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 22 oktober 2022, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en de medische beoordeling juist was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant onjuist heeft vastgesteld en herroept het besluit, waarbij appellant recht heeft op een WGA-uitkering van 80 tot 100%.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant onterecht was, gezien zijn long-covid klachten en medische urenbeperkingen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het UWV de FML van appellante moet aanpassen na deskundigenonderzoek, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid onjuist is vastgesteld op 63,84%.

Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken na een tegemoetkomend besluit van het Uwv. De Raad veroordeelt het Uwv in de proceskosten en de Staat tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW-uitkering aan appellant, oordelend dat medisch onderzoek zorgvuldig was en geen toename van beperkingen vaststelde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische beoordeling door Uwv wordt als zorgvuldig en juist beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding immateriële schade in WIA-zaak. Appellante maakte niet aannemelijk dat sprake was van geestelijk letsel.

Centrale Raad van Beroep neemt verzoek om wraking van alle rechters niet in behandeling wegens misbruik van het wrakingsmiddel.

Verzoek om wraking niet in behandeling genomen omdat het verzoek na de einduitspraak is ingediend.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld op 61,37% en dat de geselecteerde functies geschikt zijn, ondanks zijn medische beperkingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante per 3 augustus 2020 terecht op 36,01% heeft vastgesteld. Proceskostenveroordeling in hoger beroep.

De Raad bevestigt de intrekking van de ZW-uitkering van appellante per 23 februari 2020, oordelend dat de medische beperkingen adequaat zijn weergegeven en er geen reden is voor een urenbeperking.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; verzoek om schadevergoeding afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de loonsanctie aan appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van de werknemer, zonder noodzaak voor verzekeringsarts.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant per 14 oktober 2021 en 6 juni 2022; medische geschiktheid van geduide functies niet in twijfel getrokken.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante per 25 mei 2018 terecht op 74,07% heeft vastgesteld. Tevens wordt schadevergoeding van € 2.500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van WW-uitkering van € 29.150,37, onterecht ontvangen door appellante, en oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld.

De Raad voor de Rechtspraak wijst het verzoek om schadevergoeding af, oordelend dat betrokkene geen recht heeft op 100% loon in het derde ziektejaar, maar slechts op 70%.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 5.185,50 na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenveroordeling af en veroordeelt Uwv in kosten van appellant tot €5.372,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering Wajong-uitkering na criminele activiteiten van appellant. Schadevergoeding van € 1.500,- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding; eerdere weigering WIA-uitkering niet onrechtmatig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant een benadelingshandeling heeft gepleegd door nevenwerkzaamheden niet neer te leggen, wat leidt tot weigering van ZW-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen op het besluit van 28 augustus 2019 inzake WIA-uitkering, omdat er geen nieuwe feiten zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid na zorgvuldig medisch onderzoek.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende zorgvuldig heeft gehandeld bij de toekenning van een WIA-uitkering en geeft opdracht tot herstel van gebreken in het besluit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van faillissementsuitkering en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW- en ZW-uitkering wegens gefingeerd dienstverband. Appellant kan geen bewijs leveren voor privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door het Uwv. De Raad veroordeelt het Uwv tot vergoeding van € 3.267,40 aan proceskosten en € 913,- griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering per 19 november 2022; appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie aan werkgever wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van de werkneemster.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 5 februari 2020 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, ondanks aanpassing van de FML. Proceskosten van € 2.187,50 worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering per 10 september 2021; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 41,92% en oordeelt dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering per 14 juni 2021; appellant is medisch in staat om passende functies te verrichten.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering; oordeelt dat Uwv geen beperkingen heeft onderschat en functies voldoende zijn gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep verklaart verzoek om wraking niet-ontvankelijk wegens te late indiening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellant per 13 juli 2023; appellant kan geselecteerde functies vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WIA-uitkering aan appellant per 13 januari 2022, berekend naar 35,87% arbeidsongeschiktheid.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de vaststelling van het dagloon van appellante op € 123,74 na ouderschapsverlof, en oordeelt dat het Uwv dit terecht heeft gedaan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan werknemer, omdat deze minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Verzoek om herziening van de uitspraak van 3 december 2020 inzake WIA-uitkering afgewezen; geen nieuwe feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische en arbeidskundige beoordelingen door Uwv zijn voldoende gemotiveerd.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante door het Uwv wegens onvoldoende medische onderbouwing en draagt het Uwv op een nieuwe beslissing te nemen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Appellant verzoekt wijziging van zijn eerste arbeidsongeschiktheidsdag van 1 januari 1980 naar 7 december 1979. De Raad bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van het besluit van 28 juli 1989.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af; verzoeker had geen objectief gerechtvaardigde vrees voor partijdigheid van de behandelend rechter.

Verzoek om wraking van rechters in hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening.

Verzoek om wraking afgewezen; geen aanwijzingen voor partijdigheid van de rechter.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat de medische onderbouwing tekortschiet. Het Uwv moet opnieuw beslissen op het bezwaar van appellant.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WIA-uitkering afgewezen, omdat geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangevoerd.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat de arbeidsongeschiktheid van appellant niet duurzaam is en draagt het Uwv op om aanvullend onderzoek te doen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet volledig arbeidsongeschikt was bij aanvang van de verzekering en dat het Uwv een nieuwe beslissing moet nemen over haar WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging toeslag op grond van artikel 3 van de Toeslagenwet voor appellant in Marokko, zonder bijzondere omstandigheden.

Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang. Immateriële schade niet onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 47,39% per 24 maart 2020, omdat appellant niet meewerkte aan medisch onderzoek. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag van appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid na bedrijfsongeval.

Hoger beroep ingetrokken; Uwv veroordeeld tot schadevergoeding en wettelijke rente over na te betalen uitkering.

Beëindiging WGA-uitkering per 30 mei 2018 wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Hoger beroep niet succesvol; deskundigenrapporten zijn zorgvuldig en conclusies zijn bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en dat de ingangsdatum en hoogte van de uitkering correct zijn vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante per 1 december 2019, oordelend dat de geselecteerde functies passend zijn en het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen van eerdere besluiten inzake WIA-uitkering. Geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Geen nieuwe medische gegevens overgelegd, eerdere beoordelingen zijn juist.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Appellant's argumenten worden niet gevolgd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet aanmaande binnen de referteperiode voor overuren, waardoor het Uwv de WIA-uitkering correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt is, op basis van onvoldoende medische onderbouwing.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WIA-uitkering appellant terecht is vastgesteld op 58,14% arbeidsongeschiktheid. Uwv moet nieuwe beslissing nemen over WGA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt vaststelling dagloon Ziektewet op € 116,11 door Uwv; eerdere uitspraak rechtbank vernietigd.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellante, met een totaalbedrag van € 2.625,- en vergoeding van griffierecht van € 185,-.

Appellante heeft hoger beroep ingetrokken na een gewijzigde beslissing van het Uwv en verzocht om proceskostenvergoeding. De Centrale Raad van Beroep heeft het Uwv veroordeeld tot € 3.937,50 aan proceskosten.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellant in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WGA-vervolguitkering aan appellant met ingang van 16 februari 2021, oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld en dat appellant geen recht heeft op een loongerelateerde uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens gebrek aan toegenomen beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van verzoeker niet in behandeling genomen wegens misbruik van het wrakingsmiddel. Toekomstige wrakingsverzoeken in deze zaak worden eveneens niet in behandeling genomen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat er geen wijziging is in de arbeidsongeschiktheid van appellant na herbeoordeling. Nieuwe klachten zijn niet verzekerd en komen niet voort uit dezelfde ziekteoorzaak.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de bestuursrechter niet bevoegd is om te oordelen over de verjaring van vorderingen van het Uwv. Appellant moet zich tot de burgerlijke rechter wenden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging Ziektewetuitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Appellante's gronden over onzorgvuldigheid en geschiktheid van functies worden verworpen.

De Raad bevestigt de intrekking van de WAZ-uitkering en toeslag van appellant wegens inkomsten uit hennepteelt en werkzaamheden in meubelzaken, zonder dringende redenen om van intrekking af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; deskundigenrapport overtuigend, appellant niet te weinig beperkt.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard na gewijzigde beslissing op bezwaar door Uwv; proceskostenveroordeling van € 2.511,- en griffierecht van € 182,- vergoed.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het medisch onderzoek is als zorgvuldig beoordeeld.

De Raad oordeelt dat het Uwv terecht de WAO-uitkering van appellant heeft herzien en teruggevorderd wegens inkomsten uit hennepteelt. De maandelijkse inhouding van € 331,36 is correct vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat de gronden van verzoeker onvoldoende zijn om aan te nemen dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak; appellante slaagt niet in verzoek om terug te komen van besluiten WIA uit 2006 en 2009.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; geen toegenomen arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Deskundige oordeelt dat er geen toegenomen beperkingen zijn ten opzichte van eerdere beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellant, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De Raad oordeelt dat het medisch oordeel van het Uwv zorgvuldig is en dat er geen reden is om aan de juistheid te twijfelen. Proceskostenvergoeding van € 3.766,50 aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 54,96% moet worden vastgesteld en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op 45,47% heeft vastgesteld. Proceskostenveroordeling aan Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht niet terugkwam op eerdere besluiten over de WAO-uitkering van appellant. De ingangsdatum van de uitkering is correct vastgesteld op 11 december 2019.

Centrale Raad van Beroep vernietigt WIA-besluit van Uwv wegens onzorgvuldig medisch onderzoek en onvoldoende motivering, na overlijden van appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellant, oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en geen medische noodzaak voor beperkingen aanwezig is.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de ingangsdatum van de IVA-uitkering van de ex-werknemer op 2 augustus 2019 terecht is vastgesteld, zonder bijzondere omstandigheden die een eerdere ingangsdatum rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ziekengeld door Uwv; appellant kan klachten niet onderbouwen door gebrek aan medische stukken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van teveel betaalde WIA-uitkering aan appellant. Appellant had redelijkerwijs moeten begrijpen dat hij teveel ontving. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Appellant heeft geen nieuwe medische gegevens ingediend die de conclusie van het Uwv onderbouwen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 59,68% per 7 mei 2020. Hoger beroep niet geslaagd, eerdere uitspraak van de rechtbank blijft staan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant, oordeelt dat arbeidsongeschiktheid minder dan 35% is en dat FML juist is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beëindiging van de ZW-uitkering en de weigering van de WIA-uitkering terecht zijn, met proceskostenvergoeding van € 3.766,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering wegens geen toegenomen beperkingen binnen vijf jaar na 30 mei 2014.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat informatie van psychiater Roks als nieuw feit moet worden aangemerkt in WIA-zaak, waardoor Uwv de arbeidsongeschiktheid opnieuw moet beoordelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de arbeidsongeschiktheid van appellant, vastgesteld op 49,09% per 13 mei 2020.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt, geen aanleiding voor deskundige benoeming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant na zorgvuldige medische beoordeling; appellant was niet gedurende 104 weken arbeidsongeschikt.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de behandelend rechters niet in behandeling genomen, omdat het verzoek niet voldoende gemotiveerd was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld appellant, oordeelt dat hij geschikt is voor arbeid als barbier.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid, ondanks zijn klachten over elektromagnetische velden.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat de motivering van de afwijzing van het verzoek om getuigen op te roepen geen blijk geeft van vooringenomenheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak; geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden voor terugkomen op besluit Uwv.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing herzieningsverzoek ziekengeld. Geen nieuwe feiten of omstandigheden. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WAO-uitkering en terugvordering onverschuldigd betaalde uitkering na onderzoek naar uitkeringsfraude.

Hoger beroep over recht op ziekengeld; Uwv concludeert dat appellante meer dan 65% kan verdienen. Rechtbank bevestigt zorgvuldigheid van medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv de ingangsdatum van de IVA-uitkering op 25 februari 2020 terecht heeft vastgesteld. Geen bijzonder geval aangetoond door betrokkene.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond inzake WIA-uitkering; Uwv moet proceskosten van € 3.945,- vergoeden.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 3.348,- na intrekking van het hoger beroep.

Hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van een vrachtwagenchauffeur. De Raad vernietigt eerdere uitspraak en stelt arbeidsongeschiktheid vast op 67,33%.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over toekenning IVA-uitkering en bevestigt arbeidsongeschiktheid van 80-100%.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over beëindiging Ziektewet-uitkering na vrijspraak in strafzaak. Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de arbeidsbeperkingen van betrokkene niet duurzaam zijn, er is nog verbetering van functionele mogelijkheden te verwachten. De eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv het inkomen van betrokkene correct heeft berekend en dat er geen sprake is van een kennelijk onredelijk resultaat. Terugvordering van te veel betaalde ZW-uitkering is terecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging IVA-uitkering van appellant na herbeoordeling van arbeidsongeschiktheid op 6 april 2023.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht op basis van medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de hoogte van de IVA-uitkering voor appellant, die duurzaam volledig arbeidsongeschikt is, en oordeelt dat de berekeningen van het Uwv correct zijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de medische beperkingen van appellante heeft onderschat en vernietigt eerdere uitspraak. Schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn vastgesteld op € 1.500,-.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv inzake WIA-uitkering, oordeelt dat medisch onderzoek niet zorgvuldig was en draagt Uwv op nieuwe beslissing te nemen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraken en oordeelt dat WIA-aanvraag van appellante ten onrechte is afgewezen; Uwv moet opnieuw beslissen op bezwaar.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank over de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante, vastgesteld op 65 tot 80%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering; medische grondslag en arbeidsongeschiktheid onder de 35% zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, o.b.v. medische rapportages en arbeidsongeschiktheidsevaluatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na eerstejaars ZW-beoordeling, omdat hij in staat wordt geacht meer dan 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het wrakingsverzoek van verzoekster af, omdat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de rechters.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; medisch onderzoek en geschiktheid functies zijn zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van betrokkene tot € 1.674,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over WIA-uitkering; appellant kan geen gehoorbescherming dragen, waardoor geselecteerde functies niet geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant wegens arbeidsongeschiktheid onder de 35%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; geen toename van beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak. Proceskostenveroordeling van € 6.246,74 aan appellante.

Centrale Raad van Beroep verklaart beroep ongegrond; beëindiging WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid bevestigd; Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging recht op ziekengeld na Ziektewet-beoordeling; appellante voldeed niet aan uitzonderingen voor benutbare mogelijkheden.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en veroordeelt Uwv in proceskosten van € 2.511,- en griffierecht van € 185,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat beperkingen adequaat zijn beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep verklaart herzieningsverzoek niet-ontvankelijk wegens onredelijke termijn van indiening.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op IVA-uitkering, omdat haar arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellante op 76,91% en oordeelt dat zij niet volledig arbeidsongeschikt is, waardoor zij geen recht heeft op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de eerste arbeidsongeschiktheidsdag van appellant op 2 juli 2018 is vastgesteld, niet op 16 september 2019, en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WGA-uitkering; melding toegenomen beperkingen valt buiten vijfjaarstermijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling; appellante voldoet niet aan arbeidsongeschiktheidseisen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WAO-aanvraag door het Uwv wegens onvoldoende gegevens. Appellant ontvangt AOW en kan geen WAO-uitkering krijgen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 76,47% en veroordeelt het Uwv in proceskosten van € 3.036,- en griffierecht van € 185,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na 104 weken arbeidsongeschiktheid; appellant had geen recht op ziekengeld na samenvoeging ziekteperioden.

Hoger beroep van appellante tegen beëindiging WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, geen recht op uitkering door juiste inschatting van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep vernietigt niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank en wijst de zaak terug, omdat het Uwv niet kan aantonen dat het bestreden besluit tijdig is verzonden.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland en verklaart het beroep van betrokkene ongegrond, omdat er geen verschoonbare termijnoverschrijding is bij het indienen van bezwaar tegen het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak over WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheid, waarbij verslaving niet als ziekte wordt erkend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant recht heeft op loongerelateerde WGA-uitkering tot 11 oktober 2019, maar niet op een IVA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 60,47% en oordeelt dat het onderzoek door verzekeringsartsen zorgvuldig was.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van het herzieningsverzoek van appellant inzake zijn hersteldverklaring per 10 september 2013, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat ex-werknemer geen duurzame arbeidsongeschiktheid heeft, waardoor hij geen recht heeft op IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank over arbeidsongeschiktheid en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 51,25% voor appellant na auto-ongeval, ondanks betwisting van de diagnoses.

De Centrale Raad van Beroep heeft het wrakingsverzoek afgewezen omdat het niet tijdig was ingediend en er geen aanwijzingen waren voor vooringenomenheid van de rechters.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens onvoldoende procesbelang en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WGA-uitkering aan appellante, oordeelt dat geen toegenomen beperkingen zijn vastgesteld na herbeoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante niet arbeidsongeschikt volgens Uwv.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante correct heeft vastgesteld op 51,49%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldig onderzoek Uwv en geen reden tot twijfel aan medische conclusies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt.

Hoger beroep over de weigering van ziekengeld door het Uwv wegens een benadelingshandeling na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de WAO-uitkering van appellant terecht een jaar vóór de aanvraag is verhoogd, zonder bijzondere omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante terecht als medische afzakker is aangemerkt, waardoor haar arbeidsongeschiktheid correct is vastgesteld. Het Uwv wordt veroordeeld in de proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 73,12% en de eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang na nieuwe beslissing Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; appellant is minder dan 35% arbeidsongeschikt en geselecteerde functies zijn passend.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering op basis van verdiencapaciteit en medische beoordeling. Appellante heeft geen nieuwe informatie overgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 48,67% en wijst verzoek om praktijktest af.

Verzoek om wraking van de behandelend rechter is niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening van het verzoek.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WGA-uitkering van betrokkene terecht is beëindigd en dat zij geschikt is voor haar functie als Wmo-consulente.

Hoger beroep over WIA- en ZW-uitkering. Appellant betwistte de arbeidsongeschiktheid en de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek. De Raad oordeelde dat het onderzoek niet zorgvuldig was en vernietigde het besluit van het Uwv.

De Centrale Raad van Beroep heeft de wrakingsverzoeken van verzoekster tegen H. Lagas en T. Avedissian niet in behandeling genomen, omdat deze verzoeken niet voldoen aan de wettelijke vereisten.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat er geen sprake is van vooringenomenheid van de behandelend rechter.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Raad bevestigt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld en de berekening van het maatmaninkomen juist was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant wegens onvoldoende arbeidsongeschiktheid, gebaseerd op medische onderzoeken.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek door Uwv niet zorgvuldig is uitgevoerd en draagt het Uwv op om het gebrek te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep heeft hoger beroep ingetrokken na wijziging besluit door Uwv en veroordeelt Uwv in proceskosten van € 4.392,90.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; zorgvuldig onderzoek door Uwv, geen twijfel aan medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen toegenomen beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, die minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant niet ongeschikt voor arbeid ondanks psychische klachten.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing WIA-aanvraag. Geen schending van equality of arms. Geschiktheid van functies bevestigd. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld per 11 mei 2020, oordeelt dat medisch onderzoek niet zorgvuldig was, maar gebrek hersteld in hoger beroep. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering; appellant heeft geen nieuwe medische gegevens ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag verhoging WIA-uitkering wegens gebrek aan hulpbehoevendheid op 1 september 2022.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de vaststelling van de arbeidsongeschiktheid van appellante op 60,42% en oordeelt dat daggelden en crewkosten geen loon zijn. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op WGA-vervolguitkering na beëindiging WIA-uitkering door Uwv, vastgesteld op 65-80% arbeidsongeschiktheid.

Hoger beroep over weigering WIA-uitkering. Medisch onderzoek zorgvuldig, geen noodzaak voor urenbeperking. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 47,27% voor een kapster na herziening van de WIA-uitkering. Uwv had zorgvuldig medisch onderzoek verricht.

Tussenuitspraak over de geschiktheid van SBC-codes voor de berekening van arbeidsongeschiktheid in het kader van de Wet WIA, waarbij het Uwv wordt opgedragen een gebrek in het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant; geen schending vertrouwensbeginsel en medische geschiktheid functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering wegens gebrek aan toegenomen medische beperkingen per 4 februari 2019.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over ZW-uitkering; Uwv moet reiskosten en wettelijke rente vergoeden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; voldoende zorgvuldig onderzoek door Uwv, geen schending van 'equality of arms'.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is en veroordeelt het Uwv in proceskosten van € 3.036,-.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de geschiktheid van functies voor appellante in het kader van de Ziektewet en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellant op basis van medische herbeoordeling; geen nieuwe gronden voor twijfel aan zorgvuldigheid van onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, geen toename van beperkingen ten opzichte van eerdere beoordeling in 2018.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch onderzoek van het Uwv onzorgvuldig was en draagt hen op het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv nalatig was in het opvragen van informatie, waardoor de terugvordering van WIA-uitkering in strijd is met het rechtszekerheidsbeginsel. WIA-uitkering wordt vastgesteld op het niveau van verstrekte voorschotten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante medisch geschikt is voor de geduide functies en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de FML correct is en de functies passend zijn.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv voldoende zorgvuldig heeft gehandeld en dat de medische beoordeling correct was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante terecht als gehuwd werd aangemerkt, waardoor terugvordering van toeslag op grond van de Toeslagenwet gerechtvaardigd is.

Centrale Raad bevestigt weigering WIA-uitkering na laattijdige aanvraag. Medisch onderzoek zorgvuldig, appellante niet meer dan 35% arbeidsongeschikt.

Hoger beroep over omzetten WGA-uitkering naar WGA-vervolguitkering. Appellant betwist medische beoordeling, maar Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van de appellant, waarbij geen aanvullende beperkingen worden erkend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering na herbeoordeling arbeidsongeschiktheid. Medisch onderzoek zorgvuldig, geen schending van equality of arms.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante na zorgvuldig onderzoek en medische beoordeling.

Appellant verliest hoger beroep tegen Uwv over uitkering Ziektewet; onderzoek door Uwv wordt als zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv appellant moet vergoeden voor overschrijding van de redelijke termijn en proceskosten.

Centrale Raad bevestigt uitspraak rechtbank en wijst verzoek om schadevergoeding af; geen psychische beperkingen op datum in geding.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ZW-uitkering ten onrechte is beëindigd door onzorgvuldig medisch onderzoek. Uitkering wordt hersteld per 24 januari 2020.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; voldoende medische en arbeidskundige grondslag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering; geen toegenomen beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante niet doorlopend arbeidsongeschikt was vanaf 24 februari 2015 en dat de eerdere beslissing van het Uwv correct was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af, maar veroordeelt het Uwv tot vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering per 3 december 2018. Medisch oordeel wordt onderschreven, hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om herziening WIA-uitkering; geen nieuwe medische feiten aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, omdat het medisch onderzoek zorgvuldig was en geen verdere beperkingen werden vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 63,12% per 1 januari 2019 en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld; appellante geschikt voor arbeid na medisch onderzoek door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat loondoorbetalingsverplichting bij ziekte geldt voor arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, ondanks seizoensgebonden arbeidsprestaties.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat medische beoordeling en arbeidsongeschiktheid correct zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en beperkingen correct zijn weergegeven.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; voldoende zorgvuldig onderzoek en medische onderbouwing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante op 27,51% heeft vastgesteld, wat leidt tot indeling in de arbeidsongeschiktheidsklasse van 25 tot 35%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig en functies geschikt voor appellant.

Centrale Raad bevestigt dat appellante geen recht heeft op IVA-uitkering; volledige arbeidsongeschiktheid op 22 oktober 2019 niet duurzaam vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld op basis van medische en arbeidskundige beoordeling. Appellante's hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, o.b.v. voldoende medische grondslag en geschiktheid van geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant. Geschiktheid van functies en zorgvuldigheid van het onderzoek door Uwv worden onderschreven.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De rechtbank heeft de beroepsgronden van appellante afdoende besproken en gemotiveerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld en de WIA-uitkering heeft geweigerd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv appellant opnieuw moet onderzoeken voor WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat medische beoordeling door deskundige voldoende is onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep verklaart herzieningsverzoek niet-ontvankelijk wegens onredelijke termijn; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangedragen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, die minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Medische beoordelingen zijn zorgvuldig en adequaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging en weigering van ZW-uitkering op basis van voldoende medische en arbeidskundige grondslagen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 42,68% voor appellant na herbeoordeling door het Uwv. Hoger beroep afgewezen en Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant niet ongeschikt voor arbeid.

De Centrale Raad van Beroep verklaart de uitspraak van 28 oktober 2021 vervallen wegens schending van procedurevoorschriften. De gemachtigde van appellant was niet aanwezig tijdens de zitting.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, dat appellante niet voldoende medische onderbouwing heeft geleverd voor haar psychische en fysieke beperkingen in het kader van de WIA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de arbeidsongeschiktheid van appellant niet duurzaam is, waardoor hij geen recht heeft op een IVA-uitkering. De rechtbank oordeelt dat de geselecteerde functies passend zijn en dat de argumenten van appellant niet voldoende zijn onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onzorgvuldig heeft gehandeld bij de afwijzing van een WIA-uitkering en draagt hen op om het besluit te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van haar arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WIA-uitkering van appellante op 45-55% en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante per 3 juli 2018 niet in aanmerking kwam voor WIA-uitkering en dat de beëindiging per 30 december 2019 terecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 53,75% en oordeelt dat er geen medische noodzaak is voor een urenbeperking.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zijn arbeidsongeschiktheid op 21 september 2019 op minder dan 35% is vastgesteld. Appellant heeft geen nieuwe medische informatie overgelegd die zijn standpunt ondersteunt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante medisch geschikt is voor bepaalde functies en dat haar ziekengeld terecht is beëindigd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld en de WGA-uitkering terecht heeft beëindigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om de IVA-uitkering van appellante te verhogen tot 100%, omdat geen medische noodzaak voor hulpbehoevendheid is aangetoond.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante terecht op minder dan 35% heeft vastgesteld en geen WIA-uitkering heeft toegekend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid; appellant bracht geen nieuwe medische gegevens in.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; zorgvuldige beoordeling van beperkingen en geschiktheid van functies door Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor een urenbeperking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van ziekengeld voor appellante na zorgvuldige medische beoordeling en voldoende beschikbare functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens termijnoverschrijding. Appellant was gedetineerd, maar niet in staat om post tijdig te verzorgen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de WIA-uitkering van appellant, die niet in een situatie van GBM verkeert en wiens belastbaarheid correct is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de afwijzing van de WIA-uitkering van appellant, die zijn reumatische klachten niet voldoende onderbouwd heeft.

Centrale Raad van Beroep vernietigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante wegens onzorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over vrijstelling griffierecht en bevestigt dat de brief van het Uwv als besluit geldt. Appellante krijgt griffierecht terugbetaald en Uwv wordt veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat raadslidvergoeding als inkomen uit arbeid geldt en in mindering kan worden gebracht op WAO-uitkering. Geen strijd met VN-Gehandicaptenverdrag.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant zoals vastgesteld door het Uwv en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering en afwijzing melding toegenomen arbeidsongeschiktheid. Uwv heeft zorgvuldig onderzoek verricht. Proceskosten van € 5.483,- en griffierecht van € 172,- worden vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de beperkingen van appellant niet zijn toegenomen sinds 2014, en dat de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling op feitelijke arbeid kan worden gebaseerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante geschikt voor WIA-functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanspraken appellant; re-integratie-inspanningen werkgever voldoende. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat ZW-uitkering ten onrechte is beëindigd door onzorgvuldig medisch onderzoek door Uwv. Hoger beroep gegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is geweest. Appellant's hoger beroep wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant heeft geen nieuwe medische gegevens ingebracht die de eerdere conclusies tegenspreken.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van verzoeker niet in behandeling genomen, omdat het verzoek geen wrakingsverzoek is in de zin van de Awb.

Hoger beroep over omzetting loongerelateerde WGA-uitkering naar loonaanvullende WGA-uitkering; arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 68,78%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante heeft geen nieuwe medische informatie overgelegd en het medisch onderzoek is voldoende zorgvuldig uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek en geselecteerde functies zijn geschikt voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellant arbeidsgeschikt voor eigen werk na medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 52,33% en de geschiktheid van de functies, ondanks zijn klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering wegens niet vervulde wachttijd. Appellante had onvoldoende bewijs van beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet arbeidsongeschikt is volgens de Wet WIA. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WIA-uitkering van appellante, ondanks mogelijke onjuistheid van diagnose PTSS. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WGA-uitkering van appellant, oordelend dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en geen loonsanctie hoeft op te leggen in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht WIA-uitkering weigerde op basis van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medische beoordeling toont geschiktheid voor arbeid aan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante; geen reden om aan medische beperkingen te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit dat Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat werk als docent passend is voor verzoekster. Verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordelend dat het Uwv voldoende rekening heeft gehouden met haar medische klachten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit van Uwv over arbeidsongeschiktheid ex-werkneemster; Uwv moet nieuwe beslissing nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dat het Uwv terecht een WIA-uitkering heeft geweigerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 43,47% na zorgvuldig onderzoek door het Uwv. Appellant's argumenten worden verworpen.

De Centrale Raad van Beroep verklaart de wrakingsbeslissing van 23 april 2021 vervallen wegens schending van procesrecht, omdat verzoekster niet op de hoogte was van de zitting.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante heeft arbeidsvermogen en kan werken.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing Wajong-uitkering. Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en medische beoordeling juist is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante met CVS/ME arbeidsvermogen heeft, ondanks haar beperkingen. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante in staat is tot het vervullen van de functie wikkelaar, samensteller elektronische apparatuur, en dat de beëindiging van haar ZW-uitkering terecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de ZW-uitkering van appellant, oordelend dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv onvoldoende heeft gemotiveerd dat de functie van Receptionist niet passend is voor de werkneemster en dat het combineren van functies niet mogelijk is. Uwv moet het besluit herstellen en nader onderzoek doen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de arbeidsongeschiktheid van appellant, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en geen nieuwe medische gegevens zijn aangedragen die de eerdere beoordeling tegenspreken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor eigen arbeid en weigert ZW-uitkering. Hoger beroep faalt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geschikt is voor eigen arbeid en weigert ZW-uitkering. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing verzoek om terug te komen van WIA-besluit. Geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond. Proceskosten Uwv vergoed.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering van appellante na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv. Geen nieuwe feiten die eerdere beoordeling tegenspreken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen procesbelang meer heeft na intrekking van besluiten door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor functie medewerker intern transport.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om WAO-uitkering toe te kennen, omdat geen toename van beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering, omdat er geen toename van medische beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant; medisch onderzoek en geschiktheid functies zijn correct beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en conclusies zijn juist.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag vrijwillige WAO-verzekering; schadevergoeding van € 500,- toegekend wegens termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv niet aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van nieuw bedongen arbeid, waardoor geen nieuwe loondoorbetalingsverplichting voor de werkgeefster is ontstaan.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WGA-vervolguitkering en proceskostenveroordeling. Appellant krijgt gelijk in proceskosten, maar verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering Wajong-uitkering wegens schending inlichtingenverplichting door appellant.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en besluit Uwv over re-integratie-inspanningen ex-werkgever; onderzoek wordt heropend voor schadevergoeding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgever voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en geen loonsanctie hoeft te worden opgelegd.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat Uwv geheel aan bezwaren van appellant tegemoet is gekomen. Appellant heeft geen belang meer bij een oordeel in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, o.a. vanwege onvoldoende arbeidsongeschiktheid en zorgvuldige besluitvorming.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 39,9% en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, geen onjuiste FML, functies geschikt voor appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante; medische beoordeling toont geschiktheid voor geselecteerde functies aan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging en intrekking van ZW-uitkering wegens onvoldoende verzekering en medische grondslag.

Hoger beroep over WIA-uitkering en vertrouwensbeginsel; toezegging verzekeringsarts leidt tot gegrondverklaring van het beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-loonaanvullingsuitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Centrale Raad van Beroep heeft het wrakingsverzoek van verzoeker niet in behandeling genomen, o.a. omdat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de behandelend rechter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na beoordeling dat appellant meer dan 100% van maatmaninkomen kan verdienen.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de behandelend rechter niet in behandeling genomen, omdat er geen feiten zijn die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar brengen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing ZW-uitkering; appellant niet arbeidsongeschikt op 1 november 2016.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 77,21% en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de ZW-uitkering van betrokkene onterecht heeft beëindigd door onzorgvuldig medisch onderzoek.

Verzoek om wraking afgewezen; vrees voor vooringenomenheid niet objectief gerechtvaardigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing aanvraag tolk gebarentaal; gesprekken met bedrijfsarts vallen niet onder re-integratieactiviteiten.

Hoger beroep over loonsanctie en re-integratie-inspanningen. De Centrale Raad bevestigt dat de werkgever onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv appellant terecht minder dan 35% arbeidsongeschikt achtte en de WIA-uitkering weigerde. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant op 22 maart 2017 niet volledig arbeidsongeschikt was, op basis van deskundigenrapport. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden voor terugkomen op eerder besluit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant per 9 maart 2018, oordeelt dat het Uwv bevoegd was tot herbeoordeling en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering, maar vernietigt uitspraak rechtbank voor wat betreft proceskostenvergoeding aan appellant.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de aanvraag voor starterskrediet van betrokkene terecht heeft afgewezen. Hoger beroep van betrokkene niet-ontvankelijk verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen belanghebbende is bij het besluit van het Uwv op grond van de Wet WIA. Hoger beroep slaagt niet en eerdere uitspraak wordt bevestigd.

Appellante's aanvraag voor een WIA-uitkering is afgewezen omdat zij niet kon aantonen dat er een dienstverband was met [werkgever B.V.]. De Centrale Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep vernietigt schorsing ZW-uitkering wegens onvoldoende bewijs van niet-meewerken aan re-integratie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; appellant niet arbeidsongeschikt volgens FML.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; betrokkene was niet verzekerd op eerste arbeidsongeschiktheidsdag.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en herroept besluit Uwv over beëindiging ZW-uitkering van appellante, die niet in staat was om arbeid te verrichten door PTSS en depressie.

Centrale Raad van Beroep wijst aanvraag Wajong-uitkering af; situatie appellant niet duurzaam. Uwv veroordeeld in proceskosten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering van appellant, oordeelt dat Uwv zorgvuldig medisch onderzoek heeft verricht en dat appellant niet volledig arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg en oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante correct heeft vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ziekengeld en afwijzing WIA-uitkering, oordeelt dat Uwv zorgvuldig onderzoek heeft verricht en bezwaartermijn van twee weken terecht was.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 35,7% voor WIA, na beoordeling van medische rapporten en deskundigen. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

Verzoek om wraking van de behandelend rechter in hoger beroep wordt niet in behandeling genomen wegens misbruik van het wrakingsmiddel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 63,50% voor appellant, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van besluit inzake ziekengeld, omdat geen nieuwe feiten zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt was voor haar maatgevende arbeid ondanks haar klachten. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de arbeidsongeschiktheid van appellante en weigering van WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland over de arbeidsongeschiktheid van appellant, waarbij het Uwv de WGA-loonaanvullingsuitkering per 1 oktober 2018 beëindigde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering aan appellant; geen toegenomen beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over terugvordering Wajong-uitkering. Appellant's beroep op vertrouwensbeginsel wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat Uwv correct heeft vastgesteld dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant heeft geen duurzaam arbeidsvermogen, ondanks beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering; appellant beschikte over arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat Uwv niet voldoende medisch onderzoek heeft verricht naar arbeidsongeschiktheid van appellant.

Hoger beroep over verzoek ex-werkgever inzake ziekengeldtoekenning. Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verzoek niet binnen redelijke termijn is gedaan. Aangevallen uitspraak vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat medische beperkingen correct zijn vastgesteld en geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geen schending van equality of arms.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant voldeed niet aan wachttijd WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellant, o.a. wegens voldoende zorgvuldig medisch onderzoek.

Verzoek om wraking van de rechters niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening van het wrakingsverzoek.

Hoger beroep over schorsing Wajong-uitkering wegens verblijf in het buitenland. Uwv schorste uitkering op 1 september 2017. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing IVA-uitkering en oplegging van maatregel wegens niet opvolgen voorschrift verzekeringsarts.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging Wajong-uitkering van appellante naar 70% van het minimumloon per 1 januari 2018, oordeelt dat appellante over arbeidsvermogen beschikt.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking van de behandelend rechter afgewezen, omdat er geen bewijs van vooringenomenheid was.

Verzoek om wraking van de behandelend rechter niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening van het verzoek.

Verzoek om voorlopige voorziening tot schadevergoeding afgewezen; geen causaal verband aangetoond tussen gevorderde schade en besluit Uwv.

Verzoek om wraking door verzoekster afgewezen wegens misbruik van recht. Volgend verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van WW- en ZW-uitkeringen wegens geen bewijs van dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene recht heeft op ziekengeld op basis van zwangerschapsgerelateerde klachten, en vernietigt het besluit van het Uwv.

Hoger beroep over loonsanctie en WIA-uitkering. Appellant's psychische klachten en re-integratie-inspanningen worden beoordeeld. Geen loonsanctie opgelegd, WIA-uitkering correct vastgesteld. Schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgever ziekengeld moet doorbetalen wegens tekortkomingen in re-integratieplicht. Oordeel over GBM en toepassing van artikel 6:22 Awb besproken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant en oordeelt dat het Uwv voldoende heeft gemotiveerd dat de functies medisch geschikt zijn voor appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante; geen twijfel over geschiktheid voor maatgevende arbeid.

Centrale Raad bevestigt beëindiging WGA-uitkering; medische geschiktheid appellant voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de verlaging van de arbeidsongeschiktheid van appellante naar 61,96% en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en herroept besluit Uwv over loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkgever.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de WIA-uitkering van appellante, die te veel uitkering ontving. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante geen recht heeft op WAZ-uitkering na intrekking in 2014, omdat zij niet verzekerd was onder de WAZ en haar arbeidsongeschiktheid na 1 augustus 2004 is ingetreden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante heeft tijdelijk geen arbeidsvermogen, maar situatie is niet duurzaam.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant arbeidsvermogen heeft en niet kan aantonen dat hij geen basale werknemersvaardigheden bezit.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag van jonggehandicapte, oordelend dat er geen bewijs is voor duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van 72,31% voor appellant, geen reden om te twijfelen aan medisch oordeel, bijduiden van functies toegestaan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werkneemster.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant recht heeft op loongerelateerde WGA-uitkering met terugwerkende kracht tot 13 december 2015, na vernietiging van eerdere uitspraak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, o.b.v. medische beoordeling en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen aan appellante, na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat functies voor zwangere werkneemster geschikt zijn, ondanks zorgen over schadelijke dampen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht het gehele invorderingsbedrag bij appellant heeft ingevorderd, ondanks afspraken met ex-partner over schulden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant per 20 maart 2018 ontslag heeft genomen en dat er geen sprake is van verminderde verwijtbaarheid, waardoor de ZW-uitkering terecht is geweigerd.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak over arbeidsongeschiktheid ex-werknemer en draagt Uwv op nieuwe beslissing te nemen.

Verzoek om wraking niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-tijdige indiening van het verzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerste ziektedag op 2 februari 2016 en oordeelt dat de argumenten van appellante geen rol spelen bij de vaststelling van het recht op ziekengeld.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dat de geselecteerde functies passend zijn.

Verzoek om wraking van de gehele Raad niet in behandeling genomen; verzoeker maakt misbruik van wrakingsmogelijkheden.

Centrale Raad van Beroep neemt verzoek om wraking niet in behandeling wegens misbruik van het wrakingsmiddel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ZW-uitkering. Voldoende zorgvuldig onderzoek door Uwv en geen onderbouwing van gestelde klachten in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkgeefster voldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht en wijst verzoek om schadevergoeding af, maar kent € 1.000,- schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Stichting Noordwest Ziekenhuisgroep onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht voor een zieke werkneemster, waardoor de eerdere uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; voldoende medische grondslag en geen nieuwe feiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor maatmanfunctie maaltijdbezorger.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv ten onrechte de WGA-uitkering van appellante beëindigde. De Raad herstelt de uitkering naar 100% en kent schadevergoeding toe wegens schending van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering wegens geen toegenomen beperkingen. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende psychisch onderzoek heeft verricht bij beëindiging ZW-uitkering. Uwv moet gebreken herstellen en opnieuw onderzoek doen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de WGA-vervolguitkering van appellant op basis van 55% tot 65% arbeidsongeschiktheid, na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant en de rechtsgeldigheid van de uitspraak zonder handtekening van de griffier.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Appellante's klachten onvoldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv terecht arbeidsongeschiktheid appellant op minder dan 35% heeft vastgesteld. Proceskosten Uwv vergoedt aan appellant.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant kan meer dan 65% van maatmanloon verdienen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het beroep van de appellant niet-ontvankelijk is, omdat er geen procesbelang is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant niet arbeidsongeschikt is volgens de Wet WIA. Geen reden voor inschakeling deskundige.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante; geen urenbeperking vastgesteld op datum in geding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam dat appellante geschikt is voor arbeid en geen recht heeft op WIA-uitkering.

Hoger beroep over WIA-uitkering van appellant met psychische klachten. Raad oordeelt dat Uwv urenbeperking moet toepassen. Besluit van Uwv vernietigd en nieuwe beslissing opgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van WIA-aanvraag wegens gebrek aan nieuwe feiten of omstandigheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en afwijzing WIA-aanvraag van appellante, die de wachttijd van 104 weken niet heeft volgemaakt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante niet heeft aangetoond dat zij op 2 januari 2017 ongeschikt was voor haar maatgevende arbeid. Hoger beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over terugvordering van Ziektewet-uitkering. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen op een rechtens onaantastbaar besluit inzake WAO-uitkering, omdat geen nieuwe feiten zijn aangetoond.

Hoger beroep van appellante tegen de weigering van een WIA-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat er geen nieuwe feiten zijn die de eerdere beslissing van het Uwv kunnen ondermijnen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid van appellant, die geen recht meer heeft op WIA-uitkering. Hoger beroep slaagt niet.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WIA-PV af, omdat verzoeker geen nieuwe feiten heeft aangevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over weigering WIA- en ZW-uitkering, oordeelt dat medische onderzoeken zorgvuldig zijn uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van WIA-besluit; geen nieuwe feiten of omstandigheden aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en geen schending van equality of arms.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg en oordeelt dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld in de beoordeling van de WIA-uitkering van appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de arbeidsongeschiktheid van betrokkene per 28 juni 2016 niet duurzaam was, waardoor zij geen recht had op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing bekortingsverzoek WIA door Uwv; appellante heeft tekortkomingen in re-integratie niet hersteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering ZW-uitkering van appellant na wijziging van eenmanszaak naar B.V. Appellant had moeten inzien dat zijn DGA-status invloed had op zijn recht op ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht, wat leidt tot een loonsanctie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante; medisch onderzoek voldoende zorgvuldig, geen schending van equality of arms.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek was zorgvuldig en geen nieuwe beperkingen aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant op 47,74% en 46,66% in het kader van de Wet WIA, na zorgvuldige medische beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de WGA-uitkering van appellante, oordelend dat de geselecteerde functies geen overschrijding van haar belastbaarheid vertonen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op WIA-uitkering en dat het Uwv terecht onverschuldigd betaalde ZW-uitkering terugvorderde.

Hoger beroep van appellante tegen afwijzing verzoek om terug te komen van een besluit inzake Ziektewetuitkering. Geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en functies zijn geschikt voor appellante.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante na zorgvuldige medische en arbeidskundige beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant; medische onderbouwing voldoende, appellant geschikt voor arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek Uwv zorgvuldig, appellant kan meer dan 65% van maatmaninkomen verdienen.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het medisch oordeel van de verzekeringsartsen juist is en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering; voldoende medische grondslag en geen schadevergoeding voor termijnoverschrijding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van ZW-uitkering aan appellant na herziening door Uwv. Geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek en beoordeling zijn zorgvuldig uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van ZW-uitkering en Toeslag; geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat WGA-uitkering van betrokkene terecht is vastgesteld op 73,64% en dat de functie van voedingsassistent passend is, ondanks eerdere vernietiging door de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante geschikt voor WIA-functies. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling. Appellant's klachten werden voldoende meegewogen, en de functies bleken medisch geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor functie medewerker quality control.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellante; geschiktheid voor functie wikkelaar op 15 januari 2018 vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld, omdat zij in staat werd geacht haar werk uit te voeren na zorgvuldig medisch onderzoek.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en dat de geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering appellante; geen reden om te twijfelen aan de medische beoordeling en geschiktheid van functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de ZW-uitkering aan appellant, oordelend dat hij geschikt is voor andere arbeid na medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; appellant onderbouwt psychische klachten niet met medische informatie.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat zijn belastbaarheid correct is vastgesteld en dat de functies medisch geschikt zijn.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de functie administratief medewerker geschikt is voor appellante, ondanks haar klachten. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor arbeid na beoordeling van medische geschiktheid, ondanks haar klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over de belastbaarheid van appellant in het kader van de WIA. Appellant's gronden in hoger beroep vormen geen aanleiding voor een ander oordeel.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheid en WIA-uitkering. Appellant stelt dat zijn beperkingen onderschat zijn. De Raad oordeelt dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid terecht heeft vastgesteld op 45,48%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante na beoordeling van haar belastbaarheid. Verzoek om aanhouding afgewezen. Geen aanleiding om Uwv's inschatting van belastbaarheid te betwijfelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor arbeid als machinebediende, ondanks handklachten.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellante, oordelend dat het Uwv voldoende zorgvuldig heeft gehandeld in de medische beoordeling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante met betrekking tot de ziekte van Crohn en de geschiktheid van geselecteerde functies, en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering en ziekengeld; geen nieuwe medische informatie in hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering, omdat zijn arbeidsongeschiktheid niet duurzaam is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de ongegrondverklaring van de beëindiging van ZW- en WIA-uitkering. Appellant heeft geen nieuwe medische informatie ingediend en geen belemmeringen aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing schadevergoeding door Uwv; geen onrechtmatig besluit aangetoond.

Centrale Raad bevestigt de weigering van WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat medische beoordeling door Uwv voldoende gemotiveerd is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging WAO-uitkering en beëindiging ZW-uitkering, oordeelt dat medische grondslag voldoende is.

De Centrale Raad van Beroep verklaart het beroep van de appellant niet-ontvankelijk wegens te late indiening, omdat de beroepstermijn was verstreken en er geen verschoonbaarheid was aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid voor functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid voor passende functies.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep tegen ZW-uitkering beëindiging gegrond, maar houdt Uwv's besluit in stand.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de WIA-uitkering van appellant, omdat hij medisch gezien in staat werd geacht om geselecteerde functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellante, o.a. vanwege onvoldoende medische onderbouwing van haar beperkingen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medische beoordeling zorgvuldig, appellant voldoet niet aan criteria voor duurzame benutbare mogelijkheden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering ZW-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek toont geen toename van klachten aan.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medische beoordeling en geschiktheid functies zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de arbeidsongeschiktheid van appellant op 47,88% in het kader van de Wet WIA, na zorgvuldige beoordeling van medisch onderzoek en geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging van ZW-uitkering; medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig en functies zijn geschikt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig, appellant geschikt voor andere functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante geschikt voor geselecteerde functies ondanks gezondheidsklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek en FML adequaat.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor de functie van medewerker tuinbouw, ondanks haar allergieën. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WAO-uitkering; geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

De Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om wraking afgewezen, omdat niet gebleken is van vooringenomenheid van de behandelend rechter.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante geschikt voor maatgevende arbeid na ziekte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt verlaging van ZW-uitkering van appellante van 100% naar 70% na conclusie dat geen causaal verband meer bestaat met zwangerschap of bevalling.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van een ten onrechte betaalde ZW-uitkering aan de erven van [naam A], zonder dringende redenen voor afzien van terugvordering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling van zijn beperkingen en geschiktheid voor geselecteerde functies.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellant geschikt voor WIA-functies ondanks psychische en diabetes gerelateerde klachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; medisch onderzoek en beperkingen appellant correct vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak over de arbeidsongeschiktheid van appellante, die zich ziek meldde met psychische klachten. De FML van 8 februari 2017 wordt onderschreven en de mate van arbeidsongeschiktheid blijft 55 tot 65%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de mate van arbeidsongeschiktheid van appellante op 35 tot 80% en oordeelt dat de medische beoordeling door het Uwv correct is.

Hoger beroep over de weigering van een WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat appellant geschikt is voor geselecteerde functies en geen urenbeperking nodig is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de arbeidsongeschiktheid van appellante en weigering van WIA-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de niet-ontvankelijkheid van bezwaren van de appellant tegen de afwijzing van zijn WAO-uitkering, omdat hij geen gronden tijdig heeft ingediend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over het recht op ziekengeld van appellante, die in staat wordt geacht om andere functies te vervullen.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af wegens onvoldoende zwaarwegende omstandigheden die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar zouden brengen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering aan appellant; geen toereikende medische gronden voor arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante, oordeelt dat medische beoordeling deugdelijk is en dat er geen reden is om aan belastbaarheid te twijfelen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek en geschiktheid functies vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellante een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt is.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante na herbeoordeling; onderzoek door Uwv was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek zorgvuldig, functies geschikt voor appellant.

Hoger beroep van appellant tegen afwijzing WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, oordeelt dat onderzoek Uwv zorgvuldig was en geen nieuwe medische feiten zijn aangedragen.

Hoger beroep van appellante over Wajong-uitkering; Raad bevestigt dat appellante arbeidsvermogen heeft ondanks beperkingen.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering; appellante geschikt voor functie snackvoorbereider. Medisch onderzoek door Uwv zorgvuldig, geen reden tot twijfel aan conclusies verzekeringsartsen.

Hoger beroep over WIA-uitkering; Raad bevestigt eerdere uitspraak dat geen toename van beperkingen is vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de WIA-uitkering van appellante, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en geen nieuwe informatie is ingebracht.

Hoger beroep over beëindiging ZW-uitkering. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak; medisch oordeel verzekeringsartsen is zorgvuldig en onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over schadevergoeding na onrechtmatig besluit van Uwv. Verzoekster krijgt € 9.776,53 toegewezen en Uwv wordt veroordeeld in proceskosten van € 787,50.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de arbeidsongeschiktheid en WGA-uitkering van appellant, die zijn gezondheidsklachten onvoldoende verwerkt achtte.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-uitkering aan appellante; arbeidsongeschiktheid niet duurzaam volgens Wajong 2010 en 2015.

Hoger beroep over niet-ontvankelijk verklaring bezwaar en herziening van bijstand. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; Uwv veroordeeld tot vergoeding proceskosten van € 2.590,35 en griffierecht.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was per 29 februari 2016 en heeft recht op IVA-uitkering. Uwv's weigering wordt vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant; medische beoordeling en geschiktheid functies zijn correct vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening af, omdat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die tot een andere uitspraak zouden kunnen leiden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek; appellante was geschikt voor haar laatst verrichte arbeid.

Centrale Raad bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering wegens niet voldoen aan wachttijd. Medisch onderzoek door Uwv was zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellante. Geschiktheid van functies en medische beoordeling door Uwv zijn voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een loongerelateerde WGA-uitkering aan appellant, oordeelt dat het onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en wijst verzoek om deskundige af.

Hoger beroep tegen de weigering van een WIA-uitkering; de Centrale Raad bevestigt de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek door het Uwv en de conclusie van minder dan 35% arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige beoordeling door Uwv. Geen schending van equality of arms. Hoger beroep van appellante slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; geen schending van equality of arms vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om terug te komen van besluit inzake ziekengeld. Geen nieuwe feiten of toegenomen beperkingen aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht had op ZW-uitkering en dat het Uwv terecht onverschuldigd betaalde uitkering terugvorderde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om een WIA-uitkering toe te kennen, na zorgvuldig medisch onderzoek en beoordeling van arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering op basis van medische beoordeling en verdiencapaciteit.

Hoger beroep over afwijzing uitkering ZW en WIA; geen privaatrechtelijke dienstbetrekking vastgesteld; verzoek schadevergoeding afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld, omdat zij geschikt wordt geacht voor geselecteerde functies. Uwv veroordeeld tot proceskostenvergoeding.

De wrakingskamer verklaart het wrakingsverzoek van verzoeker niet-ontvankelijk wegens te late indiening en evident misbruik van het wrakingsmiddel.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang; appellant had geen recht meer op ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht heeft op WIA-uitkering per 1 september 2015, gezien onvoldoende onderbouwing van toegenomen arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkneemster geen recht had op WIA-uitkering bij indiensttreding en dat de aanvraag voor ZW-uitkering niet voldeed aan de vereisten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-vervolguitkering, maar oordeelt dat appellant recht had op hoorzitting. Uwv moet proceskosten vergoeden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv aan zijn bewijslast heeft voldaan inzake de rechtmatigheid van de Ziektewetuitkering van betrokkene, en vernietigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over WIA-uitkering en medisch onderzoek. Appellante's bezwaar tegen Uwv-besluiten werd ongegrond verklaard. De Raad bevestigt eerdere uitspraken van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging loongerelateerde uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek. Appellante's hoger beroep wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen procesbelang heeft bij de beoordeling van het ingetrokken werkplan in het kader van de WW.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk en bevestigt eerdere uitspraak over schorsing ZW-uitkering en 10% maatregel.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na zorgvuldige medische beoordeling door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg dat appellante geschikt is voor arbeid en geen recht heeft op ziekengeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht heeft op ziekengeld en WIA-uitkering, o.a. omdat zij de wachttijd niet heeft vervuld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na 18 juli 2015, op basis van zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellante geen recht heeft op ziekengeld, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van haar maatmaninkomen.

Appellante is in hoger beroep gegaan tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar aanvraag voor een ZW-uitkering. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en komt niet toe aan een inhoudelijke beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering appellant wegens geschiktheid voor eigen werk na whiplashklachten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na 7 januari 2017, omdat zij meer dan 65% kan verdienen van haar maatmaninkomen. Medisch onderzoek door Uwv wordt als zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep rectificeert uitspraak over proceskostenvergoeding in sociale zekerheidszaak, waarbij kosten van medisch adviseur ten onrechte niet waren opgenomen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor de functie van telefonisch medewerker planning en dat haar ZW-uitkering per 1 maart 2017 terecht is beëindigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geen recht meer heeft op ziekengeld na beoordeling door het Uwv. Hoger beroep afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging Ziektewetuitkering op basis van verdienvermogen en medische geschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering op basis van verdienvermogen en medische geschiktheid.

Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkheid van haar bezwaar tegen de WIA-uitkering van betrokkene. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep niet slaagt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat Uwv niet verplicht is om bij beoordeling van arbeidsongeschiktheid ook een maatregel op te leggen zonder verzoek. Aangevallen uitspraak vernietigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant over de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant, die zijn beperkingen niet voldoende onderbouwd achtte.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland dat appellant geschikt is voor zijn arbeid, ondanks zijn klachten.

Hoger beroep over WIA-uitkering en re-integratie-inspanningen. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraken, oordeelt dat werknemer voldoende benutbare mogelijkheden heeft en dat appellante onvoldoende re-integratie-inspanningen heeft verricht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt uitspraak rechtbank Noord-Nederland over WIA-uitkering. Geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geschikt is voor zijn werk als machineoperator na nierdonatie. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, waarin het beroep van appellant tegen de beëindiging van zijn Ziektewetuitkering ongegrond werd verklaard.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-aanvraag; appellant had geen ononderbroken arbeidsongeschiktheid van 1 februari 2012 tot aanvraagdatum.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over WIA-uitkering en re-integratie-inspanningen; bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank voor het overige en verklaart beroep ongegrond.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv onvoldoende heeft onderbouwd dat de arbeidsongeschiktheid van werknemer niet duurzaam is. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd en het Uwv moet een nieuwe beslissing op bezwaar nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WAZO- en ZW-uitkering en terugvordering onverschuldigd betaalde uitkeringen, o.b.v. onderzoek naar dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant onvoldoende bewijs heeft geleverd voor een privaatrechtelijke dienstbetrekking met [naam 3] op 15 augustus 2014, waardoor zijn aanvraag om ziekengeld wordt afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat rugklachten van appellante geen gevolg zijn van zwangerschap of bevalling. Hoger beroep faalt.

Centrale Raad van Beroep bevestigt niet-ontvankelijkverklaring van beroep wegens termijnoverschrijding in WIA-PV zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de intrekking van de Ziektewetuitkering voor appellante, oordeelt dat medische beoordeling juist is en dat geselecteerde functies geschikt zijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Overijssel over de beëindiging van de Ziektewetuitkering van appellant, omdat zijn beperkingen niet objectief zijn aangetoond.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering na zorgvuldige medische beoordeling; geen objectieve informatie over beperkingen appellant op datum in geding.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van vangnetter zonder werkgever; verlichtende aspecten moeten worden meegewogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering en vaststelling wachttijd Wet WIA; geen nieuwe medische informatie overgelegd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de Ziektewet-uitkering van een appellant met psychische en lichamelijke klachten, oordelend dat de geselecteerde functies passend zijn en de begeleidingsbehoefte kan worden ingevuld zonder extra eisen.

Centrale Raad bevestigt loonsanctie voor appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werknemer na arbeidsongeschiktheid. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De Centrale Raad van Beroep heeft het wrakingsverzoek van verzoeker niet in behandeling genomen, omdat hij niet tijdig alle feiten heeft voorgedragen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt loonsanctie voor appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van een werknemer in het kader van de WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland dat appellante geschikt is voor haar eigen werk en geen recht heeft op WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering en geschiktheid van functies voor appellante. Medisch onderzoek en rapporten worden als zorgvuldig beoordeeld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; geen toename van medische beperkingen vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en verklaart beroep gegrond inzake Ziektewet en arbeidsongeschiktheid van appellant.

Hoger beroep over de arbeidsongeschiktheid van appellant met psychische en lichamelijke klachten. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het Uwv voldoende onderzoek heeft verricht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante geschikt is voor haar arbeid en beëindigt haar ZW-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de volledige arbeidsongeschiktheid van appellant op 22 juni 2016 niet duurzaam was, waardoor hij geen recht had op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep vernietigt uitspraak rechtbank en verklaart beroep werkgever ongegrond inzake loonsanctie en re-integratie-inspanningen.

Hoger beroep over arbeidsongeschiktheidspercentage en medische afzakker in WIA-zaak; uitspraak bevestigt eerdere beslissing van de rechtbank.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht meer heeft op Ziektewetuitkering. Appellant onderbouwde zijn standpunt onvoldoende met medische stukken.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Rotterdam over de WIA-beoordeling van appellant, waarbij de geschiktheid van functies in medisch opzicht werd vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat appellant geen recht meer heeft op Ziektewetuitkering na eerstejaars beoordeling.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant in staat is de functie van parkeercontroleur te vervullen en dat de wachttijd voor uitkering niet is vervuld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en dat appellant onvoldoende onderbouwing heeft gegeven voor zijn psychische beperkingen. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank Limburg over de arbeidsongeschiktheid van appellante in het kader van de Wet WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag; appellante heeft behandelbare psychische klachten en onvoldoende arbeidsvermogen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van een WIA-uitkering aan appellant, oordelend dat het medisch onderzoek zorgvuldig was en de geschiktheid voor geselecteerde functies voldoende gemotiveerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering Wajong-uitkering op basis van arbeidsvermogen en kent schadevergoeding van € 500,- toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat Uwv terecht geen WIA-uitkering toekent aan appellant, geen toename van beperkingen uit dezelfde ziekteoorzaak vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraak; geen aanleiding voor herziening WAO en Wajong besluiten op basis van nieuwe medische informatie.

Verzoeker heeft hoger beroep ingesteld tegen de beëindiging van zijn ZW-uitkering. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoeker geen spoedeisend belang heeft aangetoond.

Hoger beroep over afwijzing Wajong-uitkering; duurzame band met Nederland vastgesteld. Uwv moet nieuw besluit nemen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv de WGA-vervolguitkering van appellante terecht ongewijzigd heeft voortgezet, ondanks betwisting van de medische beoordeling.

Appellante verliest hoger beroep over beëindiging WIA-uitkering; medische onderzoeken door Uwv zijn zorgvuldig uitgevoerd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellante met rugklachten; medische onderzoeken zijn zorgvuldig uitgevoerd en functies zijn geschikt.

Centrale Raad bevestigt dat appellante geen recht had op ZW- en WIA-uitkeringen door gefingeerd dienstverband. Uwv bevoegd om fout te herstellen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante haar WIA-uitkering met terugwerkende kracht moest herzien wegens schending van de inlichtingenplicht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante is medisch in staat tot passende arbeid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering; medisch onderzoek en geschiktheid functies zijn voldoende onderbouwd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt over de vaststelling van het dagloon in verband met ingekochte vakantie-uren. De ingekochte uren worden als verlof aangemerkt, maar leiden niet tot een hoger dagloon. Het beroep van betrokkene wordt gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen blijven in stand.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WW-uitkering en weigering ZW-uitkering voor appellante die in Hongarije verblijft zonder melding aan het Uwv.

Centrale Raad bevestigt dat Uwv loonsanctie ten onrechte heeft verlengd; appellant krijgt eerder WIA-uitkering. Werkgeefster niet verweten onvoldoende re-integratie-inspanningen te hebben verricht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken over de beoordeling van beperkingen van appellant in het kader van de Ziektewet, zonder nieuwe medische gegevens die zijn standpunt onderbouwen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt eerdere uitspraken van de rechtbank over de geschiktheid van functies voor appellante in het kader van de Ziektewet en WIA.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering van appellant, oordeelt dat medisch onderzoek zorgvuldig was en arbeidsongeschiktheid terecht op minder dan 35% is vastgesteld.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt dat het Uwv terecht de inkomsten uit een dienstverband van 17,8 uur per week in mindering heeft gebracht op de ZW-uitkering van appellante. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering UWV om WAO-uitkering van appellant te heropenen, omdat appellant op 22 mei 2015 minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de arbeidsongeschiktheid van werknemer niet duurzaam is, ondanks eerdere beoordelingen van 100% arbeidsongeschiktheid. Medische onderzoeken door Uwv zijn voldoende zorgvuldig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene verwijtbaar werkloos is geworden door ontslag wegens wangedrag. Eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd.

Hoger beroep van appellante tegen beëindiging WIA-uitkering. Centrale Raad bevestigt dat geselecteerde functies geschikt zijn, ondanks psychische klachten. Uwv veroordeeld tot proceskosten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene geen recht heeft op Wajong-uitkering; Uwv heeft afdoende gemotiveerd dat arbeidsvermogen niet duurzaam ontbreekt.

Hoger beroep over de weigering van een IVA-uitkering; de Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de volledige arbeidsongeschiktheid van de werknemer niet duurzaam was.

Hoger beroep over loonsanctie wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van werknemer. De Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking ZW-uitkering en weigering WIA-uitkering wegens ontbreken privaatrechtelijke dienstbetrekking.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van herzieningsverzoek WW-uitkering en boete door Uwv, geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van de IVA-uitkering aan appellant, met als eerste arbeidsongeschiktheidsdag 19 april 2014, en wijst het hoger beroep af.

Centrale Raad van Beroep herstelt WAO-uitkering van betrokkene naar 45-55% arbeidsongeschiktheid per 31 januari 1996 en 55-65% per 22 februari 2012, na vernietiging van eerdere Uwv-besluiten.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op WW-uitkering na ontslag wegens plichtsverzuim. Uwv heeft terecht voorschot op nihil gesteld.

Hoger beroep over WW-uitkering na zelfontslag. Appellant is verwijtbaar werkloos verklaard. Uwv's weigering van WW-uitkering wordt bevestigd, maar schadevergoeding voor wettelijke rente wordt toegewezen.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere uitspraak en oordeelt dat appellante niet in staat was haar werk uit te voeren wegens medische klachten, en draagt Uwv op opnieuw te beslissen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werkneemster op en na 18 januari 2016 niet duurzaam arbeidsongeschikt was, waardoor zij geen recht heeft op een IVA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellant geen recht heeft op IVA-uitkering; arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 39,79%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de toekenning van een WIA-uitkering aan appellant met een arbeidsongeschiktheid van 47,88%.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; geen duurzame arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om toestemming te geven voor de startersperiode, omdat appellant niet voldeed aan de voorwaarden van de WW.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet voldoet aan voorwaarden voor verhoging WIA-uitkering wegens gebrek aan medische noodzaak tot geregelde oppassing en verzorging.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing van verzoek om kwijtschelding van schuld in het kader van de Wet WIA, TW en WW; geen dringende redenen aanwezig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat werknemer recht heeft op ZW-uitkering na einde wachttijd, in het kader van de no-riskpolis. Appellant's uitleg over voorwaarden wordt verworpen.

Hoger beroep van appellante, eigenrisicodrager Ziektewet, tegen afwijzing schadevergoeding door rechtbank. Centrale Raad bevestigt rechtmatigheid Uwv-besluit, geen onrechtmatige daad aangetoond.

Appellant heeft geen arbeidsovereenkomst kunnen aantonen met [bedrijf 1], waardoor hij niet als werknemer in de zin van de WW kan worden aangemerkt. Het hoger beroep is afgewezen.

Hoger beroep over de verantwoordelijkheid van de eigenrisicodrager voor re-integratie en schadevergoeding in het kader van de Wet WIA. Het college verliest het hoger beroep en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant ongeschikt is voor de functie productiemedewerker en herroept eerdere besluiten van het Uwv, waardoor het recht op ZW-uitkering is doorlopen tot het einde van de wachttijd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat belanghebbende minder dan 35% arbeidsongeschikt is en dat de WGA-uitkering niet wordt ingetrokken. Appellante's gronden in hoger beroep worden verworpen.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WIA-uitkering af, omdat verzoeker niet aan de voorwaarden voor herziening voldeed.

De Centrale Raad van Beroep wijst het wrakingsverzoek van verzoeker af en bepaalt dat toekomstige wrakingsverzoeken in deze hoger beroepen niet in behandeling worden genomen.

Hoger beroep over weigering WIA-uitkering en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak en kent schadevergoeding toe van € 500,- aan appellant.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens vervallen procesbelang in WIA-zaak.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing WIA-uitkering aan appellante; voldoende zorgvuldig onderzoek door Uwv, geen toegenomen arbeidsongeschiktheid vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om betrokkene een WIA-uitkering met verkorte wachttijd toe te kennen, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor duurzaam arbeidsongeschiktheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning loongerelateerde WGA-uitkering aan werknemer na zorgvuldig medisch onderzoek door het Uwv. Hoger beroep van appellante afgewezen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante tekort is geschoten in re-integratie-inspanningen, waardoor een loonsanctie terecht is opgelegd door het Uwv.

Centrale Raad van Beroep vernietigt ziekengeldsanctie aan eigenrisicodrager wegens onvoldoende bewijs van re-integratiemogelijkheden voor werkneemster.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WGA-uitkering; zorgvuldig medisch onderzoek, geen deskundige nodig.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WAO-uitkering; appellant niet arbeidsongeschikt op 7 september 2012.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat de WAO-uitkering van appellant niet herzien kan worden, omdat de termijn van vijf jaar is overschreden.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering IVA-uitkering; betrokkene niet duurzaam arbeidsongeschikt op 23 maart 2015.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat medische beoordeling van WIA-uitkering zorgvuldig was. Hoger beroep van Uwv slaagt, incidenteel hoger beroep van betrokkene slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking WGA-loonaanvullingsuitkering; geen onjuiste vaststelling beperkingen en geselecteerde functies zijn geschikt.

Hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering. De Centrale Raad bevestigt dat appellant niet duurzaam arbeidsongeschikt is en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over beëindiging Wajong-uitkering wegens verblijf in India. Centrale Raad bevestigt eerdere uitspraak, hardheidsclausule niet van toepassing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt dat appellante arbeidsvermogen heeft en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing Wajong-aanvraag van appellante, oordeelt dat er geen belemmeringen waren in de procedure en dat appellante arbeidsvermogen heeft.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afwijzing van de Wajong-aanvraag van appellante, o.b.v. arbeidsvermogen en medische beoordeling.

Centrale Raad van Beroep verklaart hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in WIA-zaak.

De rechtbank Oost-Brabant heeft op 21 maart 2019 het wrakingsverzoek van een verzoeker afgewezen, omdat er geen objectieve gronden waren voor vrees voor partijdigheid van de rechters.

Verdachte veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf voor dodelijk verkeersongeval door roekeloos rijgedrag en negeren van verkeerslichten.

Verdachte veroordeeld tot 12 jaar gevangenisstraf en terbeschikkingstelling voor poging tot moord. Vordering benadeelde partij toegewezen tot € 28.000.

Verdachte vrijgesproken van poging moord/doodslag, veroordeeld voor poging zware mishandeling met hamer. Gevangenisstraf van 12 maanden, 3 maanden voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van verzet tegen de politie, maar achtte bedreiging met een mes en vernieling bewezen. Taakstraf van 100 uren en 4 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf opgelegd.

Verdachte veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf voor verkrachting, met DNA-bewijs en geweldgebruik tegen slachtoffer.

De rechtbank heeft de ontneming van € 27.581,- vastgesteld wegens wederrechtelijk verkregen voordeel uit drugsdelicten, na aanpassing van de berekening van het aantal geslaagde deals per dag.

Verdachte veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor medeplegen van poging tot doodslag. Vordering benadeelde partij deels toegewezen.

Verdachte veroordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf voor medeplegen van poging tot doodslag; vordering benadeelde partij deels toegewezen.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van diefstal met geweld en poging tot inbraak, o.a. vanwege onvoldoende bewijs van DNA-bewijs.

Verdachte veroorzaakte een aanrijding met een fietser door roekeloos rijgedrag. Hij werd veroordeeld tot 20 uren taakstraf.

Voetbaltrainer veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf, waarvan 18 maanden voorwaardelijk, voor ontucht met minderjarigen en bezit van kinderporno.

Verdachte veroordeeld voor medeplegen van het aanwezig hebben van amfetamine en voorbereidingshandelingen, gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk.

Verdachte veroordeeld tot 36 maanden gevangenisstraf voor medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van synthetische drugs, vrijspraak voor productie.

Verdachte veroordeeld voor medeplegen van voorbereidingshandelingen voor de productie van amfetamine/MDMA; gevangenisstraf van 9 maanden, 6 maanden voorwaardelijk.