mw. mr. T. Dompeling

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verzoek tot beperkte kennisneming van documenten door het Uwv niet gerechtvaardigd is en verzoekt om ongeschoonde documenten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verzoek tot beperkte kennisneming van documenten door UWV niet gerechtvaardigd is en verzoekt om ongeschoonde documenten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verzoek UWV tot beperkte kennisneming van documenten niet gerechtvaardigd is en verzoekt om ongeschoonde documenten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verzoek tot beperkte kennisneming van documenten door het Uwv niet gerechtvaardigd is en verzoekt om ongeschoonde documenten.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verzoek tot beperkte kennisneming van documenten niet gerechtvaardigd is en bepaalt dat deze aan het Uwv worden teruggezonden.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat verzoek tot beperkte kennisneming van documenten niet gerechtvaardigd is en bepaalt dat deze documenten aan het Uwv worden teruggezonden.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de WIA-uitkering aan appellante, oordeelt dat het Uwv voldoende medische en arbeidskundige onderbouwing heeft gegeven en veroordeelt het Uwv tot vergoeding van proceskosten.

Centrale Raad van Beroep vernietigt eerdere besluiten van het Uwv over WAO-uitkering wegens onvoldoende gegevens en herhaalde aanvragen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering; appellante niet 104 weken onafgebroken arbeidsongeschikt.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om terug te komen op het besluit van 16 februari 2018 inzake ZW-uitkering aan appellante, omdat er geen nieuwe feiten zijn die herziening rechtvaardigen.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om herziening ZW-uitkering; geen nieuwe feiten of omstandigheden.

De Centrale Raad van Beroep vernietigt de vaststelling van arbeidsongeschiktheid door het Uwv en wijst schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Appellant trok het hoger beroep in na tegemoetkoming door Uwv. De Raad veroordeelt Uwv tot vergoeding van proceskosten van € 6.386,25 en griffierecht.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging en weigering van ZW-uitkering door Uwv; appellant's argumenten over onzorgvuldig onderzoek en onderschatting medische problematiek worden verworpen.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om wraking af wegens gebrek aan objectieve vrees voor partijdigheid.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging WIA-uitkering per 27 juni 2022; appellante is minder dan 35% arbeidsongeschikt.

De Raad bevestigt de herziening en terugvordering van de WIA-uitkering van appellant wegens schending van de inlichtingenplicht. Een boete van € 40,- is terecht opgelegd. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegewezen.

De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het Uwv het verzoek om herziening van een besluit inzake WIA-uitkering terecht heeft afgewezen, maar dat de rechtbank geen proceskostenveroordeling heeft uitgesproken, wat wel moet gebeuren.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om schadevergoeding af wegens gebrek aan oorzakelijk verband met terugvorderingsbesluiten WIA-uitkering.

Centrale Raad van Beroep bevestigt toekenning ZW-uitkering van € 63,99, ondanks geschonden hoorplicht. Verzoek om schadevergoeding afgewezen, proceskosten van € 2.721,- vergoed.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om wraking af, omdat er geen aanwijzingen zijn voor vooringenomenheid van de behandelend rechter.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 26 mei 2022, omdat er geen toegenomen medische beperkingen zijn vastgesteld.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten na intrekking hoger beroep door appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt is. De medische onderbouwing is zorgvuldig en de geselecteerde functies zijn passend.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellante wegens gebrek aan toegenomen beperkingen binnen vijf jaar na eerdere afwijzing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de beëindiging van de ZW-uitkering van appellante per 22 oktober 2022, oordelend dat het Uwv zorgvuldig heeft gehandeld en de medische beoordeling juist was.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant onjuist heeft vastgesteld en herroept het besluit, waarbij appellant recht heeft op een WGA-uitkering van 80 tot 100%.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de beëindiging van de ZW-uitkering van appellant onterecht was, gezien zijn long-covid klachten en medische urenbeperkingen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het UWV de FML van appellante moet aanpassen na deskundigenonderzoek, omdat de mate van arbeidsongeschiktheid onjuist is vastgesteld op 63,84%.

Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken na een tegemoetkomend besluit van het Uwv. De Raad veroordeelt het Uwv in de proceskosten en de Staat tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van ZW-uitkering aan appellant, oordelend dat medisch onderzoek zorgvuldig was en geen toename van beperkingen vaststelde.

Centrale Raad van Beroep bevestigt weigering WIA-uitkering aan appellant wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid. Medische beoordeling door Uwv wordt als zorgvuldig en juist beschouwd.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding immateriële schade in WIA-zaak. Appellante maakte niet aannemelijk dat sprake was van geestelijk letsel.

Centrale Raad van Beroep neemt verzoek om wraking van alle rechters niet in behandeling wegens misbruik van het wrakingsmiddel.

Verzoek om wraking niet in behandeling genomen omdat het verzoek na de einduitspraak is ingediend.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellant correct heeft vastgesteld op 61,37% en dat de geselecteerde functies geschikt zijn, ondanks zijn medische beperkingen.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante per 3 augustus 2020 terecht op 36,01% heeft vastgesteld. Proceskostenveroordeling in hoger beroep.

De Raad bevestigt de intrekking van de ZW-uitkering van appellante per 23 februari 2020, oordelend dat de medische beperkingen adequaat zijn weergegeven en er geen reden is voor een urenbeperking.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard; verzoek om schadevergoeding afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de loonsanctie aan appellante wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van de werknemer, zonder noodzaak voor verzekeringsarts.

Centrale Raad van Beroep bevestigt beëindiging ZW-uitkering van appellant per 14 oktober 2021 en 6 juni 2022; medische geschiktheid van geduide functies niet in twijfel getrokken.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het Uwv de arbeidsongeschiktheid van appellante per 25 mei 2018 terecht op 74,07% heeft vastgesteld. Tevens wordt schadevergoeding van € 2.500,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt terugvordering van WW-uitkering van € 29.150,37, onterecht ontvangen door appellante, en oordeelt dat Uwv correct heeft gehandeld.

De Raad voor de Rechtspraak wijst het verzoek om schadevergoeding af, oordelend dat betrokkene geen recht heeft op 100% loon in het derde ziektejaar, maar slechts op 70%.

Centrale Raad van Beroep veroordeelt Uwv in proceskosten van appellant tot € 5.185,50 na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep wijst verzoek om proceskostenveroordeling af en veroordeelt Uwv in kosten van appellant tot €5.372,- na intrekking hoger beroep.

Centrale Raad van Beroep bevestigt herziening en terugvordering Wajong-uitkering na criminele activiteiten van appellant. Schadevergoeding van € 1.500,- toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing verzoek om schadevergoeding; eerdere weigering WIA-uitkering niet onrechtmatig.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellant een benadelingshandeling heeft gepleegd door nevenwerkzaamheden niet neer te leggen, wat leidt tot weigering van ZW-uitkering.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van de Wajong-uitkering aan appellante, omdat het ontbreken van arbeidsvermogen niet duurzaam is.