ECLI:NL:CRVB:2025:1578
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WIA-uitkering aan appellante wegens minder dan 35% arbeidsongeschiktheid en de toepassing van het ICF-model
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 oktober 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland. Appellante had bezwaar gemaakt tegen de weigering van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) om haar een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt zou zijn. Appellante stelde dat zij meer medische beperkingen had dan het Uwv had aangenomen, en dat zij de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies niet kon vervullen. De Raad oordeelde echter dat het Uwv voldoende gemotiveerd had aangetoond hoe het ICF-model was toegepast en dat de geselecteerde functies medisch passend waren voor appellante. De Raad volgde de conclusie van de deskundige, dr. B. Sorgdrager, die bevestigde dat de beperkingen voor de handfunctie van appellante zoals vastgelegd in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 23 juni 2020, juist waren. De Raad concludeerde dat er geen reden was om te twijfelen aan de medische beoordeling van het Uwv en dat de rechtbank terecht het bestreden besluit in stand had gelaten. Het hoger beroep van appellante werd afgewezen, wat betekent dat de weigering van de WIA-uitkering in stand blijft.