ECLI:NL:CRVB:2025:1230
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering onterecht; beoordeling belastbaarheid appellant en benoeming deskundige
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 augustus 2025 uitspraak gedaan over de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van appellant. De Raad oordeelde dat het bestreden besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) gebaseerd was op een onjuiste medische grondslag. Appellant had op 27 juli 2018 minder dan 65% van zijn maatmaninkomen kunnen verdienen, wat betekent dat de beëindiging van zijn ZW-uitkering onterecht was. De Raad heeft een onafhankelijke deskundige benoemd, M. Wolff-van der Ven, die op basis van medisch onderzoek concludeerde dat de medische situatie van appellant ernstiger was dan eerder aangenomen. De deskundige stelde aanvullende beperkingen vast, waaronder een urenbeperking van maximaal 4 uur per dag. De Raad vernietigde het bestreden besluit en herstelde de ZW-uitkering van appellant. Tevens werd het Uwv veroordeeld tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn en werden proceskosten toegewezen aan appellant.