ECLI:NL:CRVB:2025:1288
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering van WW-uitkering wegens verwijtbare werkloosheid na afwijzing van passend werkaanbod
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 augustus 2025 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van een WW-uitkering aan een ex-werknemer van het college van burgemeester en wethouders van Ermelo. De ex-werknemer had een WW-uitkering aangevraagd, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde deze uit te betalen, omdat de ex-werknemer verwijtbaar werkloos was geworden door een aangeboden werkaanbod te weigeren. Het college stelde dat het Uwv ten onrechte geen maatregel had opgelegd bij de toekenning van de WW-uitkering. De Raad oordeelde dat het college inderdaad een passend werkaanbod had gedaan en dat de ex-werknemer dit aanbod had afgewezen. De Raad volgde het standpunt van het college en vernietigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland, die had geoordeeld dat het werkaanbod niet als concreet en passend kon worden aangemerkt. De Raad concludeerde dat de ex-werknemer de verplichting om aangeboden passende arbeid te aanvaarden had geschonden, waardoor de WW-uitkering niet uitbetaald diende te worden. De Raad veroordeelde het Uwv in de proceskosten van het college tot een bedrag van € 3.628,- en bepaalde dat het Uwv het griffierecht diende te vergoeden.