ECLI:NL:CRVB:2025:1189
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- T. Dompeling
- M.D.F. de Moor
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling en schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn in WIA-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 augustus 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv) over de toekenning van een WIA-uitkering. De Raad heeft eerder op 20 maart 2023 de uitspraken van de rechtbank Den Haag vernietigd en het beroep van appellante gegrond verklaard. Het Uwv had in een beslissing op bezwaar van 14 april 2023 het bezwaar van appellante gegrond verklaard en haar een uitkering toegekend, maar had ook een eerdere beslissing ongegrond verklaard. Appellante heeft haar beroep ingetrokken na een gewijzigde beslissing van het Uwv, maar verzocht om vergoeding van proceskosten en schade wegens overschrijding van de redelijke termijn.
De Raad heeft vastgesteld dat de redelijke termijn voor de procedure in deze zaak is overschreden. De totale duur van de procedure was meer dan vijf en een half jaar, wat leidt tot een schadevergoeding van € 3.000,- voor appellante. Daarnaast heeft de Raad de Staat der Nederlanden en het Uwv veroordeeld tot betaling van proceskosten en schadevergoeding aan appellante. De Raad heeft de proceskosten begroot op € 1.587,25 en het griffierecht van € 50,- vergoed. De uitspraak benadrukt de toepassing van de artikelen 8:75a en 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht, die de mogelijkheid bieden tot proceskostenveroordeling en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten.