Uitspraak
SAMENVATTING
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Inleiding
Het oordeel van de Raad
.
Conclusie en gevolgen
BESLISSING
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 juni 2025 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van het Uwv met betrekking tot haar arbeidsongeschiktheid. Appellante was van mening dat zij meer beperkingen had dan het Uwv had vastgesteld en dat zij niet in staat was om de door de arbeidsdeskundige geselecteerde functies te vervullen. De Raad heeft de door het Uwv ingeschakelde deskundige, drs. M. Vervoort, geraadpleegd, die op 19 december 2024 een rapport heeft uitgebracht. De deskundige concludeerde dat de FML van 18 augustus 2021 correct was en dat appellante belastbaar was conform deze beperkingen. De Raad heeft de argumenten van appellante en het Uwv afgewogen en kwam tot de conclusie dat het Uwv terecht de mate van arbeidsongeschiktheid had ingedeeld in de klasse 25 tot 35%. De rechtbank Rotterdam had eerder het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad bevestigde deze uitspraak. Appellante kreeg geen vergoeding voor proceskosten omdat het hoger beroep niet slaagde.