mw. mr.drs. L.B.M. Klein Tank

Hoger beroep inzake belastingaanslagen voor een buitenlandse belastingplichtige. Het hof oordeelt dat de arbeidskorting en heffingskortingen moeten worden berekend op basis van het in Nederland belastbare inkomen. De aanslag voor 2018 wordt verlaagd naar € 35.926 met heffingskortingen van € 4.527.

Hoger beroep over verminderingsbeschikking na aanslag IB/PVV 2017; AOW-uitkering niet onder overgangsregeling belastingverdrag Nederland-Duitsland.

Hoger beroep over belastingaanslag en fiscaal partnerschap; belanghebbende en echtgenote als fiscaal partners aangemerkt; hoger beroep ongegrond.

Het hof bevestigt de informatiebeschikking van de inspecteur en verklaart het hoger beroep ongegrond, met schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep over de verrekening van buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet met inkomstenbelasting door een in Spanje woonachtige belanghebbende. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof bevestigt de WOZ-waarde van een fastfoodrestaurant op € 990.000 en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de WOZ-beschikkingen en kostenvergoeding in bezwaar.

Hoger beroep van [belanghebbende] B.V. tegen naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en boetebeschikkingen, waarbij het hof de boetes heeft verminderd tot € 831 en de uitspraak van de rechtbank heeft vernietigd.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM; schade aan auto leidt tot vermindering naheffingsaanslag tot € 8.842. Inspecteur moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM voor een BMW 328i uit de VS. Het hof vermindert de aanslag naar € 3.014 en vernietigt de uitspraak van de rechtbank, met uitzondering van enkele beslissingen.

Hoger beroep gegrond; naheffingsaanslag bpm verminderd tot € 1.670; schade als normale gebruiksschade aangemerkt; koerslijsten aanvaardbaar.

Hoger beroep over aanslag rioolheffing. Tarief niet in strijd met Gemeentewet. Geen schending gelijkheidsbeginsel. Belanghebbende krijgt schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn.

Het hof bevestigt de afwijzing van de inspecteur van het verzoek om teruggaaf inkomstenbelasting en ambtshalve vermindering voor de jaren 2010-2018, waarbij de ontvangen uitkeringen als belastbaar inkomen worden aangemerkt.

Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank over de (proces)kostenvergoeding en het griffierecht, bevestigt de overige delen van de uitspraak en wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af.

Het hof verklaart het sprongberoep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de ontvanger over de invorderingsrente in verband met een naheffingsaanslag BPM.

Hoger beroep van [belanghebbende] B.V. tegen naheffingsaanslag BPM ongegrond verklaard; rechtbank uitspraak bevestigd.

Hoger beroep over WOZ-waarde en heffingen afvalstoffenheffing en rioolheffing van een woonboerderij. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over WOZ-waarde en proceskostenvergoeding. Hof vernietigt eerdere uitspraak over proceskosten en stelt deze opnieuw vast. Hoger beroep ongegrond, incidenteel hoger beroep gegrond.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft het hoger beroep van belanghebbende ongegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank bevestigd, omdat belanghebbende niet heeft aangetoond dat hij recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM voor kampeerauto. Hof bevestigt uitspraak rechtbank, oordeelt over uitleg Unierecht en proceskostenvergoeding, kent immateriële schadevergoeding toe van € 1.000.

Hoger beroep over WOZ-waarde activiteitencentrum; hof bevestigt waarde van € 723.000, ongegrond beroep belanghebbende.

Hoger beroep over de WOZ-waarde van een gezinsvervangend tehuis; heffingsambtenaar slaagt niet in bewijslast voor restwaarden; hoger beroep ongegrond.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond, waarbij de levensverzekering op 31 december 2000 aan de voorwaarden van de Invoeringswet voldeed.

Hoger beroep over aanslagen IB/PVV 2015. Hof vernietigt uitspraak rechtbank en vermindert aanslag van belanghebbende 1. Inspecteur moet griffierechten vergoeden.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat vrijgestelde vergoedingen niet tot het loon in de zin van de Wet op de Loonbelasting 1964 behoren voor de pseudo-eindheffing.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond, omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn werkzaamheden resulteerden in een resultaat uit overige werkzaamheden.

Het hof bevestigt de WOZ-waarde van € 588.000 voor een woning en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep ongegrond; belanghebbende niet verschoonbaar te laat met beroep tegen belastingaanslagen.

Hoger beroep over verschoonbaarheid van termijnoverschrijding bij belastingaanslagen; het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

Hoger beroep van [belanghebbende] BV tegen naheffingsaanslag BPM. Hof oordeelt dat bewijslast voor waardevermindering op belanghebbende rust en bevestigt uitspraak rechtbank.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft op 18 januari 2024 drie wrakingsverzoeken afgewezen, oordelend dat er geen sprake was van partijdigheid of vooringenomenheid van de raadsheren.

Hoger beroep over WOZ-waarde van een kinderdagverblijf. Hof bevestigt waarde van € 265.000, hoger beroep ongegrond.

Het hof heeft de proceskostenvergoeding in het kader van de Wet WOZ gecorrigeerd en vastgesteld op € 969,50 voor bezwaar en beroep, en € 1046,75 voor hoger beroep. De rechtbank uitspraak is vernietigd voor de proceskostenvergoeding.

Hoger beroep over proceskostenvergoeding bij onroerendezaakbelasting; hof vernietigt eerdere uitspraak en stelt nieuwe kostenvergoeding vast.

Hoger beroep over WOZ-waardes en proceskostenvergoeding. Hof oordeelt dat WOZ-waardes niet te hoog zijn vastgesteld en verlaagt immateriële schadevergoeding. Proceskostenvergoeding vastgesteld.

Het hof oordeelt dat de rechtbank terecht een proceskostenvergoeding heeft toegekend, maar stelt deze vast op € 837. Het incidentele hoger beroep van belanghebbende is ontvankelijk.

Hoger beroep over BPM-heffing door belanghebbende, waarbij het hof de bevoegdheid van nationale rechters bevestigt en de proceskostenvergoeding vaststelt op € 1.824.

Hoger beroep over BPM-teruggave en rentebedragen, met vragen over Unierecht en proceskostenvergoeding. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de bezwaren tegen de aanslagen IB/PVV 2012 en 2013 terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard en de verzoeken om ambtshalve vermindering zijn afgewezen.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart het verzet van de heffingsambtenaar ongegrond, omdat het griffierecht niet tijdig was betaald, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard.

Hoger beroep over rioolheffing; het hof verklaart de Verordening gedeeltelijk onverbindend wegens overschrijding van de opbrengstlimiet en vermindert de aanslagen tot € 21.499,05.

Hoger beroep over rioolheffing; het hof verklaart de Verordening partieel onverbindend wegens overschrijding van de opbrengstlimiet en vermindert de aanslagen tot € 120.266,96.

Hoger beroep over rioolheffing en gelijkheidsbeginsel; heffingsambtenaar wint, belanghebbende verliest.

Het hof bevestigt de afwijzing van de inspecteur om ambtshalve de aanslag IB/PVV 2015 te verminderen, omdat de onjuistheid voortvloeit uit latere jurisprudentie. Het hoger beroep is ongegrond.

Hoger beroep over rioolheffing en gelijkheidsbeginsel; aanslagen verminderd tot € 68.310,21.

Hoger beroep over aanslag inkomstenbelasting 2018; belanghebbende woont in Indonesië en vraagt om aftrek zorgkosten en heffingskortingen. Hof bevestigt uitspraak rechtbank.

Hoger beroep over aftrek hypotheekrente door belanghebbende in België, waarbij het hof oordeelt dat geen recht op aftrek bestaat volgens nationale wet en Unierecht.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond, omdat de werknemer geen bewijs heeft geleverd voor aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

Het hof bevestigt de WOZ-waarde van € 3.982.000 voor een autobedrijf, onderbouwd met verschillende waarderingsmethoden, en verwerpt het hoger beroep van belanghebbende.

Hoger beroep over belastingaanslag en toepassing van de overgangsregeling voor pensioeninkomsten, waarbij het hof oordeelt dat de regeling alleen geldt voor pensioen en niet voor AOW.