Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Belangrijkste punten uit de overeenkomst van opdracht met [belanghebbende]
ARTICLE 1 - Employment
Whereas:
“Employment Agreement”);
“Shareholders’ Meeting”) of the Company held on 27 June 2012 (the
“EGM”), [belanghebbende] was appointed as managing director (
bestuurder) of the Company for the period running up to and including the date of the Annual General Meeting of [A NV] of 2016;
“Agreement”);
raad van bestuur) of the Company as defined in the articles of association (
statuten) of the Company (the
“Management Board”). The Management Board is responsible for the overall management of the Company.
“CFO”). [belanghebbende] ’s responsibilities as CFO include all relevant aspects related to the position of Chief Financial Officer of a listed company as stated in
Annex 1.
“Remuneration Policy”) (the 2011 version of the Remuneration Policy is published on the Company’s website), [belanghebbende] ’s total remuneration will consist of a fixed remuneration part and a variable remuneration part. The fixed remuneration will consist of a base fee, pension contributions and fringe benefits. The variable part will consist of a short-term incentive and a long-term incentive.
bestuurder) of the Company. [belanghebbende] will ensure that on an annual average he spends a substantial part of the aforementioned 20% (twenty percent) working time for the Company in The Netherlands.”.
RSUs.
Annex) are attached and are part of this letter.
fictieve) accelerated vesting will be considered as an accelerated vesting as provided for in the Letter of Intent.
Restricted Stock Units(hierna: RSU’s). Alle bestanddelen van het loon die belanghebbende in de periode 1 januari-17 april 2016 heeft genoten, zijn voor 20% door [A NV] verloond en voor 80% door [vennootschap] . In de periode van 18 april 2016 tot en met 31 december 2016 (hierna: de periode 18 april-31 december 2016) heeft [vennootschap] geen loon meer verloond. Belanghebbende heeft de in 2016 genoten cash bonus en de RSU’s volledig genoten in de periode 1 januari-17 april 2016. In 2016 hebben [A NV] en [vennootschap] met betrekking tot belanghebbende de volgende bedragen verloond:
Verzoek om informatie
Hierbij merk ik op dat veruit het merendeel van de spullen zijn overgebracht naar Australië en niet naar Nederland;
Beoordeling van uw bezwaar
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
vest, acht het hof aannemelijk dat de brief gaat over RSU’s die op dat moment in de toekomst onvoorwaardelijk zullen worden. Naar het oordeel van het hof moest dit belanghebbende ook redelijkerwijs duidelijk zijn. Belanghebbende kan zich in zoverre niet met succes beroepen op het vertrouwensbeginsel.
salary splitis toegepast. Belanghebbende stelt dat ervan moet worden uitgegaan dat sprake is van gelijke gevallen, indien de inspecteur overigens geen relevante verschillen benoemt. Volgens belanghebbende vloeit de ongelijkheid voort uit een oogmerk van begunstiging. Hij heeft het hof gevraagd hierover te oordelen mede op grondslag van de stukken die de andere statutair bestuurders betreffen en de inspecteur met een beroep op beperkte kennisneming heeft ingebracht.
salary split- het hof begrijpt: een duaal contract - hadden. Maar deze overeenkomsten zijn volgens de inspecteur onvoldoende om te concluderen dat alle bestuurders gelijke gevallen zijn die gelijk moeten worden behandeld. Verder heeft de inspecteur erop gewezen dat belanghebbende zelf heeft gesteld dat bij [bestuurder 2] het “ [vennootschap] -deel sowieso al in Nederland [was] belast” [5] en dat daaruit de conclusie moet worden getrokken dat het gelijkheidsbeginsel niet is geschonden. Op verzoek van belanghebbende heeft de inspecteur de in 1.8 en 1.10 bedoelde stukken overgelegd aan het hof met de mededeling dat uitsluitend het hof kennis zal mogen nemen van deze stukken.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak van de rechtbank, met uitzondering van de beslissingen over het griffierecht en de vergoeding van immateriële schade;
- verklaart het tegen de uitspraak op bezwaar bij de rechtbank ingestelde beroep ongegrond;
- veroordeelt de inspecteur in de kosten van het geding bij de rechtbank van € 218,75.
- veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid) tot vergoeding van de immateriële schade die belanghebbende heeft geleden tot een bedrag van € 500;
- veroordeelt de Staat (de minister van Justitie en Veiligheid ) in de kosten van het geding bij het hof van € 218,75.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag .Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).