Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
€ 2.804 -
€ 2.146-
€ 3.661-
Inkomen uit werk en woning (box 1)
3.Geschil en conclusies van partijen
4.Gronden
Hof: artikel 2.17 Wet IB 2001] neergelegde regeling is dat de belastingheffing zoveel mogelijk wordt geïndividualiseerd. Bij een aantal inkomstensbestanddelen en de bestanddelen van de rendementsgrondslag zou volledige individualisering – zoals we elders in deze paragraaf nader toelichten – kunnen leiden tot complexe toerekeningsproblemen bij partners, met name indien sprake is van een gezamenlijk vermogen. Toerekeningsproblemen kunnen ook ontstaan indien het uitgaven betreft die verband houden met de kinderen van de partners. Omwille van de uitvoerbaarheid is gekozen voor een praktische regeling. De leden van de fractie van CDA vragen waarom ten behoeve van de eenvoud niet is gekozen voor een splitsingsstelsel. De leden van de SGP-fractie vragen waarom niet is overgegaan tot het uitbreiden van de inkomensbestanddelen waarvoor deze regeling geldt.
5.Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).