Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- [adres 2] , op […] juni 2019 verkocht voor € 465.000;
- [adres 3] , op […] december 2017 verkocht voor € 415.000;
- [adres 4] , op […] juni 2019 verkocht voor € 417.500.
3.Geschil en conclusies van partijen
- i) heeft de rechtbank het uitstelverzoek voor de zitting van 8 december 2022 terecht afgewezen?
- ii) heeft de rechtbank belanghebbende terecht veroordeeld in de proceskosten van de heffingsambtenaar?
- iii) is de heffingsambtenaar gebonden aan de overeenkomst?
- iv) is de waarde van de onroerende zaak per de waardepeildatum 1 januari 2019 te hoog vastgesteld?
- v) heeft belanghebbende recht op een schadevergoeding?
4.Gronden
[voetnoot 5: Zie onder meer Hof ’s-Hertogenbosch 1 juni 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:2329 en in cassatie daarop Hoge Raad 16 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2129]. Belanghebbendes stelling dat uit de overeenkomst volgt dat de heffingsambtenaar ook voor onderhavige jaren aan de overeengekomen waarde zou zijn gebonden, is onjuist. In alle redelijkheid kan in de overeenkomst slechts bedoeld zijn dat de invloed van verbeteringen aan de woning het onderwerp van overleg zou kunnen zijn, maar dat de waarde, uitgaande van de toenmalige staat van de woning, vanaf 1 januari 2005 zou worden bepaald op de waarde in het economische verkeer overeenkomstig de Wet WOZ. Dit ligt ook in lijn met de jurisprudentie waarin is bepaald dat aan de vastgestelde WOZ-waarde van een woning voor een eerder belastingjaar geen zelfstandige betekenis toekomt bij de waardebepaling voor latere jaren. Doel en strekking van de Wet WOZ brengen mee dat de waarde van een woning voor elk jaar opnieuw wordt bepaald aan de hand van feiten en omstandigheden die zich op de peildatum voordoen. Daarbij wordt voorbijgegaan aan de waarde die per een vorige peildatum aan de woning is toegekend [
voetnoot 6: Vergelijk gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16 maart 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:2558, r.o. 4.7]. (…)”
Beslissing
- verklaart het hoger beroep ongegrond;
- bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
de Hoge Raad der Nederlanden via het webportaal van de Hoge Raad www.hogeraad.nl.
de Hoge Raad der Nederlanden (belastingkamer), postbus 20303, 2500 EH Den Haag.Alle andere personen en gemachtigden die beroepsmatig rechtsbijstand verlenen, zijn in beginsel verplicht digitaal te procederen (zie
www.hogeraad.nl).