mw. mr. C.H. Kemp-Randewijk

Kantonrechter oordeelt dat gedaagde onrechtmatig € 4.397,25 heeft overgeboekt van de rekening van eiser naar zijn eigen rekening en veroordeelt tot terugbetaling.

Kantonrechter oordeelt dat Printwerkdeal B.V. € 555,00 moet betalen voor geleverde mondkapjes, inclusief rente en incassokosten, wegens niet-nakoming van de koopovereenkomst.

Kantonrechter wijst vorderingen van Marcan af en kent huurkorting toe aan [naam bedrijf] wegens coronamaatregelen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat Trident inbreuk heeft gemaakt op auteursrechten van ANP door een foto zonder toestemming te gebruiken. Trident wordt veroordeeld tot betaling van € 500,- en proceskosten.

De kantonrechter oordeelt dat de rechtsverhouding tussen eiser en gedaagde een arbeidsovereenkomst betreft, en wijst de primaire vordering van eiser af.

VGZ Zorgverzekeraar N.V. vordert € 500,- van gedaagde voor onbetaalde zorgkosten. Gedaagde erkent de schuld, maar stelt dat er betalingsbewijzen zijn die niet goed zijn verwerkt. De kantonrechter wijst de vordering toe en veroordeelt gedaagde in de proceskosten.

Eiseres vordert doorbetaling van loon na opschorting door werkgever. Kantonrechter oordeelt dat opschorting onterecht was en veroordeelt werkgever tot doorbetaling.

Huurverhoging en ontvangsttheorie in huurgeschil tussen SOR en gedaagde; vordering tot huurachterstand afgewezen; proceskosten toegewezen aan SOR.

Klépierre vordert ontruiming van winkelruimte en betaling van huurachterstand. Gedaagden verschenen niet. Vordering toegewezen door kantonrechter.

Kantonrechter ontbindt arbeidsovereenkomst tussen Bertus Groothandel & Distributie B.V. en [persoon A] wegens laakbaar handelen van werkgever, met toekenning van transitie- en billijke vergoeding aan werknemer.

Kantonrechter geeft huurder laatste kans om overlast te stoppen met gedragsaanwijzing.

De kantonrechter ontbindt de arbeidsovereenkomst van [verweerster] wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen en verwijtbaar handelen, met recht op een transitievergoeding van € 15.399,72 bruto.

De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen, oordelend dat er geen verstoorde arbeidsrelatie was en RON in de proceskosten veroordeeld.

De rechtbank heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen, omdat er geen redelijke grond voor ontbinding aanwezig was. De verstoring was voornamelijk te wijten aan de handelswijze van de werkgever.

Kantonrechter oordeelt dat ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is; toewijzing billijke vergoeding van € 7.500,-, transitievergoeding van € 2.484,- en gefixeerde schadevergoeding van € 3.247,56.

Kantonrechter ontbindt arbeidsovereenkomst en kent transitievergoeding en billijke vergoeding toe aan werkneemster na verstoorde arbeidsrelatie.

Kantonrechter oordeelt dat ontslag op staande voet rechtsgeldig is. Verzoekster heeft geen recht op transitievergoeding en verzoek tot vernietiging van gespreksverslag afgewezen. H&M's tegenverzoek tot schadevergoeding wordt gedeeltelijk afgewezen.

Kantonrechter oordeelt dat er geen arbeidsovereenkomst is tussen [verzoeker] en Deloitte, maar een overeenkomst van opdracht. Verzoeken van [verzoeker] worden afgewezen.

Kantonrechter oordeelt dat gedaagde € 749,49 aan Infomedics moet betalen, inclusief rente en incassokosten. Proceskosten worden gecompenseerd.

Kantonrechter benoemt deskundige voor onderzoek naar defect aan bedrijfsauto en aansprakelijkheid voor schadevergoeding tussen IVECO en Botelco.

Kantonrechter oordeelt dat ontslag op staande voet wegens diefstal van een armband rechtsgeldig is. Verzoeken van werknemer tot vernietiging van het ontslag en betaling van vergoedingen worden afgewezen.

Kantonrechter oordeelt dat Bakker niet voldaan heeft aan de schriftelijke aanzegverplichting, waardoor aanzegvergoeding van € 3.089,58 bruto verschuldigd is aan [verzoekster].

De kantonrechter wijst het ontbindingsverzoek van de gemeente Rotterdam af, oordelend dat de werknemer geen ernstig verwijtbaar handelen heeft gepleegd en dat er geen sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding.

Kantonrechter oordeelt dat kredietovereenkomst nietig is door gebrek aan kredietwaardigheidstoets. [persoon A] moet € 49,50 terugbetalen op basis van onverschuldigde betaling. Kedin wordt veroordeeld in proceskosten.

De kantonrechter oordeelt dat er geen arbeidsovereenkomst is, maar een overeenkomst van opdracht. De opzegging door MDG is rechtsgeldig, verzoeker wordt in de proceskosten veroordeeld.

De vorderingen van [naam makelaarskantoor A] tot nakoming van een relatie- en geheimhoudingsbeding zijn afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat het relatiebeding niet rechtsgeldig was en dat er onvoldoende bewijs was voor de vrees van schending van het geheimhoudingsbeding.

Kantonrechter oordeelt dat gedaagden zonder recht of titel in de woning verblijven en wijst de ontruiming toe.

Kantonrechter ontbindt arbeidsovereenkomst tussen Verstegen en [persoon A] per 1 mei 2021 en kent beëindigingsvergoeding van € 5.755,- toe.

De kantonrechter oordeelt dat de consument de koopovereenkomst rechtsgeldig heeft ontbonden en veroordeelt de handelaar tot terugbetaling van € 8.450,00, vermeerderd met rente.

Kantonrechter oordeelt over vordering tot schadevergoeding en ontbinding koopovereenkomst tussen IVECO en [bedrijf A] wegens motorgebrek. Deskundige wordt benoemd voor onderzoek.

CVO's ontbindingsverzoek tegen docente [verweerster] afgewezen vanwege opzegverbod tijdens ziekte; geen uitzonderingen van toepassing.

Kantonrechter ontbindt huurovereenkomst wegens ernstige overlast door huurder en wijst ontruiming toe.

De rechtbank heeft de vordering van de Passagiers tegen Transavia afgewezen, omdat zij niet ontvankelijk zijn in hun verzoek. De vorderingen waren gecedeerd aan AirHelp, waardoor de Passagiers niet zelf konden procederen.

De kantonrechter heeft de vorderingen van passagiers tegen Transavia afgewezen, omdat de claims aan AirHelp zijn gecedeerd. De Passagiers zijn veroordeeld in de proceskosten.

Kantonrechter wijst vorderingen van eiseres af wegens onvoldoende bewijs van behandeling door gedaagde, acupuncturist, en veroordeelt eiseres in proceskosten.

De Rechtbank Rotterdam oordeelt over een huurovereenkomst en de geldigheid van een contractuele boete. De boete wordt als oneerlijk aangemerkt en afgewezen, terwijl de huurachterstand van € 6.600,00 wordt toegewezen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over ontruiming woning na afloop Leegstandswetvergunning. [gedaagde] moet woning uiterlijk 23 april 2021 ontruimen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat gedaagde zonder recht in woning verblijft na beëindiging huurovereenkomst op basis van Leegstandswet. Ontruimingstermijn tot 23 april 2021.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat gedaagde zonder recht in woning verblijft na opzegging gebruiksovereenkomst. Ontruimingstermijn tot 23 april 2021.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat gedaagde zonder recht in de woning verblijft en moet ontruimen voor 23 april 2021. Havensteder krijgt gelijk in kort geding.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat [gedaagde 1] c.s. zonder recht in de woning verblijft na opzegging gebruiksovereenkomst door Havensteder. Ontruiming uiterlijk 23 april 2021.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat gedaagde zonder recht in woning verblijft; gebruiksovereenkomst rechtsgeldig opgezegd. Ontruiming uiterlijk 23 april 2021.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de gedaagde zonder recht in de woning verblijft na afloop van de Leegstandswetvergunning. Ontruiming uiterlijk 23 april 2021.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de huurovereenkomst op basis van de Leegstandswet is geëindigd en gedaagde zonder recht in de woning verblijft. Ontruimingstermijn gesteld op 23 april 2021.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat gedaagde zonder recht in de woning verblijft na afloop van de Leegstandswetvergunning. Ontruimingstermijn vastgesteld op 23 april 2021.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat gedaagde zonder recht in woning verblijft na verlopen huurovereenkomst. Ontruimingstermijn tot 23 april 2021.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat gedaagde zonder recht in de woning verblijft na afloop Leegstandswet vergunning. Ontruimingstermijn tot 23 april 2021 vastgesteld.

De Rechtbank Rotterdam heeft op 27 januari 2021 de gedaagde veroordeeld om de woning en garage te ontruimen, omdat de huurovereenkomst op grond van de Leegstandswet was geëindigd en de gebruiksovereenkomst rechtsgeldig was opgezegd.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat gedaagde zonder recht in de woning verblijft na afloop Leegstandswetvergunning. Ontruiming uiterlijk 23 april 2021.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat gedaagde zonder recht in de woning verblijft en veroordeelt tot ontruiming per 23 april 2021.