Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties, ontvangen op 5 januari 2021;
- de brief van 27 januari 2021 van de gemachtigde van werkgeefster, inhoudende een verzoek om aanhouding van de procedure;
- het verweerschrift met producties, ontvangen op 14 april 2021;
- het processtuk inhoudende omzetting naar voorwaardelijk verzoekschrift en tevens aanvulling op eerder ingediend verzoekschrift ex artikel 7:671b lid 1 sub a jo. 7:669 lid 1 en lid 3 sub e BW met producties, ontvangen op 19 april 2021;
- de brief van 20 april 2021 van de gemachtigde van werkneemster, inhoudende bezwaar tegen de aanvulling op het verzoekschrift.
2..De vaststaande feiten
3..Het (voorwaardelijk) verzoek
- de arbeidsovereenkomst op de kortst mogelijke termijn te ontbinden, primair op de e-grond, subsidiair op de g-grond en meer subsidiair op de i-grond, een en ander als bedoeld in artikel 7:671b lid 1 sub a jo. artikel 7:669 lid 1 en lid 3 sub e, g en i BW;
- bij het bepalen van de einddatum primair geen rekening te houden met de opzegtermijn van werkneemster en subsidiair rekening te houden met de tijd tussen de ontvangst van het verzoekschrift en de dagtekening van de beschikking;
- te bepalen dat werkneemster geen recht heeft op een transitievergoeding en billijke vergoeding wegens ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van werkneemster;
- indien wordt geoordeeld dat werkneemster recht heeft op een transitievergoeding of andere (billijke) vergoeding, een termijn vast te stellen waarbinnen werkgeefster de bevoegdheid heeft om het onderhavige verzoek in te trekken;
- werkneemster te veroordelen in de proceskosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de 15e dag na dagtekening van de beschikking.
4..Het verweer tegen het (voorwaardelijk) verzoek
5..Het zelfstandig tegenverzoek en het verweer
6..De beoordeling
zij het dat werkgeefster, zoals zij onbestreden heeft aangevoerd reeds € 23.000 bruto heeft voldaan naar aanleiding van de vaststellingsovereenkomst. De verschuldigde transitievergoeding kan daarmee verrekend worden, zodat werkgeefster over de transitievergoeding geen rente verschuldigd is
7..De beslissing
woensdag 9 juni 2021 te 12:00 uurin te trekken middels een schriftelijke verklaring aan de griffie van de rechtbank onder toezending van een afschrift aan de gemachtigde van de wederpartij, waarbij bepalend zal zijn het moment van ontvangst van die schriftelijke verklaring ter griffie;