In deze zaak heeft eiseres, een administratief medewerkster, een kort geding aangespannen tegen haar werkgever, Storm Industriediensten B.V., vanwege de opschorting van haar loon. Eiseres heeft zich sinds februari 2021 ziek gemeld en stelt dat zij volledig arbeidsongeschikt is door een depressieve stoornis en paniekklachten. De werkgever heeft haar loon opgeschort omdat zij niet zou voldoen aan haar re-integratieverplichtingen, gebaseerd op een advies van de bedrijfsarts. Eiseres betwist dit en heeft een deskundigenoordeel van het UWV aangevraagd, waaruit blijkt dat zij benutbare mogelijkheden heeft, maar dat de re-integratie-inspanningen van eiseres onvoldoende zijn. De kantonrechter heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat eiseres op basis van het advies van een tweede bedrijfsarts, die werkhervatting ten zeerste afraden, niet in staat is om haar re-integratieverplichtingen na te komen. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de opschorting van het loon onterecht was en heeft Storm veroordeeld tot doorbetaling van het loon met bijbehorende emolumenten vanaf de datum van opschorting, vermeerderd met wettelijke rente. De vordering tot wettelijke verhoging van het achterstallige loon is gematigd tot nihil, omdat Storm gerechtvaardigd was in haar handelen op basis van het advies van de eerste bedrijfsarts. De proceskosten zijn voor rekening van Storm.