dhr. mr. S.A.J. Bastiaansen

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag dividendbelasting; inspecteur niet aannemelijk gemaakt dat belanghebbende niet als uiteindelijk gerechtigde kan worden aangemerkt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over heffingskortingen voor belanghebbende met buitenlandse periode. Beroep gegrond, aanslag verminderd en proceskosten vergoed.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een BV geen afnemer is van door een hovenier geleverde diensten, waardoor naheffingsaanslag en boete terecht zijn opgelegd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag omzetbelasting en belastingrentebeschikking in stand blijven.

De rechtbank wijst het verzoek om herziening van een eerdere belastinguitspraak af, omdat er geen nieuwe feiten zijn aangedragen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor jaren 2009 en 2013-2016, verklaart beroep voor 2012 ongegrond, en kent griffierecht en proceskosten toe aan belanghebbende.

De rechtbank vernietigde de navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting voor de jaren 2012 en 2014-2016, maar verklaarde het beroep voor 2013 ongegrond. Belanghebbende kreeg proceskostenvergoeding van € 3.561.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en belastingrentebeschikking, oordeelt dat geen belastbare bate is genoten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslagen omzetbelasting en verzuimboeten terecht zijn opgelegd, maar vermindert de verzuimboeten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van V.O.F. ongegrond en kent een immateriële schadevergoeding van € 2.500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De geheimhoudingskamer heeft op 29 november 2024 besloten dat geheimhouding van persoonsgegevens van een getuige gerechtvaardigd is, maar andere delen van de stukken niet integraal geheim gehouden kunnen worden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aanslagen IB/PVV 2018 en 2019. Aanslag 2018 blijft in stand, aanslag 2019 wordt verlaagd tot € 14.188. Belanghebbende krijgt griffierecht en reiskosten vergoed.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag BPM en de verzuimboete in stand blijven.

De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag BPM aan belanghebbende, oordelend dat deze ten onrechte is opgelegd. De belasting kan niet van belanghebbende worden nageheven.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag BPM voor Nissan Qashqai op basis van vertrouwensbeginsel.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende gegrond en vernietigt de uitspraken op bezwaar van de inspecteur, die niet aannemelijk maakte dat de uitspraak op bezwaar tijdig was verzonden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een buitenlandse beleggingsinstelling geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft de beroepen van een Duitse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard, omdat hij niet vergelijkbaar is met een fiscale beleggingsinstelling.

De rechtbank heeft de teruggaafverzoeken van een Duitse beleggingsinstelling voor dividendbelasting over 2018 en 2019 afgewezen, omdat deze niet in aanmerking komt voor teruggaaf op basis van het Unierecht.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, waardoor geen recht op teruggaaf van dividendbelasting bestaat.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, omdat er geen recht bestaat op teruggaaf van dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsinstellingen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de belanghebbende uit de VS geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting. De rechtbank wijst op eerdere uitspraken van de Hoge Raad en verklaart de beroepen ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslagen OB 2014-2016 terecht zijn, vergrijpboete 2016 vernietigd, en verzuimboeten 2017-2018 verminderd wegens undue delay.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslag IB/PVV 2014 te hoog is en verminderd moet worden, terwijl de overige aanslagen terecht zijn opgelegd. Beroepen tegen niet tijdig beslissen zijn niet-ontvankelijk.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de niet-ontvankelijkheid van zijn bezwaar ongegrond en passeert de wrakingsverzoeken.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, omdat het bezwaar tegen het conceptrapport boekenonderzoek terecht kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur ongegrond, met afwijzing van griffierecht en proceskostenvergoeding.

De rechtbank heeft de inspecteur veroordeeld tot betaling van € 2.625 aan proceskosten en € 1.500 aan immateriële schadevergoeding aan de belanghebbende, wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 2.625 aan proceskosten en € 1.500 aan immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag BPM van € 6.015 terecht is opgelegd. Belanghebbende krijgt € 1.000 immateriële schadevergoeding wegens lange procedure.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag BPM terecht is, maar te hoog. De aanslag wordt verminderd tot € 6.345 en belanghebbende ontvangt € 500 schadevergoeding.

Rechtbank vernietigt uitspraak op bezwaar en vermindert naheffingsaanslag BPM tot € 3.508; belanghebbende ontvangt € 500 schadevergoeding voor lange procedure.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond. Geen recht op teruggaaf of proceskostenvergoeding.

De rechtbank oordeelt dat het beleggingsfonds geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting, omdat het niet als opbrengstgerechtigde kan worden aangemerkt. De beroepen zijn ongegrond.

De rechtbank heeft de beroepen van een beleggingsfonds tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard, omdat het fonds niet als opbrengstgerechtigde kon worden aangemerkt.

De rechtbank verklaart de beroepen van een beleggingsfonds tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond, omdat het fonds niet als opbrengstgerechtigde kan worden aangemerkt.

De rechtbank verklaart de beroepen van een beleggingsfonds tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond, omdat het fonds niet als opbrengstgerechtigde kan worden aangemerkt.

De rechtbank heeft de beroepen van een beleggingsfonds tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard, omdat het fonds niet als opbrengstgerechtigde kon worden aangemerkt.

De rechtbank oordeelt dat een beleggingsfonds geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting, omdat het niet als opbrengstgerechtigde kan worden aangemerkt. De beroepen zijn ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslagen terecht zijn, maar kent € 500 immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag energiebelasting en ODE voor drinkwaterbedrijf, oordeelt dat er sprake is van één aansluiting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag inkomstenbelasting en de vergrijpboete terecht zijn opgelegd aan belanghebbende, die te kwader trouw heeft gehandeld. De boete wordt gematigd vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op integrale kostenvergoeding voor bezwaarfase erfbelasting, maar kent wel griffierecht en proceskosten toe.

De rechtbank vernietigt de vergrijpboete 2017 en matigt de vergrijpboetes 2015, 2016 en 2017 vanwege lange procedureduur. De vergrijpboete 2018 wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht navorderingsaanslagen heeft opgelegd en vergrijpboetes heeft vastgesteld. Belanghebbende heeft niet aangetoond dat het werkelijk rendement in box 3 lager was dan het voordeel. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt vergrijpboetes en oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV met betrekking tot winstuitdeling en inkomen uit sparen en beleggen.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, maar kent een schadevergoeding toe van € 3.000 voor overschrijding van de redelijke termijn.

Hersteluitspraak van 2 september 2024 door Rechtbank Zeeland-West-Brabant ter correctie van de naam van belanghebbende in eerdere uitspraak van 26 augustus 2024.

De rechtbank heeft op 26 augustus 2024 een geheimhoudingsbeslissing genomen in belastingzaken, waarbij bepaalde stukken geheim zijn gehouden en andere niet. De inspecteur moet binnen vier weken reageren op deze beslissing.

De rechtbank heeft de beroepen van een buitenlandse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft geen recht op teruggaaf of vergoeding van rente.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van een Duitse belanghebbende ongegrond inzake teruggaaf dividendbelasting over 2015-2017. Geen recht op teruggaaf of proceskostenvergoeding.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, omdat er geen recht bestaat op teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2015, 2016 en 2017.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van een Duitse belanghebbende ongegrond inzake teruggaaf van dividendbelasting over 2015-2017. Geen recht op teruggaaf of proceskostenvergoeding.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, waardoor geen recht op teruggaaf van dividendbelasting bestaat.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard en geen recht op teruggaaf van dividendbelasting toegekend.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard en geen recht op teruggaaf van dividendbelasting toegekend.

De rechtbank verklaart de beroepen van de buitenlandse beleggingsinstelling ongegrond, omdat geen recht bestaat op teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2015, 2016 en 2017.

De rechtbank heeft de beroepen van een Luxemburgse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard, omdat buitenlandse beleggingsinstellingen niet in aanmerking komen voor teruggaaf.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, waardoor er geen recht op teruggaaf van dividendbelasting bestaat. De belanghebbende krijgt geen vergoeding van proceskosten.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard en de afwijzing van de teruggaaf van dividendbelasting door de inspecteur bevestigd.

Tussenuitspraak over de vrijstelling van omzetbelasting voor typevaardigheidscursussen en licenties, waarbij de rechtbank oordeelt dat deze in het algemeen belast zijn tegen het algemene tarief van 21%.

De rechtbank oordeelt dat er geen fiscale eenheid voor de omzetbelasting is tussen belanghebbende en [stichting] vanwege gebrek aan financiële verwevenheid. Het beroep op het vertrouwensbeginsel wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart de beroepen van de erven van een Belgische belanghebbende ongegrond, waardoor de navorderingsaanslagen IB 2016, 2017 en 2018 en de belastingrentebeschikkingen in stand blijven.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslagen IB/PVV 2006 en 2007 wegens onvoldoende bewijs van niet aangegeven buitenlands vermogen, ondanks het bestaan van een nieuw feit voor navordering.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV 2006 en 2007 wegens gebrek aan bewijs voor niet aangegeven vermogen.

De rechtbank heeft op 23 juli 2024 het verzoek om geheimhouding van persoonsgegevens in een belastingzaak toegewezen, waarbij de privacybelangen zwaarder wogen dan het belang van de belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om teruggaaf van dividendbelasting af. Belanghebbende uit Duitsland heeft geen recht op teruggaaf voor de jaren 2003-2007.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om teruggaaf van dividendbelasting af. Belanghebbende heeft geen recht op teruggaaf en ontvangt geen proceskostenvergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om teruggaaf van dividendbelasting af. Belanghebbende heeft geen recht op teruggaaf en krijgt geen proceskosten vergoed.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, waardoor geen recht op teruggaaf van dividendbelasting bestaat.

De rechtbank heeft de beroepen van een Duitse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft geen recht op teruggaaf, noch op proceskostenvergoeding.

De rechtbank heeft de beroepen van een buitenlandse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft geen recht op teruggaaf en ontvangt geen proceskostenvergoeding.

De rechtbank heeft de beroepen van een buitenlandse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft geen recht op teruggaaf en krijgt geen proceskosten vergoed.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om schorsing van aanslagen forensenbelasting en zuiveringsheffing af, omdat verzoekster niet aannemelijk heeft gemaakt dat de aanslagen onrechtmatig zijn opgelegd.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht geen rekening heeft gehouden met een renteschuld op de overbedelingsvorderingen in de aanslag erfbelasting. Het beroep van belanghebbende is ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht navorderingsaanslagen heeft opgelegd, maar vermindert de boetes en kent een schadevergoeding toe wegens termijnoverschrijding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting van € 1.385.540 terecht is opgelegd, omdat belanghebbende niet heeft afgerekend over stille reserves. Beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende ten onrechte geen aangifte heeft gedaan over stille reserves, waardoor de navorderingsaanslag van € 681.382 terecht is opgelegd. Het beroep is ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting terecht is opgelegd en dat de vereiste aangifte niet is gedaan, waardoor het beroep ongegrond is.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslag vennootschapsbelasting terecht is opgelegd wegens kwade trouw van belanghebbende. Het beroep is ongegrond en de belastingrente blijft gehandhaafd.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag vennootschapsbelasting van belanghebbende tot € 37.238, ter voorkoming van dubbele heffing.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en oordeelt dat er geen recht op dwangsom bestaat. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug en geen proceskostenvergoeding.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen het niet tijdig beslissen over een WOZ-beschikking niet-ontvankelijk en wijst verzoeken om dwangsom en schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het beroep wegens niet-tijdig beslissen niet-ontvankelijk en de beroepen tegen de afwijzing van de dwangsommen ongegrond.

Rechtbank vernietigt aanslagen IB/PVV en Zvw, vermindert deze naar nihil en vernietigt vergrijpboete en belastingrentebeschikking.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende tegen naheffingsaanslagen dividendbelasting ongegrond verklaard en recht op schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslagen dividendbelasting en belastingrentebeschikkingen, erkent schending van het vertrouwensbeginsel, en kent een schadevergoeding toe aan de belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van beroepsgronden en het niet tijdig herstellen van dit verzuim.

Rechtbank vernietigt niet-ontvankelijk verklaring bezwaar WOZ-beschikking; beroep gegrond; heffingsambtenaar moet opnieuw beslissen en vergoedingen betalen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen gegrond tegen navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, vernietigt uitspraken op bezwaar en kent proceskostenvergoeding toe.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een geldige machtiging van de gemachtigde, [naam 1].

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn. Het beroep was te laat ingediend en de rechtbank oordeelt dat er geen rechtvaardiging is voor de termijnoverschrijding.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak BRE 23/10088.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bezwaar tegen de rekening motorrijtuigenbelasting niet-ontvankelijk.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van het bestreden besluit in een WOZ-zaak.

Rechtbank verklaart beroep gegrond en vernietigt niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake aanslag waterschapsbelasting.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens ontbreken van ondertekening van het beroepschrift.

Rechtbank vernietigt niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake aanslag inkomstenbelasting; beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslagen BPM voor Ford Mustang en Chevrolet Camaro terecht zijn opgelegd. Belanghebbende ontvangt € 500 schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag BPM van € 9.406 moet worden verminderd tot € 8.159 en kent belanghebbende een schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag BPM terecht is opgelegd en kent belanghebbende een schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag BPM terecht is opgelegd en dat het zorgvuldigheidsbeginsel niet is geschonden. Belanghebbende ontvangt een schadevergoeding van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond, oordelend dat de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen correct zijn vastgesteld en dat er geen recht is op aftrek van premies arbeidsongeschiktheidsverzekering.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om teruggaaf dividendbelasting af. Belanghebbende, een buitenlandse beleggingsinstelling, heeft geen recht op teruggaaf. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een buitenlandse beleggingsinstelling geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de belanghebbende geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van een belanghebbende uit het VK ongegrond inzake teruggaaf van dividendbelasting. Geen recht op teruggaaf of proceskostenvergoeding.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond, waardoor geen recht op teruggaaf van dividendbelasting bestaat.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van een Duitse belanghebbende ongegrond inzake teruggaaf dividendbelasting over de jaren 2012-2017.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, omdat er geen recht bestaat op teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2012 tot en met 2017.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, waardoor geen recht op teruggaaf van dividendbelasting bestaat. Ook proceskosten worden niet vergoed.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard en geen recht op teruggaaf van dividendbelasting toegekend, met verwijzing naar het Unierecht en eerdere jurisprudentie.

De rechtbank heeft de beroepen van een buitenlandse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft geen recht op teruggaaf en ontvangt geen proceskostenvergoeding.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond inzake teruggaaf van dividendbelasting voor de jaren 2018-2020, met verwijzing naar eerdere rechtspraak van de Hoge Raad.

De rechtbank heeft de beroepen van een Duitse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. Er bestaat geen recht op teruggaaf of vergoeding van rente.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om teruggaaf dividendbelasting af. Belanghebbende, een buitenlandse beleggingsinstelling, heeft geen recht op teruggaaf volgens de Hoge Raad. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, waardoor hij geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting of vergoeding van proceskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om teruggaaf dividendbelasting af. Belanghebbende uit Luxemburg is niet vergelijkbaar met fiscale beleggingsinstelling. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft de beroepen van een Luxemburgse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. Er is geen recht op teruggaaf of vergoeding van rente.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond inzake teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2018-2020, met verwijzing naar het Unierecht.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond, omdat er geen recht bestaat op teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2018, 2019 en 2020.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, waarbij geen recht op teruggaaf van dividendbelasting is vastgesteld. De belanghebbende krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.

De rechtbank verklaart de beroepen van de buitenlandse belanghebbende ongegrond, er is geen recht op teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2018-2020.

De rechtbank heeft de beroepen van een buitenlandse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. De belanghebbende heeft geen recht op teruggaaf en krijgt geen proceskosten vergoed.

De rechtbank heeft de beroepen van een buitenlandse belastingplichtige tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. Er is geen recht op teruggaaf of vergoeding van rente.

De rechtbank heeft de beroepen van een buitenlandse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard, omdat de inspecteur terecht geen teruggaven heeft verleend.

De rechtbank heeft de beroepen van een buitenlandse belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard, met verwijzing naar relevante wetgeving en eerdere uitspraken.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens het overlijden van de belanghebbende zonder opvolging door erfgenamen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende uit België niet de vereiste aangifte heeft gedaan voor 2013, waardoor de navorderingsaanslag en verzuimboeten terecht zijn opgelegd. Schadevergoeding wordt afgewezen.

Rechtbank bevestigt belastingaanslagen en boetes, maar verleent kostenvergoeding voor bezwaarfase. Boetes worden gematigd wegens overschrijding van redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd aan een Duitse ondernemer die evenementen organiseert. De prestaties zijn zelfstandige diensten en geen samengestelde prestaties. De beroepen zijn ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht naheffingsaanslagen OB en navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw heeft opgelegd aan belanghebbende wegens verzwegen inkomsten. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart de beroepen van de erven van [erflater] ongegrond, maar kent een schadevergoeding van € 2.000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en boetebeschikking wegens onterecht opgelegde belasting, belanghebbende was niet uitgenodigd voor aangifte.

De rechtbank heeft de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen van belanghebbende verminderd tot € 14.729 en de boetebeschikking vernietigd, wegens onvoldoende bewijs van resultaat uit overige werkzaamheden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen van belanghebbende NV ongegrond inzake belastingrente en afwijzing verzoeken tot herziening voorlopige aanslagen Vpb.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, omdat het beroepschrift te laat is ingediend.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding in belastingzaak. De termijn voor indienen was verstreken en er is geen verontschuldiging voor het verzuim.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bezwaar tegen de niet-ontvankelijk verklaring van de inspecteur terecht niet-ontvankelijk.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens ontbreken machtiging van de gemachtigde, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar tegen de aanslag inkomstenbelasting voor 2016.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het beroepschrift was te laat ingediend en de overschrijding is niet verschoonbaar.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het beroepschrift was te laat ingediend en de redenen voor de vertraging zijn niet verontschuldigbaar.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, maar de heffingsambtenaar moet het griffierecht van € 50,- vergoeden aan belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding in belastingzaak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om proceskostenvergoeding toe aan belanghebbende, die € 250,- ontvangt. Heffingsambtenaar moet ook griffierecht van € 50,- vergoeden.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat portokosten niet vergoed worden. De heffingsambtenaar moet wel het griffierecht van € 50,- vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht van € 50,-.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht van € 50,-, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht. Belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht. De belanghebbende heeft geen verontschuldigbare redenen aangevoerd voor het verzuim.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak over aanslag inkomstenbelasting 2018.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht van € 50,-.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht van € 184,-.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende B.V. niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht van € 365,-.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond, vernietigt uitspraak op bezwaar en vermindert aanslag inkomstenbelasting naar € 11.240,-.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bezwaar tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Beroep gegrond verklaard en heffingsambtenaar moet opnieuw beslissen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslagen vpb terecht zijn opgelegd voor niet opgegeven veilingopbrengsten uit Canada. Belastbaar bedrag voor 2006 vastgesteld op € 616.651. Vergrijpboetes gematigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslagen IB/PVV over 2006-2014 terecht zijn, maar verlaagd voor 2006 en 2007. Vergrijpboetes worden gematigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslagen IB/PVV over 2006-2014 terecht zijn, maar verlaagd voor 2006 en 2007. Vergrijpboetes worden vernietigd wegens gebrek aan opzet.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslagen IB/PVV terecht zijn opgelegd en boetes worden verlaagd vanwege procedureduur. Hoorrecht geschonden, proceskostenvergoeding toegewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de voorlopige aanslag IB/PVV 2022 te hoog is vastgesteld en verlaagt deze met € 59 tot € 2.091. Belanghebbende krijgt proceskosten vergoed.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat non-recourse factoring activiteiten van belanghebbende niet kwalificeren als rentebate onder de Wet Vpb, en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, waardoor geen recht op teruggaaf van dividendbelasting bestaat.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond inzake teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2015-2017, met verwijzing naar het Unierecht en eerdere uitspraken van de Hoge Raad.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een buitenlandse belanghebbende geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2015-2017. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond inzake teruggaaf van dividendbelasting over de jaren 2015-2017, met verwijzing naar het Unierecht en eerdere uitspraken van de Hoge Raad.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond inzake teruggaaf van dividendbelasting. Er is geen recht op teruggaaf of vergoeding van rente.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond, maar kent een immateriële schadevergoeding van € 3.000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een buitenlandse beleggingsinstelling geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van een Luxemburgse belanghebbende ongegrond inzake teruggaaf dividendbelasting. Geen recht op teruggaaf of proceskostenvergoeding.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van het griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van het griffierecht. De belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht. De belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht. Belanghebbende heeft geen verontschuldigbare reden gegeven voor het verzuim.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van het griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van het griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht. Het beroep betreft vervolgingskosten bij de aanslag vennootschapsbelasting 2018.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet tijdig heeft beslist op verzoek om ambtshalve vermindering, maar wijst het verzoek af als kennelijk ongegrond. Griffierecht van € 50,- moet worden vergoed.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond wegens niet tijdig beslissen door de inspecteur, maar wijst verzoek om ambtshalve vermindering af als kennelijk ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet tijdig heeft beslist op verzoek om ambtshalve vermindering, maar wijst het verzoek af als kennelijk ongegrond. Griffierecht van € 50,- moet vergoed worden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag verbruiksbelasting terecht is, maar vernietigt de vergrijpboete wegens onvoldoende bewijs van grofschuld.

Beroep gegrond; inspecteur moet binnen twee weken een besluit nemen en een dwangsom van € 1.442,- betalen.

De rechtbank vernietigt de uitspraken op bezwaar van de inspecteur en oordeelt dat de bezwaren ten onrechte niet-ontvankelijk zijn verklaard. De inspecteur moet opnieuw op de bezwaren beslissen en het griffierecht vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een erfgenaam of gemachtigde, waardoor het processuele belang is komen te ontvallen.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een erfgenaam of gemachtigde, waardoor het processuele belang is komen te ontvallen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat beroep tegen niet tijdig beslissen door de Belastingdienst gegrond is voor 2018 en 2019, maar niet-ontvankelijk voor 2017. Dwangsom van € 100 per dag opgelegd.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens een ongeldige ingebrekestelling en wijst het verzoek om een dwangsom en immateriële schadevergoeding af.

Beroep gegrond; inspecteur moet binnen twee weken beslissen en dwangsom van € 100,- per dag betalen, max. € 15.000,-; verzoek om immateriële schade afgewezen; proceskostenvergoeding van € 437,50.

Het beroep van belanghebbende B.V. is niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaar tegen de naheffingsaanslag is ingetrokken. Verzoeken om dwangsom en schadevergoeding zijn afgewezen.

Beroep van [belanghebbende] BV tegen niet tijdig nemen van een besluit door de inspecteur is niet-ontvankelijk verklaard; verzoek om dwangsom ongegrond; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond wegens niet tijdig beslissen door de inspecteur op bezwaar tegen naheffingsaanslag. Dwangsom van € 100,- per dag opgelegd, met een maximum van € 15.000,-. Proceskostenvergoeding van € 437,50 toegekend.

De rechtbank vernietigt aanslagen vennootschapsbelasting wegens onjuiste bekendmaking aan ontbonden stichtingen en kent schadevergoeding toe aan belanghebbende.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag IB/PVV 2018 naar € 2.155.003, met aanpassing van de belastingrente en vergoedingen voor griffierecht en proceskosten.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van een woning in Drimmelen niet te hoog is vastgesteld op € 429.000. Het beroep van de belanghebbende is ongegrond en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 367.000 voor de woning in Drimmelen, vastgesteld door de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 451.000 en de aanslag OZB.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 513.000 voor de woning, vastgesteld door de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 268.000. Het verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt afgewezen.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van de woning van de belanghebbende niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de garagebox van belanghebbende geen aanhorigheid van de eigen woning is en terecht als box 3 bezitting is aangemerkt. Beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 290.000 voor de woning in Drimmelen.

De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, omdat er geen recht bestaat op teruggaaf van dividendbelasting. De belanghebbende, gevestigd in Luxemburg, was niet vergelijkbaar met een fiscale beleggingsinstelling.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om teruggaaf van dividendbelasting af. Belanghebbende, een buitenlandse beleggingsinstelling, heeft geen recht op teruggaaf volgens de Hoge Raad.

De rechtbank oordeelt dat de pensioenuitvoeringsdiensten van een ondernemingspensioenfonds aan te merken zijn als vrijgestelde handelingen ter zake van verzekering, waardoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om dwangsom af omdat ingebrekestelling niet naar het juiste adres is verzonden. Beroep is kennelijk ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat de ingebrekestelling niet naar het juiste adres is verzonden, waardoor er geen recht op dwangsom bestaat.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard, omdat er geen recht bestaat op teruggaaf van dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsfondsen. De inspecteur heeft terecht de verzoeken afgewezen.

De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft geen recht op teruggaaf of proceskostenvergoeding.

De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, omdat er geen recht bestaat op teruggaaf van dividendbelasting. De belanghebbende, gevestigd in Luxemburg, is niet vergelijkbaar met een fiscale beleggingsinstelling.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag accijns ongegrond, omdat hij als huurder van de loods verantwoordelijk was voor de aangetroffen waterpijptabak.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de aanslagen terecht heeft opgelegd, omdat belanghebbende niet heeft aangetoond dat de concernbijdrage aftrekbare kosten zijn. De beroepen worden ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de concernbijdrage niet aftrekbaar is, waardoor de aanslagen inkomstenbelasting en zorgverzekeringswet terecht zijn opgelegd. Beroepen zijn ongegrond.

De rechtbank heeft de beroepen van een belanghebbende uit het VK ongegrond verklaard, waarbij de verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting over 2016-2019 zijn afgewezen. De rechtbank oordeelt dat de afdrachtvermindering niet in strijd is met het Unierecht.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd in het verzoek van de belanghebbende om een betalingsregeling voor belastingaanslagen.

Tussenuitspraak over de berekening van arbeidskorting en heffingskortingen voor buitenlandse belastingplichtigen, met prejudiciële vraag aan de Hoge Raad.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond wegens schending hoorplicht bij naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging en gronden van beroep, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht. Geen inhoudelijke beoordeling van de zaak.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor de bestreden besluiten in stand blijven.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, ondanks eerdere waarschuwingen.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende B.V. niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging van de gemachtigde, die niet tijdig is ingediend.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht. De belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, bevestigt de aanslag inkomstenbelasting en belastingrentebeschikking, en wijst verzoek om uitstel af.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de aanslag IB/PVV, maar de inspecteur moet het griffierecht vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat teruggaafverzoeken omzetbelasting door uitzendbureau voor huisvesting personeel terecht zijn afgewezen; er is sprake van een dienst onder bezwarende titel.

De rechtbank oordeelt dat de teruggaafverzoeken van een Litouws uitzendbureau voor omzetbelasting op huisvesting van personeel terecht zijn afgewezen, omdat er sprake is van een dienst onder bezwarende titel.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om proceskostenvergoeding toe aan belanghebbende, die zijn beroep tegen de inspecteur heeft ingetrokken. De inspecteur moet € 875 aan proceskosten en € 50 griffierecht vergoeden.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en belastingrentebeschikking, oordeelt dat dividenduitkering niet belastbaar is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond; belanghebbende heeft geen recht op teruggave energiebelasting over februari 2021.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen ongegrond en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Beroep tegen niet-betaalde rekening MRB ongegrond; bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.

Beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar MRB ongegrond verklaard. Geen bezwaar mogelijk tegen niet-betaalde rekening. Rechtsmiddelen beschikbaar voor belastingplichtige.

De rechtbank verklaart het bezwaar tegen de belastingaanslag niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond tegen kennisgeving kostenvergoeding en wettelijke rente; bezwaar niet-ontvankelijk.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaar niet-ontvankelijk is wegens overschrijding van de bezwaartermijn en het ontbreken van een machtiging.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat het bezwaar tegen de kennisgeving kostenvergoeding niet-ontvankelijk is. Er is geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van het griffierecht van € 50,-.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aanvullende teruggaaf omzetbelasting, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat belaste prestaties zijn verricht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat omzetbelasting op kosten van aandelenverkoop niet aftrekbaar is, maar diensten van bemiddelaars vrijgesteld zijn van omzetbelasting. Belanghebbende krijgt € 109.200 terug.

De rechtbank oordeelt over naheffingsaanslagen omzetbelasting en vergrijpboetes, herstelt procedurele gebreken en vermindert de boete over 2015 tot € 1.332.

De rechtbank oordeelt dat de borgstelling van belanghebbende onzakelijk is, waardoor zijn beroepen ongegrond worden verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de borgstelling door belanghebbende onzakelijk is, waardoor de beroepen ongegrond zijn verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de inspecteur ongegrond, waarbij het betaalde bedrag aan overdrachtsbelasting van € 316.968 terecht is voldaan.

De rechtbank oordeelt dat de bezwaren van de belanghebbende tegen de aanslagen IB/PVV 2020 en 2021 terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard, maar dat de verzoeken om ambtshalve vermindering ten onrechte zijn afgewezen. De aanslagen worden verminderd en de boete verlaagd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de navorderingsaanslag IB/PVV 2017 en belastingrentebeschikking. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bezwaar niet-ontvankelijk wegens ontbrekende machtiging. Schadevergoeding van € 100,- toegekend voor termijnoverschrijding.

Rechtbank vernietigt uitspraak heffingsambtenaar over niet-ontvankelijkheid bezwaar tegen aanslag zuiveringsheffing; beroep gegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van [belanghebbende] niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een juiste machtiging door de gemachtigde, mr. D.A.N. Bartels.

De rechtbank verklaart de beroepen van [belanghebbende] niet-ontvankelijk wegens ontbreken ondertekende volmacht door gemachtigde mr. D.A.N. Bartels.

Rechtbank vernietigt niet-ontvankelijk verklaring bezwaar zuiveringsheffing; heffingsambtenaar moet nieuwe uitspraak doen en kosten vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep van [belanghebbende] niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een recent uittreksel uit het handelsregister, waardoor de bevoegdheid van de gemachtigde niet kan worden vastgesteld.

De rechtbank verklaart het beroep van [belanghebbende] niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een geldig uittreksel uit het handelsregister, waardoor de gemachtigde niet kon aantonen bevoegd te zijn.

De rechtbank verklaart de beroepen van [belanghebbende] B.V. niet-ontvankelijk wegens ontbreken van een juiste machtiging door de gemachtigde.

De rechtbank verklaart het beroep van [belanghebbende] niet-ontvankelijk wegens ontbreken van een juiste machtiging door de gemachtigde, mr. D.A.N. Bartels.

De rechtbank verklaart het beroep van [belanghebbende] niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging uit het handelsregister. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van [belanghebbende] niet-ontvankelijk wegens ontbreken van een juiste machtiging uit het handelsregister. Verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

Rechtbank verklaart beroep ongegrond; bezwaar tegen kennisgeving kostenvergoeding niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de proceskostenvergoeding ongegrond, omdat niet is aangetoond dat er in de bezwaarfase om een vergoeding is verzocht.

Rechtbank verklaart beroep ongegrond; bezwaar tegen kennisgeving kostenvergoeding niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaar van de belanghebbende tegen de nihilaangifte niet-ontvankelijk is, er valt immers niets te verminderen.

Beroep gegrond; heffingsambtenaar moet binnen vier weken beslissen en dwangsom van € 100,- per dag betalen, max. € 15.000,-; proceskostenvergoeding van € 418,50 aan belanghebbende.

Beroep gegrond; invorderingsambtenaar moet binnen vier weken beslissen en dwangsom van € 100,- per dag betalen, max. € 15.000,-; proceskostenvergoeding van € 418,50 aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar niet tijdig heeft beslist op bezwaar, legt dwangsom op en veroordeelt tot proceskostenvergoeding.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor 2020, waarbij de helft van de TOZO-uitkering aan belanghebbende is toegerekend.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, omdat het vermogen voor inkomensafhankelijke regelingen correct is vastgesteld en er geen aanleiding is voor schadevergoeding wegens overschrijding van de beslistermijn.

De rechtbank oordeelt dat de verzuimboete van € 500 terecht is opgelegd aan de BV voor het niet tijdig indienen van de vennootschapsbelasting aangifte, maar constateert schending van het motiveringsbeginsel en het hoorrecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslag IB/PVV wegens gebrek aan nieuw feit en kent schadevergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen inkomstenbelasting terecht zijn opgelegd en kent belanghebbende € 1.500 schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat heretikettering van een bedrijfswoning niet geoorloofd is. Beroep ongegrond, aanslag blijft in stand. Immateriële schadevergoeding van €500 toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond inzake ambtshalve vermindering van inkomstenbelasting en IACK, wegens gebrek aan bewijs van een bron van inkomen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting terecht zijn opgelegd, maar vermindert belastingrentebeschikking 2014-2015. Schadevergoeding van € 1.000 toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd in een verzoek om voorlopige voorziening tegen invorderingsmaatregelen van de Belastingdienst, omdat de belastingrechter niet bevoegd is over besluiten op basis van de Invorderingswet 1990.

De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van € 714,50 aan proceskosten na intrekking van het beroep door belanghebbende in een belastingzaak.

De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld tot betaling van € 418,50 aan proceskosten na intrekking van het beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over proceskostenvergoeding na intrekking beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over proceskostenveroordeling na intrekking beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting. Heffingsambtenaar moet € 566,50 vergoeden.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat er geen kosten zijn gesteld die voor vergoeding in aanmerking komen. De inspecteur moet wel het griffierecht van € 50,- vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om proceskostenveroordeling toe aan belanghebbende tegen de inspecteur, met een vergoeding van € 1.429,- en griffierecht van € 365,-.

De rechtbank heeft de inspecteur veroordeeld tot betaling van € 2.587,50 aan proceskosten aan belanghebbende in een belastingzaak.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat er geen beroepsmatig verleende rechtsbijstand is aangetoond. De inspecteur moet wel het griffierecht van € 50,- vergoeden.

De rechtbank heeft de inspecteur veroordeeld tot betaling van € 1.071,75 aan proceskosten aan de belanghebbende in een belastingzaak.

De rechtbank heeft de inspecteur veroordeeld tot betaling van € 1.071,75 aan proceskosten aan de belanghebbende in een belastingzaak.

De rechtbank veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 6.307,39 aan proceskosten aan de belanghebbende, na intrekking van het beroep tegen een belastingbesluit.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een geldige machtiging van de gemachtigde, mr. D.A.N. Bartels.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een juiste machtiging door de gemachtigde.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een juiste machtiging en uittreksel KvK, en wijst verzoeken om schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een juiste machtiging door de gemachtigde, mr. D.A.N. Bartels.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht, en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid bezwaar door termijnoverschrijding en weigert voormalig gemachtigde.

De rechtbank verklaart het bezwaar van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding en oordeelt dat het beroep ongegrond is.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De voormalig gemachtigde is geweigerd vanwege grievend taalgebruik.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht, waardoor de uitspraak op bezwaar in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd in een belastingkwijtscheldingszaak, omdat er geen beroep bij de bestuursrechter kan worden ingesteld. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen op 15 december 2023.

Bezwaar tegen kennisgeving kostenvergoeding niet-ontvankelijk verklaard; beroep ongegrond verklaard.

Beroep wegens niet-tijdig beslissen niet-ontvankelijk; verzoek om dwangsom afgewezen; proceskostenvergoeding van € 837 toegekend.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor de uitspraak op bezwaar in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht. De uitspraak is gedaan op 15 december 2023 door mr. S.A.J. Bastiaansen.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat er geen aanleiding is voor vergoeding van kosten. De inspecteur moet wel het griffierecht van € 50,- vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bezwaar tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting niet-ontvankelijk, omdat het te laat is ingediend.

Beroep ongegrond verklaard; bezwaar tegen loonheffing niet-ontvankelijk wegens te late indiening.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt op 15-12-2023 dat de inspecteur proceskosten van € 418,50 en griffierecht van € 365,- moet vergoeden aan de belanghebbende na intrekking van beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt op verzoek van belanghebbende om proceskostenvergoeding na intrekking beroep. Heffingsambtenaar moet € 418,50 vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt op 15-12-2023 dat de inspecteur € 837,- aan proceskosten moet vergoeden aan belanghebbende, na intrekking van het beroep tegen een verzuimboete.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een juiste machtiging door de gemachtigde.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de heffingsambtenaar niet tegemoetgekomen is aan de belanghebbende. De naheffingsaanslag was al vernietigd, waardoor er geen aanleiding is voor vergoeding.

De rechtbank veroordeelt de inspecteur tot betaling van € 837 aan proceskosten aan de gemachtigde van de belanghebbende, die zijn beroep heeft ingetrokken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeelt heffingsambtenaar tot betaling van € 566,50 aan proceskosten aan belanghebbende in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn. Het beroepschrift is te laat ingediend en er is geen bewijs van tijdige verzending.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om proceskostenvergoeding af; belanghebbende heeft geen recht op vergoeding van kosten, enkel griffierecht van € 50,- moet worden vergoed.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de aanslag in stand blijft en geen griffierecht of proceskostenvergoeding wordt toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur ten onrechte aftrek van negatieve inkomsten uit eigen woning heeft geweigerd aan een buitenlandse belastingplichtige. Beroep gegrond, aanslag verminderd en schadevergoeding toegekend.

Rechtbank oordeelt dat belanghebbende recht heeft op tax sparing credit van 25% over IoNE, en stelt de beschikking voor te wentelen bronbelasting 2018 vast op USD 1.445.469.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende tegen de uitspraken op bezwaar van de inspecteur ongegrond, en bevestigt het onderscheid tussen innovatiebox en reguliere bronbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op dwangsom van € 992, maar niet op ambtshalve vermindering van belastingaanslag.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk en ongegrond, omdat de inspecteur niet verplicht is een definitieve aanslag zorgverzekeringswet op te leggen na voorlopige aanslagen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart zich onbevoegd in geschil over TSZ-beschikking en stuurt het beroep door naar de algemene bestuursrechter.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat het bezwaarschrift niet door de heffingsambtenaar is ontvangen, waardoor de ingebrekestelling prematuur was.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht. De belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep van een V.O.F. niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht. De bestreden besluiten blijven in stand.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor de bestreden besluiten in stand blijven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging door de gemachtigde, mr.drs. B.R.J.J. Speetjens.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende B.V. niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht, ondanks herhaalde aanmaningen.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht. De belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht. De belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan vertegenwoordiging van de rechtspersoon, waardoor de aansprakelijkstelling in stand blijft.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart zich onbevoegd in belastingzaak navorderingsaanslag erfbelasting; griffierecht wordt vergoed aan belanghebbende.

De rechtbank verklaart het bezwaar van de belanghebbende tegen de belastingaanslag niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het beroep is ongegrond.

De rechtbank verklaart de bezwaren van de belanghebbende tegen de loonheffing niet-ontvankelijk wegens te late indiening. Beroep ongegrond.

Rechtbank vernietigt uitspraak op bezwaar inzake ambtshalve vermindering aanslag IB/PVV 2018, oordeelt dat deze onbevoegd is genomen en draagt inspecteur op opnieuw te beslissen.

De rechtbank verklaart het bezwaar van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaar tegen de belastingaanslag niet tijdig is ingediend, en bevestigt de niet-ontvankelijk verklaring door de inspecteur.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af wegens termijnoverschrijding zonder verontschuldiging.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bezwaar niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bezwaar niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De uitspraak op bezwaar blijft in stand.

Bezwaar tegen belastingaanslag niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding; beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het bezwaar van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Het beroep is ongegrond en de uitspraak op bezwaar blijft in stand.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag accijns van € 209.703 terecht is opgelegd aan belanghebbende. Tevens wordt een schadevergoeding van € 3.500 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag accijns ongegrond, maar kent een schadevergoeding van € 4.000 toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van een vereniging tegen de afwijzing van de ANBI-status ongegrond, omdat onvoldoende bewijs is geleverd dat de activiteiten het algemeen nut dienen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over kostenvergoeding in belastingzaak. Beroep gegrond verklaard, kostenvergoeding vastgesteld op € 1.184 voor bezwaarfase en € 1.674 voor beroepsfase.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslag IB/PVV voor 2011 te hoog is, maar die voor 2012-2015 zijn terecht opgelegd. De belanghebbende heeft niet de vereiste aangifte gedaan, wat leidt tot omkering van de bewijslast.

De rechtbank vermindert de navorderingsaanslag IB/PVV 2011, maar verklaart de beroepen voor de jaren 2012-2015 ongegrond. De inspecteur moet de heffingsrente aanpassen en het griffierecht vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting over 2013 en 2014 terecht zijn opgelegd, wegens niet ingediende aangiften en gebrekkige administratie.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag vennootschapsbelasting 2015 niet te hoog is. Belanghebbende heeft geen vereiste aangifte gedaan, wat leidt tot omkering van de bewijslast. Beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag loonheffingen terecht is opgelegd wegens niet aangegeven werknemers. Beroep ongegrond.

De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag omzetbelasting aan een ontbonden V.O.F. omdat deze niet rechtsgeldig bekend is gemaakt. De inspecteur moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond omdat de bezwaarschriften niet tijdig zijn ingediend en er geen verschoonbare redenen zijn voor deze termijnoverschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaarschrift te laat is ingediend en er geen redenen voor termijnoverschrijding zijn aangevoerd.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond omdat het bezwaarschrift niet tijdig is ingediend. De rechtbank is onbevoegd voor de beslissing over ambtshalve vermindering van de naheffingsaanslag.

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond omdat bezwaarschriften niet tijdig zijn ingediend. Verzoek om ambtshalve vermindering is ook afgewezen.

De rechtbank verklaart het bezwaar van de belanghebbende tegen de ingehouden loonheffing niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het beroep is kennelijk ongegrond.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslagen accijns en belastingrentebeschikkingen wegens gebrek aan bewijs dat tabak rooktabak was. Belanghebbenden krijgen schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag accijns en belastingrentebeschikking, kent schadevergoeding toe van € 2.000 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag accijns en belastingrentebeschikking, oordeelt dat de inspecteur niet heeft bewezen dat de tabak rooktabak was, en kent een schadevergoeding toe aan belanghebbende.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag accijns en belastingrentebeschikking wegens onvoldoende bewijs van rooktabak. Immateriële schadevergoeding van € 2.000 toegekend aan belanghebbende.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslagen accijns en belastingrentebeschikkingen wegens gebrek aan bewijs dat tabak rookbaar was.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is opgelegd en dat het beroep van belanghebbende ongegrond is. De uitspraak op bezwaar blijft in stand.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is opgelegd en dat de inspecteur zijn bevoegdheid correct heeft uitgeoefend. Belanghebbende krijgt een schadevergoeding van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag Bpm ongegrond, oordeelt dat de aanslag terecht is opgelegd en dat er geen aanleiding is voor schadevergoeding of terugbetaling van griffierecht.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag Bpm ongegrond, omdat hij niet voldoende bewijs heeft geleverd voor zijn stellingen over historische nieuwprijs en schade.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op dwangsom wegens niet-tijdig beslissen door de inspecteur over belastingaanslagen IB/PVV 2013-2015. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag en belastingrentebeschikking, kent een schadevergoeding toe van € 1.000 en veroordeelt de inspecteur en de Minister tot betaling van proceskosten.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting in stand blijft. De rechtbank oordeelt dat de inkoop van aandelen leidt tot een belastbaar feit en dat de voorwaarden van het Besluit niet zijn nageleefd.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag in de Bpm ongegrond, omdat de schade en kilometerstand niet aannemelijk zijn gemaakt.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is opgelegd en wijst het beroep van belanghebbende af. Immateriële schadevergoeding van € 500 wordt toegewezen aan belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag Bpm ongegrond, omdat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde schade en het ontbreken van een oordeel van de RDW over de kilometerstand niet leidt tot een waardevermindering.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is opgelegd en kent belanghebbende een immateriële schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op hogere aftrekbare zorgkosten en vermindert het belastbaar inkomen uit box 3 naar nihil. Beroep gegrond verklaard.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag van de inspecteur en stelt het belastbaar inkomen uit werk en woning vast op € 156.587, terwijl het inkomen uit aanmerkelijk belang op nihil wordt gesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond; bezwaar tegen kennisgeving kostenvergoeding en wettelijke rente niet-ontvankelijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende tegen de kennisgeving kostenvergoeding ongegrond; bezwaar tegen wettelijke rente is niet-ontvankelijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende tegen kostenvergoeding ongegrond, omdat bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende tegen de kennisgeving kostenvergoeding ongegrond, omdat het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond; bezwaar tegen wettelijke rente niet-ontvankelijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende tegen de kennisgeving kostenvergoeding ongegrond; bezwaar tegen wettelijke rente is niet-ontvankelijk.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de kennisgeving kostenvergoeding ongegrond, omdat het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van B.V. tegen kennisgeving kostenvergoeding ongegrond; bezwaar tegen wettelijke rente niet-ontvankelijk.

Rechtbank verklaart bezwaar tegen kennisgeving kostenvergoeding in belastingrecht niet-ontvankelijk; beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat het bezwaar tegen de kennisgeving kostenvergoeding niet-ontvankelijk is. De inspecteur's verzoek om proceskostenvergoeding wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en bevestigt dat het bezwaar tegen de kennisgeving kostenvergoeding niet-ontvankelijk is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende tegen de kennisgeving kostenvergoeding ongegrond. Bezwaar tegen wettelijke rente is niet-ontvankelijk verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende tegen de kennisgeving kostenvergoeding ongegrond; bezwaar tegen wettelijke rente niet-ontvankelijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende B.V. ongegrond en wijst het bezwaar tegen de kennisgeving kostenvergoeding niet-ontvankelijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en wijst verzoek om schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de kennisgeving teruggaaf BPM ongegrond, omdat het bezwaar niet-ontvankelijk is. De inspecteur had geen rentebeschikking opgenomen in de kennisgeving.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende tegen de kennisgeving kostenvergoeding ongegrond. Bezwaar tegen wettelijke rente is niet-ontvankelijk verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende tegen de kennisgeving kostenvergoeding ongegrond. Bezwaar tegen wettelijke rente is niet-ontvankelijk. Proceskostenvergoeding afgewezen.

De rechtbank verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet-betaald griffierecht van € 365.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de belanghebbende geen beroepsmatige rechtsbijstand heeft ingeschakeld en de gemaakte kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond en onbevoegd inzake afwijzing teruggaaf omzetbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn in belastingzaken.

De rechtbank vermindert de naheffingsaanslag Bpm tot € 865 en kent een immateriële schadevergoeding van € 2.000 toe aan belanghebbende wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de Bpm voor een Fiat 500 terecht is voldaan. Belanghebbende krijgt € 1.000 immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de erven [belanghebbende] niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging door de gemachtigde [naam].

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging van de gemachtigde, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank veroordeelt de ontvanger tot betaling van € 837,- aan proceskosten aan de belanghebbende in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart het beroep van [belanghebbende] B.V. niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht, waardoor de bestreden besluiten in stand blijven.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat er geen aanleiding is voor vergoeding van kosten in deze belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht van € 50,-, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor de bestreden besluiten in stand blijven.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de belanghebbende geen kosten heeft gemaakt en de heffingsambtenaar verplicht is het griffierecht te vergoeden.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van B.V. niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over verzoek tot proceskostenvergoeding na intrekking beroep. Belanghebbende krijgt € 357,25 vergoed.

De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding van de belanghebbende toegewezen, waarbij de heffingsambtenaar is veroordeeld tot betaling van € 357,25 aan proceskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar proceskosten moet vergoeden aan de belanghebbende na intrekking van beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting, totaal € 566,50.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar proceskosten moet vergoeden aan de belanghebbende, die een naheffingsaanslag parkeerbelasting aanvecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt op 13 september 2023 dat de heffingsambtenaar proceskosten moet vergoeden aan de belanghebbende na intrekking van beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting. Totale vergoeding bedraagt € 714,50.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar proceskosten moet vergoeden aan de belanghebbende, na intrekking van de naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar proceskosten moet vergoeden aan de belanghebbende na intrekking van het beroep. Totale vergoeding bedraagt € 357,25.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar € 566,50 aan proceskosten moet vergoeden aan belanghebbende na intrekking van beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente Breda proceskosten moet vergoeden aan belanghebbende, na intrekking van het beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar van de gemeente Breda proceskosten moet vergoeden aan belanghebbende, die zijn beroep had ingetrokken. De totale vergoeding bedraagt € 505,25.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt in belastingzaak dat heffingsambtenaar proceskosten moet vergoeden na intrekking beroep door belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor naheffingsaanslag parkeerbelasting. Geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de kostenvergoeding voor een naheffingsaanslag parkeerbelasting, omdat de bekendmaking van de uitspraak op bezwaar geen voorwaarde is voor de totstandkoming ervan.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor bezwaarfase naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de kostenvergoeding voor de bezwaarfase van een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor bezwaarfase naheffingsaanslag parkeerbelasting. De uitspraak op bezwaar was tijdig, en het gehanteerde tarief was correct.

De rechtbank verklaart het beroep tegen de kostenvergoeding voor een naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond, omdat de heffingsambtenaar terecht het tarief uit 2022 heeft gehanteerd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor bezwaarfase naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor bezwaarfase naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor naheffingsaanslag parkeerbelasting. De bekendmaking van de uitspraak op bezwaar was niet bepalend voor de proceskostenvergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor bezwaarfase naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de kostenvergoeding voor de bezwaarfase van een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor bezwaarfase naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de kostenvergoeding voor de bezwaarfase van een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de kostenvergoeding voor de bezwaarfase van een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de kostenvergoeding voor de bezwaarfase van een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor bezwaarfase naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor bezwaarfase naheffingsaanslag parkeerbelasting. De bekendmaking van de uitspraak op bezwaar was geen voorwaarde voor de totstandkoming.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor bezwaarfase naheffingsaanslag parkeerbelasting, zonder zitting.

De rechtbank verklaart het beroep tegen de kostenvergoeding voor een naheffingsaanslag parkeerbelasting ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de kostenvergoeding voor de bezwaarfase van een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor bezwaarfase naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor bezwaarfase naheffingsaanslag parkeerbelasting. De uitspraak op bezwaar was geldig, ondanks latere bekendmaking.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake kostenvergoeding voor naheffingsaanslag parkeerbelasting. De uitspraak op bezwaar was correct en er was geen aanleiding voor proceskostenveroordeling.

De rechtbank heeft het beroep van [belanghebbende] B.V. gegrond verklaard, de naheffingsaanslag omzetbelasting verminderd en de vergrijpboete vernietigd.

Beroep tegen uitspraak op bezwaar ongegrond; bezwaar terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van het griffierecht in een WOZ-zaak.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, omdat het beroepschrift te laat is ingediend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om proceskostenveroordeling af, omdat geen tegemoetkoming door heffingsambtenaar is vastgesteld.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond inzake de kostenvergoeding bij de aanslag inkomstenbelasting 2020.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en draagt de heffingsambtenaar op om opnieuw te beslissen op het bezwaar.

Rechtbank vernietigt niet-ontvankelijk verklaring bezwaar naheffingsaanslag parkeerbelasting; heffingsambtenaar moet opnieuw uitspraak doen.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van beroepsgronden en een machtiging van de gemachtigde.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht van € 50,-.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht, waardoor de uitspraken op bezwaar in stand blijven.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en handhaaft de aanslag IB/PVV 2020, waarbij de helft van de TOZO-uitkering als inkomen is gerekend.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens te late indiening van het beroepschrift.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, waarbij de helft van de TOZO-uitkering aan belanghebbende is toegerekend.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbenden ongegrond en bevestigt de aanslagen IB/PVV 2020, waarbij de man als rechthebbende voor de helft van de TOZO-1 uitkering wordt aangemerkt.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de aanslag IB/PVV 2020, waarbij de helft van de TOZO-uitkering als belastbaar inkomen is gerekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet tijdig heeft beslist op bezwaren van belanghebbende tegen aanslagen IB/PVV 2020 en 2021. De rechtbank legt een dwangsom op en bepaalt dat de inspecteur binnen twee weken moet beslissen.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de afwijzing van ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting ongegrond. Belanghebbende heeft onvoldoende bewijs geleverd voor zijn stelling.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond met betrekking tot de 30%-regeling en de afdrachten op aangifte van loonheffing.

De rechtbank oordeelt dat er sprake is van een rechtsgeldige pensioenovereenkomst en dat de naheffingsaanslag loonheffingen terecht is opgelegd. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag IB/PVV 2018 ongegrond en wijst verzoeken om schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar inzake overdrachtsbelasting ongegrond, omdat alleen economische eigendom niet recht geeft op het verlaagde tarief.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van studiekosten, omdat de kosten niet op hem drukken en de zelf gemaakte kosten onder de drempel blijven. Het beroep is ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is opgelegd en dat er geen schending van het vertrouwensbeginsel is. Het beroep is ongegrond en verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoekster geen spoedeisend belang heeft aangetoond.

De rechtbank heeft de verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting door buitenlandse beleggingsfondsen afgewezen, omdat zij niet vergelijkbaar zijn met Nederlandse fiscale beleggingsinstellingen.

De rechtbank heeft de teruggaafverzoeken van buitenlandse beleggingsfondsen voor dividendbelasting afgewezen. Geen recht op teruggaaf, geen staatssteun.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende terecht € 37.000 aan overdrachtsbelasting heeft voldaan bij de verkrijging van aandelen in [A] B.V. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende terecht overdrachtsbelasting heeft voldaan bij verkrijging aandelen in [A] B.V. Het beroep is ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag overdrachtsbelasting terecht is opgelegd en de vrijstelling voor bedrijfsopvolging niet van toepassing is.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en bevestigt de rentebeschikkingen van de inspecteur. Geen recht op terugbetaling griffierecht of proceskostenvergoeding.

De rechtbank oordeelt dat de rentebeschikking in zaak 22/3649 te laag is en verhoogt deze tot € 267. Het beroep in zaak 22/3648 is ongegrond. De inspecteur moet het griffierecht vergoeden en er is geen recht op schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de rentebeschikking van de inspecteur te laag is en verhoogt deze tot € 25. Het beroep is gegrond, de uitspraak op bezwaar wordt vernietigd en de inspecteur moet griffierecht en proceskosten vergoeden.

De rechtbank oordeelt dat het beroep in zaak 21/1144 gegrond is, verhoogt de rentebeschikking tot € 45 en verklaart de beroepen in de zaken 22/4147 en 22/4148 ongegrond.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk en wijst verzoek om immateriële schadevergoeding af. Proceskostenvergoeding van € 2.511 aan belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waarbij de aanslag IB/PVV 2020 wordt gehandhaafd en geen voorkoming van dubbele belasting voor het Duitse ouderdomspensioen wordt verleend.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en bevestigt de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en zorgverzekeringswet, zonder recht op hogere aftrekken voor zorgkosten.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk omdat het bezwaar niet tijdig is ingediend en er geen belang is bij het ongedaan maken van het kwijtschelden van de aanslag.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd in belastingzaken en wijst schadevergoeding af wegens niet tijdig beslissen.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht in WOZ-zaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de motorrijtuigenbelasting niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een kopie van het bestreden besluit, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht, waardoor eerdere uitspraken op bezwaar in stand blijven.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht in een WOZ-zaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht van € 50,-.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht van € 50,-, zonder verontschuldigbare redenen.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van het griffierecht in een belastingzaak.

Rechtbank verklaart beroepen niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaken.

De rechtbank verklaarde het beroep van een Amerikaanse trust tegen een naheffingsaanslag dividendbelasting ongegrond, omdat de trust niet als vrijgesteld pensioenfonds kon worden aangemerkt.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van het griffierecht, dat € 50,- bedraagt. De belanghebbende heeft geen goede reden gegeven voor het niet tijdig betalen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbenden geen recht hebben op teruggave van overdrachtsbelasting, maar wel op vergoeding van immateriële schade van € 1.500.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de medische vrijstelling voor omzetbelasting niet van toepassing is op de diensten van belanghebbende, die personeel ter beschikking stelt aan huisartsenpraktijken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond inzake omzetbelasting en herziening, omdat het beroep op artikel 37d niet kan worden ingeroepen. De inspecteur heeft de herziening correct berekend.

Tussenuitspraak van 3 juli 2023 over overdracht van belastingzaak aan rechtbank Gelderland inzake informatiebeschikking IB/PVV 2008-2015.

De rechtbank heeft de beroepen van een buitenlandse beleggingsinstelling tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. Er bestaat geen recht op teruggaaf of vergoeding van rente.

De rechtbank heeft de beroepen van een buitenlandse beleggingsinstelling tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard. De inspecteur heeft terecht geen teruggaven verleend, en de belanghebbende heeft geen recht op vergoeding van proceskosten.

Tussenuitspraak over niet-ontvankelijkheid van bezwaren tegen belastingaanslagen; inspecteur krijgt vier maanden om gebreken te herstellen.

De rechtbank verklaart de beroepen van [belanghebbende] ongegrond, omdat zij niet als belanghebbende kan worden aangemerkt en de bezwaren tegen de naheffingsaanslagen dividendbelasting terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard.

De voorzieningenrechter verklaart zich onbevoegd voor betalingsregeling en het verzoek om voorlopige voorziening is niet-ontvankelijk.

Rechtbank verklaart beroepen ongegrond wegens te late indiening van bezwaren tegen belastingteruggave 2018 en 2019.

De rechtbank oordeelt dat de aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen terecht zijn opgelegd, maar vermindert de aanslag zorgverzekeringswet naar € 514. Het beroep tegen de aanslag IB/PVV is ongegrond, het beroep tegen de aanslag ZVW is gegrond.

De rechtbank heeft de beroepen van een buitenlandse beleggingsfonds tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard, met verwijzing naar het Unierecht en eerdere uitspraken van de Hoge Raad.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen tijdige aangiften Vpb heeft gedaan, waardoor omkering van de bewijslast plaatsvindt. Beroepen ongegrond, maar verzuimboeten worden gematigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep gegrond, vermindert de aanslag inkomstenbelasting 2017 en veroordeelt de inspecteur tot betaling van proceskosten.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor het bestreden besluit in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht, waardoor de bestreden besluiten in stand blijven.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht. Geen verontschuldiging voor verzuim aangetoond.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen van griffierecht. De belanghebbende heeft geen verontschuldigbare reden gegeven voor het verzuim.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor de eerdere beslissing van de heffingsambtenaar in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, waardoor de eerdere beslissing van de heffingsambtenaar in stand blijft.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht, zonder inhoudelijke beoordeling.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding bij het indienen van beroepschriften tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn in een belastingzaak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over proceskostenveroordeling na intrekking beroep door belanghebbende in belastingzaak. Heffingsambtenaar veroordeeld tot € 209,25 aan proceskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond, vernietigt niet-ontvankelijk verklaring bezwaar naheffingsaanslag en draagt inspecteur op nieuwe beslissing te nemen.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een originele machtiging en identiteitsbewijs, ondanks herhaalde verzoeken om deze documenten.

Beroep gegrond; heffingsambtenaar heeft bezwaar ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard; proceskostenvergoeding van € 418,50 toegekend.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en draagt de heffingsambtenaar op nieuwe uitspraken te doen, met vergoeding van griffierecht aan de belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen niet-ontvankelijk wegens te late indiening.

De voorzieningenrechter heeft verzoeken om voorlopige voorzieningen inzake een belastingaanslag afgewezen wegens kennelijke ongegrondheid en onbevoegdheid.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat uitspraken op bezwaar door de inspecteur onbevoegd zijn genomen en biedt de inspecteur de kans om het gebrek te herstellen binnen twaalf weken.

De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar niet tijdig heeft beslist op bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Er wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd, met een maximum van € 15.000,-. De heffingsambtenaar moet ook proceskosten en griffierecht vergoeden.

De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is omdat de heffingsambtenaar niet tijdig heeft beslist op bezwaar tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Er wordt een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd, met een maximum van € 15.000,-.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar niet tijdig heeft beslist op bezwaar tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting. Beroep is gegrond, dwangsom van € 100,- per dag opgelegd, met een maximum van € 15.000,-.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond, maar veroordeelt de heffingsambtenaar tot vergoeding van proceskosten en griffierecht.

De rechtbank verklaart het beroep van een belanghebbende tegen een aanslag IB/PVV ongegrond, omdat de lening voor de eigen woning niet voldoet aan de voorwaarden voor eigenwoningschuld.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd in een belastinggeschil over verrekening van aanslagen, omdat de fiscale bestuursrechter niet bevoegd is te oordelen over beslissingen van de ontvanger.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van het besluit waartegen beroep is ingesteld.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd in een belastingkwijtscheldingszaak, omdat beslissingen van de invorderingsambtenaar niet onder de bevoegdheid van de fiscale bestuursrechter vallen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op een tax sparing credit van 25% voor ontvangen IoNE, in plaats van 20% zoals de inspecteur stelde.

De rechtbank verwijst een belastingrechtelijke zaak naar de rechtbank Oost-Brabant vanwege de betrokkenheid van de belanghebbende bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag vennootschapsbelasting van belanghebbende terecht is opgelegd, omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat de afkoopwaarde van lijfrenteovereenkomsten correct is berekend.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag inkomstenbelasting en belastingrentebeschikking, oordelend dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de afkoopwaarde van de lijfrenteovereenkomsten onjuist was.

De rechtbank oordeelt dat zonnepanelen van een woningcorporatie onderdeel zijn van het gebouw en niet als zelfstandige bedrijfsmiddelen kunnen worden geactiveerd, waardoor de aanslag vennootschapsbelasting terecht is opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij een vordering had op de BV, waardoor afwaardering niet gerechtvaardigd is. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak BRE-22-4984.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vermindert naheffingsaanslag Bpm tot € 4.631 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is, maar vermindert deze tot € 7.498. Belanghebbende krijgt € 2.000 schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de naheffingsaanslag tot € 606. Tevens wordt een schadevergoeding van € 1.000 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm van € 1.685 terecht is opgelegd. Immateriële schadevergoeding van € 500 toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is opgelegd en kent een immateriële schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm in stand blijft en kent een schadevergoeding van € 1.000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm in stand blijft en kent een schadevergoeding van € 1.000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak BRE-22-5047.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn in belastingzaken.

De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk wegens gebrek aan machtiging en uittreksel handelsregister.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart bezwaar tegen belastingaanslagen 2015 gegrond en vernietigt uitspraken op bezwaar. Inspecteur moet proceskosten en griffierecht vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en de bezwaren niet-ontvankelijk, omdat deze niet tijdig zijn ingediend. De rechtbank is onbevoegd voor ambtshalve beslissingen.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van machtiging en beroepsgronden.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaken.

De rechtbank verklaart het bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het beroep is kennelijk ongegrond en de rechtbank is onbevoegd voor ambtshalve beslissing.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart zich onbevoegd voor beroep tegen aankondigingen dwangbevelen en beroepen niet-ontvankelijk wegens gebrek aan bezwaar.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van het griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn en is onbevoegd voor het verzoek om een betalingsregeling.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat het verzoek om teruggaaf van dividendbelasting terecht buiten behandeling is gesteld wegens het ontbreken van een rechtsgeldige machtiging. Belanghebbende krijgt recht op schadevergoeding van € 1.500 en vergoeding van griffierecht.

De rechtbank oordeelt dat de aanpassingen aan een gebouw onvoldoende ingrijpend zijn om te concluderen dat er sprake is van 'in wezen nieuwbouw' voor de overdrachtsbelasting. Het beroep is ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak BRE-22-4879.

De rechtbank heeft de heffingsambtenaar veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 566,50 na intrekking van het beroep inzake een naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af in een belastingzaak, omdat er geen aanleiding is voor vergoeding van de gevraagde kosten.

De rechtbank verklaart het beroep tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting niet-ontvankelijk wegens gebrek aan processueel belang.

De rechtbank heeft de beroepen van een in het VK gevestigd fonds tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard, omdat het fonds niet vergelijkbaar is met een fiscale beleggingsinstelling.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting. De verzoeken zijn afgewezen op basis van het Unierecht en de afdrachtvermindering.

De rechtbank heeft de beroepen van een in het VK gevestigd beleggingsfonds tegen de afwijzing van teruggaaf van dividendbelasting ongegrond verklaard, omdat het fonds niet vergelijkbaar is met een fiscale beleggingsinstelling.

De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft op 20 maart 2023 geoordeeld dat de belanghebbende, een in het VK gevestigd fonds, geen recht heeft op teruggaaf van dividendbelasting. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af in een belastingzaak, omdat er geen vergoedbare kosten zijn gesteld door de belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeelt heffingsambtenaar tot vergoeding van proceskosten van belanghebbende na intrekking beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting.

De rechtbank heeft de inspecteur veroordeeld tot een proceskostenvergoeding van € 1.429,- na intrekking van het beroep door de belanghebbende in een belastingzaak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke procedure tegen invorderingsambtenaar. Belanghebbende krijgt vergoeding van € 418,50 en griffierecht van € 50,-.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van beroepsgronden, ondanks herhaald verzoek tot herstel.

Beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding beroepstermijn; belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat beroepschrift tijdig is ingediend.

De rechtbank wijst het verzoek om vergoeding van proceskosten af in een belastingzaak, omdat het verzoek kennelijk ongegrond is.

De rechtbank heeft het verzoek om proceskostenvergoeding afgewezen, omdat de heffingsambtenaar niet tegemoet is gekomen aan het beroep en de bezwaarfase nog niet is afgerond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vraagt de Hoge Raad om verduidelijking over de Bpm-heffing op basis van CO2-uitstoot en de gelijksoortigheid van voertuigen onder verschillende testmethoden.

De rechtbank heeft de verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting voor buitenlandse beleggingsfondsen afgewezen, omdat de belanghebbenden niet vergelijkbaar zijn met Nederlandse fbi's en geen instemming hebben gegeven voor vervangende betaling.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht. Belanghebbende heeft geen verontschuldiging gegeven voor het verzuim.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende tegen de aanslagen inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen voor de jaren 2015 t/m 2018 ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging van de gemachtigde.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht. Geen proceskostenveroordeling.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht in belastingzaak BRE-22-3333.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht in belastingzaak BRE-22-2514.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak BRE-22-4424.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak over 2018.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht.

De rechtbank oordeelt dat een in de VS gevestigde trust niet de opbrengstgerechtigde is van dividenden, waardoor de naheffingsaanslag dividendbelasting terecht is opgelegd. Het beroep is ongegrond.

Rechtbank vernietigt vergrijpboete en vermindert navorderingsaanslagen IB/PVV 2013 en 2014. Aanslag 2015 blijft in stand. Immateriële schadevergoeding toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag en boete wegens BTW-fraude, vermindert boete tot € 46.251 en kent schadevergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt aanslagen IB/PVV 2015 en 2016, maar verklaart bezwaar tegen 2016 gegrond. Inspecteur moet proceskosten en griffierecht vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de teruggaafbeschikking omzetbelasting ongegrond, waardoor de beschikking in stand blijft. Belanghebbende krijgt geen griffierecht terug.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting terecht is opgelegd, vermindert de verzuimboete met 5% en kent een schadevergoeding van € 500 toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over vergrijpboeten bij navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting en naheffingsaanslag omzetbelasting, en verlaagt de boetes vanwege overschrijding van de behandeltermijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen ongegrond tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting en belastingrentebeschikkingen, handhaving van de aanslagen en geen proceskostenvergoeding.

Tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant over een naheffingsaanslag dividendbelasting. De rechtbank heropent het onderzoek en vraagt de inspecteur om een relevante brief over te leggen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet als afnemer kan worden aangemerkt voor naheffingsaanslagen omzetbelasting, omdat er geen rechtsbetrekking met leveranciers is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat pauzedrankjes en toegang tot voorstellingen zelfstandige prestaties zijn. Verzuimboete vernietigd, belastingrente verminderd.

De rechtbank oordeelt dat de werkelijke leiding van de vennootschap in Nederland lag, ondanks de registratie in Malta. De opgelegde belastingaanslagen worden gehandhaafd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst het beroep van belanghebbende af wegens termijnoverschrijding bij verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2013.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond; verzoek om ambtshalve vermindering is terecht afgewezen wegens termijnoverschrijding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat buitenlandse beleggingsfondsen geen recht hebben op teruggaaf van dividendbelasting. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt belastingaanslagen en boetes voor drugssmokkel, oordeelt dat geen bewijs is voor inkomsten uit drugshandel.

Rechtbank vernietigt vergrijpboete en vermindert aanslag IB/PVV na omkering bewijslast bij niet ingediende aangifte door belanghebbende, veroordeeld voor drugssmokkel.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bemiddelingskosten niet ten laste van de winst kunnen worden gebracht, maar verlaagt de vergrijpboete tot € 9.400 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan machtiging van de gemachtigde.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende kennelijk niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van het griffierecht van € 50,-.

De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Beroep kennelijk niet-ontvankelijk wegens ontbreken machtiging; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging. Verzoek om schadevergoeding afgewezen.

De rechtbank wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat er geen proceskosten zijn gesteld die voor vergoeding in aanmerking komen.

De rechtbank verklaart het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring ongegrond en is onbevoegd inzake de ambtshalve beslissing over naheffingsaanslagen omzetbelasting.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en draagt de heffingsambtenaar op een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.

De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van het griffierecht in een vennootschapsbelastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de beroepstermijn. Het beroepschrift was niet tijdig ingediend, ondanks de omstandigheden van de gemachtigde.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van proceskosten van € 700,64 na intrekking van beroep door belanghebbende in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond omdat de inspecteur niet tijdig op bezwaar heeft beslist. Dwangsom van € 100,- per dag opgelegd, met een maximum van € 15.000,-.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart zich onbevoegd in belastingzaak over niet opnemen bankrekeningnummer door belastingdienst.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding bezwaar inkomstenbelasting; dwangsom afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op invorderingsrente bij ambtshalve teruggaaf OB. Het beroep is ongegrond.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar van de ontvanger en vermindert de betekeningskosten naar nihil, omdat de aanslag erfbelasting is verminderd. De ontvanger moet het griffierecht en proceskosten vergoeden aan de belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslagen IB/PVV voor 2012-2014 terecht zijn opgelegd en wijst verzoek om schadevergoeding toe.

De rechtbank verklaart het beroep tegen niet tijdig beslissen niet-ontvankelijk, maar oordeelt dat de invorderingsambtenaar een dwangsom van € 567 verschuldigd is en vernietigt de aanmaningskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond wegens niet tijdig beslissen door de inspecteur op verzoek om ambtshalve vermindering van belastingaanslagen. Dwangsom van € 100 per dag opgelegd, met een maximum van € 15.000.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond wegens niet tijdig beslissen door de inspecteur op verzoek om ambtshalve vermindering van belastingaanslagen.

De rechtbank verklaart zich onbevoegd in een belastingzaak over rechtsherstel box 3 en draagt de griffier op het griffierecht terug te betalen aan de belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk, omdat de ingebrekestelling prematuur was ingediend. De inspecteur had nog tijd om te beslissen op het bezwaar.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

Rechtbank verklaart beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van het griffierecht van € 50,-.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van het griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van het griffierecht van € 50,-.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een juiste machtiging van de gemachtigde.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een machtiging en gronden van beroep.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van het griffierecht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig betalen van griffierecht in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het beroep kennelijk niet-ontvankelijk wegens het niet tijdig betalen van griffierecht.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens het niet betalen van griffierecht in een belastingzaak.