ECLI:NL:RBZWB:2025:1825
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing van toepassing van de 30%-bewijsregel voor ingekomen werknemers
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de inspecteur van de Belastingdienst, die op 15 april 2024 het verzoek om toepassing van de 30%-bewijsregel had afgewezen. De rechtbank heeft de zaak op 27 februari 2025 behandeld, waarbij belanghebbende en de inspecteur vertegenwoordigd door mr. [inspecteur 1] en mr. [inspecteur 2] aanwezig waren. Tijdens de zitting hebben partijen een compromis bereikt, waarbij is vastgesteld dat belanghebbende recht heeft op voortzetting van de bewijsregel met betrekking tot zijn dienstbetrekking bij [werkgever] GmbH. De rechtbank volgt dit compromis en verklaart het beroep gegrond. Dit betekent dat de eerdere afwijzing van de inspecteur wordt vernietigd en dat de inspecteur een nieuwe beschikking moet afgeven die in lijn is met de uitspraak. Tevens is bepaald dat de inspecteur het griffierecht van € 51 aan belanghebbende moet vergoeden, maar dat belanghebbende geen recht heeft op een proceskostenvergoeding, aangezien hij geen kosten heeft opgegeven die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 31 maart 2025 en kan in hoger beroep worden aangevochten binnen zes weken na verzending.