mw. mr. W.A.P. van Roij

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van [X] B.V. ongegrond, zonder motivering van de klachten.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake verzoek om kwijtschelding gemeentelijke belastingen voor 2022.

De Hoge Raad oordeelt over de toerekening van loon aan werkzaamheden in Saoedi-Arabië en bevestigt dat reistijd als werktijd moet worden aangemerkt.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake aansprakelijkheidstelling en verjaring van belastingschuld.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van belanghebbende [X] tegen Staatssecretaris van Financiën.

Hoge Raad vernietigt uitspraak Gerechtshof over parkeerbelasting voor pakketbezorger; verwijzing naar Gerechtshof Amsterdam.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake huurtoeslag en rente, bevestigt onbevoegdheid Gerechtshof.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor 2017 en 2018.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam over belastingbeschikking 2014.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk wegens niet-betaling griffierecht door belanghebbenden.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in de zaak van [X] tegen de Sociale Verzekeringsbank, uitspraak op 10 januari 2025.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in de zaak van [X] tegen het Centrum Indicatiestelling Zorg, uitspraak op 10 januari 2025.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond in zaak over niet tijdig nemen van besluit en verzoek om dwangsom.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond inzake inkomstenbelasting en belastingrente voor belanghebbende [X].

Hoge Raad oordeelt dat ongerealiseerde waardeveranderingen van onroerende zaken in box 3 tot het werkelijke rendement behoren. Aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor belanghebbende verminderd tot € 746.

Hoge Raad oordeelt over belastingheffing in box 3 en ongerealiseerde waardeveranderingen van een tweede woning. Aanslag verminderd tot € 1.178 voor belanghebbende.

Hoge Raad oordeelt over belastingheffing in box 3 en verwijst de zaak naar het Gerechtshof Amsterdam voor verdere behandeling.

Hoge Raad verklaart beroep in cassatie ongegrond inzake inkomstenbelasting 2016, zonder veroordeling in proceskosten.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in de zaak van [X] tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk in belastingzaak van belanghebbende tegen de Staatssecretaris van Financiën.

Het hof oordeelt dat de onroerende zaak door verbouwingen de aard van woning heeft verloren en dat meer dan beperkte aanpassingen nodig zijn om het weer als woning te kwalificeren. Hoger beroep ongegrond.

Het hof bevestigt de WOZ-waarde van € 337.000 en oordeelt dat er geen schending is van bestuursrechtelijke bepalingen. Hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over WOZ-waarde en objectafbakening; hof bevestigt uitspraak rechtbank en verklaart hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over forensenbelasting; hof bevestigt eerdere uitspraak en oordeelt dat heffing niet in strijd is met het EVRM.

Hoger beroep over WOZ-waarde onroerende zaak; geen schending van bestuursrechtelijke bepalingen; WOZ-waarde niet te hoog vastgesteld.

Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en matigt de vergrijpboeten voor 2013 en 2014. Immateriële schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het hof bevestigt de informatiebeschikking van de inspecteur en verklaart het hoger beroep ongegrond, met schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-betaald griffierecht. Proceskostenvergoeding richtsnoer toegevoegd.

Het hof oordeelt dat de gehele schadevergoeding na een bedrijfsongeval onbelast is, en vermindert de aanslagen IB/PVV voor 2016-2018.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de doorbetaaldloonregeling van toepassing is voor de bestuurders van de B.V., ondanks de weigering van de inspecteur.

Hoger beroep over vennootschapsbelasting 2014; hof oordeelt dat belanghebbende transactieverlies niet ten laste kan brengen van haar resultaat. Hoger beroep inspecteur gegrond.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw 2014-2017. Hof bevestigt omkering bewijslast en redelijke schatting door inspecteur. Vergrijpboetes gematigd met 15%.

Hoger beroep over aanslagen IB/PVV 2015 en 2016, waarbij het hof de aanslagen vermindert en de vergrijpboete matigt.

Hoger beroep over aftrekbaarheid verlies uit borgstelling in de inkomstenbelasting; hof bevestigt onzakelijkheid en wijst het hoger beroep af.

Hoger beroep ongegrond verklaard; heffingsambtenaar heeft uitspraak gedaan op aanslag watersysteemheffing; geen recht op dwangsom.

Het hof bevestigt de belastingaanslagen en oordeelt dat belanghebbende inwoner van Nederland is, ondanks verblijf in Zwitserland. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het hof bevestigt dat een uitkering uit een beleggingsverzekering na een VSO terecht tot het belastbare inkomen is gerekend. Het beroep op het gelijkheidsbeginsel wordt verworpen.

Hoger beroep over proceskostenvergoeding na verwijzing door de Hoge Raad; belanghebbende krijgt totale proceskostenvergoeding van € 607 toegewezen.

Het hof oordeelt dat de aanslag watersysteemheffing rechtmatig is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank. Er is geen schending van artikel 131 Waterschapswet en geen motiveringsgebrek.

Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank over de (proces)kostenvergoeding en het griffierecht, bevestigt de overige delen van de uitspraak en wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af.

Hoger beroep over watersysteemheffing; hof oordeelt dat rechtbank geen beslissing nam over wettelijke rente. Heffingsambtenaar geeft voldoende inzicht in kostenramingen. Hoger beroep gegrond voor wettelijke rente, niet-ontvankelijk voor dwangsom.

Het hof verklaart het sprongberoep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de ontvanger over de invorderingsrente in verband met een naheffingsaanslag BPM.

Hoger beroep van [belanghebbende] B.V. tegen naheffingsaanslag BPM ongegrond verklaard; rechtbank uitspraak bevestigd.

Hoger beroep over WOZ-waarde en heffingen afvalstoffenheffing en rioolheffing van een woonboerderij. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM voor kampeerauto. Hof bevestigt uitspraak rechtbank, oordeelt over uitleg Unierecht en proceskostenvergoeding, kent immateriële schadevergoeding toe van € 1.000.

Hoger beroep over terbeschikkingstelling van een paardencomplex en economische huurwaarde. Het hof oordeelt dat het gehele complex ter beschikking is gesteld en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat vrijgestelde vergoedingen niet tot het loon in de zin van de Wet op de Loonbelasting 1964 behoren voor de pseudo-eindheffing.

Belanghebbende verzoekt om IACK voor 2014, maar het hof bevestigt dat hij niet voldoet aan het inschrijvingsvereiste. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over aanslagen vennootschapsbelasting 2010-2017. Hof bevestigt dat aanslagen correct zijn bekendgemaakt en verklaart bezwaar niet-ontvankelijk.

Hoger beroep over WOZ-waarde van een kinderdagverblijf. Hof bevestigt waarde van € 265.000, hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over proceskostenvergoeding bij onroerendezaakbelasting; hof vernietigt eerdere uitspraak en stelt nieuwe kostenvergoeding vast.

Hoger beroep over BPM kampeerauto; rechtbank heeft verzoek om immateriële schadevergoeding ten onrechte afgewezen. Belanghebbende krijgt aanvullende schadevergoeding van € 1.479 van de minister en € 21 van de inspecteur.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het loon van de belanghebbende ter heffing aan de VS is toegewezen, waardoor het hoger beroep ongegrond is verklaard.

Het hof oordeelt dat de in Duitsland woonachtige werknemer van de Belastingdienst niet voldoet aan de voorwaarden voor belastingheffing in Duitsland, waardoor Nederland het volledige heffingsrecht krijgt.

Het hof bevestigt de navorderingsaanslagen IB/PVV en ZVW voor 2014-2017, oordeelt dat belanghebbende te kwader trouw is en dat de vergrijpboeten passend zijn.

Het hof oordeelt dat de rechtbank terecht een proceskostenvergoeding heeft toegekend, maar stelt deze vast op € 837. Het incidentele hoger beroep van belanghebbende is ontvankelijk.

Hoger beroep over BPM-heffing door belanghebbende, waarbij het hof de bevoegdheid van nationale rechters bevestigt en de proceskostenvergoeding vaststelt op € 1.824.

Hoger beroep over BPM-teruggave en rentebedragen, met vragen over Unierecht en proceskostenvergoeding. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de bezwaren tegen de aanslagen IB/PVV 2012 en 2013 terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard en de verzoeken om ambtshalve vermindering zijn afgewezen.

Hoger beroep ongegrond; bevestiging van de uitspraak van de rechtbank over parkeerbelasting en immateriële schadevergoeding.

Hoger beroep over rioolheffing; het hof verklaart de Verordening gedeeltelijk onverbindend wegens overschrijding van de opbrengstlimiet en vermindert de aanslagen tot € 21.499,05.

Hoger beroep over rioolheffing; het hof verklaart de Verordening partieel onverbindend wegens overschrijding van de opbrengstlimiet en vermindert de aanslagen tot € 120.266,96.

Hoger beroep over rioolheffing en gelijkheidsbeginsel; heffingsambtenaar wint, belanghebbende verliest.

Het hof bevestigt de afwijzing van de inspecteur om ambtshalve de aanslag IB/PVV 2015 te verminderen, omdat de onjuistheid voortvloeit uit latere jurisprudentie. Het hoger beroep is ongegrond.

Het hof oordeelt dat de belanghebbende zich moet wenden tot de burgerlijke rechter voor teruggaaf van omzetbelasting, omdat het verzoek niet rechtsgeldig was. De uitspraak van de rechtbank wordt vernietigd.

Hoger beroep over rioolheffing en gelijkheidsbeginsel; aanslagen verminderd tot € 68.310,21.

Hoger beroep over aanslagen IB/PVV en ZVW 2016, waarbij de bewijslast is omgekeerd door niet doen van aangifte. Boete verminderd tot € 14.499.

Hoger beroep van [belanghebbende] B.V. over kwijtscheldingswinst en earn-outregeling in vennootschapsbelasting wordt verworpen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over aftrek hypotheekrente door belanghebbende in België, waarbij het hof oordeelt dat geen recht op aftrek bestaat volgens nationale wet en Unierecht.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond, omdat de werknemer geen bewijs heeft geleverd voor aftrek ter voorkoming van dubbele belasting.

Het hof bevestigt de WOZ-waarde van € 3.982.000 voor een autobedrijf, onderbouwd met verschillende waarderingsmethoden, en verwerpt het hoger beroep van belanghebbende.

Het hof verklaart het hoger beroep niet ontvankelijk omdat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat het pro forma hoger beroepschrift tijdig is ingediend. Verzoeken om schadevergoeding en vergoeding van griffierecht worden afgewezen.

Hoger beroep ongegrond verklaard; rechtbank heeft terecht beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet kenbaar maken identiteit belanghebbende.

Hoger beroep ongegrond; rechtbank heeft beroep terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens niet kenbaar maken identiteit belanghebbende.

Hoger beroep ongegrond; rechtbank heeft terecht beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet betalen griffierecht en ontbreken machtiging.

Het hof bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet-betaling van griffierecht en wijst het verzoek om schadevergoeding af.

Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk en verwijst de zaak terug naar de rechtbank voor behandeling van het verzet.

Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk en verwijst de zaak terug naar de rechtbank voor behandeling van het verzet.

Het hof bevestigt de niet-ontvankelijk verklaring van de rechtbank inzake het beroep van belanghebbende tegen een belastingaanslag, omdat het beroep te laat is ingediend en niet op eigen naam kon worden ingediend.

Hoger beroep over WOZ-waarde van een pand; hof oordeelt dat heffingsambtenaar geen artikel 8:42 Awb heeft geschonden, maar proceskostenvergoeding is te laag vastgesteld.

Hoger beroep over WOZ-waarde van een dagrecreatiehal en casino. Het hof vernietigt de proceskostenvergoeding van de rechtbank en stelt deze vast op € 1.116. Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn afgewezen.

Hoger beroep over WOZ-waarde van onroerende zaken ongegrond verklaard; heffingsambtenaar heeft artikel 8:42 Awb niet geschonden.

Hoger beroep over aanslagen IB/PVV 2010 en 2011. Bewijslast omgekeerd en verzwaard. Verzuimboete terecht opgelegd. Immateriële schadevergoeding toegekend.

Hoger beroep over aanslagen IB 2012-2017; waarde polder niet onder vrijstelling natuurterreinen; geen compensatie voor 2017.

Inwoner van Bulgarije met AOW en werkzaamheden in Nederland is premieplichtig voor volksverzekeringen. Hoger beroep ongegrond, uitspraak rechtbank bevestigd.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB 2010-2017 en verzuimboete. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de aanslagen niet te hoog zijn vastgesteld en de verzuimboete terecht is opgelegd.

Hoger beroep over premie volksverzekeringen 2017 en 2018; belanghebbende niet premieplichtig in Nederland; uitspraak rechtbank bevestigd.

Hoger beroep over de WOZ-waarde van een bankgebouw; heffingsambtenaar stelt waarde op € 862.000, rechtbank verlaagt naar € 825.000. Hof bevestigt uitspraak rechtbank, heffingsambtenaar niet in het gelijk gesteld.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk na het overlijden van de belanghebbende en de verwerping van de nalatenschap door zijn erfgenamen.

Hoger beroep over de WOZ-waarde van een dagverblijf; waarde vastgesteld op € 605.000; rechtbank uitspraak bevestigd; immateriële schadevergoeding van € 1.500 toegekend.

Hoger beroep over navorderingsaanslag IB/PVV 2014 en belastingrente. Hof bevestigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat navorderingsaanslag terecht is opgelegd. Geen immateriële schadevergoeding toegekend.

Hoger beroep van belanghebbende tegen navorderingsaanslag IB/PVV voor 2014. Hof bevestigt uitspraak rechtbank, geen schending Unierecht.

Het hof bevestigt de naheffingsaanslagen omzetbelasting, maar vernietigt de boeten. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn vastgesteld op € 4.000.

Hoger beroep van belanghebbende tegen dwangsombeschikkingen van de inspecteur, waarbij het hof de uitspraak van de rechtbank bevestigt en het hoger beroep ongegrond verklaart.

Hoger beroep over belastingaanslagen; inspecteur trekt incidenteel hoger beroep in; aanslag IB 2014 verminderd tot nihil; proceskostenvergoeding van € 3.139 aan belanghebbende.

Hoger beroep van de erven van een overleden belanghebbende over de herleiding van het maximum premie-inkomen na overlijden. Het hof oordeelt dat de ministeriële regeling niet in strijd is met het recht en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en kent geen schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn in de zaak over belastingrente bij BPM-teruggave.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank over invorderingsrente en griffierecht, verklaart het hoger beroep ongegrond en het bezwaar niet-ontvankelijk.

Hoger beroep van belanghebbende tegen uitspraak rechtbank over belastingrente en proceskostenvergoeding. Hof bevestigt uitspraak rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep ongegrond is.

Hoger beroep over belastingrente en griffierecht; het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de overschrijding van de redelijke termijn geen financiële genoegdoening rechtvaardigt.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV en correcties op resultaatverdeling van een VOF. Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en wijzigt de verminderingsbeschikkingen.

Hoger beroep van belanghebbende tegen navorderingsaanslagen IB/PVV. Het hof oordeelt dat de inspecteur terecht correcties heeft aangebracht, maar de correctie voor schoonmaakkosten komt te vervallen. Hoger beroep gegrond.

Het hof heeft de belastingrente gematigd tot € 54 en de uitspraak van de rechtbank vernietigd, omdat belanghebbende terecht een beroep deed op artikel 30ia AWR.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank over verletkosten, dwangsom en belastingrente in belastingzaak. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Belastingadviseur in hoger beroep tegen navorderingsaanslagen IB/PVV en boetebeschikkingen. Hof oordeelt dat inspecteur over navorderingsgrond beschikt, boeten terecht zijn opgelegd, maar vernietigt de hoogte van de boeten. Geen recht op zelfstandigenaftrek en heffingvrije vermogen tijdsevenredig herrekend.

Het hof verklaart het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting 2018 ontvankelijk, ondanks termijnoverschrijding, en vernietigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.

Het hof oordeelt dat de schadeverzekeraar geen juridische verplichting had voor een uitkering in 2015 en bevestigt de belastingrentebeschikking. Hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over WOZ-waarden van woning en recreatiewoning; het hof bevestigt de vastgestelde waarden en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de heffingsbevoegdheid over het inkomen van de belanghebbende aan Nederland toekomt, omdat hij niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij werkzaamheden in België heeft verricht.

Het hof oordeelt dat de Belastingdienst tekort is geschoten in informatieverstrekking, maar dat dit niet leidt tot vernietiging van de belastingrente. Het hoger beroep van de inspecteur is gegrond.

Hoger beroep ongegrond; belanghebbende heeft geen recht op IACK voor 2015, geen schending van vertrouwens- en gelijkheidsbeginsel.

Hoger beroep ongegrond; aanslagen watersysteemheffing zijn rechtmatig opgelegd. Belanghebbende kan niet worden vrijgesteld op basis van laag waterbezwaar.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch bevestigt dat een LLP niet als transparant lichaam voor de VPB kan worden aangemerkt en dat het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt. De belanghebbende heeft niet aangetoond loonkosten te hebben gemaakt.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch heeft het verzoek tot herziening van belastingaanslagen afgewezen en het hoger beroep ongegrond verklaard.

Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan een geldige machtiging van de gemachtigde. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV en ZVW 2012-2015. Hof verklaart hoger beroep IB/PVV 2012 niet-ontvankelijk, maar beoordeelt inhoudelijk navorderingsaanslagen 2013-2014. Schadevergoeding toegekend voor termijnoverschrijding.

Het hof vermindert de verzuimboete van belanghebbende tot € 3.500 en oordeelt dat er geen schending van het hoorrecht is geweest.

Hoger beroep over naheffingsaanslag omzetbelasting en boetebeschikking voor intracommunautaire leveringen. Het hof handhaaft de naheffingsaanslag en legt een boete op van € 4.629 wegens grove schuld.

Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelt dat belanghebbende slechts 25% van negatieve inkomsten uit eigen woning in Kroatië kan aftrekken. Aanslagen inkomstenbelasting 2013 en 2014 verminderd.

Het hof bevestigt de informatiebeschikking van de inspecteur en verklaart het hoger beroep ongegrond, zonder schending van de beginselen van behoorlijk bestuur.

Hoger beroep over WOZ-waarde woning. Hof bevestigt dat heffingsambtenaar WOZ-waarde correct heeft vastgesteld op basis van vergelijkingsmethode, niet aankoopprijs.

Hoger beroep over WOZ-beschikking; geen proceskostenvergoeding wegens niet verstrekken secundaire objectgegevens. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep ongegrond verklaard; naheffingsaanslag parkeerbelastingen blijft in stand ondanks betwisting van de locatieomschrijving.

Het hof bevestigt de informatiebeschikking aan belanghebbende en oordeelt dat de schenkingsakte niet van bewijs hoeft te worden uitgesloten, ondanks onrechtmatige verkrijging.

Hoger beroep ongegrond verklaard; heffingsambtenaar niet gehouden belanghebbende te horen; termijnoverschrijding niet verschoonbaar.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor belanghebbende in Dominica. Hof bevestigt uitspraak rechtbank, geen ambtelijk verzuim en navorderingsaanslagen binnen wettelijke termijn.

Hoger beroep over WOZ-waarde van een winkelpand. Het hof bevestigt de waarde van € 1.000.000, vastgesteld door de rechtbank, en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over WOZ-waarde woning; heffingsambtenaar heeft waarde van € 380.000 vastgesteld, belanghebbende stelt € 327.000 voor. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV 2003-2009; hof bevestigt eerdere uitspraak en verklaart beroep ongegrond.

Hoger beroep over aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor 2007-2012. Hof bevestigt eerdere uitspraak rechtbank en verklaart hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep van belanghebbende B.V. over BPM en kentekengegevens. Het hof oordeelt dat het hoger beroep ongegrond is en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Het hof oordeelt dat de werkzaamheden van belanghebbende in 2015 op het gebied van elektrisch vervoer geen bron van inkomen vormen, ondanks latere positieve resultaten. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Hoger beroep over navorderingsaanslag VPB 2014 en belastingrente. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over naheffingsaanslag parkeerbelasting; schadevergoeding voor immateriële schade vastgesteld op € 3.000.

Hoger beroep over aanslagen IB/PVV en Zvw wegens hennepkwekerij. Hof bevestigt aanslagen en boete, oordeelt dat belanghebbende onvoldoende bewijs heeft geleverd voor lagere aanslagen.

Hoger beroep over WOZ-waarde appartement; hof oordeelt dat heffingsambtenaar voldoende bewijs heeft geleverd voor de vastgestelde waarde en wijst verzoek om schadevergoeding toe.

Hoger beroep over naheffingsaanslag parkeerbelasting; naheffingsaanslag terecht opgelegd; geen schending motiveringsbeginsel; immateriële schadevergoeding afgewezen.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de concernbijdrage niet aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting, omdat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat deze kosten zijn gemaakt voor zakelijke doeleinden.

Hoger beroep over WOZ-waarde winkelpand. Hof stelt waarde vast op € 1.950.000, vernietigt eerdere uitspraak en veroordeelt heffingsambtenaar tot vergoeding van kosten.

Hoger beroep ongegrond verklaard; bevestiging van de uitspraak van de rechtbank inzake aanslag IB/PVV 2013 en verzoek om ambtshalve vermindering.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM en immateriële schadevergoeding. Het hof verklaart het hoger beroep ongegrond en het incidentele hoger beroep gegrond, met aanpassing van de schadevergoeding.

Het hof bevestigt de WOZ-beschikking en aanslagen onroerendezaakbelastingen, oordeelt dat de adresaanduiding niet onjuist is en wijst verzoeken van belanghebbende af.

Hoger beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting; hof oordeelt dat bebording aanwezig was en bevestigt uitspraak rechtbank.

Hoger beroep ongegrond; naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht opgelegd; beroep op vertrouwensbeginsel faalt.

Hoger beroep over naheffingsaanslag parkeerbelasting; parkeerder voldeed niet aan inspanningsverplichting om belasting te betalen ondanks defecte parkeerautomaat.

Hoger beroep over WOZ-waarde geschakelde woning. Hof bevestigt waarde van € 241.000, geen bewijs voor waardedrukkende overlast. Hoger beroep ongegrond.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat het sproeidrogen van keramische producten onder de vrijstelling van energiebelasting valt. Het hoger beroep van de inspecteur is ongegrond.

Hoger beroep over leges voor omgevingsvergunning voor B&B-activiteit; aanvraag terecht aangemerkt; B&B niet vergunningvrij; hoger beroep ongegrond.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart de hoger beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Het beroepschrift is te laat ingediend en de termijnoverschrijding is niet verschoonbaar.

Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond, omdat belanghebbende niet als ondernemer voor de inkomstenbelasting kan worden aangemerkt.

Het hof vernietigt de legesaanslag wegens niet-naleving van het kenbaarheidsvereiste van NEN 2580 en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over BPM en griffierechten; belanghebbende verliest op meerdere punten, hof bevestigt eerdere uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank over BPM-aangifte en weigering gemachtigde. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over aanslagen IB en ZVW na ontdekking drugslaboratorium; schatting inkomsten niet onredelijk, boetes passend.

Hoger beroep over WOZ-waarde en onroerendezaakbelasting; belanghebbende verliest, maar krijgt griffierecht en proceskosten vergoed.

Het hof bevestigt de navorderingsaanslagen en vergrijpboetes voor 2014 en 2015, oordeelt dat belanghebbende opzettelijk onjuiste aangiften heeft gedaan en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over verlies uit onderneming voor 2011 en 2012; belanghebbende kan verlies niet aannemelijk maken; aanslagen verminderd tot nihil en € 4.552.

Hoger beroep over aanslagen IB/PVV en Zvw 2014. Inspecteur corrigeert kosten, belanghebbenden geven geen inzicht. Aanslagen terecht vastgesteld. Rechtbank bevestigt, hof oordeelt hetzelfde.

Hoger beroep over naheffingsaanslagen en boeten door de Belastingdienst, waarbij het Hof de aanslagen vermindert en boeten bevestigt, met schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het hof bevestigt de belastingheffing over de AOW-uitkering van een inwoner van Bulgarije die in Nederland en België werkt, en oordeelt dat de premies voor Anw en Wlz terecht zijn geheven.

Hoger beroep over de kwalificatie van een brief als voor bezwaar vatbare beschikking inzake invorderingsrente. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over naheffingsaanslag overdrachtsbelasting. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de splitsing niet gericht was op belastingontwijking. Inspecteur veroordeeld in proceskosten.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV na boekenonderzoek. Hof oordeelt dat wederrechtelijke toe-eigening door derde in ondernemingssfeer plaatsvond. Navorderingsaanslagen 2014 en 2015 vernietigd, aanslag 2016 verminderd.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank over de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2018.

Het hof verklaart het hoger beroep van de inspecteur niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, waardoor de uitspraak van de rechtbank in stand blijft.

Hoger beroep over premieplicht voor Rijnvarende; Hof oordeelt dat aanslagen IB/PVV terecht zijn, maar toekennen schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank over premieplicht voor de PVV en belastingaanslagen. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het hof bevestigt de afwijzing van de verzoeken om ambtshalve vermindering van belastingaanslagen, maar matigt de vergrijpboeten tot nihil vanwege de financiële omstandigheden van belanghebbende.

Hoger beroep over navorderingsaanslag IB/PVV 2014 en dieetkosten. Het Hof vermindert de aanslag tot € 15.747 en oordeelt dat dieetkosten in aanmerking moeten worden genomen.

Hoger beroep ongegrond verklaard; belastingrente terecht in rekening gebracht. Uitspraak rechtbank bevestigd.

Hoger beroep over herziening voorlopige aanslag IB/PVV 2016. Hof bevestigt eerdere uitspraak rechtbank; verzoek tot herziening ongegrond.

Hoger beroep over WOZ-waardering varkenshouderij. Hof vernietigt uitspraak rechtbank over heffingsgrondslag OZBG, verklaart beroep ongegrond en veroordeelt heffingsambtenaar tot kostenvergoeding.

Hoger beroep over navorderingsaanslag IB/PVV. Hof bevestigt vernietiging door rechtbank, geen navorderingsaanslag onder € 450. Inspecteur veroordeeld in proceskosten van € 1.518.

Hoger beroep over WOZ-waardering hotel; waarde vastgesteld op € 1.072.000 door heffingsambtenaar, belanghebbende verzoekt om vermindering tot € 857.000. Hoger beroep ongegrond verklaard.

Het Gerechtshof 's-Hertogenbosch oordeelde dat de diensten van een speelhal niet onder het verlaagde omzetbelastingtarief vallen. Het hoger beroep van de inspecteur werd gegrond verklaard en de uitspraak van de rechtbank werd vernietigd.

Hoger beroep over watersysteemheffing en zuiveringsheffing. Het Hof oordeelt dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht heeft gegeven in de ramingen van baten en lasten. Hoger beroep gegrond op openbaarmaking uitspraak rechtbank, verder ongegrond.

Hoger beroep over watersysteemheffing en zuiveringsheffing; dwangsom wegens niet tijdig beslissen vastgesteld op € 1.442.

Het hof bevestigt de uitspraak van de inspecteur dat de indeling in sector 45 niet met terugwerkende kracht kan worden verleend. Het beroep is ongegrond.

Hoger beroep over proceskosten WOZ; hof oordeelt dat heffingsambtenaar niet onzorgvuldig heeft gehandeld en bevestigt uitspraak rechtbank.

Hoger beroep over belastingaanslagen IB/PVV en gebruikelijk loon; belanghebbende verliest het beroep inzake terbeschikkingstelling van recreatiewoning.

Hoger beroep over aanslag IB/PVV voor 2018. Hof bevestigt eerdere uitspraak, geen vermindering van aanslag.

Hoger beroep over de WOZ-waardevaststelling van een woning. Het Hof bevestigt de eerdere uitspraak en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over navorderingsaanslag IB/PVV en immateriële schadevergoeding. Hof oordeelt dat redelijke termijn is overschreden, kent schadevergoeding van € 2.500 toe en proceskosten van € 4.005.

Hoger beroep over aanslag IB/PVV en proceskostenvergoeding. Het Hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank, verklaart het hoger beroep gegrond en stelt de proceskostenvergoeding vast op € 3.106.

Hoger beroep over naheffingsaanslag parkeerbelasting. Het Hof oordeelt dat de naheffingsaanslag ten onrechte is opgelegd, omdat belanghebbende tijdig de parkeerbelasting heeft voldaan.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM en afschrijving bij schadeverleden van een BMW. Het Hof verklaart het hoger beroep van de Inspecteur gegrond en vermindert de naheffingsaanslag tot € 2.263.

Hoger beroep van belanghebbende tegen aanslagen IB/PVV en ZVW ongegrond verklaard. Belanghebbende heeft onvoldoende bewijs geleverd voor onjuistheid aangifte. Geen vermindering aanslagen op basis van kleineondernemingsregeling.

Hoger beroep over erfbelasting en WOZ-waarde. Het Hof bevestigt de aanslag erfbelasting en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over ontvankelijkheid bezwaar erfbelasting en partnervrijstelling voor mantelzorgers. Het Hof verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over aanmaningskosten gemeentelijke heffingen; Hof bevestigt uitspraak rechtbank die kosten vernietigde.

Hoger beroep over de heffing van havengeld voor een recreatievaartuig. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over afvalstoffenheffing; Hof bevestigt uitspraak rechtbank en verklaart hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over WOZ-waarde van onroerende zaak in Hellendoorn. Hof bevestigt waarde van € 251.000, hoger beroep ongegrond.

Tussenuitspraak over naheffingsaanslagen loonheffingen aan [belanghebbende] B.V. Het Hof bevestigt de omkering van de bewijslast en de correcties op basis van het anoniementarief.

Hoger beroep over navorderingsaanslag IB/PVV; vraag of pensioenaanspraak is afgekocht. Hof bevestigt dat volledige aanspraak tot inkomen gerekend mag worden.

Hoger beroep over navorderingsaanslag IB/PVV en pensioenaanspraak. Het Hof oordeelt dat belanghebbende zijn pensioenaanspraak gedeeltelijk heeft afgekocht, waardoor de Inspecteur de aanslag terecht heeft opgelegd.

Hoger beroep inzake naheffingsaanslag BPM, waarbij het Hof de naheffingsaanslag verminderde tot € 957 en de Inspecteur in de proceskosten veroordeelde.

Hoger beroep over naheffingsaanslag omzetbelasting van € 2.459.923. Het Hof vernietigt de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente, omdat de Inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de BV als eigenaar over de auto’s kon beschikken.

Hoger beroep over naheffingsaanslagen loonheffingen; partijen bereiken compromis over vermindering aanslagen en proceskostenvergoeding.

Hoger beroep over vrijstelling van omzetbelasting voor diensten van een zelfstandig therapeut. Het Hof oordeelt dat de belanghebbende niet voldoet aan de vereisten van de Wet BIG en dat haar diensten niet vrijgesteld zijn van omzetbelasting.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden verklaart het hoger beroep ongegrond en bevestigt de belastingheffing van lijfrente-uitkeringen. Verzoeken om schadevergoeding en herziening worden afgewezen.

Hoger beroep van fiscale eenheid tegen naheffingsaanslag en verzoek om teruggaaf omzetbelasting. Hof bevestigt uitspraak rechtbank: naheffingsaanslag terecht opgelegd.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigt de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland over de waardevaststelling van een winkelpand onder de Wet WOZ, waarbij het eigen huurcijfer van belanghebbende niet bruikbaar werd geacht voor de waardebepaling.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende ongegrond verklaard en de uitspraken op bezwaar bevestigd in een belastingrechtelijk geschil over aanslagen IB/PVV voor de jaren 2014, 2015 en 2016.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over box 3-heffing en belastingrente in een belastingrechtelijk geschil. Bepaalde belastingrente wordt vernietigd, maar overige claims van belanghebbende worden afgewezen.

Hoger beroep over ontvankelijkheid van bezwaar en beroep tegen belastingaanslagen. Het Hof verklaart het beroep voor jaren 2010-2013 gegrond en verwijst terug naar de rechtbank, maar bevestigt de niet-ontvankelijkheid voor het jaar 2014.

Hoger beroep over de heffing van inkomstenbelasting op Duitse pensioenen. Het Hof bevestigt dat de kleinepensioenenregeling niet in strijd is met discriminatieverboden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslag IB/PVV 2013; nieuw feit vastgesteld; beroep ongegrond; schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV en immateriële schadevergoeding. Hof oordeelt dat redelijke termijn is overschreden en kent schadevergoeding toe.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV en immateriële schadevergoeding. Hof bevestigt matiging schadevergoeding tot € 500 per persoon.

Hoger beroep over aanslag IB/PVV en proceskostenvergoeding. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigt de rechtmatigheid van aanslagen in de reclamebelasting aan belanghebbende en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende na intrekking van het hoger beroep. De kosten zijn vastgesteld op € 748.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft de Inspecteur Belastingdienst veroordeeld tot betaling van € 748 aan proceskosten na intrekking van het hoger beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over belastingaanslag en vergrijpboete voor IB/PVV 2014, vermindert boete tot € 23.356 en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Hoger beroep over naheffingsaanslag loonheffingen voor beroepsvoetballers. Hof oordeelt dat uitkering als lijfrente moet worden aangemerkt, waardoor geen Nederlandse belasting verschuldigd is.

Hoger beroep over de WOZ-waarde van een recreatiewoning. Het Hof bevestigt de waarde van € 1.143.000, omdat de uitzondering voor natuurterreinen niet van toepassing is.

Hoger beroep over de WOZ-waarde van een recreatiewoning. Het Hof oordeelt dat de waarde niet te hoog is vastgesteld en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over de WOZ-waardevaststelling van een recreatiewoning. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over de aanslag forensenbelasting en de WOZ-waarde als heffingsmaatstaf. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het Hof oordeelt dat de dga's niet verplicht verzekerd zijn voor werknemersverzekeringen en past de proceskostenvergoeding aan.

Hoger beroep over de waarde van een geschonken schilderij voor giftenaftrek en proceskostenvergoeding. Hof bevestigt waarde van € 9.000.000 en oordeelt over proceskosten.

Hoger beroep over verzuimboetes voor niet tijdig doen van aangifte IB/PVV; boetes voor 2016 en 2017 verminderd tot € 2.639.

Hoger beroep over naheffingsaanslag verhuurdersheffing en verzuimboete. Het Hof bevestigt de naheffingsaanslag, maar vernietigt de boetebeschikking wegens afwezigheid van alle schuld.

Hoger beroep over aanslag begraafplaatsrechten; aanslag verlaagd van € 126 naar € 121; heffingsambtenaar veroordeeld in proceskosten van € 374.

Hoger beroep over aanslag IB/PVV 2015 en specifieke zorgkosten. Hof oordeelt dat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor hogere aftrek. Aanslag blijft gehandhaafd op € 92.032.

Hoger beroep van belanghebbende tegen aanslag IB/PVV ongegrond verklaard; belanghebbende is belastingplichtig in Nederland.

Hoger beroep over arbeidskorting en kwalificatie van loon uit dienstbetrekking. Het Hof oordeelt dat het loon van € 25.182 niet als loon uit tegenwoordige arbeid kan worden aangemerkt, waardoor geen arbeidskorting wordt verleend. Hoger beroep ongegrond.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevestigt de informatiebeschikking van de Inspecteur inzake buitenlandse bankrekeningen van belanghebbende, [X] [Z], en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over waardevaststelling onroerende zaken en heffingen, waarbij het Hof de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigt en het hoger beroep ongegrond verklaart.

Hoger beroep inzake naheffingsaanslag BPM; het Hof bevestigt de waardevermindering van 3% voor ex-rentalvoertuig en verklaart het hoger beroep van de Inspecteur ongegrond.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM; Hof oordeelt dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat er motorschade is, vernietigt uitspraak Rechtbank en bevestigt uitspraak Inspecteur.

Hoger beroep over naheffingsaanslag loonheffingen en afdrachtvermindering onderwijs. Het Hof bevestigt dat het scholingstraject niet voldeed aan de eisen voor afdrachtvermindering. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn toegekend.

Hoger beroep van Stichting [X] tegen naheffingsaanslag loonheffingen. Hof oordeelt dat [E] in privaatrechtelijke dienstbetrekking stond en vermindert de naheffingsaanslag tot € 19.175.

Het Hof bevestigt de informatiebeschikking van de Inspecteur en oordeelt dat belanghebbende digitale detailgegevens moet verstrekken voor belastingcontrole.

Het Hof bevestigt de informatiebeschikking van de Inspecteur, die belanghebbende verplicht digitale detailgegevens te verstrekken voor belastingheffing over 2011-2014.

Hoger beroep over afvalstoffenheffing en opbrengstlimiet. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over navorderingsaanslag IB/PVV 2016 en belastingrente. Hof vermindert belastingrente tot € 441 en verklaart hoger beroep gegrond.

Hoger beroep over naheffingsaanslag loonheffingen en heffingsrente inzake certificaten van aandelen. Hof oordeelt dat inspecteur loonvoordeel van € 0,15 per certificaat terecht heeft vastgesteld en vernietigt uitspraak rechtbank.

Hoger beroep over leges voor omgevingsvergunning; Hof oordeelt dat leges verlaagd moeten worden tot € 6.664,25.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de geheimhouding van de identiteit van een tipgever in een belastingzaak gerechtvaardigd is, en bevestigt de beperking van de kennisneming van bepaalde stukken.

Hoger beroep van [X] [Z] tegen aanslag IB/PVV 2014. Hof oordeelt dat gebruikelijk loon op € 44.000 moet worden gesteld, maar vermindert dit met € 5.000. Belastbaar inkomen wordt vastgesteld op € 42.161. Hoger beroep gegrond verklaard.

Hoger beroep ongegrond verklaard; bezwaren tegen WOZ-beschikkingen 2015 en 2016 niet-ontvankelijk verklaard.

Hoger beroep over de waardevaststelling van een agrarisch object en de toepassing van cultuurgrondvrijstelling. Het hof bevestigt de waarde van € 182.000, hoger beroep ongegrond.

Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank Gelderland over BPM-heffing op basis van CO2-uitstoot van Volvo's, waarbij de uitstoot op basis van CNG voorrang heeft boven die op basis van benzine.

Het hof wijst het verzoek van belanghebbende om proceskostenvergoeding af, maar oordeelt dat de inspecteur verplicht is het betaalde griffierecht te vergoeden.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af, omdat de inspecteur niet is tegemoetgekomen aan het tweede verzoek om ambtshalve vermindering.

Hoger beroep over de waardevaststelling van onroerende zaken onder de Wet WOZ. Het Hof stelde de waarden vast op € 370.000 en € 670.000, vernietigde de eerdere uitspraak en veroordeelde de heffingsambtenaar tot vergoeding van proceskosten.

Hoger beroep over de waardevaststelling van een woning onder de Wet WOZ, waarbij het Hof de waarde bevestigt op € 460.000 en het hoger beroep ongegrond verklaart.

Hoger beroep over de WOZ-waarde van een woning. Het Hof bevestigt de waarde van € 291.000 en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Hoger beroep over de WOZ-waarde van een woning. Het Hof bevestigt de waarde van € 225.000 en verklaart het hoger beroep ongegrond.

Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden verklaart het verzet van belanghebbende ongegrond, omdat hij niet in betalingsonmacht verkeerde en het griffierecht niet was betaald.

Het verzet van belanghebbende tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep is ongegrond verklaard. Betalingsonmacht werd afgewezen omdat het inkomen de vrijstellingsnorm overschreed.

Hoger beroep van belanghebbende tegen niet-ontvankelijk verklaring door rechtbank wegens termijnoverschrijding. Hof verklaart beroep niet-ontvankelijk en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Hoger beroep over naheffingsaanslag BPM voor een BMW. Het hof vermindert de aanslag tot € 1.129 en oordeelt over schade aan de auto.

Hoger beroep over navorderingsaanslagen IB/PVV. Het Hof oordeelt dat de Inspecteur terecht navorderingsaanslagen heeft opgelegd en dat de omkering van de bewijslast van toepassing is. Het hoger beroep is gedeeltelijk gegrond.

Hoger beroep van [X] B.V. tegen de Belastingdienst over BPM, waarbij het Hof de uitspraak van de rechtbank gedeeltelijk vernietigt en de BPM voor de Audi Q7 verlaagt.

Hoger beroep van [X] B.V. tegen de rechtbank Gelderland over BPM, met uitspraak dat griffierechten en proceskosten vergoed moeten worden, en vermindering van BPM voor de Range Rover Evoque.

Hoger beroep van [X] B.V. over BPM en griffierecht inzake Mercedes Benz C220D. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst verzoek om immateriële schadevergoeding af.

Hoger beroep van [X] tegen naheffingsaanslag BPM. Hof bevestigt uitspraak rechtbank en wijst verzoek om immateriële schadevergoeding af.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van ongebruikelijke terbeschikkingstelling van een bedrijfsgebouw, waardoor navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van een piloot ongegrond in een belastinggeschil over de aanslag inkomstenbelasting 2016, waarbij de inspecteur het belastbare loon hoger vaststelde dan opgegeven.

De rechtbank heeft het verzoek om geheimhouding van de inspecteur van de Belastingdienst toegewezen op basis van artikel 8:29 Awb, omdat het belang van geheimhouding zwaarder woog dan het belang van de belanghebbende bij kennisneming.

De rechtbank heeft een verzoek om geheimhouding van de inspecteur deels toegewezen en deels afgewezen, waarbij het belang van geheimhouding zwaarder woog dan het belang van de belanghebbende in de meeste gevallen.

De rechtbank heeft op 18 november 2020 een geheimhoudingsbeslissing genomen, waarbij het verzoek van de inspecteur om geheimhouding deels is toegewezen en deels afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het belang van de inspecteur bij geheimhouding in de meeste gevallen zwaarder weegt dan het belang van de belanghebbende bij kennisneming.

De rechtbank heeft een verzoek om geheimhouding van de inspecteur deels toegewezen en deels afgewezen, waarbij het belang van geheimhouding zwaarder woog dan het belang van de belanghebbende in de meeste gevallen.

De rechtbank heeft een verzoek om geheimhouding van de inspecteur deels toegewezen en deels afgewezen, waarbij het belang van geheimhouding zwaarder woog dan het belang van de belanghebbende in de meeste gevallen.

De rechtbank heeft beslist dat Bijlage 109 geen op de zaak betrekking hebbend stuk is in de zin van artikel 8:42 Awb, en daarmee geen geheimhouding behoeft.

De rechtbank oordeelt dat de forfaitaire rendementsheffing in box 3 voor 2017 niet in strijd is met artikel 1 EP EVRM en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant weigert zelfstandigen- en startersaftrek wegens onvoldoende bewijs van urencriterium; beroep gegrond verklaard, aanslag verlaagd tot € 37.690.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond in een belastingrechtelijk geschil over navordering van belasting door de inspecteur.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslag mrb terecht is opgelegd aan belanghebbende met buitenlands kenteken. Naheffingsaanslag en boete worden verminderd tot € 60. Proceskosten worden vergoed.

De rechtbank oordeelt over de vennootschapsbelasting van belanghebbende, met nadruk op renteallocatie en transfer pricing. Het beroep wordt gegrond verklaard, en de aanslag wordt verminderd tot € 107.724.357.

Rechtbank oordeelt over fiscale woonplaats en gezamenlijke huishouding in belastingzaken. Belanghebbende woont in Nederland, geen gezamenlijke huishouding. Navorderingsaanslagen en vergrijpboeten deels terecht, maar enkele posten geschrapt.

Hoger beroep over navorderingsaanslag IB/PVV 2014, waarbij het Hof de aanslag en vergrijpboete vermindert en de proceskosten vergoedt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en vergrijpboeten na ontdekking XTC-laboratorium. Boeten gematigd vanwege redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de WOZ-waarde van het woonzorgcentrum niet te hoog is vastgesteld, maar verlaagt de heffingsgrondslag voor de gebruikersbelasting tot € 5.505.157.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen bron van inkomen heeft aangetoond voor de jaren 2013 en 2014, waardoor de aftrek van kosten is geweigerd. Beroepen gegrond, aanslagen verminderd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake aftrekbaarheid voorbelasting en correctie privégebruik auto.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verzoek om teruggave van omzetbelasting tijdig was en wijst het verzoek toe, ondanks beschuldigingen van fraude.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verkrijging van onroerend goed als nieuw vervaardigd goed moet worden aangemerkt, waardoor vrijstelling van overdrachtsbelasting van toepassing is. Beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant legt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over dividendbelasting en de vergelijkbaarheid van buitenlandse beleggingsfondsen met Nederlandse fiscale instellingen.

Hoger beroep over de aftrekbaarheid van zorgkosten door een moeder voor haar gehandicapte dochter. Het Hof bevestigt dat de kosten niet aftrekbaar zijn, omdat ze niet in zakelijk verband staan met de zorgverlening.

De rechtbank heeft de aansprakelijkheid van de bestuurders van [naam 16] B.V. voor onbetaald gebleven loonheffingen en vergrijpboetes over 2011-2013 bevestigd, maar de hoogte van de aansprakelijkstellingen verminderd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bestuurders aansprakelijk zijn voor onbetaald gebleven belastingaanslagen, maar vermindert de aansprakelijkheid wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de bestuurders van [A BV] terecht aansprakelijk zijn gesteld voor onbetaalde omzetbelasting. Schending van het verdedigingsbeginsel leidt niet tot vernietiging van de aansprakelijkstelling.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het vermogen van een Limited niet fiscaal transparant is en aanmerkelijk belang in box 2 moet worden belast. Beroep op gelijkheidsbeginsel faalt.

Hoger beroep over niet-ontvankelijkheid wegens niet-betaling griffierecht in motorrijtuigenbelastingzaak. Het Hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Hoger beroep over WOZ-waarde en dwangsom; ingebrekestelling prematuur, geen strijd met fair play-beginsel. Uitspraak rechtbank bevestigd.

De rechtbank heeft de btw-aftrek geweigerd voor een financiële holdingmaatschappij bij de verkoop van aandelen, omdat niet kon worden aangetoond dat de activiteiten van derden kwalificeerden als economische activiteiten binnen de btw.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende als bestuurder aansprakelijk is voor de niet-betaalde omzetbelasting van de vennootschap, wegens grove schuld en onvoldoende bewijs van tegenbewijs.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslag IB/PVV 2011; belanghebbende kan herkomst uitgaven niet aantonen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over belastingaanslagen en boete wegens niet aangegeven inkomen uit hennepteelt. Aanslagen IB/PVV en ZVW bevestigd, boete gematigd tot € 7.233.

De rechtbank oordeelt dat de voormalig bestuurder aansprakelijk is voor onbetaalde belastingaanslagen en boetes, en vermindert de aansprakelijkstelling tot € 16.570.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de bezitseis voor de bedrijfsopvolgingsregeling afzonderlijk moet worden toegepast. Beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslagen accijns en voorraadheffing terecht zijn opgelegd, maar vernietigt de aanslagen in de zaak BRE 18/6081 wegens een geschil in de kwalificatie van de olie.

De rechtbank oordeelt dat een Duits vastgoedfonds in aanmerking komt voor de fbi-status voor de boekjaren 1997/1998 tot en met 2007/2008, maar niet voor 2008/2009 en 2009/2010. De rechtsvorm- en vestigingseis zijn in strijd met het unierecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de forfaitaire rendementsheffing in box 3 niet in strijd is met het EVRM en dat geen sprake is van een individuele buitensporige last. De verzuimboete van € 49 wordt bevestigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en vergrijpboeten wegens niet-aangegeven inkomsten uit overige werkzaamheden. Boeten worden gematigd.

De rechtbank oordeelt dat de gangen van een verzorgingshuis niet als woning kunnen worden aangemerkt, waardoor de aanslag gebruikersbelasting gehandhaafd blijft. Beroep gegrond voor kostenvergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over kostenvergoeding in bezwaarfase en wegingsfactor bij waardering onroerende zaken. Beroepen gegrond, heffingsambtenaar moet proceskosten vergoeden.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt dat de toepassing van de MKB-winstvrijstelling bij verlies uit onderneming niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel. Het hoger beroep van belanghebbende wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond in een belastingkwestie over alimentatieaftrekken, waarbij interne compensatie niet mogelijk is.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslag successierecht wegens onvoldoende bewijs van buitenlandse vermogenspositie. Belanghebbende krijgt proceskosten vergoed.

De rechtbank oordeelt dat de vooruitbetaalde eigenwoningrente van de erflaatster volledig aftrekbaar is, ondanks haar overlijden in 2014. De aanslag wordt gehandhaafd en het verzamelinkomen vastgesteld op € 6.227 negatief.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting terecht is opgelegd vanwege niet voldoen aan inrichtingseisen. Boete van € 2.574 gematigd tot € 1.500.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden voor de 30%-regeling, omdat hij niet kan aantonen dat hij meer dan 16 maanden buiten de 150-kilometergrens woonde. Beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden voor de 30%-regeling, omdat hij al woonachtig was in Nederland ten tijde van de arbeidsovereenkomst.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen bron van inkomen heeft en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over inlenersaansprakelijkheid van belanghebbende voor loonheffingen van [A BV]. Aansprakelijkheid verminderd tot € 76.167. Proceskosten van € 1.500 vergoed.

Hoger beroep over aanslagen IB en ZVW van belanghebbende die pgb-inkomsten ontving voor zorg aan haar vader. Het Hof bevestigt dat de pgb-inkomsten als resultaat uit overige werkzaamheden moeten worden aangemerkt en dat belanghebbende geen aftrekbare kosten heeft aangetoond.

De rechtbank Oost-Brabant heeft de verdachte veroordeeld tot 15 maanden gevangenisstraf voor het onttrekken van goederen aan de boedel van failliete vennootschappen, met een voorwaardelijk deel van 5 maanden en een proeftijd van 2 jaar.

De rechtbank oordeelt dat de aftrek van voorbelasting bij gemengd gebruikte goederen en diensten moet worden vastgesteld op basis van omzetverhoudingen, niet op basis van werkelijke gebruik.

De rechtbank verklaart de beroepen van een arts over omzetbelasting niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen procesbelang is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de afwaardering van een lening ten laste van het resultaat is toegestaan en vermindert de aanslag vennootschapsbelasting tot € 556.754.

De rechtbank oordeelt dat vergoedingen van een BV aan belanghebbende terecht in box 1 zijn belast als resultaat uit overige werkzaamheden, en kent schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslagen IB/PVV en oordeelt dat vergoedingen uit een winstdelende lening belast moeten worden in box 3, niet in box 1.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV; vergoedingen van een BV aan belanghebbende worden belast in box 3.

De rechtbank legt prejudiciële vragen voor aan de Hoge Raad over de MRB naheffingsregeling voor buitenlandse kentekens en de mogelijke indirecte discriminatie naar nationaliteit.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant legt prejudiciële vragen voor aan de Hoge Raad over de MRB naheffingsregeling voor buitenlandse kentekens en mogelijke indirecte discriminatie.

Het Gerechtshof bevestigt de uitspraak van de rechtbank over afdrachtvermindering onderwijs na verwijzing door de Hoge Raad. De inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten en er wordt een griffierecht opgelegd van € 503.

Het Gerechtshof Amsterdam bevestigt de uitspraak van de rechtbank over afdrachtvermindering onderwijs na verwijzing door de Hoge Raad. De inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten en er wordt een griffierecht van € 503 opgelegd.

Echtpaar vraagt teruggave van overdrachtsbelasting, stelt perceel grond is bouwterrein. Rechtbank oordeelt dat zij voldoende bewijs hebben geleverd en verklaart beroepen gegrond.

De rechtbank verklaart het beroep van de B.V. tegen de heffing van overdrachtsbelasting ongegrond, omdat het verkregene niet als bouwterrein kan worden gekwalificeerd en het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verlaagde tarief van 6% omzetbelasting van toepassing is op de diensten van een family entertainment center, en verleent teruggaaf van € 65.498.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat rentevergoedingen op earn-out en antispeculatievergoeding niet onder deelnemingsvrijstelling vallen. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en ZVW aan aandeelhouder van autobedrijf betrokken bij hennephandel. Aanslagen verminderd met 10% en boetegrondslag aangepast.

De rechtbank heeft navorderingsaanslagen IB/PVV opgelegd aan een belanghebbende wegens criminele activiteiten. De aanslagen zijn verminderd met 10% en de rechtbank oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat meer dan 50% van het voordeel aan de belanghebbende is toegekomen.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd, ondanks de bijzondere omstandigheden van de Tilburgse kermis.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de onbeperkte navorderingstermijn voor erfbelasting niet in strijd is met het unierecht. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van een in de VS woonachtige belastingplichtige ongegrond, omdat hij geen recht heeft op persoonsgebonden aftrek na wetswijziging die de regeling voor kwalificerende buitenlandse belastingplichtigen introduceert.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake overdrachtsbelasting voor voormalig kantoorpand, oordelend dat aanpassingen niet leiden tot wijziging in aard van het pand naar woning.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat hij binnen de termijn een begin van uitvoering heeft gegeven aan een herinvestering. Beroep ongegrond, schadevergoeding van € 3.000 toegekend voor termijnoverschrijding.

De rechtbank vernietigde de navorderingsaanslag 2009 en verminderde de aanslag 2010 tot € 1.020, waarbij de inspecteur in de proceskosten werd veroordeeld.

De rechtbank heeft het verzoek om teruggaaf van dividendbelasting door een Oostenrijkse Privatstiftung afgewezen, omdat deze niet als uiteindelijke gerechtigde kan worden aangemerkt. De Minister voor Rechtsbescherming is veroordeeld tot schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de leges voor een omgevingsvergunning onjuist zijn berekend en vermindert deze tot € 1.056,05. Sanctie van de Wro is niet van toepassing.

Rechtbank vernietigt boete voor niet indienen suppleties, maar handhaaft vergrijpboete voor opzettelijk niet betalen belasting. Boete gematigd tot € 21.250.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over ontvankelijkheid beroep en naheffingsaanslag BPM. Belanghebbende krijgt schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.

Amerikaans beleggingsfonds verzoekt om teruggaaf dividendbelasting; rechtbank oordeelt dat verzoeken tijdig zijn, maar ongegrond verklaard.

De rechtbank vernietigt de uitspraken op bezwaar en vermindert de navorderingsaanslagen IB/PVV voor [A] en [B] na schending van de hoorplicht. De rechtbank is onbevoegd om te oordelen over dwangsommen.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en vergrijpboete wegens niet geslaagde bewijslast inspecteur voor inkomen uit het buitenland.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de winst uit de verkoop van landbouwgrond niet belast is als resultaat uit overige werkzaamheden, omdat de werkzaamheden van belanghebbende niet meer zijn dan normaal actief vermogensbeheer.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat leges voor gewijzigde omgevingsvergunning terecht zijn geheven; geen sprake van geringe wijzigingen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende B.V. terecht aansprakelijk is gesteld voor niet-betaalde loonheffing door uitleners. Beroepen ongegrond, proceskostenvergoeding van € 1.750,50 aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bijtelling van 25% voor auto ter beschikking gesteld door werkgever niet in strijd is met gelijkheidsbeginsel. Beroep ongegrond verklaard.

Belanghebbenden hebben beroep ingesteld tegen aanslagen recht van successie. De rechtbank oordeelt dat de aanslagen tijdig zijn opgelegd en de BOF niet van toepassing is. Immateriële schadevergoeding van € 7.000 per belanghebbende wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verdagingsverzoek af en verklaart DGA aansprakelijk voor belastingschulden van de BV. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de navorderingsaanslag IB/PVV over 2009. Beroep gegrond verklaard, belastingbedrag verminderd van € 222.382 naar € 139.182.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond in belastingzaak; verzoek om uitstel van betaling niet-ontvankelijk; schadevergoeding afgewezen.

De rechtbank oordeelt dat de boete van € 21.488 voor belanghebbende terecht is opgelegd, maar vermindert deze tot € 20.651 vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De inkeer vond plaats na wijziging van de inkeerregeling, waardoor de nieuwe regeling van toepassing is.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur niet kon navorderen over de jaren 2001-2003, maar wel over 2004-2007, waarbij omkering van de bewijslast van toepassing is.

De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het verzoek om teruggaaf van omzetbelasting afgewezen, omdat de vaststellingsovereenkomst als schuldvernieuwing werd beschouwd. De vernietigingsverklaring van de curator had geen invloed op de verhouding met de inspecteur.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag niet in stand kan blijven, ondanks dat niet aan de organisatorische verwevenheidseis is voldaan.

De rechtbank oordeelt dat het bezwaar van de belanghebbende ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard en verleent teruggaaf van omzetbelasting. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over ontvankelijkheid van beroep en bezwaar van acupunctuurarts tegen Belastingdienst. Beroep derde kwartaal 2014 niet-ontvankelijk, overige beroepen ontvankelijk. Bezwaren terecht niet-ontvankelijk verklaard. Onbevoegdheid rechtbank inzake ambtshalve teruggave.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV 2001, omdat de inspecteur niet heeft aangetoond dat het inkomen in het buitenland is opgekomen.

Tussenuitspraak over schending hoorplicht en motiveringsbeginsel in belastingzaken; toepassing van de bestuurlijke lus.

Tussenuitspraak over schending hoorplicht en motiveringsbeginsel in belastingzaken, waarbij de rechtbank de bestuurlijke lus toepast en de inspecteur de gelegenheid geeft om gebreken te herstellen.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende de woning niet voor belaste activiteiten heeft gebruikt en bevestigt de naheffingsaanslagen omzetbelasting. Verzuimboeten worden gematigd.

De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag omzetbelasting omdat deze niet tijdig aan de belanghebbende is bekendgemaakt. De inspecteur heeft geen bewijs geleverd van verzending.

De rechtbank heeft de inspecteur van de Belastingdienst veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbende tot een bedrag van € 1.980, na een prejudiciële beslissing van de Hoge Raad.

De rechtbank herzien de informatiebeschikking van de inspecteur, oordeelt over belastingplicht en stelt een termijn voor informatieverstrekking vast.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de forfaitaire rendementsheffing box 3 voor 2014 en 2015 niet in strijd is met artikel 1 EP EVRM. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de forfaitaire rendementsheffing in box 3 voor 2015 niet in strijd is met het EVRM. Beroep ongegrond verklaard, verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Belastingrechtelijke uitspraak over terbeschikkingstelling van vermogen en box 3-vermogen. De rechtbank vernietigt de aanslag IB/PVV 2013 en vermindert het belastbaar inkomen.

De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht de toepassing van de BOR achterwege heeft gelaten bij de aanslagen erfbelasting, omdat niet voldaan was aan de vereisten van artikel 35d SW.

Verdachte, feitelijk leidinggever van [bedrijf 1] B.V., is veroordeeld voor het overtreden van de Sanctiewet 1977 en valsheid in geschrift, met een gevangenisstraf van 20 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk.

Hoger beroep over naheffingsaanslag loonheffingen en vergrijpboete. Het Hof bevestigt de naheffingsaanslag, maar vernietigt de boetebeschikking wegens gebrek aan bewijs voor grove schuld.

Het Hof bevestigt dat de kosten van een 'total body scan' niet aftrekbaar zijn als specifieke zorgkosten, omdat het een preventieve maatregel betreft en niet als behandeling wegens ziekte kan worden aangemerkt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de vergoeding van € 750.000 aan de belanghebbende terecht tot de winst uit onderneming is gerekend. Beroep ongegrond, maar immateriële schadevergoeding toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat invorderingsrente terecht is berekend na overschrijding van de betalingstermijn van een belastingaanslag. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur een navorderingsaanslag kon opleggen op basis van nieuw feit; belanghebbende had kwade trouw van de structuuradviseur te verwijten. Beroep ongegrond.

Rechtbank vernietigt aanslag IB/PVV, stelt belastbaar inkomen vast op € 17.000, handhaaft verzuimboete, en veroordeelt inspecteur tot proceskostenvergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Nederland geen heffingsrecht heeft over afwaarderingsverlies van vorderingen na emigratie van belanghebbende naar België, omdat er geen conserverende aanslag was opgelegd voor deze vorderingen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat heffing van kansspelbelasting bij internetpoker in strijd is met artikel 56 VWEU. Beroepen gegrond, uitspraken op bezwaar vernietigd, teruggave belasting verleend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de splitsingsvrijstelling voor overdrachtsbelasting niet van toepassing is, omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de splitsing hoofdzakelijk op zakelijke overwegingen was gebaseerd.

Hoger beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting; belanghebbende betwist dat er sprake was van parkeren, maar van laden en lossen. Hof oordeelt dat belanghebbende niet voldoende heeft onderbouwd en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

De rechtbank verklaart het beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar niet-ontvankelijk en vernietigt de vergrijpboete, maar bevestigt de navorderingsaanslag.

De rechtbank oordeelt dat de bezwaren van belanghebbende tegen de aanslagen inkomstenbelasting en Zvw voor 2012 ontvankelijk zijn en dat de inspecteur dwangsommen heeft verbeurd wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar.

De rechtbank vermindert de naheffingsaanslag omzetbelasting tot € 49.222 en de vergrijpboete tot € 11.074, na gegrondverklaring van het beroep van de v.o.f. tegen de uitspraak op bezwaar.

De rechtbank bevestigt de informatiebeschikking wegens schending van de administratieplicht door belanghebbende V.O.F. en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank vernietigt de informatiebeschikking inzake inkomstenbelasting omdat deze betrekking had op een reeds opgelegde primitieve aanslag. Het beroep is gegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt informatiebeschikking voor eenmanszaak, bevestigt voor v.o.f. wegens schending administratieplicht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag accijns en bewijslevering. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de hoorplicht heeft geschonden in een belastingzaak, vernietigt de uitspraak op bezwaar en draagt de inspecteur op een nieuwe uitspraak te doen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de herzieningsregeling niet van toepassing is op BUA-prestaties bij inruil motorjacht. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat het verzoek om teruggaaf van omzetbelasting niet tijdig is ingediend, omdat het recht op teruggaaf eerder was ontstaan dan de indieningsdatum.

De rechtbank heeft de vergrijpboete van 75% voor omzetbelasting verminderd tot € 87.500, oordelend dat de boete niet passend was en dat er sprake was van overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat het gelegenheid geven tot parkeren geen bijkomende dienst is bij het verlenen van toegang tot een attractiepark. Beroepen ongegrond.

Hoger beroep tegen naheffingsaanslag parkeerbelasting. Hof oordeelt dat belanghebbende niet kon aantonen dat er sprake was van laden en lossen. Naheffingsaanslag terecht opgelegd. Beroep op schending artikel 8 EVRM verworpen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over leges voor omgevingsvergunning. Beroep gegrond, aanslag leges verminderd tot € 8.098.940.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake crisisheffing 2014 door sportorganisatie.

De rechtbank heeft het verzoek om vergoeding van proceskosten afgewezen en vastgesteld op € 496, na vermindering van de navorderingsaanslag successierecht tot nihil.

De rechtbank verklaarde het beroep van belanghebbende tegen de verhuurderheffing ongegrond, oordelend dat het gemeentelijke beleid en de wetgeving niet in strijd zijn met het recht.

De rechtbank vernietigt de informatiebeschikking omdat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de belanghebbende niet voldeed aan zijn administratieverplichtingen. Tevens wordt de inspecteur veroordeeld tot schadevergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV, Zvw en OB, en vergrijpboeten. Belanghebbende wordt te kwade trouw geacht, maar er is dubbeltelling in de berekeningen. Vergrijpboeten worden verminderd tot 71,25%.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en naheffingsaanslag wegens onvoldoende bewijs van belastbare inkomsten; belanghebbende ontvangt schadevergoeding.

Rechtbank vernietigt navorderings- en naheffingsaanslagen en kent schadevergoeding toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende in Nederland woonde en bevestigt navorderingsaanslagen IB/PVV en OB. Belanghebbende was te kwade trouw, maar vergrijpboetes worden gematigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat verhuiskosten van belanghebbende zakelijk zijn en verleent hem de forfaitaire aftrek van € 7.750, waardoor de aanslag inkomstenbelasting wordt verlaagd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat vrijwilligersvergoeding van belanghebbende boven vrijgestelde bedrag ligt, waardoor belastingheffing van toepassing is. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen VPB en omkering bewijslast door zwarte inkopen. Beroep voor 2006 en 2007 gegrond, voor 2009 ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen VPB 2006 en 2007, bevestigt omkering bewijslast door zwarte inkoop, en verlaagt aanslagen tot € 42.788 en € 58.943.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB en omkering van de bewijslast door gebreken in administratie. Beroepen deels gegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB. Omkering bewijslast door gebreken in administratie en zwartemeelhandel. Beroepen gegrond voor 2005-2007, ongegrond voor 2009.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, omdat de uitspraken op bezwaar tijdig zijn bekendgemaakt en belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding bij naheffingsaanslagen omzetbelasting, omdat de uitspraken op bezwaar op de juiste wijze zijn bekendgemaakt.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat de inspecteur op de hoogte was van de adreswijziging van de gemachtigde.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de berekening van belastingrente over de aanslag inkomstenbelasting 2014. De belastingrente is correct berekend tot en met 8 januari 2016.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt aansprakelijkstelling belanghebbende voor onbetaald gebleven vennootschapsbelastingschulden van fiscale eenheid, ondanks bezwaar tegen aanslagen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant legt prejudiciële vraag voor aan de Hoge Raad over vergelijkingsmaatstaf bij buitenlandse beleggingsfondsen met binnenlandse aandeelhouders.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen ongegrond; DGA terecht belast voor loon in rekening-courant. Geen bewijs voor lagere waarde van loon en rekening-courantvordering.

De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag erfbelasting ongegrond verklaard, omdat zij niet als echtgenote van de erflater kon worden aangemerkt en niet voldeed aan de inschrijvingseis in de BRP.

Tussenuitspraak over inlenersaansprakelijkheid voor naheffingsaanslagen loonheffing. Belanghebbende krijgt inzage in relevante stukken om verweer te kunnen voeren.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslag omzetbelasting terecht is opgelegd; ondernemer slaagt niet in bewijs dat ontvangen bedrag geen vergoeding voor prestatie is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat kansspelbelasting op winsten van aanbieders gevestigd binnen de EU niet geheven mag worden, en dat verliezen pro rata verrekend kunnen worden met winsten van aanbieders buiten de EU.

De rechtbank oordeelt dat de aansprakelijkstelling van de bestuurder voor onbetaalde belastingaanslagen terecht is, omdat de belastingschuld niet is tenietgegaan. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de aansprakelijkstelling van de bestuurder op basis van de Invorderingswet terecht is, omdat de belastingschulden nooit teniet zijn gegaan. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de aansprakelijkstelling van de bestuurder voor belastingschulden terecht is, omdat de belastingschulden niet zijn tenietgegaan. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en VB wegens buitenlandse bankrekeningen. Boetebeschikkingen verminderd, schadevergoeding toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat leges terecht zijn geheven in verband met een aanvraag omgevingsvergunning. De sanctie van artikel 3.1 Wro is niet van toepassing, omdat de gemeenteraad eerder een bestemmingsplan heeft vastgesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen en vergrijpboeten na boekenonderzoek bij pizzeria. Beroep gegrond verklaard, naheffingsaanslagen en boeten verminderd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over conserverende aanslag bij emigratie naar Frankrijk en legt prejudiciële vragen voor aan de Hoge Raad.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag omzetbelasting en verzuimboete. Geen recht op aftrek voorbelasting voor niet-economische activiteiten. Boete gematigd tot € 3.344.

Rechtbank vernietigt boetebeschikking, bevestigt aanslag inkomstenbelasting op € 57.585 wegens hennepproductie.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslag en boetebeschikking wegens onvoldoende bewijs van inkomsten uit hennep in 2013.

Rechtbank vernietigt voorlopige aanslag inkomstenbelasting wegens gebrek aan bewijs voor hennepverhandeling door belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verkrijgingsprijs van aandelen op historische kostprijs moet worden vastgesteld, omdat belanghebbende nog in België woonde.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat pensioenuitkering van in Portugal woonachtige belanghebbende terecht in Nederland belast is. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over voorlopige aanslagen ib/pvv 2010-2013. Belanghebbende heeft geen aangifte gedaan, omkering van de bewijslast van toepassing. Beroepen ongegrond, verzuimboete gegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen ib/pvv 2008 en 2009, met omkering van de bewijslast voor 2008 en vergrijpboeten. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende tegen belastingaanslagen niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding en het uitblijven van een uitspraak op herzieningsbeschikkingen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart bezwaar van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding bezwaartermijn; ontvanger aansprakelijk voor proceskosten.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende als bestuurder aansprakelijk is voor onbetaald gebleven loonheffingen, maar vermindert de aansprakelijkheid voor verzuimboeten. Het beroep wordt gegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij werkzaamheden in België heeft verricht, waardoor zij geen recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting en vrijstelling van premies volksverzekeringen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aanslag leges voor omgevingsvergunning vleeskuikenstal; kosten water- en voervoorzieningen niet onlosmakelijk verbonden, ventilatiesysteem wel. Aanslag verminderd tot € 14.311,98.

De rechtbank oordeelt dat de woning van de imam een zelfstandig WOZ-object is en dat de moskee niet voor 70% voor openbare erediensten wordt gebruikt, waardoor vrijstelling van OZB niet van toepassing is.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de naheffingsaanslag verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken, omdat de belanghebbende wist dat de frisdrank niet in de heffing was betrokken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur ten onrechte pensioenuitkering van belanghebbende als belastbaar inkomen aanmerkt. Aanslag verminderd tot nihil.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende, woonachtig in Polen, premieplichtig is in Polen voor werkzaamheden in Nederland tijdens vakantie. Aanslag inkomstenbelasting en invorderingskosten vernietigd.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag BPM omdat belanghebbende aannemelijk maakt dat het oogmerk om auto na uitvoer weer in te voeren ontbrak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat pandhouder mededelingsplicht heeft bij uitwinning pandrecht. Executiewaarde van € 35.000 is terecht vastgesteld. Beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over erfbelasting en toepassing van BOF na overlijden. Aanslag verminderd tot € 6.703.429 met BOF op € 4.497.522.

Tussenuitspraak over de teruggaaf van dividendbelasting aan een Oostenrijkse GmbH, waarbij de rechtbank oordeelt dat de Sondervermögen niet-transparant zijn en de verzoeken om teruggaaf niet-ontvankelijk zijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet voldoet aan de voorwaarden voor het nultarief op omzetbelasting, wegens btw-fraude in de keten. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navordering en bewijsvoering bij niet indienen van aangifte. Aanslagen voor 2007, 2008 en 2009 zijn verminderd en verzuimboeten vernietigd.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslagen en boetes voor omzetbelasting, erkent fiscale eenheid en wijzigt bedragen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen omzetbelasting en fiscale eenheid. Naheffingsaanslag 2010 verminderd tot € 1.414. Boetes vastgesteld op 50% en 25%, verlaagd wegens lange procedure.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger het zorgvuldigheidsbeginsel niet heeft geschonden bij aansprakelijkstelling van een uitzendbureau voor belastingschulden van vennootschappen. Bepaalde beroepen worden gegrond verklaard en bedragen verminderd.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bezwaar tegen de aanslag successierecht niet-ontvankelijk, omdat het niet in een betere positie kan brengen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de crisisheffing voor een voetbalclub niet als een individuele buitensporige last kan worden aangemerkt. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat het inzagerecht is geschonden in een belastingaansprakelijkheidszaak, waardoor de uitspraken op bezwaar worden vernietigd en de zaak wordt terugverwezen naar de ontvanger.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op vermindering van afdracht loonheffing. Naheffing terecht, boete vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op afdrachtvermindering onderwijs, naheffingsaanslagen loonheffingen zijn terecht opgelegd.

De rechtbank oordeelt dat de negatieve waarde van een renteswap niet ten laste van de belastbare winst mag worden gebracht, omdat dit in strijd is met goed koopmansgebruik. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht revisierente en belastingrente in rekening heeft gebracht na afkoop van een lijfrenteverzekering. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van een opslagruimte onvoldoende heeft onderbouwd en stelt de waarde vast op € 10.000.000.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van een opslagruimte onvoldoende heeft onderbouwd en stelt deze vast op € 8.000.000.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond, oordelend dat de crisisheffing rechtmatig is en niet in strijd met de Wet op de loonbelasting 1964 of het gelijkheidsbeginsel.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat herziening van voorbelasting bij ingebruikname van een verpleeghuis terecht is opgelegd door de inspecteur, in overeenstemming met de btw-richtlijn.

De rechtbank oordeelt dat optometrische diensten in een optiekwinkel niet vrijgesteld zijn van omzetbelasting. Het beroep is gegrond voor juni 2014, maar ongegrond voor december 2015. Proceskosten worden vergoed, verzoek om immateriële schadevergoeding wordt afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat accijns terecht is geheven op sigarettenproductie in winkel met MYO-apparaat. Beroep ongegrond, verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Belanghebbende verzoekt om teruggaaf van omzetbelasting, maar de rechtbank oordeelt dat het verlaagde tarief van 6% niet van toepassing is op de gehele restaurantdienst. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat pensioenuitkering dga niet meetelt voor gebruikelijk loon; beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart de eerdere uitspraak vervallen en corrigeert de aanslag erfbelasting tot € 210.952 na constatering van een rekenfout.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, bevestigt de integratieheffing en oordeelt dat bouwen onder het begrip vervaardigen valt volgens de Wet op de omzetbelasting 1968.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk voor 2012 en ongegrond voor 2013, met betrekking tot belastingplicht en sociale verzekering.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende, werkzaam op een binnenschip, in Nederland sociaal verzekerd en belastingplichtig is. De A1-verklaring is bindend en het beroep tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende, werkzaam op een binnenschip, in Nederland sociaal verzekerd is en belastingplichtig voor het jaar 2012. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de sociale verzekeringsplicht van een bemanningslid van een binnenschip en bevestigt de bindendheid van de A1-verklaring voor 2013. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de leges voor de omgevingsvergunning terecht zijn opgelegd, ondanks schending van de hoorplicht. De rechtsgevolgen blijven in stand en de heffingsambtenaar wordt veroordeeld in proceskosten van € 496.

De rechtbank oordeelt dat de verhuurderheffing niet in strijd is met het eigendomsrecht en dat er geen buitensporige last is voor de woningbouwvereniging. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende als verhuurder van ruimtes aan arbeidsmigranten terecht belastingplichtig is voor toeristenbelasting. De rechtbank bevestigt de aanslagen voor de jaren 2013, 2014 en 2015.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant legt prejudiciële vragen voor aan de Hoge Raad over dividendbelasting door buitenlandse beleggingsinstellingen, met betrekking tot de vergelijkbaarheid met Nederlandse fiscale beleggingsinstellingen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de forfaitaire vermogensrendementsheffing voor 2013 niet in strijd is met het EVRM en dat het onderscheid tussen minderjarige en meerderjarige kinderen gerechtvaardigd is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen MRB en oldtimervrijstelling. Verzoek om vrijstelling niet van rechtswege verleend. Beroepen gegrond verklaard voor specifieke aanslagen.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende terecht aansprakelijk is gesteld voor niet betaalde omzetbelastingschulden van de fiscale eenheid, en wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de aansprakelijkstelling voor naheffingsaanslagen omzetbelasting niet in strijd is met het unierechtelijke evenredigheidsbeginsel.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over informatiebeschikkingen inzake belastingheffing en schenking. Belanghebbende voldeed niet aan informatieverplichting, maar vragen over schenking niet relevant voor hem.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de olie gebruikt door belanghebbende niet vrijgesteld is van accijns en voorraadheffing, omdat deze ook als brandstof kan dienen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffing accijns terecht is opgelegd na vals bewijs van ontvangst van accijnsgoederen. Belanghebbende kon niet aantonen dat goederen hun bestemming hadden bereikt.

De rechtbank oordeelt dat de kostenvergoeding van € 243 per belanghebbende in belastingzaken niet te laag is en verklaart de beroepen ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de waarde van de woning van belanghebbende niet te hoog is vastgesteld en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond in een zaak over een naheffingsaanslag parkeerbelasting, omdat de informatie over betaald parkeren voldoende duidelijk was.

De rechtbank oordeelt dat een garagebox tot het belastbare inkomen uit sparen en beleggen behoort en verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de WOZ-waarde van een woning, stelt deze vast op € 370.000 en vernietigt eerdere uitspraken op bezwaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffing van kansspelbelasting in strijd is met het vrije verkeer van diensten, vernietigt naheffingsaanslagen en verleent teruggave van betaalde belasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over BPM-teruggave en hoorplicht, verleent teruggaaf van € 604 en immateriële schadevergoeding van € 2.000.

De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag BPM en kent een kostenvergoeding toe. De inspecteur moet rente en immateriële schadevergoeding betalen, maar een hogere proceskostenvergoeding wordt afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen loonheffingen aan een Britse onderneming. Beroep ongegrond, maar verzuimboetes verminderd tot € 4.182.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond in een zaak over naheffingsaanslag BPM. Belanghebbende kon niet aantonen dat de auto als gebruikt moest worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat de hoorplicht niet is geschonden en dat de naheffingsaanslag niet in strijd is met het unierecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag BPM, oordeelt dat belanghebbende niet het oogmerk had om de auto over te brengen en dat de inspecteur geen onderzoeksplicht had opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake naheffingsaanslag BPM voor auto met lage kilometerstand en eerdere buitenlandse registratie.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over BPM-aangifte en immateriële schadevergoeding. Beroep ongegrond, maar schadevergoeding van € 1.500 toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslag BPM verlaagd moet worden en kent proceskostenvergoeding toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond inzake de crisisheffing op loonheffing, geen sprake van 'excessive burden'.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslagen IB/PVV correct zijn opgelegd en heffingsrente juist is berekend met betrekking tot Zwitserse bankrekeningen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst verzoek om teruggaaf dividendbelasting af voor een UK gevestigde AUT, o.a. wegens niet-verhandelbaarheid van units.

De rechtbank oordeelt dat Blh aansprakelijk is voor naheffingsaanslagen OB van een stichting voor 2011, maar vernietigt de naheffingsaanslag voor 2013 wegens een verkeerd tijdvak. Aansprakelijkheid verminderd tot € 14.283.

Blh en medebestuurders zijn aansprakelijk gesteld voor onbetaalde naheffingsaanslagen OB van een stichting. De rechtbank oordeelt dat de aansprakelijkstelling voor 2011 terecht is, maar vermindert het bedrag voor 2013 vanwege een onjuist tijdvak.

Blh en medebestuurders zijn aansprakelijk gesteld voor onbetaalde naheffingsaanslagen OB van een stichting. De rechtbank oordeelt dat de aansprakelijkstelling voor 2011 terecht is, maar vermindert het bedrag voor 2013 wegens een fout in de tijdvakbepaling.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat verhuur van voertuigen buiten recreatiepark niet onder verlaagd btw-tarief valt. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV en VB op basis van onrechtmatige informatie van een tipgever; boete voor VB 1998 verminderd tot 64%.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV 1997-2007; omkering bewijslast voor 1997 en 2000, overige jaren vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat informatiebeschikkingen over buitenlandse bankrekeningen terecht zijn afgegeven, omdat belanghebbende niet aan zijn informatieverplichting voldeed.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat de crisisheffing niet in strijd is met de wet of mensenrechtenverdragen.

De rechtbank verklaart het beroep van de B.V. tegen de crisisheffing ongegrond, oordelend dat deze heffing niet in strijd is met het EVRM en geen buitensporige last vormt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een lening van belanghebbende aan [J BV] geen onzakelijke lening is, waardoor een afwaarderingsverlies kan worden afgetrokken van de belastbare winst.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de belastingaanslag van belanghebbende en de toepassing van de foutenleer. De rechtbank vermindert de aanslag tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 96.662.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt aanslag gebruiksretributie zoetwatervoorziening en verklaart verordening onverbindend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag loonheffingen en bijtelling privégebruik auto. Aanslag verminderd tot € 42.497, beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een perceel grond vrijgesteld is van overdrachtsbelasting op basis van de samenloopvrijstelling, vernietigt de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat dga bevoordeeld is bij verkoop perceel door vennootschap. Navorderingsaanslag Vpb ongegrond, naheffingsaanslag dividendbelasting verminderd tot € 12.000, boete gematigd tot € 3.344.

Rechtbank oordeelt dat belanghebbende bevoordeeld is bij verkoop van perceel door vennootschap. Beroep gegrond, navorderingsaanslag verminderd tot € 80.000.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat bpm-heffing voor kortstondig gebruik van een in Duitsland geregistreerde auto door een Nederlandse ingezetene niet in strijd is met het gemeenschapsrecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen kansspelbelasting verschuldigd is, omdat de economische eigendom van de kansspelautomaten aan de Ltd is overgedragen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur bij het bepalen van het buitenlands inkomen van een beroepswielrenner terecht is uitgegaan van het belastbare inkomen na aftrek van de premie aan de Stichting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende ten onrechte aansprakelijk is gesteld voor belastingschulden van [A]. De beschikking wordt vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een lening van belanghebbende aan zijn vennootschap onzakelijk is, waardoor verlies op de vordering niet aftrekbaar is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aanslag inkomstenbelasting 2009, vermindert belastbaar inkomen tot € 95.451 en veroordeelt inspecteur in proceskosten.

Rechtbank Gelderland vernietigt navorderingsaanslag IB/PVV 2004, handhaaft aanslagen 2001-2003 en 2005, en kent schadevergoeding toe wegens termijnoverschrijding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de belanghebbende recht heeft op de doorschuifregeling bij overgang van terbeschikkingstelling naar ondernemingsvermogen, waardoor de aanslag inkomstenbelasting wordt verminderd.

De rechtbank oordeelt dat de maatschap van klinisch perfusionisten geen recht heeft op proceskostenvergoeding, omdat het ziekenhuis de kosten betaalt. Teruggaaf van omzetbelasting wordt verleend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende B.V. geen recht heeft op aftrek van voorbelasting en vermindert naheffingsaanslag tot € 23.228 en boete tot € 6.709.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van voorbelasting en vermindert de boete tot € 1.867.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat matrassen niet als antidecubitusmatrassen kwalificeren, waardoor het verlaagde tarief niet van toepassing is. Beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de [matrasnaam 2] matrassen geen antidecubitusmatrassen zijn en dat het verlaagde tarief van de omzetbelasting niet van toepassing is.

De rechtbank oordeelt dat [Z BV] niet tot de fiscale eenheid behoort en verleent teruggaaf van € 14.092 aan omzetbelasting aan [X BV] en [Y BV].

Rechtbank Gelderland oordeelt dat eiser recht heeft op belastingrente over teruggaaf IB/PVV 2012 van € 3.605, na toewijzing van verzoek om verhoging persoonsgebonden aftrek.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over overdrachtsbelasting bij verkrijging onroerend goed. Belanghebbende kan vrijstelling niet toepassen en moet gekapitaliseerde waarde van canon en retributie meerekenen.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslagen voor de inkomstenbelasting 2008, 2009 en 2010 terecht zijn opgelegd, maar vermindert de boetes tot € 500 per jaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet alle gevraagde informatie heeft verstrekt, waardoor de informatiebeschikkingen terecht zijn opgelegd. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet alle gevraagde informatie heeft verstrekt, waardoor de informatiebeschikkingen terecht zijn opgelegd. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de wijziging van de motorrijtuigenbelasting en de oldtimerregeling niet in strijd zijn met het gelijkheidsbeginsel of het vertrouwensbeginsel. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag Successiewet 1956, omdat deze na de navorderingstermijn is opgelegd. Het beroep van de belanghebbende is gegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat onroerende zaken, ondanks tijdelijke leegstand, als woningen kwalificeren voor overdrachtsbelasting. Teruggaaf van € 25.500 aan belasting verleend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen Vpb 2008, 2009 en 2010. Herinvesteringsreserve niet aannemelijk, aanslagen terecht opgelegd. Beroep Vpb 2010 gegrond, aanslag verminderd tot € 14.400.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van [belanghebbende] B.V. ongegrond inzake aanslag vennootschapsbelasting en afwaardering onroerende zaak.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond in een belastingzaak over herinvesteringsreserve en fraus legis.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart zich onbevoegd in geschil over ambtshalve vermindering en oordeelt dat termijnoverschrijding bezwaar niet verschoonbaar is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aansluitbijdrage voor stadsverwarming niet als eigenwoningschuld kan worden aangemerkt, waardoor de rentecomponent niet aftrekbaar is.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV 1990-1993 en handhaaft die voor 1994-2008; boeten en heffingsrente worden verminderd. Proceskostenvergoeding van € 5.110,50 toegekend aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslag IB/PVV 2008 en kent proceskostenvergoeding toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aansprakelijkheid dochteronderneming voor omzetbelastingschuld van fiscale eenheid. Aansprakelijkheid wordt verminderd met boete en rente, omdat ontvanger niet kan aantonen dat deze aan dochter te wijten zijn.

De rechtbank heeft de navorderingsaanslag inkomstenbelasting verminderd en de waarde van de nabetalingsvordering vastgesteld op € 2.400.000, met een nieuw belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 177.105.

De rechtbank oordeelt dat de kansspelbelasting niet onder het belastingverdrag met Oostenrijk valt en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een kostenpost van € 104.822 niet aftrekbaar is wegens onzakelijke garantstelling in groepsverband.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat betaling aan curator door belanghebbende als privé-kosten wordt aangemerkt en niet aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond; bezwaar motorrijtuigenbelasting niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding; geen recht op bijzondere regeling voor invalidenvervoer.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en boeten aan belanghebbende met buitenlandse bankrekeningen. Beroep ongegrond, schadevergoeding van € 1.500 toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen aan belanghebbende, bevestigt authenticiteit van renseignementen en kent schadevergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van [X] ongegrond inzake informatiebeschikkingen over buitenlandse bankrekeningen voor belastingheffing.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond inzake informatiebeschikkingen over buitenlandse bankrekeningen voor belastingheffing.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en boeten in belastingzaak, kent schadevergoeding toe van € 8.500 en veroordeelt inspecteur en Staat tot schadevergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over schadevergoeding en proceskostenvergoeding na ambtshalve vermindering van belastingaanslag. De echtgenoot van belanghebbende krijgt schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bezwaar tegen aanslag inkomstenbelasting 2009 ten onrechte niet-ontvankelijk is verklaard. Proceskostenvergoeding van € 1.217,50 toegekend, verzoek om immateriële schadevergoeding afgewezen.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslagen IB/PVV en VB aan de erflater terecht zijn opgelegd, met schadevergoeding van € 8.500 en proceskostenvergoeding van € 5.110,50.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de informatiebeschikking over buitenlandse bankrekeningen terecht is afgegeven. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt over navorderingsaanslagen en heffingsrente in belastingzaak van erflater, verklaart bezwaar IB/PVV 2007 niet-ontvankelijk en kent schadevergoeding toe aan de echtgenote.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en boeten wegens buitenlandse bankrekeningen. Bezwaar IB/PVV 2007 niet-ontvankelijk, schadevergoeding van € 8.500 toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep gegrond en vernietigt de informatiebeschikking inzake buitenlandse bankrekeningen van belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van de Erven van [X] gegrond, vernietigt de informatiebeschikking en de uitspraak op bezwaar, en gelast vergoeding van griffierecht door de inspecteur.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een verlies uit aanmerkelijk belang verrekend kan worden zonder verliesvaststellingsbeschikking. Beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over gedifferentieerde premiepercentages WGA. Bezwaar tegen WGA 2011 niet-ontvankelijk, beroepen WGA 2012 en 2013 ongegrond. Immateriële schadevergoeding toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het afschrijvingspercentage voor de rest BPM van een kampeerauto niet kan worden gebaseerd op de inkoopwaarde van een bestelauto. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een Jeep Wrangler, ondanks lage kilometerstand, als gebruikt moet worden aangemerkt voor BPM-heffing. Naheffingsaanslag verlaagd tot € 7.091.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet tijdig aangifte inkomstenbelasting heeft gedaan, waardoor hij premieplichtig is voor volksverzekeringen. Aanslag verminderd tot € 9.440, verzuimboete bevestigd.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV en ZVW, kent proceskostenvergoeding van € 9.521,50 en immateriële schadevergoeding van € 5.000 toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende aansprakelijk is voor loonheffingen van [A BV] op basis van de Invorderingswet 1990. De rechtbank bevestigt de berekening van de ontvanger en wijst het beroep van belanghebbende af.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de verhoging van de leeftijdsgrens voor de oldtimerregeling geen buitensporige last oplevert en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, maar het bezwaar van de belanghebbende niet-ontvankelijk, en veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van € 365,25.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag BPM terecht is opgelegd aan de belanghebbende. De boete wordt verminderd van € 6.194 naar € 3.097, omdat er geen sprake is van recidive.

De rechtbank oordeelt dat de auto terecht als nieuw is aangemerkt voor de BPM-heffing, omdat deze als demonstratie-auto is gebruikt en er geen bewijs is van substantieel gebruik.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het bezwaar van belanghebbende tegen de aanslag erfbelasting als massaal bezwaar is aangewezen, waardoor de vraag van vrijstelling van erfbelasting niet meer aan de orde is. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de kostenvergoeding voor de bezwaarfase moet verhogen en slechts één dwangsom toekent in een WOZ-zaak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag omzetbelasting aan B.V. betreffende levering van een Volvo, oordeelt dat de B.V. recht heeft op aftrek van voorbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat interne royalty's niet meetellen bij de berekening van inhaalverliezen van een Spaanse vaste inrichting. Inhaalverlies vastgesteld op € 14.035.494.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake aanslag inkomstenbelasting 2010 en verrekening van premies.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet kan aantonen dat er een 'begin van uitvoering' was voor de vrijval van de herinvesteringsreserve in de vennootschapsbelasting, waardoor het beroep ongegrond wordt verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen IB/PVV en VB. Boetebeschikking IB/PVV 2005 vernietigd, overige boeten verminderd. Immateriële schadevergoeding toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de informatiebeschikking over buitenlandse bankrekening terecht is, belanghebbende heeft onjuiste informatie verstrekt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt beschikking vervolgingskosten, oordeelt dat belanghebbende tijdig beroep heeft ingesteld tegen aanslag IB/PVV 2005 en veroordeelt ontvanger in proceskosten.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen wegens onvoldoende voortvarend handelen van de inspecteur; toekennen immateriële schadevergoeding van € 1.500.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt informatiebeschikking over buitenlandse bankrekening van belanghebbende en verklaart beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de gemeente Oisterwijk de forensenbelasting niet mag heffen van campingexploitanten, maar van de eigenaren van vakantiewoningen. De rechtbank vernietigt de aanslagen en verklaart het beroep van de eigenaar gegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op teruggaaf van afvalstoffenbelasting van € 6.963.648 op basis van overgangsregeling na afschaffing van belasting.

De rechtbank verklaart het beroep van de erven van [X] niet-ontvankelijk voor bepaalde navorderingsaanslagen en wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding toe tot € 1.000.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende rekeninghouder was bij Van Lanschot in Luxemburg. De informatiebeschikking is terecht genomen omdat belanghebbende niet heeft gereageerd op vragen van de inspecteur.

De rechtbank verklaart het beroep van [belanghebbende] B.V. tegen de aanslag leges niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag grondwaterbelasting wegens wijziging vergunning met terugwerkende kracht. Belanghebbende had vergunning voor hogere onttrekking.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over WOZ-waardes van concertzaal en entreegebouw, stelt waardes vast op € 6.830.000 en € 2.750.000 voor 2010, en € 6.580.000 en € 2.650.000 voor 2011. Heffingsambtenaar moet € 1.000 immateriële schade en € 3.186,22 proceskosten vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de navorderingsaanslag IB/PV niet aannemelijk heeft gemaakt. Inkomsten uit beveiligingswerkzaamheden vastgesteld op € 10.000. Boete verminderd tot € 700.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en verklaart het bezwaar ontvankelijk, omdat de belanghebbende mondeling bezwaar heeft gemaakt binnen de termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over ontvankelijkheid bezwaar tegen boetebeschikkingen en navorderingsaanslagen inkomstenbelasting. Bezwaar tegen boetes gegrond, navorderingsaanslagen ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de kwijtschelding van een schuld van een uittredende vennoot aan de VOF terecht ten laste van de winst is gebracht, ter voorkoming van faillissement.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende aansprakelijk is voor loonbelastingschulden van uitlener, vermindert de aansprakelijkstelling tot € 7.526 en veroordeelt de ontvanger in proceskosten van € 1.460.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag inkomstenbelasting niet voor beroep vatbaar is. Het bezwaar is terecht niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende recht heeft op vergoeding van invorderingsrente op basis van de gemeentelijke leidraad, ondanks dat hij mogelijk niet op de hoogte was van deze leidraad.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat herinvesteringsreserve van belanghebbende terecht aan belastbare winst is toegevoegd. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een herinvesteringsvoornemen bestond na de verkoop van oude onroerende zaken. De navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting zijn terecht opgelegd.

De rechtbank oordeelt dat het levenslooptegoed meetelt bij de ouderschapsverlofkorting. Het beroep van de belanghebbende is ongegrond, de korting wordt vastgesteld op € 710.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst de aftrek van partneralimentatie af, omdat belanghebbende niet kan aantonen dat de betalingen voortvloeien uit een familierechtelijke verplichting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond; belanghebbende mag geen voorziening vormen voor regresvordering op Y BV in zijn aangifte inkomstenbelasting 2007.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de aangifte van belanghebbende over 2010 terecht heeft gecorrigeerd, omdat er geen recht op voorziening bestond in verband met een terugkoopclausule.

De rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en boeten in belastingzaak, oordeelt over rechtmatigheid van bewijs en toekent schadevergoeding van € 10.500 aan belanghebbende.

Belanghebbende betwist de aanslag inkomstenbelasting 2008 en stelt dat er een vaststellingsovereenkomst is gesloten. De rechtbank oordeelt dat de aanslag terecht is opgelegd en het pachtersvoordeel niet onder de landbouwvrijstelling valt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger de hoorplicht heeft geschonden en verklaart het beroep van de belanghebbende gegrond. Aansprakelijkheid voor belastingschulden van de BV wordt bevestigd, maar verminderd tot € 118.501.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger de hoorplicht heeft geschonden en dat de belanghebbende als feitelijke bestuurder aansprakelijk is voor de belastingschulden van de BV. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag kansspelbelasting over 2008 terecht is vastgesteld. Internetpoker wordt als kansspel aangemerkt. Beroep op schending van het gelijkheidsbeginsel en EU-recht faalt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de Verordening Afvalstoffenheffing onverbindend wegens gebrek aan informatie over geraamde baten en lasten. Heffingsambtenaar moet wettelijke rente vergoeden over ten onrechte betaald bedrag.

De rechtbank vernietigt de aanslag precariobelasting voor een roeiboot in Breda, oordelend dat de ongelijkheid in tariefstelling tussen roeiboten en woonschepen niet gerechtvaardigd is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt belastingaanslag inkomstenbelasting 2009, vermindert aanslag en wijst proceskosten toe aan belanghebbende.

De rechtbank oordeelt dat onrechtmatig verkregen bewijs in belastingprocedures gebruikt mag worden. Navorderingsaanslagen zijn terecht opgelegd, maar de aanslag voor 1995 is vernietigd wegens gebrek aan voortvarendheid. Immateriële schadevergoeding van € 3.500 toegekend.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende niet-ontvankelijk in de fiscale procedure inzake recht van successie, omdat er geen procesbelang is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2007 terecht is opgelegd, belanghebbende gebonden aan vaststellingsovereenkomst.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bestuurders niet aansprakelijk zijn voor belastingverplichtingen van vennootschappen, gezien hun persoonlijke omstandigheden. Uitspraken op bezwaar en beschikkingen aansprakelijkstelling zijn vernietigd.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en wijst het verzoek om vergoeding van immateriële schade af, omdat de regels van de beslistermijn niet van toepassing zijn op klachten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat gedogen van bewoning door belanghebbende geen belastbare schenking is, omdat ouders niet verarmd zijn. Aanslag schenkbelasting verminderd tot € 9.802, vrij van recht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vermindert verzuimboete wegens niet tijdig afgedragen loonheffingen van € 918 naar € 350, na beoordeling van omstandigheden rondom uitstelverzoek en tijdige betalingen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt onrechtmatige informatiebeschikkingen in bezwaarfase en verklaart beroep gegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over toepassing van het bijzondere tarief voor kampeerauto's en toekennen van wettelijke rente aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ambulante begeleiding door een fiscale eenheid voor de omzetbelasting niet belast is met omzetbelasting, omdat deze prestaties binnen de eigen kring van het Regionaal Expertisecentrum plaatsvinden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de terbeschikkingstelling van personeel aan een Regionaal Expertisecentrum niet belast is met omzetbelasting. Beroep gegrond verklaard en teruggave van € 6.156 verleend.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag accijns omdat belanghebbende niet wist van de aanwezigheid van sigaretten in zijn loods. Proceskosten van € 1.332,40 worden vergoed.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt naheffingsaanslag accijns van € 261.351,58 wegens onregelmatigheid bij verzending van sterke drank naar Portugal.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van kosten voor woningaanpassingen, omdat deze niet op medisch voorschrift zijn uitgevoerd.

De rechtbank verklaart het beroep van een in Frankrijk woonachtige belanghebbende ongegrond, omdat zorgpremies niet als voorheffing met de inkomstenbelasting verrekend kunnen worden en de navorderingsaanslag correct was opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk maakt dat hypotheekrente volledig op haar drukt. Aanslag inkomstenbelasting verlaagd tot € 30.321.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag loonheffingen en verwerpt stellingen van belanghebbende over onredelijkheid en gelijkheidsbeginsel. Naheffingsaanslag verlaagd tot € 119.881.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant herstelt ontvankelijkheid beroep en verlaagt voorlopige aanslag inkomstenbelasting na beoordeling van verzwegen inkomsten.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk omdat de navorderingsaanslag nooit is opgelegd, waardoor de inspecteur geen uitspraak op bezwaar kon doen.

De rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en boetes voor [X] en [Y] voor de jaren 1991, 1992 en 1993, maar handhaaft de aanslagen voor latere jaren met aangepaste boetes.

De rechtbank oordeelt over de reiskostenvergoeding aan de directeur van belanghebbende en vermindert de naheffingsaanslag en boete wegens grove schuld en overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vermindert verzuimboete van € 2.460 naar € 1.000 wegens te late aangifte vennootschapsbelasting, omdat de inspecteur beschikte over gegevens die leidden tot nihil-aanslag.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt verzuimboete wegens niet tijdige aangifte inkomstenbelasting door blokkering account. Belanghebbende niet schuldig aan vertraging.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk en is onbevoegd te oordelen over het verzoek tot vergoeding van kosten van beslaglegging.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende accijns voor onveraccijnsde sigaretten in gehuurde loods moet betalen. Naheffingsaanslag verminderd tot € 15.992.516.

De rechtbank heeft de waarde van een bedrijfspand vastgesteld op € 42.500.000, na het verwerpen van de taxaties van zowel de heffingsambtenaar als belanghebbende. De bestreden uitspraken op bezwaar zijn vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inhouding van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet in strijd is met het EVRM. Beroep gegrond verklaard, teruggave van € 75,33 aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de overschrijding van de redelijke termijn in een WOZ-procedure leidt tot een immateriële schadevergoeding van € 1.000 aan de belanghebbende.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting terecht is opgelegd, maar vermindert de boete tot € 382. Het beroep is gegrond verklaard voor zover het de boete betreft.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over kostenvergoeding in WOZ-zaak; belanghebbende krijgt recht op hogere vergoeding dan door heffingsambtenaar toegekend.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslag inkomstenbelasting niet met voldoende voortvarendheid is vastgesteld. De aanslag wordt verminderd tot € 92.911 en de inspecteur wordt veroordeeld in de proceskosten.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag IB/PV van belanghebbende, oordeelt dat de Belastingdienst onvoldoende voortvarend heeft gehandeld en veroordeelt de inspecteur in de proceskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en informatiebeschikkingen aan [Y] en [X]. Bepaalde aanslagen zijn vernietigd wegens onvoldoende voortvarendheid, terwijl andere terecht zijn opgelegd. Immateriële schadevergoeding van € 9.500 per persoon toegekend.

Beroep tegen afwijzing proceskostenvergoeding in belastingzaak niet-ontvankelijk verklaard; geen beroep mogelijk tegen brief inspecteur.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond inzake naheffingsaanslag loonheffingen autorijschool. Gebreken in administratie rechtvaardigen omkering bewijslast. Schatting inspecteur is redelijk.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat het bezwaarschrift tegen de navorderingsaanslag inkomstenbelasting terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de rechtmatigheid van de informatiebeschikking inzake belastingplicht over de jaren 2001 tot en met 2005.

De rechtbank oordeelt dat de boetes voor niet verlengen van eurovignetten voor vrachtwagens passend zijn en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de toepassing van het bijzondere tarief motorrijtuigenbelasting voor een kampeerauto. De inspecteur heeft correct gehandeld door het tarief vanaf 9 januari 2012 toe te passen, zonder terugwerkende kracht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet slaagt in het bewijs dat de onttrekkingswaarde van cultuurgrond lager is dan door de inspecteur vastgesteld. Aanslag inkomstenbelasting verlaagd tot € 233.541.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de naheffingsaanslag omzetbelasting ongegrond en gelast de inspecteur het griffierecht te vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk maakt dat hij zorg heeft betracht voor tijdige aangifte inkomstenbelasting. Beroep op avas verworpen, verzuimboete van € 226 gehandhaafd.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en boetes voor jaren 1996-2001, handhaaft voor 2002-2005 met 20% korting. Heffingsrente vernietigd.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV 2001 en 2002, handhaaft aanslagen 2003-2005 met vermindering. Proceskostenvergoeding aan belanghebbende toegekend.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht een informatiebeschikking heeft afgegeven, omdat belanghebbende niet aan zijn inlichtingenverplichting heeft voldaan.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslag IB/PVV 2001 en matigt boetes voor 2002-2005 wegens niet aangegeven buitenlandse bankrekeningen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en boetes voor buitenlandse bankrekeningen van belanghebbende. Aanslagen voor 1996-2001 vernietigd, overige handhaafd. Schadevergoeding wegens termijnoverschrijding in vervolgprocedure.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en boetes voor buitenlandse bankrekeningen. De inspecteur heeft rechtmatig informatie verkregen, maar niet altijd voortvarend gehandeld. Boetes worden gematigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en boetes voor buitenlandse bankrekeningen. Aanslagen voor 2001 nietig, boetes voor 2002-2005 verminderd. Heffingsrente terecht opgelegd.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV en VB voor belanghebbende en echtgenote, oordeelt over identificatie als rekeninghouders bij Van Lanschot Bankiers.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag inkomstenbelasting voor 2006 terecht is opgelegd, omdat de belanghebbende handelde in het kader van zijn onderneming.

De rechtbank oordeelt dat de fiscale vestigingsplaats van [belanghebbende A] B.V. na afsplitsing en verkoop in het Verenigd Koninkrijk ligt, en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Breda verklaart het beroep van belanghebbende tegen de voorlopige aanslag inkomstenbelasting niet-ontvankelijk wegens te late indiening. De rechtbank oordeelt dat het risico van zoekgeraakte post voor rekening van belanghebbende komt.

Rechtbank Breda verklaart het bezwaar tegen de aanslag inkomstenbelasting niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Belanghebbende slaagt er niet in het vermoeden van ontvangst te ontzenuwen.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarbij verduistering van gelden door een statutair bestuurder als belastbaar inkomen wordt aangemerkt.

Rechtbank Breda oordeelt over navorderingsaanslagen en boetes voor buitenlandse bankrekeningen. Inspecteur niet voortvarend genoeg; aanslagen vernietigd. Boetes en heffingsrente niet afzonderlijk vermeld, dus ook vernietigd. Proceskosten vergoed.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV wegens onvoldoende voortvarendheid en onduidelijke aanslagbiljetten. Inspecteur veroordeeld in proceskosten.

De rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen voor 1996-2001 wegens onvoldoende voortvarendheid, bevestigt aanslagen voor 2002-2005, vermindert boetes en veroordeelt inspecteur in proceskosten.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslagen IB/PVV 2001 en 2002, maar bevestigt de aanslagen voor 2003-2005. De inspecteur moet proceskosten vergoeden en het onderzoek naar schadevergoeding wordt heropend.

Rechtbank Breda oordeelt over navorderingsaanslagen en boetes voor niet-aangegeven buitenlandse bankrekeningen. Aanslag 2001 vernietigd, aanslagen 2002-2003 tijdig. Boetes verminderd met 20% wegens termijnoverschrijding.

De rechtbank Breda oordeelt over navorderingsaanslagen en boetes voor buitenlandse bankrekeningen. De inspecteur slaagt in het bewijs van het bezit van een rekening, maar niet in de voortvarendheid van de tweede serie aanslagen. Boetes worden gematigd.

Rechtbank Breda wijst verzoek om immateriële schadevergoeding af wegens overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaak. Bijzondere omstandigheden verklaren de vertraging.

Rechtbank Breda oordeelt dat naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting terecht zijn opgelegd, maar vermindert de boetes omdat het motorrijtuig pas vanaf 3 januari 2012 tot de bedrijfsvoorraad behoorde.

Rechtbank Breda oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek scholingsuitgaven en bevestigt de navorderingsaanslag en boete van 50%.

Rechtbank Breda heeft op 14 december 2012 de WOZ-waarde van een woning vastgesteld op € 116.000 na een compromis tussen partijen. De rechtbank is niet bevoegd om de waarde op overlijdensdatum vast te stellen.

Rechtbank Breda oordeelt dat de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting terecht is opgelegd aan belanghebbende die met een geschorst kenteken op de weg reed. De opgelegde boete van 100% wordt ook als passend beschouwd.

De rechtbank bevestigt de navorderingsaanslag vermogensbelasting 1999, oordeelt dat de inspecteur voortvarend heeft gehandeld en kent € 1.000 schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond, omdat de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar tegen de belastingaanslagen terecht was.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende tegen belastingaanslagen niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van uitspraken op bezwaar en niet voldoen aan wettelijke vereisten.

Rechtbank Breda vernietigt WOZ-beschikkingen en aanslagen onroerende-zaakbelastingen wegens onjuiste objectafbakening van een bedrijfspand verhuurd aan de gemeente.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Belanghebbende heeft niet aannemelijk gemaakt dat het beroepschrift tijdig is verzonden.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en het bezwaar niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding bij de naheffingsaanslag parkeerbelasting.

Rechtbank Breda oordeelt dat de inspecteur het taxatierapport niet ter discussie kan stellen na eerdere acceptatie. Beroep gegrond, BPM verlaagd tot € 2.604, proceskosten vergoed.

De rechtbank Breda verklaart het beroep gegrond tegen de uitspraak op bezwaar inzake een aanslag inkomstenbelasting, herstelt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar en draagt de inspecteur op een nieuwe uitspraak te doen.

Rechtbank Breda vernietigt navorderingsaanslag inkomstenbelasting wegens hennepteelt, vermindert belastbaar inkomen tot € 70.473 en boete tot € 13.005.

Rechtbank Breda oordeelt dat belanghebbende aansprakelijk is voor belastingschulden van de vof, verlaagt het bedrag van aansprakelijkheid tot € 11.873 en veroordeelt de ontvanger in proceskosten.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting, omdat de parkeerplaats als openbaar wordt aangemerkt. Ook de opgelegde boete is terecht, aangezien belanghebbende niet aan de voorwaarden voldeed.

De rechtbank heeft de verzuimboete van € 984 wegens te late aangifte IB verlaagd tot € 250, oordelend dat de boete onevenredig was in verhouding tot de ernst van de gedraging.

Rechtbank Breda oordeelt dat belanghebbende recht heeft op teruggaaf van teveel ingehouden bijdrage Zorgverzekeringswet, ondanks dat hij slechts één werkgever had.

Rechtbank Breda oordeelt over herziening voorlopige aanslag IB/PH 2012; belastingdienst verantwoordelijk voor onjuiste verwerking; uitspraak op bezwaar vernietigd en proceskostenvergoeding toegekend.

Rechtbank Breda oordeelt over WOZ-waarde van een bedrijfsruimte en immateriële schadevergoeding. De waarde wordt vastgesteld op € 400.000, en de procedure wordt heropend voor schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Breda verklaart beroep ongegrond over WOZ-waarde, maar heropent onderzoek naar immateriële schadevergoeding wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Breda oordeelt dat belanghebbende haar vorderingen op dochtervennootschap niet kan afwaarderen voor de vennootschapsbelasting, omdat deze als onzakelijke leningen worden aangemerkt.

De rechtbank verklaart de informatiebeschikking van de inspecteur rechtmatig en stelt belanghebbende een termijn van twee maanden om de gevraagde informatie te verstrekken.

Rechtbank Breda weigert ANBI-status aan carnavalsvereniging omdat deze niet voor 90% het algemeen belang dient. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Breda oordeelt over vergoeding taxatiekosten; belanghebbende krijgt € 690,15 toegewezen.

Rechtbank Breda oordeelt dat de tijdelijke tariefsverlaging voor de overdrachtsbelasting niet verder terugwerkt dan 15 juni 2011. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Breda oordeelt dat de waarde van een perceel grond als afzonderlijk object moet worden aangemerkt, en verlaagt de WOZ-waarde tot € 2.000.

Rechtbank Breda oordeelt dat de waarde van een perceel grond op € 21.000 moet worden vastgesteld, in plaats van de door de heffingsambtenaar vastgestelde waarde van € 121.000, vanwege onjuiste waardering als één object.

Rechtbank Breda bevestigt naheffingsaanslag omzetbelasting voor [belanghebbende] Ltd, oordeelt dat omkering bewijslast van toepassing is en verklaart beroep ongegrond.

Rechtbank Breda oordeelt dat omkering van de bewijslast terecht is bij navordering vennootschapsbelasting, omdat belanghebbende niet voldoende informatie heeft verstrekt. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Breda oordeelt dat belanghebbende slechts recht heeft op 50% van de hypotheekrenteaftrek, omdat zij niet voor fiscaal partnerschap heeft gekozen.

De rechtbank Breda verklaart het beroep ongegrond in een zaak over de heffing van overdrachtsbelasting en de toepassing van het Handvest van de Grondrechten van de EU.

Rechtbank Breda oordeelt dat de navorderingsaanslag inkomstenbelasting terecht is opgelegd na fout in aangifteprogramma. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Breda oordeelt dat belanghebbende terecht het nihil-tarief toepaste op leveringen van landbouwwerktuigen. De naheffingsaanslag en boete zijn vernietigd.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de niet-ontvankelijkheid van het verzoek om dwangsom kennelijk ongegrond, omdat de beslissing op het verzoek om schadevergoeding geen besluit is in de zin van de Awb.

De rechtbank oordeelt dat het beroep op het vertrouwensbeginsel niet kan slagen en bevestigt de waardering van onroerend goed door de inspecteur. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van de eigenaar van een onroerende zaak op een begraafplaats ongegrond, de waarde is niet te hoog vastgesteld.

De rechtbank heeft de vergoeding van taxatiekosten voor een woning vastgesteld op € 50 inclusief omzetbelasting en het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard.

Rechtbank Breda verklaart het beroep ongegrond inzake de WOZ-waarde van een bungalowpark, vastgesteld op € 4.676.000, en bevestigt de toepassing van de vervangingsmethode door de heffingsambtenaar.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat de inspecteur de compensatieregeling correct heeft toegepast en geen strijdigheid met Europees recht is aangetoond.

Rechtbank Breda oordeelt dat de naheffingsaanslag accijns en boete aan belanghebbende moeten worden verminderd, omdat de dranken onder het vertrouwensbeginsel vallen, ondanks indeling onder GN-code 2208.

Rechtbank Breda oordeelt dat een B.V. geen gebruikelijk loon heeft vastgesteld voor haar directeur-grootaandeelhouder, waardoor een naheffingsaanslag van € 6.651 in stand blijft. Het beroep van de B.V. wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Breda verklaart het beroep van een B.V. ongegrond inzake naheffingsaanslag loonheffingen en gebruikelijk loon voor de directeur groot aandeelhouder.

Rechtbank Breda vernietigt naheffingsaanslag loonheffingen voor B.V. wegens onvoldoende bewijs van late belastingverrekening door inspecteur.

De rechtbank oordeelt dat 50% van de onroerende zaken van de belanghebbende niet als eigen woning kan worden aangemerkt, omdat deze in eigendom zijn bij de voormalige echtgenote. Het beroep wordt ongegrond verklaard.