ECLI:NL:HR:2025:93
Hoge Raad
- Cassatie
- Rechtspraak.nl
Cassatie tegen uitspraak Gerechtshof Amsterdam inzake huurtoeslag en rente
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 17 januari 2025 arrest gewezen in een cassatieprocedure die was ingesteld door belanghebbende, vertegenwoordigd door A. van Velsen, tegen de Staatssecretaris van Financiën. De zaak betreft een beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 11 april 2023, waarin het Hof zich onbevoegd verklaarde om kennis te nemen van het hoger beroep van belanghebbende. Dit hoger beroep was ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank over het recht op huurtoeslag en de door de Belastingdienst/Toeslagen in rekening gebrachte rente. Het Hof oordeelde dat er geen hoger beroep openstond tegen de uitspraak van de rechtbank, ook niet na intrekking van het beroep tegen het besluit van de Belastingdienst/Toeslagen. De Hoge Raad heeft de klachten van belanghebbende beoordeeld en geconcludeerd dat deze niet kunnen leiden tot vernietiging van de uitspraak van het Hof. De Hoge Raad heeft geen aanleiding gezien om de Staatssecretaris te veroordelen in de proceskosten. Uiteindelijk verklaarde de Hoge Raad het beroep in cassatie ongegrond.