dhr. prof.mr. R.J.G.M. Widdershoven

De Raad van State behandelt de toepassing van het evenredigheidsbeginsel in de Afsluitingsregeling voor vreemdelingen A en B. De toerekening van het gedrag van ouders aan kinderen is alleen gerechtvaardigd als er een reëel risico bestaat op een afgeleid verblijfsrecht. De aanvragen van vreemdelingen A en B worden gegrond verklaard, omdat de contra-indicaties niet evenredig zijn.

De Raad van State behandelt het rijksinpassingsplan voor Windpark Zeewolde, waarbij 91 nieuwe windturbines worden gebouwd ter vervanging van 221 bestaande. De Afdeling oordeelt dat de ministers voldoende rekening hebben gehouden met de belangen van betrokkenen, maar vernietigt de omgevingsvergunning wegens het ontbreken van saneringsvoorschriften.

De CRvB formuleert vijf vuistregels voor de toepassing van het leerstuk van afgeleid belang in bestuursrechtelijke zaken, met nadruk op de rechten van derden.

Hoger beroep van [appellant A] en [appellant B] tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland over de melding van een uitweg. De Raad van State bevestigt dat de melding correct is behandeld en dat er geen strijd is met de Apv.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de aanvraag om innovatiekrediet van CupSystem Company B.V. afgewezen wegens onvoldoende economische haalbaarheid van het project Cup System. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van CupSystem Company B.V. ongegrond, omdat de aanvraag om innovatiekrediet werd afgewezen wegens onvoldoende economische haalbaarheid van het project 'Turkish Coffee Machine'.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de afwijzing van de subsidieaanvraag door SPIN bevestigd, omdat de rol van de penvoerder niet voldeed aan de Regeling. De rechtsgevolgen van de afwijzing blijven in stand, ondanks dat het beroep gegrond werd verklaard.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat SIMN ACN niet onterecht heeft geweigerd toe te laten, zonder misbruik van economische machtspositie.

Hoger beroep van advocaten tegen NMa en anderen wegens schending Mededingingswet. Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan procesbelang.

V.O.F. Accountantskantoor A heeft beroep ingesteld tegen de NOvAA over facturen voor toetsing. Het College oordeelt dat de Raad van Toezicht geen bevoegd orgaan is en dat de facturen niet in stand kunnen blijven. Proceskosten worden vergoed aan appellante.

Accountantskantoor A B.V. heeft beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijk verklaring van haar bezwaar tegen een factuur van de NOvAA. Het College vernietigt het besluit, maar houdt de rechtsgevolgen in stand en bepaalt dat het griffierecht vergoed moet worden.

Appellante verzocht om restitutie van kosten voor een periodieke toetsing. Het College oordeelde dat de NOvAA's weigering om te restitueren een besluit was en verklaarde het beroep tegen de niet-ontvankelijkheid gegrond, met proceskostenvergoeding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verwierp op 4 november 2008 het beroep van het bestuur van het Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants tegen de raad van tucht, die een klacht over valsheid in geschrifte ongegrond had verklaard.

NVV heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de SER over benoemingsrechten in de Commissie Varkenshouderij. Het College oordeelt dat de SER onzorgvuldig heeft gehandeld en vernietigt het besluit.

Het College verklaart het beroep van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders tegen besluiten van de SER en het PVV gegrond en vernietigt het bestreden besluit van 13 juni 2005.

Het College verklaart de beroepen van A International B.V. en Industrie- en Handelsonderneming C B.V. ongegrond inzake invoercertificaten voor melkpoeder uit Litouwen, o.a. wegens gebrek aan overmacht.

Hoger beroep van IsoTis S.A. en IsoTis N.V. tegen boeteoplegging door AFM wegens overtredingen van de Wet toezicht effectenverkeer 1995. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de boetes passend zijn.

Het College verwerpt het beroep van A RA tegen de schriftelijke berisping opgelegd door de Raad van Tucht voor Registeraccountants wegens schending van de geheimhoudingsplicht.

Het College vernietigt het besluit van de Minister inzake de bestrijding van schadelijke organismen, oordeelt dat de besmetting niet van de Maatschap A afkomstig was en herroept het eerdere besluit.

Hoger beroep van Bakkerij A tegen een boete van €2030,00 wegens overtredingen van de Warenwet. Het College verlaagde de boete naar €1800,00 en bevestigde de bevoegdheid van de minister om de boete op te leggen.

Appellant A RA diende een klacht in tegen registeraccountant C RA over een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2000 van gemeente E. Het College verwierp de klacht, oordelend dat deze geen nieuwe feiten bevatte en dat de registeraccountant niet tuchtrechtelijk verwijtbaar had gehandeld.

Appellant A RA diende een klacht in tegen registeraccountant C RA over goedkeurende verklaringen bij jaarrekeningen van gemeente E. Het College verklaarde de klacht ongegrond, bevestigde eerdere oordelen en oordeelde dat de accountant geen tuchtrechtelijk verwijt kon worden gemaakt.

Appellant A RA diende een klacht in tegen registeraccountant C RA over een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening 2000 van gemeente E. Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaarde de klacht ongegrond.

Appellant A RA klaagt over registeraccountants C RA en E RA die een goedkeurende verklaring gaven bij de jaarrekening 2000 van gemeente D. De klacht werd ongegrond verklaard, en het beroep van appellant werd verworpen.

Hoger beroep over de toepassing van stille curatele door DNB op beleggingsinstellingen. Het College bevestigt de rechtmatigheid van de maatregel, maar vernietigt delen van de uitspraak van de rechtbank voor [RP2] en [NP3].

Tuchtprocedure tegen accountant over waardering van aandelen; beroep verworpen door College van Beroep voor het bedrijfsleven op 17 februari 2004.

Het College oordeelt dat de doding van 129 biggen ter voorkoming van mkz noodzakelijk en proportioneel was. Appellanten hebben geen recht op schadevergoeding.

Appellanten A en B hebben beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van hun bezwaar inzake een vergunning voor de in- en uitvoer van paarden. Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat de brief van verweerder niet als besluit kan worden aangemerkt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de toepassing van bestuursdwang op een vrachtwagen, die kennelijk bestemd was voor het vervoer van diervoeder, rechtmatig was ter voorkoming van de verspreiding van mond- en klauwzeer.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de bestuursdwang op basis van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren terecht is toegepast in het kader van de Standstill-regeling, en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de klacht van appellante tegen accountants B en C over manipulatie van financiële gegevens ongegrond is, en verklaart het beroep voor onderdelen 1 en 3 gegrond, maar verwerpt het beroep voor het overige.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant A ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor hardheidsgeval 1 onder de Meststoffenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van de Minister van Landbouw inzake pluimveerechten, oordeelt dat de verlenging van de milieuvergunning van appellant in de relevante periode als geldig moet worden beschouwd, en verplicht de Minister opnieuw te beslissen op het bezwaar.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een pluimveehouder ongegrond, omdat hij niet voldoet aan de voorwaarden voor hardheidsgeval 1 in de Meststoffenwet, die vereist dat een milieuvergunning is verleend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de maatschap A en B ongegrond, omdat de aanvraag voor extra pluimveerechten niet voldoet aan de voorwaarden van de Meststoffenwet.

Het College bevestigt de weigering van het pensioenfonds om Maiburg Hout vrijstelling te verlenen op grond van de Vrijstellingsregeling Wet Bpf, omdat Maiburg Hout niet voldeed aan de voorwaarden voor vrijstelling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag voor een tunneldroger, omdat de bijdrage aan de doelstellingen onvoldoende werd geacht.

Hoger beroep van Maka tegen de weigering van inschrijving als cliëntenremisier. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de betrouwbaarheid van Maka niet buiten twijfel staat.

Tuchtprocedure tegen accountant A, waarbij de klacht van B gegrond werd verklaard. Het College vernietigt de berisping en verklaart het beroep gegrond.

Tuchtprocedure tegen accountant A wegens vermeende onzorgvuldigheid in investeringsadvies. Het College verklaart het beroep gegrond en vernietigt de eerdere berisping.

Het College vernietigt de afwijzing van een subsidieaanvraag voor een energie-efficiëntieproject, oordeelt dat de afwijzing onvoldoende gemotiveerd is en draagt de Minister op opnieuw te beslissen.