ECLI:NL:CBB:2012:BZ1946
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste en enige aanleg
- M.A. van der Ham
- J.A.M. van den Berk
- R.J.G.M. Widdershoven
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag innovatieprestatiecontracten door de Minister van Economische Zaken
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 28 december 2012 uitspraak gedaan over de afwijzing van een subsidieaanvraag door de Stichting Partners in Innovatie (SPIN) voor een innovatieprestatiecontract. De aanvraag werd afgewezen door de Minister van Economische Zaken op basis van de Regeling van 3 december 2008, die de voorwaarden voor subsidie-instrumenten op het terrein van innoveren vaststelt. SPIN had op 1 november 2010 beroep ingesteld tegen deze afwijzing, die op 3 mei 2010 was gedaan. De Minister verklaarde het bezwaar van SPIN ongegrond op 22 september 2010.
Tijdens de zitting op 25 september 2012 werd duidelijk dat de rol van de penvoerder, in dit geval SPIN, niet voldeed aan de eisen van de Regeling. Het College oordeelde dat de wijze waarop SPIN de rol van penvoerder had ingevuld, niet in overeenstemming was met de regelgeving. De Minister had in zijn besluit niet voldoende gemotiveerd waarom de aanvraag niet voor inwilliging in aanmerking kwam, wat in strijd was met artikel 7:12 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Desondanks besloot het College om de rechtsgevolgen van het bestreden besluit in stand te laten, omdat het standpunt van de Minister dat er geen vertrouwen was dat SPIN de begeleiding van de IPC-deelnemers naar behoren kon uitvoeren, gerechtvaardigd was. Het College concludeerde dat de afwijzingsgronden uit de Regeling zich voordeden, en dat de aanvraag om subsidie om die reden niet voor inwilliging in aanmerking kwam. Het beroep van SPIN werd gegrond verklaard, maar de rechtsgevolgen van de afwijzing bleven in stand. Tevens werd bepaald dat de Minister het griffierecht aan SPIN diende te vergoeden.