2.2 Verweerder heeft de aanvraag van appellante afgewezen omdat onvoldoende vertrouwen bestaat in de economische, technische en financiële haalbaarheid van het project TCM. Daarbij heeft verweerder de grootste twijfel bij de economische haalbaarheid. De Regeling is bedoeld voor projecten met een hoog technisch risico maar met een laag commercieel (economisch) risico. De economische haalbaarheid beoordeelt verweerder aan de hand van de vraag in de markt, het onderscheidend vermogen van het product, geïnteresseerde partijen die het product willen distribueren en de in te schatten opbrengsten. Appellante heeft geen specifiek marktonderzoek uitgevoerd met betrekking tot de vraag naar het te ontwikkelen product. De overgelegde Licence Agreement met Moka Instanbul toont volgens verweerder de haalbaarheid van de in dat document genoemde targets niet aan. De twijfel die verweerder heeft bij de technische haalbaarheid van de producten is niet gelegen in de technische haalbaarheid van het product zelf maar in de vraag of de aanvrager de technische risico’s kan beheersen. Appellante voldoet niet aan het vereiste van een systematische aanpak van technische risico’s. Zij heeft nagelaten een overzicht van de technische problemen en mogelijke oplossingen, alsmede een vertaling daarvan naar de kosten over te leggen.Tot slot is de financieringsbehoefte onvoldoende inzichtelijk gemaakt. Appellante heeft niet duidelijk gemaakt hoe vermarkt zal worden. Bovendien zijn gestelde hoge revenuen niet onderbouwd. Verder blijkt dat appellante in het ontwikkelingstraject een financieringstekort van € 700.000,- heeft.
2.3 Volgens appellante lijdt het geen twijfel dat de TCM een economisch haalbaar project betreft. Een kostbaar uitgebreid marktonderzoek acht appellante niet noodzakelijk. De TCM is immers het eerste systeem waarmee op geautomatiseerde wijze Turkse koffie kan worden gezet met een eigen zetmethode en bijbehorende koffiecapsules. Omdat in Turkije, de Balkan, Rusland en Latijns-Amerika en veel Arabische landen Turkse koffie wordt gedronken en ook in die landen sprake is van een individualisering van de maatschappij en groei van eenpersoonshuishoudens, verwacht appellante voor de TCM een zeer grote afzetmarkt. Appellante betwist de stelling van verweerder dat een systematische aanpak van de technische risico’s ontbreekt. De door haar overgelegde planningen van de ontwikkelingsfase en overzichten van de technische problemen lijken wellicht niet op door universiteiten of multinationals vervaardigde documenten, maar dat doet volgens appellante geen afbreuk aan haar systematische aanpak van technische problemen.
Over de implementatie van het product op de markt heeft appellante duidelijke ideeën.
Er zullen patenten worden overgedragen aan een joint venture die de machines vervolgens verder gaat ontwikkelen. Hoe dit precies gaat verlopen is nog niet helemaal duidelijk, omdat er in de ontwikkelingsfase van een product nog geen sprake kan zijn van uitonderhandelde (distributie)overeenkomsten.
2.4 Het College ziet zich voor de vraag gesteld of verweerder de aanvraag om subsidie terecht heeft afgewezen en overweegt daartoe het volgende.
Om op grond van de Regeling voor subsidie in de vorm van een krediet in aanmerking te komen dient vertrouwen te bestaan in de economische, technische en financiële haalbaarheid van het product. Met economische haalbaarheid wordt, blijkens de toelichting op de Regeling, bedoeld dat sprake moet zijn van een zeer goed marktperspectief. Dat verweerder van aanvragers om een innovatiekrediet, en dus ook van appellante, specifieke en objectieve gegevens verlangt waaruit de economische haalbaarheid, ofwel het zeer goede marktperspectief blijkt, acht het College niet onredelijk. Het uitgangspunt van de Regeling is immers het bieden van ondersteuning voor risicovolle technische projecten in de vorm van een krediet, welk krediet door de betrokken aanvrager moet kunnen worden terugbetaald. Appellante heeft haar positieve verwachtingen ten aanzien van de economische haalbaarheid van de TCM zowel bij de aanvraag als in bezwaar en beroep uitgebreid toegelicht, maar zij heeft, hoewel daartoe uitdrukkelijk in de gelegenheid gesteld, nagelaten deze verwachtingen met objectief verifieerbare informatie, bijvoorbeeld een specifiek marktonderzoek te onderbouwen. De gestelde door Moka Instanbul verrichte marktverkenning heeft appellante niet aan verweerder ter beschikking gesteld.
De overgelegde Licence Agreement met Moka Instanbul bevat weliswaar zogenoemde salestargets, maar de haalbaarheid daarvan is niet onderbouwd en appellante heeft deze evenmin anderzins aannemelijk gemaakt..
2.5 Gezien het vorenstaande acht het College verweerders conclusie dat onvoldoende vertrouwen bestaat in de economische haalbaarheid van de TCM gerechtvaardigd.
Appellantes aanvraag om een innovatiekrediet komt op grond van artikel 3.7, eerste lid, onder c, van de Regeling reeds niet voor inwilliging in aanmerking. Het beroep is dan ook ongegrond.
2.6 Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.