dhr. mr. Th.J. van Gessel

Tuchtklacht van A RA tegen B RA over zorgvuldigheid van een goedkeurende verklaring. Klacht ongegrond verklaard door College van Beroep voor het Bedrijfsleven.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven behandelt de toepassing van de Bestrijdingsmiddelenwet 1962 in relatie tot de Europese richtlijnen en vraagt het Hof van Justitie om verduidelijking.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Stichting Anodiseren ongegrond inzake de subsidievaststelling van € 61.204,79, omdat pro forma facturen niet als subsidiabele kosten kunnen worden erkend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verwierp de tuchtklacht van A tegen registeraccountants B en C over hun onderzoek naar het declaratiegedrag van de burgemeester van gemeente X, en verklaarde de klacht ongegrond.

Tuchtprocedure tegen registeraccountant A wegens overtreding van gedragsregels. Klacht gegrond verklaard, maatregel van schriftelijke waarschuwing opgelegd.

Het College verklaart het beroep van appellant A ongegrond inzake varkensrechten op basis van de Wet herstructurering varkenshouderij, omdat appellant geen tijdige melding heeft gedaan.

Het College schorst de intrekking van varkensrechten van verzoekster tot zes weken na beslissing op bezwaar, vanwege schending van het vertrouwensbeginsel.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Maatschap A, te B, ongegrond inzake de verdachtverklaring van dieren en de schadevergoeding. De verdachtverklaring staat los van schadevergoeding.

Het College vernietigt het besluit van de Minister van Landbouw inzake de hardheidsregeling van de Meststoffenwet en verplicht de Minister opnieuw te beslissen op het bezwaar van appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 13 september 2002 een verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de vakbekwame persoon niet voldeed aan de eisen van permanent en daadwerkelijk leidinggeven voor de taxivergunning.

Mampaey Offshore Industries B.V. verliest beroep tegen Minister van Economische Zaken over niet-ontvankelijkheid aanvraag S&O-verklaring. College oordeelt dat aanvraag niet voldeed aan wettelijke eisen.

Het College verklaart het beroep van Maatschap A en B ongegrond, omdat de aanvraag voor EG-steunverlening akkerbouwgewassen na de deadline was ingediend en niet-ontvankelijk is verklaard.

Het College verklaart het beroep van appellant A tegen de Minister van Landbouw ongegrond, betreffende de EG-steunverlening voor akkerbouwgewassen, en bevestigt de verlaging van de subsidieaanvraag.

Appellanten A en B vechten de niet-ontvankelijkverklaring van hun aanvraag voor akkerbouwsteun aan. Het College oordeelt dat de aanvraag te laat is ingediend en verklaart het beroep ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante A ongegrond, omdat zij de werkzaamheden heeft uitgevoerd zonder een premietoezegging te hebben ontvangen, in strijd met de voorwaarden van de premieregeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van Van Rennes B.V. ongegrond verklaard, omdat de aanvraag voor premie op basis van de winterpremieregeling niet vergezeld ging van de vereiste foto's. De weigering was gerechtvaardigd, gezien de strikte voorwaarden van de regeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond wegens het ontbreken van foto's bij de premieaanvraag voor de winterpremieregeling.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het besluit van het Bedrijfschap inzake heffingen en registratie, verklaart het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk en veroordeelt verweerder tot proceskostenvergoeding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de burgemeester van Texel ten onrechte de aanvraag voor een aanwezigheidsvergunning voor kansspelautomaten heeft afgewezen, en vernietigt het besluit.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Horeca Advies Buro Groningen B.V. niet-ontvankelijk wegens gebrek aan belanghebbendheid in de vergunningaanvraag voor een kansspelautomaat.

Het College van Beroep verklaart het beroep van appellant A tegen de afwijzing van een vergunning voor kansspelautomaten niet-ontvankelijk, omdat appellant geen belang meer had bij de uitspraak.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van Stichting Holtinger Schaapskudde ongegrond, omdat de aanvraag om steun te laat was ingediend en geen sprake was van overmacht.

Appellante A heeft beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor EG-steunverlening voor braakgelegde percelen. Het College vernietigt het besluit van de Minister wegens onvoldoende motivering en draagt hem op opnieuw te beslissen.

Maatschap A verzet zich tegen de afwijzing van hun aanvraag voor EG-steunverlening akkerbouwgewassen. Het College oordeelt dat er geen sprake is van een kennelijke vergissing en verklaart het beroep ongegrond.

Maatschap A verzet zich tegen besluit Minister van Landbouw over EG-steunverlening. Beroep ongegrond verklaard; geen sprake van duidelijke fout in aanvraag.

Appellant A verzet zich tegen het besluit van de Minister van Landbouw inzake akkerbouwsteun. Het College verklaart het beroep ongegrond, oordelend dat geen duidelijke fout in de aanvraag is aangetoond.

Appellant A verliest beroep tegen Minister van Landbouw over akkerbouwsubsidie; aanvraag voor braakpremie niet tijdig ingediend.

Appellant A heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw inzake akkerbouwsubsidie. Het College verklaart het beroep ongegrond, oordelend dat er geen duidelijke vergissing in de aanvraag was.

Het College verklaart het beroep van appellant gegrond, vernietigt het besluit van verweerder en veroordeelt verweerder tot vergoeding van kosten.

De president verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet-tijdige betaling van het griffierecht.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant A tegen de heffing van het Productschap Tuinbouw ongegrond, omdat de heffing rechtmatig is vastgesteld volgens de geldende verordening.

De president schorst de intrekking van de exploitatievergunning voor speelautomaten van Amusementsservice Noord-Nederland B.V. wegens onvoldoende motivatie van het besluit en ingrijpende gevolgen voor verzoekster.

Het College verklaart het beroep van Maatschap A en B tegen de Minister van Landbouw ongegrond, omdat er geen sprake was van een duidelijke fout in de aanvraag voor EG-steunverlening.

De president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek om voorlopige voorzieningen van de Stichting A afgewezen, zich onbevoegd verklaard voor algemeen verbindende voorschriften en geoordeeld dat de argumenten van verzoekster niet nieuw zijn.

Appellant A heeft beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaarschrift inzake EG-steunverlening. Het College bevestigt de niet-ontvankelijkheid, omdat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Maatschap A en B verliest beroep tegen Minister van Landbouw over akkerbouwsubsidie; aanvraag werd gedeeltelijk afgewezen wegens verkeerd formulier. College oordeelt dat geen manifeste fout aanwezig was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat zij niet kon aantonen dat de percelen als akkerland in gebruik waren geweest, wat leidde tot de afwijzing van haar aanvraag voor EG-steunverlening.

De president wijst de verzoeken om voorlopige voorziening af in de zaak van verzoekers tegen de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, betreffende mond- en klauwzeer bij dieren.

Het College verklaart het beroep van Maatschap A ongegrond wegens niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift tegen de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, ingediend na de wettelijke termijn.

Het College verklaart het beroep van Maatschap A en B ongegrond, omdat het bezwaarschrift tegen de niet-ontvankelijkheid van de EG-steunverlening te laat was ingediend.

Het College van Beroep verklaart het beroep van de erven van A ongegrond, omdat het bezwaarschrift tegen de niet-ontvankelijkheid van de aanvraag voor maïspremie te laat was ingediend.

Verzoekers vroegen om ontheffing van vaccinatie en doding van hun Schoonebeeker Heideschapen in verband met mond- en klauwzeer. De president heeft de verzoeken afgewezen, oordelend dat de Minister bevoegd was en de maatregelen noodzakelijk waren.

De president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de bekendmaking van het besluit van de gemeente Hilversum niet correct was. Het betaalde griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellant A gegrond en vernietigt de aanslag van 9 november 1999, opgelegd op basis van de Verordening Heffingen Konijnenhouderij 1998.