ECLI:NL:CBB:2002:AE0755
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit van het Bedrijfschap Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf inzake heffingen en registratie
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 maart 2002 uitspraak gedaan in een beroepsprocedure die was ingesteld door appellant A, vertegenwoordigd door B.L. Kloostra, tegen het Bedrijfschap Stukadoors-, Afbouw- en Terrazzo-/Vloerenbedrijf, vertegenwoordigd door mr. B.C. Westenbroek. De procedure begon op 25 april 2001, toen appellant een beroepschrift indiende tegen een besluit van verweerder van 16 maart 2001. Dit besluit verklaarde het bezwaar van appellant tegen een heffing van fl. 1.198,-- en zijn registratie bij het bedrijfschap ongegrond. Appellant had eerder, op 3 januari 2001, een bezwaarschrift ingediend tegen de nota van 9 november 2000 en de inschrijving bij het bedrijfschap.
Het College heeft vastgesteld dat het bezwaar van appellant te laat was ingediend, aangezien de termijn van zes weken was overschreden. Appellant stelde dat de termijnoverschrijding te wijten was aan het late tijdstip waarop hij door verweerder op de hoogte was gesteld van de besluiten. Het College oordeelde echter dat deze reden de termijnoverschrijding niet verschoonbaar maakte. Het bezwaar werd daarom niet-ontvankelijk verklaard, en het College vernietigde het bestreden besluit van verweerder.
De uitspraak van het College hield in dat het beroep gegrond werd verklaard, het bestreden besluit werd vernietigd, en het bezwaar van appellant niet-ontvankelijk werd verklaard. Tevens werd verweerder veroordeeld tot betaling van de proceskosten van appellant, die op € 644,-- werden vastgesteld, en het griffierecht van € 102,10 diende door verweerder aan appellant te worden vergoed. De uitspraak werd openbaar gedaan op 13 maart 2002.