ECLI:NL:CBB:2001:AB1499
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.E. Doolaard
- Th.J. van Gessel
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring bezwaarschrift inzake EG-steunverlening akkerbouwgewassen
In deze zaak heeft appellant, A, beroep ingesteld tegen een besluit van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, waarbij zijn bezwaarschrift niet-ontvankelijk werd verklaard wegens overschrijding van de termijn voor indiening. De procedure begon op 9 mei 2000, toen appellant zijn beroepschrift indiende tegen een besluit van 29 maart 2000. Dit besluit betrof de afhandeling van zijn aanvraag voor EG-steunverlening voor akkerbouwgewassen, waarbij appellant in zijn aanvraag een verkeerde bijdragecode had opgegeven. De Minister had op 25 november 1999 goedkeuring gegeven voor de aanvraag, maar appellant ontving geen akkerbouwsteun, wat leidde tot verwarring.
Tijdens de zitting op 22 maart 2001 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, waarbij hij aanvoerde dat de niet-ontvankelijkverklaring onterecht was, omdat hij meende dat de goedkeuring van zijn aanvraag ook de toekenning van de akkerbouwsteun inhield. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft echter geoordeeld dat appellant niet redelijkerwijs kon aannemen dat hij recht had op de gevraagde subsidie, gezien de inhoud van de goedkeuring. De termijnoverschrijding was niet verschoonbaar, omdat appellant ervaring had met de regeling en had moeten begrijpen dat zijn aanvraag niet correct was.
Het College heeft het beroep ongegrond verklaard en de niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift bevestigd. De beslissing van de Minister werd als rechtmatig beschouwd, en er werden geen proceskosten aan de Minister opgelegd. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid bij het indienen van aanvragen en het tijdig indienen van bezwaarschriften, vooral in complexe regelingen zoals de EG-steunverlening.