ECLI:NL:CBB:2001:AB2336
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- H.G. Lubberdink
- Th.J. van Gessel
- Rechtspraak.nl
Intrekking van exploitatievergunning voor speelautomaten door de Minister van Economische Zaken
In deze zaak heeft de president van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 13 juni 2001 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening van Amusementsservice Noord-Nederland B.V. De zaak betreft de intrekking van de exploitatievergunning voor speelautomaten, die door de Minister van Economische Zaken was besloten per 31 mei 2001. De intrekking volgde op een besluit van 3 mei 2001, waarbij de vergunning werd ingetrokken wegens overtredingen van de Wet op de kansspelen. Verzoekster, Amusementsservice Noord-Nederland B.V., had op 22 mei 2001 bezwaar aangetekend tegen dit besluit. De president oordeelde dat de intrekking van de vergunning zeer ingrijpende gevolgen had voor verzoekster, die al meer dan tien jaar zonder problemen speelautomaten exploiteerde. De president stelde vast dat het bestreden besluit onvoldoende gemotiveerd was en dat de belangen van verzoekster zwaarder wogen dan die van de verweerder bij onmiddellijke uitvoering van het besluit. Daarom werd het bestreden besluit geschorst, met de bepaling dat deze schorsing vervalt zes weken na verzending van de beslissing op het bezwaarschrift, of eerder als het geschil is opgelost. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van verzoekster en moest het griffierecht worden vergoed.