ECLI:NL:CBB:2001:AB1282
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.E. Doolaard
- Th.J. van Gessel
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake heffing op grond van de Verordening Heffingen Konijnenhouderij 1998
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 maart 2001 uitspraak gedaan in een beroepsprocedure die was ingesteld door appellant A, tegen het Productschap voor Pluimvee en Eieren. De procedure begon op 12 juli 2000, toen appellant een beroepschrift indiende tegen een besluit van verweerder van 5 juli 2000. Dit besluit betrof de beslissing op het bezwaar van appellant tegen een heffing die was opgelegd aan de Maatschap A en C te D, op basis van de Verordening Heffingen Konijnenhouderij 1998. De heffing was opgelegd bij aanslag van 9 november 1999.
Het College heeft in zijn beoordeling gekeken naar de rechtsgeldigheid van de heffingen en de inwerkingtreding van de verordening. In de uitspraak van 25 oktober 2000 had het College al geoordeeld dat heffingen alleen rechtsgeldig kunnen worden opgelegd als de verordening op het moment van oplegging verbindende kracht heeft. De verordening in kwestie was op 10 december 1998 vastgesteld en trad in werking op de eerste dag van de kalendermaand na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie. Dit betekende dat de verordening terugwerkte tot 1 januari 1998, maar het College oordeelde dat dit niet betekende dat de heffing die vóór de inwerkingtreding was opgelegd, alsnog op een verbindende verordening kon berusten.
Gelet op deze overwegingen verklaarde het College het beroep gegrond en vernietigde het bestreden besluit, waarbij de aanslag van 9 november 1999 was gehandhaafd. Tevens werd bepaald dat verweerder opnieuw moest beslissen op het bezwaarschrift van appellant, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Het College gelastte ook dat het door appellant betaalde griffierecht van 225 gulden door verweerder aan hem werd vergoed. Belanghebbenden hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak gemotiveerd verzet te doen bij het College.