mw. mr.drs. M.H. van Schaik

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslagen inkomstenbelasting voor jaren 2009 en 2013-2016, verklaart beroep voor 2012 ongegrond, en kent griffierecht en proceskosten toe aan belanghebbende.

De rechtbank vernietigde de navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting voor de jaren 2012 en 2014-2016, maar verklaarde het beroep voor 2013 ongegrond. Belanghebbende kreeg proceskostenvergoeding van € 3.561.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en belastingrentebeschikking, oordeelt dat geen belastbare bate is genoten.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslagen omzetbelasting aan belanghebbende terecht zijn opgelegd wegens misbruik van recht. De beroepen zijn ongegrond en de aanslagen blijven in stand.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting 2012-2013 en vermindert aanslagen 2014-2016. Inspecteur veroordeeld in proceskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van V.O.F. ongegrond en kent een immateriële schadevergoeding van € 2.500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende B.V. tegen de beschikking belastingrente ongegrond, en bevestigt dat de inspecteur de belastingrente terecht heeft berekend.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waarbij de aanmanings- en betekeningskosten terecht zijn opgelegd. Geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het beroep eerder niet-ontvankelijk was verklaard wegens het ontbreken van een machtiging.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de aanslag IB/PVV 2018 niet wordt verminderd en geen griffierecht of proceskostenvergoeding wordt toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aftrekbare specifieke zorgkosten van belanghebbende voor 2021 niet te laag zijn vastgesteld. Het beroep is ongegrond.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het niet indienen van gronden, waardoor de eerdere uitspraak in stand blijft.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden, waardoor de eerdere uitspraak in stand blijft.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart verzet ongegrond, maar kent belanghebbende € 1.000 immateriële schadevergoeding toe wegens termijnoverschrijding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over een tweede navorderingsaanslag inkomstenbelasting. Belanghebbende wordt als binnenlands belastingplichtige aangemerkt, maar de aanslag wordt verlaagd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen IB/PVV en Zvw voor 2019 te hoog zijn vastgesteld en vernietigt de uitspraak op bezwaar.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden in het verzetschrift, waardoor de eerdere uitspraak in stand blijft.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op teruggaaf van € 1.215 accijns, vernietigt de uitspraak op bezwaar van de inspecteur en kent proceskostenvergoeding toe.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de afwijzing van de verzoeken om vermindering van de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt haar eerdere onbevoegdheid in belastingzaken.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende B.V. gegrond en veroordeelt de inspecteur tot een proceskostenvergoeding van € 3.000.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over de kostenvergoeding en wettelijke rente.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over de kostenvergoeding. Er is geen aanleiding voor schadevergoeding of proceskostenveroordeling.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over de kostenvergoeding en wettelijke rente.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende ongegrond en wijst het verzoek om immateriële schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak van 29 september 2023, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over de kostenvergoeding en wettelijke rente.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en handhaaft de eerdere uitspraak over belastingrente, waarbij het bezwaar niet-ontvankelijk is verklaard.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over de kostenvergoeding en wettelijke rente.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over kostenvergoeding en wettelijke rente.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over de kostenvergoeding en wettelijke rente.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over kostenvergoeding en wettelijke rente.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende B.V. ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak van 29 september 2023, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en handhaaft de eerdere uitspraak van 29 september 2023, waarin het beroep van de belanghebbende ongegrond werd verklaard.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de eerdere uitspraak over de kostenvergoeding en wettelijke rente.

De rechtbank verklaart de verzetten van belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak van 12 januari 2024, waarin de beroepen ongegrond werden verklaard.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de eerdere uitspraak over kostenvergoeding en wettelijke rente.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak dat de rekening motorrijtuigenbelasting geen voor bezwaar vatbare beschikking is.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over motorrijtuigenbelasting, zonder aanleiding voor schadevergoeding.

De rechtbank verklaart de verzetten van de belanghebbende gegrond, waardoor eerdere uitspraken vervallen en de onderzoeken worden hervat. Er wordt geen proceskostenvergoeding toegekend.

De rechtbank verklaart het verzet van [belanghebbende] B.V. gegrond, waardoor de eerdere uitspraak over de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar komt te vervallen en het onderzoek in de zaak wordt hervat.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende gegrond, omdat de inspecteur niet heeft aangetoond wanneer de naheffingsaanslag is verzonden. De eerdere uitspraak komt te vervallen en het onderzoek wordt hervat.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende gegrond en hervat het onderzoek in de belastingzaak.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over proceskostenvergoeding in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak van 26 mei 2023 in stand blijft.

Verzet ongegrond verklaard; geen bewijs dat beroepschrift tijdig ter post is bezorgd.

Verzet ongegrond verklaard; belanghebbende heeft vermoeden van ontvangst niet ontzenuwd.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat hij het vermoeden van ontvangst van de herinneringsnota niet heeft ontzenuwd.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat hij niet heeft aangetoond dat hij de herinneringsnota niet heeft ontvangen. De eerdere uitspraak blijft in stand.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende B.V. ongegrond, omdat het vermoeden van ontvangst van de herinneringsnota niet is ontzenuwd. De eerdere uitspraak blijft in stand.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslagen accijns op rooktabak terecht zijn opgelegd en kent immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de eerste boetebeschikking ongegrond is, maar de tweede boetebeschikking wordt verminderd tot € 429. Er is geen recht op proceskostenvergoeding voor de bezwaarfase.

Rechtbank vernietigt uitspraak op bezwaar inzake loonkostenvoordeel oudere werknemers en draagt inspecteur op nieuwe beslissing te nemen.

De rechtbank verklaart het beroep van een inwoner van Frankrijk ongegrond inzake belastingheffing op zijn ABP-pensioenuitkering, waarbij de splitsing in publiekrechtelijk en privaatrechtelijk deel correct is toegepast.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond tegen naheffingsaanslag MRB en verzuimboete na gebruik van geschorst kenteken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het hoorrecht is geschonden in belastingzaak, verklaart beroep gegrond en wijst terug naar inspecteur.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, waardoor de aanslag IB/PVV 2019 niet wordt verminderd.

De rechtbank vernietigt de aanslag inkomstenbelasting 2019 en de belastingrente, en kent een proceskostenvergoeding van € 2.060 toe aan de belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor 2020, vastgesteld op € 29.214.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende recht heeft op een vermindering van het premie-inkomen tot € 19.096 in verband met de eigenwoningregeling, en vernietigt de uitspraak op bezwaar van de inspecteur.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden in het verzetschrift.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond wegens schending hoorrecht en vernietigt uitspraak op bezwaar.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslag inkomstenbelasting aan mevrouw terecht is opgelegd, omdat er sprake is van een kenbare fout. Het nabestaandenpensioen valt niet onder de overgangsregeling van het belastingverdrag Nederland-Duitsland.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslagen bpm terecht zijn opgelegd aan belanghebbende. Immateriële schadevergoeding van € 1.000 toegekend wegens overschrijding redelijke termijn.

De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbenden gegrond verklaard, navorderingsaanslagen verminderd en vergrijpboeten vernietigd. Tevens is een schadevergoeding toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de belastingheffing van NATO-pensioenen. Aanslagen voor 2012-2015 zijn terecht, maar voor 2017-2018 te hoog. Schadevergoeding van € 7.000 voor overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over belastingheffing van NATO-pensioen en vermindert aanslagen IB/PVV voor 2006-2018. Immateriële schadevergoeding toegekend.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van griffierecht.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV 2015 en de belastingrentebeschikking, oordelend dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een uitdeling.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV 2015 en de belastingrentebeschikking, oordelend dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van een uitdeling.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en handhaaft de niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens ontbrekende machtiging door beide bestuurders.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af wegens gebrek aan spoedeisend belang.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende gegrond en heroverweegt de niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake de aanslag inkomstenbelasting.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak dat het beroep niet tijdig beslissen kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond, bevestigt de aanslagen IB/PVV en Zvw, en oordeelt dat de boete terecht is opgelegd.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat hij geen recht heeft op de IACK en niet kan aantonen dat hij recht heeft op meer aftrek van studie- en scholingskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag inkomstenbelasting te hoog is, maar de verzuimboete terecht is opgelegd. Aanslag verminderd tot € 116.551.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende ongegrond, omdat het beroep eerder niet-ontvankelijk was wegens het niet tijdig overleggen van een volmacht.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende B.V. gegrond, waardoor de eerdere uitspraak van niet-ontvankelijkheid vervalt en het onderzoek wordt hervat.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag omzetbelasting voor een leverancier van slim incontinentiemateriaal terecht is opgelegd, met een schadevergoeding van € 2.000 voor overschrijding van de redelijke termijn.

Verzet niet-ontvankelijk verklaard wegens termijnoverschrijding in belastingzaak; belanghebbende was niet aanwezig en had geen verontschuldigbare redenen voor late indiening.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere niet-ontvankelijkverklaring van het beroep wegens het ontbreken van een uittreksel van de Kamer van Koophandel.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De eerdere uitspraak blijft in stand.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en belastingrentebeschikking, oordeelt dat dividenduitkering niet belastbaar is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond; belanghebbende heeft geen recht op teruggave energiebelasting over februari 2021.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de compensatievergoeding van € 299.383 volledig belast is bij belanghebbende als nagekomen bate uit winst uit onderneming. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslag IB/PVV 2016 en aanslag IB/PVV 2018. Navorderingsaanslag 2016 blijft in stand, aanslag 2018 wordt verlaagd tot € 979.927.

De rechtbank oordeelt dat de borgstelling van belanghebbende onzakelijk is, waardoor zijn beroepen ongegrond worden verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de borgstelling door belanghebbende onzakelijk is, waardoor de beroepen ongegrond zijn verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de inspecteur ongegrond, waarbij het betaalde bedrag aan overdrachtsbelasting van € 316.968 terecht is voldaan.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslagen IB/PVV terecht zijn opgelegd, maar vermindert de vergrijpboeten. Belanghebbende had niet de vereiste aangiften gedaan, wat leidde tot omkering van de bewijslast.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat verzoekers onvoldoende bewijs hebben geleverd dat de inspecteur stukken achterhoudt.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de WOZ-waarde van € 639.000 en de aanslag onroerendezaakbelastingen.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar en stelt de WOZ-waarde van de woning vast op € 585.000, waarbij het beroep van belanghebbende gegrond wordt verklaard.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond, oordeelt dat de aanslagen schenkbelasting terecht zijn opgelegd en dat er geen sprake is van een natuurlijke verbintenis.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslagen IB 2018 en 2019 en belastingrentebeschikkingen terecht zijn vastgesteld, omdat belanghebbende geen inkomensverklaringen heeft overgelegd.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag zuiveringsheffing woonruimten niet-ontvankelijk, omdat het bezwaar prematuur was.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de WOZ-waarde en de aanslag OZB gehandhaafd blijven.

De rechtbank verklaart het verzet van een B.V. ongegrond, omdat het bezwaar tegen de belastingbeslissingen te laat was ingediend zonder verschoonbare redenen.

De rechtbank verklaart het verzet van [belanghebbende] B.V. ongegrond, omdat de beroepschriften niet tijdig zijn ingediend en er geen bewijs is voor tijdige ter postbezorging. Viermaal griffierecht is terecht geheven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart verzet ongegrond tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar naheffingsaanslagen omzetbelasting.

De rechtbank verklaart het verzet van [belanghebbende] B.V. ongegrond, omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. De eerdere niet-ontvankelijkverklaring blijft in stand.

De rechtbank heeft het beroep van belanghebbende B.V. gegrond verklaard, de naheffingsaanslag verminderd tot € 22.500 en schadevergoeding toegewezen wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbenden recht hebben op heffingskortingen ondanks eerdere weigering door de inspecteur. Aanslagen inkomstenbelasting voor 2015 en 2016 worden verminderd.

De rechtbank oordeelt dat de informatiebeschikkingen van de inspecteur terecht zijn gegeven, en dat belanghebbende verplicht was om de gevraagde informatie te verstrekken. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV 2006-2009 en 2011, oordeelt over UBO-status en schending verdedigingsbeginsel.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de forfaitaire belastingheffing over sparen en beleggen in strijd is met het EVRM. Het belastbare inkomen wordt verlaagd van € 71.644 naar € 5.677, met rechtsherstel voor belanghebbende.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in verband met een internationaal informatieverzoek van de Belastingdienst aan de Maltese autoriteiten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een VvE belastingplichtig is voor energiebelasting en ODE voor zonnestroom, maar vernietigt de vergrijpboete wegens een pleitbaar standpunt.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting 2019 ongegrond, omdat het beroep niet-ontvankelijk is en geen gronden zijn aangedragen voor verdere vermindering van de aanslag.

De rechtbank verklaart het verzoek om proceskostenvergoeding niet-ontvankelijk omdat het verzoek niet gelijktijdig met de intrekking van het beroep is gedaan.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat aanmanings- en betekeningskosten onterecht zijn opgelegd en vermindert deze tot nihil. De ontvanger moet griffierecht vergoeden aan de belanghebbende.

De rechtbank heeft het verzet van de belanghebbende ongegrond verklaard, omdat er geen nieuwe feiten zijn die aanleiding geven voor herziening van eerdere belastinguitspraken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de belanghebbende geen recht heeft op teruggaaf van omzetbelasting onder de KOR, omdat de wettelijke termijn van drie jaar nog niet was verstreken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het aanbieden van parfums via Bol.com kwalificeert als levering van goederen en niet als bemiddelingsdienst. Beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard.

De rechtbank vernietigt de vergrijpboete wegens niet tijdig suppleren van omzetbelasting, oordelend dat belanghebbende tijdig heeft gesuppleerd. Proceskostenvergoeding van € 2.266 toegekend.

De rechtbank oordeelt dat het beroep van de voormalige vereffenaar tegen de aanslag vennootschapsbelasting ontvankelijk is, maar ongegrond. De aanslag blijft in stand.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep wegens het ontbreken van een machtiging.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over loonheffingen en onbevoegdheid.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat de fiscale bestuursrechter zich terecht onbevoegd heeft verklaard. De belanghebbende moet zelf een civiele procedure starten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart verzet ongegrond tegen eerdere uitspraak over niet ambtshalve vermindering van aanslagen inkomstenbelasting en premievolksverzekeringen voor 2006 en 2007.

De rechtbank verklaart het verzet niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een erfgenaam of gemachtigde in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een erfgenaam of gemachtigde.

De rechtbank verklaart het verzet niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een erfgenaam of gemachtigde.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een erfgenaam of gemachtigde.

De rechtbank verklaart het verzet niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een erfgenaam of gemachtigde in een belastingzaak.

De rechtbank oordeelt dat de ambtshalve aanslag vennootschapsbelasting voor 2018 moet worden verminderd, maar dat de verzuimboete terecht is opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op aftrek van zorgkosten en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag accijns wegens gebrek aan bewijs van betrokkenheid belanghebbende bij onveraccijnsde sigaretten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond inzake naheffingsaanslag Bpm en verzoek om immateriële schadevergoeding.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag in de Bpm terecht is opgelegd, maar kent belanghebbende € 500 immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vermindert naheffingsaanslag Bpm van € 5.420 naar € 3.746 en kent immateriële schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is, maar kent belanghebbende € 500 immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag Bpm en kent immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm van € 2.104 verminderd wordt naar € 2.008. Belanghebbende krijgt recht op immateriële schadevergoeding van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag Bpm en kent immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn. Naheffingsaanslag verminderd tot € 1.202 en schadevergoeding van € 500 toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is, maar kent belanghebbende € 500 immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm onterecht was en vermindert deze. Belanghebbende krijgt recht op schadevergoeding en proceskostenvergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is, maar kent € 500 immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is, maar kent belanghebbende € 500 immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag IB/PVV 2015 ten onrechte is opgelegd wegens gebrek aan bewijs voor winstuitdeling, maar houdt de aanslag in stand op basis van interne compensatie.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen omzetbelasting en belastingrentebeschikkingen. Hoorrecht niet geschonden, naheffingsaanslagen terecht opgelegd. Verzoek om herziening eerdere uitspraak afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ondernemer geen recht heeft op een hogere teruggaaf van omzetbelasting, maar kent wel € 22 aan voorbelasting toe. Beroep gegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur de aanslag IB/PVV 2018 en de revisierente correct heeft vastgesteld. Het beroep van de belanghebbende is ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende geen recht heeft op de inkomensafhankelijke combinatiekorting voor de aanslag IB/PVV 2018, omdat hij en zijn zoon niet op hetzelfde adres stonden ingeschreven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond inzake verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV 2012, omdat termijnoverschrijding niet verschoonbaar is.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond, waardoor de naheffingsaanslag en boetebeschikking in stand blijven. Belanghebbende heeft gebruik gemaakt van de weg met een geschorst kenteken.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en de verzuimboete terecht zijn opgelegd aan belanghebbende, die gebruik heeft gemaakt van de weg tijdens de schorsing van het kenteken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat arbeidsinkomen niet het buitenlandse loon omvat voor de arbeidskorting. Beroep gegrond, aanslag verminderd met € 2.801.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vermindert verzuimboete van € 385 tot € 0 wegens niet tijdig indienen aangifte IB/PVV 2020, na beoordeling van omstandigheden en inspanningen van belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en handhaaft de aanslag vennootschapsbelasting 2018 en de belastingrentebeschikking.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en de verzuimboete terecht zijn opgelegd aan de belanghebbende. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslagen en kent een immateriële schadevergoeding van € 2.000 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de verzuimboete van € 369 terecht is opgelegd aan belanghebbende voor het niet tijdig indienen van de aangifte IB/PVV 2018. Het beroep is ongegrond en de boetebeschikking blijft in stand.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af inzake de aanslag inkomstenbelasting 2015, omdat verzoeker geen spoedeisend belang heeft aangetoond.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag in de Bpm terecht is opgelegd, maar kent belanghebbende een schadevergoeding van € 500 toe voor immateriële schade en € 837 voor proceskosten.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag BPM ongegrond, oordelend dat de hertaxateur deskundig was en dat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor schade.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en bevestigt de naheffingsaanslagen Bpm, maar kent een schadevergoeding van € 500 toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting en boetes terecht zijn opgelegd, maar vermindert de boetes wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar van de inspecteur en vermindert de naheffingsaanslag tot € 1.861, met vergoedingen voor immateriële schade en proceskosten aan belanghebbende.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond en bevestigt de naheffingsaanslag in de Bpm, omdat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de gestelde schade.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag in de Bpm terecht is opgelegd. Belanghebbende heeft niet aangetoond dat er sprake is van meer dan normale gebruiksschade. Het verzoek om immateriële schadevergoeding wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de naheffingsaanslag in de Bpm, oordelend dat de hertaxateur deskundig was en dat de belanghebbende onvoldoende bewijs voor schade heeft geleverd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm terecht is opgelegd en dat belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor schade.

De rechtbank verklaart het verzet van de inspecteur gegrond en vernietigt de proceskostenvergoeding en dwangsom uit de eerdere uitspraak, maar handhaaft de uitspraak voor het overige.

De rechtbank verklaart het verzet gegrond, oordeelt dat eerdere uitspraken zonder zitting onterecht waren en hervat het onderzoek.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de verzettermijn in een belastingrechtelijke procedure.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond wegens niet tijdig betalen griffierecht. De eerdere uitspraak blijft in stand.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en handhaaft de eerdere niet-ontvankelijk verklaring wegens niet tijdig betalen van griffierecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart verzet gegrond en stelt dwangsom vast voor niet tijdig beslissen op verzoeken om ambtshalve vermindering van belastingaanslagen.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en wijst een schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn, evenals proceskosten van € 837 en griffierecht van € 360.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het nieuwbouwdeel van een lening kwalificeert als eigenwoningschuld, waardoor de aanslag IB/PVV wordt verminderd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de aanslag IB/PVV 2019 en bevestigt dat boeterente niet aftrekbaar is, maar verhoogt de hypotheekrenteaftrek. Aanslag wordt verminderd tot € 54.689.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag IB/PVV 2008 terecht is opgelegd en dat belanghebbende als binnenlands belastingplichtige moet worden aangemerkt. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag overdrachtsbelasting na juridische splitsing, oordeelt dat vrijstelling WBR van toepassing is op verkrijging aandelen.

De rechtbank heeft de beroepen van belanghebbende tegen navorderingsaanslagen IB/PVV gegrond verklaard, vergrijpboetes verminderd en proceskostenvergoeding toegewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vraagt de Hoge Raad om verduidelijking over de Bpm-heffing op basis van CO2-uitstoot en de gelijksoortigheid van voertuigen onder verschillende testmethoden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een woningcorporatie een onderhoudsvoorziening van € 54.287.525 mag vormen, zonder piek-vereiste, en vermindert de aanslag vennootschapsbelasting tot € 76.561.794.

De rechtbank heeft het verzoek om geheimhouding van documenten in een belastingzaak toegewezen, waarbij de belangen van de inspecteur zwaarder wogen dan die van de belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht navorderingsaanslagen inkomstenbelasting oplegde aan belanghebbende, die in België woont. De rechtbank bevestigt de heffingsbevoegdheid van Nederland en matigt de vergrijpboete tot € 71.897.

De rechtbank oordeelt dat de geldlening aan de deelneming onder onzakelijke voorwaarden is verstrekt, waardoor de afwaardering niet geaccepteerd kan worden. Het beroep van belanghebbende is ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over belastingaanslagen IB/PVV voor 2014 en 2015, vermindert aanslag 2014, handhaaft aanslag 2015, vernietigt verzuimboete en kent schadevergoeding toe.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van procesbelang na ontbinding.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond en bevestigt de navorderingsaanslagen voor de jaren 2012 en 2013, die zijn opgelegd wegens onbekende inkomsten en hennepteelt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht aanslagen en verzuimboete oplegt aan belanghebbende wegens het niet indienen van aangifte inkomstenbelasting voor 2011. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over verlies uit aanmerkelijk belang en vernietigt boetebeschikking. Belanghebbende kon verlies niet onderbouwen, beroep voor het overige ongegrond.

De rechtbank verklaart het beroep tegen de uitspraak op bezwaar ongegrond en het beroep tegen de verminderingsbeschikking niet-ontvankelijk, omdat de middelingsbeschikking onherroepelijk is en de verminderingsbeschikking niet voor bezwaar en beroep vatbaar is.

De rechtbank verklaart het beroep tegen de aanslag IB/PVV ongegrond en het beroep tegen de aanslag Zvw niet-ontvankelijk, omdat belanghebbende geen belang heeft bij een beslissing over deze aanslag.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende ongegrond, betreffende aanslagen inkomstenbelasting en zorgverzekeringswet, en bevestigt de belastingrente.

De rechtbank oordeelt dat de verbouwing van een oud kantoorgebouw tot hotel niet leidt tot een nieuw gebouw, waardoor de vrijstelling van overdrachtsbelasting niet van toepassing is. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting 2016 gegrond verklaard en de aanslag verminderd tot nihil, met een vastgesteld verlies van € 52.151.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslag accijns terecht is opgelegd aan belanghebbende, die feitelijke beschikkingsmacht had over aangetroffen rooktabak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij (mede)schuldenaar is van een lening, waardoor de kwijtscheldingswinstvrijstelling niet wordt toegekend. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslagen en vergrijpboeten terecht zijn opgelegd, maar vermindert deze vanwege omkering van de bewijslast en overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting terecht zijn opgelegd, maar vermindert deze. Tevens wordt een schadevergoeding van € 2.500 toegekend aan belanghebbende wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslagen omzetbelasting aan belanghebbende terecht zijn opgelegd, maar vernietigt de vergrijpboeten wegens samenloop met boeten aan de heer [naam 1].

De rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting en vergrijpboeten, oordeelt dat het belastbare bedrag nihil is en kent immateriële schadevergoeding toe aan belanghebbende.

De rechtbank vernietigt de vergrijpboeten, maar bevestigt de naheffingsaanslagen omzetbelasting aan belanghebbende, die gevestigd is in Nederland.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en handhaaft de eerdere uitspraak over de verjaringstermijn van de aanslag inkomstenbelasting.

De rechtbank verklaart het verzet gegrond en herbeoordeelt de zaak inzake de aanslag inkomstenbelasting 2012, waarbij de inspecteur in proceskosten wordt veroordeeld.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak van niet-ontvankelijkheid in stand blijft.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de verzettermijn.

De rechtbank verklaart het verzet van drs. [belanghebbende] ongegrond, omdat het beroep tegen de uitspraak op bezwaar niet tijdig was ingediend en er geen verschoonbare redenen zijn voor de termijnoverschrijding.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de onbevoegdverklaring in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en handhaaft de eerdere uitspraak over proceskostenvergoeding in een belastingzaak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant wijst het beroep van belanghebbende tegen de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag IB/PVV voor 2011 af, omdat het verzoek te laat is ingediend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroepen tegen naheffingsaanslag BPM en belastingrentebeschikking. Compromis leidt tot vermindering van aanslag en vergoedingen aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur ten onrechte een tweede uitspraak op bezwaar heeft gedaan, maar dat dit geen gevolgen heeft voor belanghebbende. Het verzoek om ambtshalve vermindering is afgewezen omdat de zorgkosten niet aannemelijk zijn gemaakt.

Rechtbank vernietigt aanslag IB/PVV 2018 wegens schending hoorrecht en stelt hogere persoonsgebonden aftrek vast.

De rechtbank oordeelt dat de aftrek van specifieke zorgkosten door de inspecteur ten onrechte is geweigerd. De beroepen van de belanghebbenden zijn gegrond, en de aanslagen worden herzien.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen ongegrond, en bevestigt de geldigheid van de A1-verklaring.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen verlies uit aanmerkelijk belang kan claimen, omdat er in 2018 geen betaling op de restschuld heeft plaatsgevonden. Het beroep is ongegrond.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende ongegrond, bevestigt de correcties door de inspecteur en weigert de jonggehandicaptenkorting.

De rechtbank verklaart de beroepen van de belanghebbende tegen belastingaanslagen en verminderingsbeschikking ongegrond, zonder recht op proceskostenvergoeding.

De rechtbank heeft het beroep van de belanghebbende gegrond verklaard, de aanslag IB/PVV voor 2019 verminderd tot € 51.029 en de inspecteur veroordeeld tot betaling van € 1.787 aan proceskosten.

De rechtbank oordeelt dat de betekeningskosten van dwangbevelen terecht zijn opgelegd aan belanghebbende. De beroepen zijn ongegrond.

De rechtbank heeft de beroepen van de belanghebbende tegen de aanslagen IB/PVV 2017 en 2018 gegrond verklaard en de aanslagen verlaagd na een compromis over specifieke zorgkosten.

Rechtbank oordeelt over beroepen tegen naheffingsaanslag Bpm en kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De voorzieningenrechter verklaart de verzoeken om voorlopige voorzieningen niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van connexiteit met een lopende bezwaar- of beroepsprocedure.

De voorzieningenrechter verklaart de verzoeken om voorlopige voorzieningen niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van connexiteit, aangezien er geen lopende bezwaar- of beroepsprocedure is.

De voorzieningenrechter verklaart het verzoek om een voorlopige voorziening inzake een btw-identificatienummer niet-ontvankelijk, omdat er geen rechtsmiddelen openstaan.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak dat zij onbevoegd was om het beroep te behandelen.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond, omdat de belanghebbende niet eerst bezwaar heeft gemaakt tegen de aanslag inkomstenbelasting. De eerdere uitspraak blijft in stand.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de verzettermijn, zonder verontschuldigbare redenen.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de verzettermijn in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond, omdat het griffierecht niet is betaald. De eerdere uitspraak van niet-ontvankelijkheid blijft in stand.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aansprakelijkstelling en toekenningen van dwangsommen en schadevergoeding in belastingzaak.

De rechtbank oordeelt over de beschikking tot aansprakelijkstelling en kent een dwangsom van € 1.442 en immateriële schadevergoeding van € 750 toe aan de belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat magische truffels geen voedingsmiddelen zijn en het verlaagde btw-tarief niet van toepassing is. Beroep op rechtszekerheidsbeginsel verworpen. Schadevergoeding van € 1.000 toegekend voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat magische truffels geen voedingsmiddelen zijn en dat het verlaagde btw-tarief niet van toepassing is. Beroep op rechtszekerheidsbeginsel faalt.

De rechtbank oordeelt dat magische truffels geen voedingsmiddelen zijn en dat het verlaagde btw-tarief niet van toepassing is. Beroep op rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel faalt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat vrijstelling van accijns voor minerale oliën niet geldt voor leveringen in België. Naheffingsaanslag en boete worden gehandhaafd, maar boete wordt verminderd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw, bevestigt binnenlandse belastingplicht en vernietigt aanslagen voor 2013, handhaaft voor 2014, en vermindert vergrijpboete.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een herziene aangifte als bezwaar moet worden behandeld. De inspecteur moet de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering vernietigen en proceskosten vergoeden.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende tegen de aanslag inkomstenbelasting 2017 en de dwangsombeschikking ongegrond, omdat de inspecteur tijdig op het bezwaar heeft beslist en geen dwangsom toekende.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslagen loonheffingen en verzuimboeten terecht zijn opgelegd aan belanghebbende. De beroepen zijn ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding en gebrek aan bewijs voor ziekte.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. De belanghebbende had verzet ingesteld tegen een eerdere uitspraak, maar dit was te laat ingediend.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende ongegrond, waardoor de eerdere niet-ontvankelijk verklaring van zijn beroepschrift in belastingzaak in stand blijft.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende gegrond, omdat de eerdere niet-ontvankelijk verklaring voor het jaar 2016 onterecht was. Voor de jaren 2015 en 2017 blijft de niet-ontvankelijk verklaring staan.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende ongegrond, omdat het beroep niet tijdig was ingediend. De eerdere uitspraak blijft in stand.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, waardoor de eerdere niet-ontvankelijk verklaring van het beroep in belastingzaak in stand blijft.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, waardoor de eerdere niet-ontvankelijk verklaring van het beroepschrift in stand blijft.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak van onbevoegdheid in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep tegen de belastingaanslag.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroepen tegen navorderingsaanslag IB/PVV en Zvw, vermindert aanslagen en kent proceskostenvergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroepen tegen belastingaanslagen en vermindert deze op basis van een compromis tussen partijen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over beroepen tegen navorderingsaanslag IB/PVV en Zvw. Compromis bereikt; aanslagen verminderd. Proceskostenvergoeding van € 1.300 toegekend aan belanghebbende.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen spoedeisend belang is vastgesteld in de zaak rondom inzage van stukken in de bezwaarfase.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen gegrond en wijst tegemoetkomingen loonkostenvoordeel toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt in beroep over Wtl 2018 en premiekorting arbeidsgehandicapte werknemer, verklaart beroep gegrond en wijst tegemoetkoming van € 6.000 toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ambtshalve aanslag IB/PVV 2018 en de verzuimboete van € 369 terecht zijn opgelegd aan belanghebbende, die geen aangifte heeft gedaan.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het bezwaar van belanghebbende tegen aanslagen IB/PVV 2015 en 2016 niet-ontvankelijk is verklaard wegens termijnoverschrijding. Beroep op avas afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag IB/PVV 2016 in stand blijft, omdat de borgstelling niet zakelijk was en het beroep op het vertrouwensbeginsel niet slaagt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting voor werkzaamheden buiten Nederland, vernietigt de aanslag en vermindert deze tot € 61.603.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Nederland heffingsbevoegd is voor nabetalingen van loonheffingen aan werknemers van een Duits bedrijf die in Nederland werken. Boetes worden ambtshalve verminderd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de constatering van een tekort bij accijnsgoederen niet als onregelmatigheid geldt, waardoor België heffingsbevoegd is en Nederland een teruggaaf van accijns moet verlenen.

De rechtbank verklaart het verzet gegrond tegen de niet-ontvankelijk verklaring van het beroep in een belastingzaak en veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van € 189,75.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een erfgenaam na het overlijden van de belanghebbende.

De rechtbank verklaart het verzet gegrond en herzien de rentebeschikkingen. Belanghebbende ontvangt immateriële schadevergoeding van € 2.000 en proceskostenvergoeding van € 1.138,50.

De rechtbank heeft op 30 mei 2022 een verzoek om geheimhouding van de inspecteur van de Belastingdienst toegewezen in het kader van een informatiebeschikking, waarbij de bescherming van persoonsgegevens en de effectiviteit van controles zwaarwegend werden geacht.

De rechtbank oordeelt dat het gehele paardencomplex door de belanghebbende aan de BV ter beschikking is gesteld. Het beroep is ongegrond en de aanslag is terecht opgelegd. Immateriële schadevergoeding wordt toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de vennootschap het verlies van € 140.400 bij de verkoop van een onroerende zaak terecht in aftrek kan brengen, en vernietigt de aanslag vennootschapsbelasting.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslag IB/PVV 2014 en rentebeschikking, oordeelt dat verlies vennootschap ten laste komt van de vennootschap, niet van belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat gerichte vrijstellingen niet tot loon behoren, vermindert naheffingsaanslag tot € 4.744.659.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag verbruiksbelasting, verlaagt deze tot € 16.500 en vernietigt verzuimboete. Immateriële schadevergoeding van € 500 toegewezen aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond tegen beschikking Wtl, vernietigt uitspraak op bezwaar, en veroordeelt inspecteur in proceskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat na rechtsvormwijziging een nieuwe aanvraag voor loonkostenvoordeel vereist is, omdat geen geldige doelgroepverklaringen aanwezig zijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat loonaangiften van belanghebbende als verzoeken om LKV moeten worden aangemerkt. Beroep gegrond verklaard, inspecteur veroordeeld tot schadevergoeding en terugverwijzing voor nadere gegevens.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond inzake afwijzing tegemoetkoming loonkostenvoordeel oudere werknemers. Belanghebbende voldeed niet aan voorwaarden overgangsrecht.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de toekenning van loonkostenvoordelen voor werknemers van belanghebbende, omdat zij niet voldeden aan de voorwaarden voor LKV.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat zij niet tijdig een verzoek om LKV heeft ingediend en niet aan de voorwaarden voor LIV voldoet.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het beroepschrift te laat was ingediend. De eerdere niet-ontvankelijkverklaring blijft staan.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van gronden, ondanks herhaalde verzoeken om dit te herstellen.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat hij niet heeft aangetoond het griffierecht tijdig te hebben betaald.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een Ierse uitkering uit een Death Benefit Plan als loon moet worden belast in Nederland. Het beroep is ongegrond voor de aanslag IB/PVV, maar gegrond voor de dwangsombeschikking.

Rechtbank oordeelt dat timmerlieden in dienstbetrekking stonden bij houthandel; vergrijpboete wegens grove schuld verminderd tot nihil.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen loonheffingen en premiekorting. Belanghebbende verliest het beroep, maar krijgt schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond wegens het ontbreken van een schriftelijke machtiging bij het beroepschrift.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart verzet ongegrond in belastingkwestie over verrekening van dwangsom met inkomstenbelasting. Onbevoegdheid bevestigd, burgerlijke rechter is bevoegd.

De rechtbank oordeelt dat de termijnoverschrijding van de belanghebbende verschoonbaar is, vernietigt de uitspraken op bezwaar en draagt de inspecteur op opnieuw uitspraak te doen.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet betalen griffierecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over winstcorrectie en vergrijpboetes wegens onzakelijke verhuurprijzen aan gelieerde vennootschap. Boetes gematigd wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond, vernietigt naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting en verzuimboete, en vermindert deze tot eerdere verminderingsbedragen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag Bpm, vermindert tot € 2.811, en veroordeelt inspecteur tot schadevergoeding van € 900 en proceskosten van € 1.620.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen Bpm voor Audi A6 en R8, vermindert aanslag en kent schadevergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag Bpm van € 11.756 wegens onvoldoende rekening houden met schadeverleden van de auto. Proceskostenvergoeding van € 1.620 en griffierecht van € 354 aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag Bpm voor drie Range Rovers, stelt verschuldigde Bpm vast op € 24.707, en kent immateriële schadevergoeding van € 1.000 toe.

De rechtbank bevestigt de belastingaanslagen voor 2010 en 2011, maar vernietigt die voor 2012 tot en met 2014 wegens onvoldoende bewijs van onjuiste aangiften.

Rechtbank vernietigt belastingaanslagen voor belanghebbende in Thailand; geen regulier inkomen uit aanmerkelijk belang vastgesteld.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV voor 2008, 2009, 2012 en 2013; vermindert aanslagen voor 2010 en 2011. Belanghebbende krijgt schadevergoeding en proceskostenvergoeding.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende als binnenlands belastingplichtige moet worden aangemerkt en dat hij niet de vereiste aangiften heeft gedaan. De navorderingsaanslagen voor 2008-2010 worden vernietigd, terwijl de aanslagen voor 2011-2014 worden verminderd. De inspecteur wordt veroordeeld tot schadevergoeding en proceskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake teruggaafbeschikking omzetbelasting; belanghebbende kan vrijstelling Wet OB niet aantonen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de naheffingsaanslag accijns van € 81.305 voor het voorhanden hebben van 460.000 onveraccijnsde sigaretten.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende betrokken was bij het voorhanden hebben van 460.000 onveraccijnsde sigaretten en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen ongegrond, maar kent schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn in belastingzaken.

De rechtbank verklaart het beroep van de ontbonden rechtspersoon niet-ontvankelijk, omdat deze na ontbinding geen rechtshandelingen meer kan verrichten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt NiNbi-beschikking 2018 en verlaagt deze tot negatief € 7.199, rekening houdend met alimentatiebetalingen aan ex-partner.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag omzetbelasting terecht is opgelegd wegens privégebruik van een auto. Verzuimboete gematigd tot € 1.030.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend. Persoonlijke omstandigheden bieden geen rechtvaardiging voor de termijnoverschrijding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake verzoek om dwangsom in belastingzaak.

De rechtbank verklaart het verzet gegrond tegen de niet-ontvankelijk verklaring van het beroep inzake belastingaanslagen. De eerdere uitspraak wordt vernietigd en het onderzoek wordt voortgezet.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw voor 2012-2016, bevestigt vergrijpboetes maar matigt deze vanwege procedurele vertraging.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het bezwaarschrift niet tijdig was ingediend. Verzoek om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen en vergrijpboeten voor loonheffingen en vennootschapsbelasting, bevestigt de aanslagen maar matigt de boeten.

De rechtbank oordeelt dat de vrijstelling voor natuurterreinen niet van toepassing is op de Hedwigepolder en bevestigt de aanslagen IB/PVV voor 2012-2016. Voor 2017 biedt de rechtbank rechtsherstel en verlaagt de aanslag tot € 140.148.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond, omdat het griffierecht niet tijdig was betaald, waardoor het beroep niet-ontvankelijk was verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond; verzoek om ambtshalve vermindering verzuimboete inkomstenbelasting 2012 afgewezen.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en oordeelt dat het beroep van de belanghebbende terecht niet-ontvankelijk is verklaard wegens niet tijdig betalen van griffierecht. Immateriële schadevergoeding van € 700 wordt toegekend.

De rechtbank verklaart het verzet gegrond en vernietigt de eerdere uitspraak op bezwaar wegens termijnoverschrijding. De Minister wordt veroordeeld tot schadevergoeding en proceskosten.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak en veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van € 270,50.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak en veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van € 270,50.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep wegens niet betalen griffierecht. De Minister wordt veroordeeld tot schadevergoeding van € 636,36 en proceskosten van € 270,50.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet betalen griffierecht. De Minister wordt veroordeeld tot schadevergoeding van € 545,45 en proceskosten van € 270,50.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, wegens niet tijdig betalen van griffierecht. De Minister wordt veroordeeld tot schadevergoeding van € 600 en proceskosten van € 270,50.

De rechtbank verklaart het verzet van de eiser ongegrond en kent een schadevergoeding van € 600 toe voor overschrijding van de redelijke termijn, terwijl de Minister wordt veroordeeld tot vergoeding van proceskosten van € 270,50.

De rechtbank verklaart het verzet van [gemachtigde] ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de redelijke termijn niet is overschreden.

De rechtbank verklaart het verzet van [gemachtigde] ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de redelijke termijn niet is overschreden.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen onverwijlde spoed was en de inspecteur al uitspraak had gedaan op de bezwaren.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening in belastingzaken afgewezen, omdat er geen onverwijlde spoed was en de inspecteur inmiddels uitspraak had gedaan op de bezwaren.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen onverwijlde spoed was en de inspecteur inmiddels uitspraak had gedaan op de bezwaren.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond tegen naheffingsaanslag Bpm, maar kent immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag Bpm voor Ford Mustang, verlaagt tot € 8.610, en kent schadevergoeding van € 500 toe wegens termijnoverschrijding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag Bpm en boete, en kent schadevergoeding toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep ongegrond en kent € 1.000 immateriële schadevergoeding toe wegens termijnoverschrijding in BPM-zaak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond tegen naheffingsaanslag Bpm voor Volvo XC60, vastgesteld op € 3.652.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag Bpm, vermindert deze tot € 4.019 en kent immateriële schadevergoeding van € 500 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag Bpm, vermindert deze en kent immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding redelijke termijn.

De rechtbank vernietigt de naheffingsaanslag Bpm en verlaagt deze tot € 379, en kent immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep gegrond voor de kostenvergoeding, vernietigt de uitspraak op bezwaar, en veroordeelt de inspecteur in proceskosten van € 2.596.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aanslagen IB/PVV 2010 en 2011. Beroep 2010 gegrond, aanslagen verminderd; beroep 2011 ongegrond. Verzuimboete 2010 gematigd van € 226 naar € 180.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de aanslag IB/PVV 2018, waarbij de aftrek van zorgkosten is geweigerd.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de NiNbi-beschikking van de inspecteur voor het jaar 2017, vastgesteld op € 21.285.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het griffierecht niet is betaald. De eerdere uitspraak van niet-ontvankelijkheid blijft staan.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en wijst een immateriële schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake aanslag IB/PVV 2016; verhaalsbijdrage niet aftrekbaar; immateriële schadevergoeding van € 1.500 toegekend.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en oordeelt dat de kosten van de EMG niet aftrekbaar zijn als scholingsuitgaven. Tevens is de belastingrente terecht in rekening gebracht.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting 2012 en 2013 en wijst verzoek om schadevergoeding af.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen ongegrond inzake aanslagen IB/PVV 2015 en 2016. Geen strijd met Europees recht of individuele last.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af, omdat er geen onverwijlde spoed is. Verzoeker vroeg om verwijdering van fiscale adviezen uit zijn dossier, maar het verzoek werd te laat ingediend en er was geen financiële noodsituatie.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag BPM en vergrijpboete, bevestigt de aanslag en matigt de boete tot € 1.729. Immateriële schadevergoeding van € 1.000 toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag BPM en vergrijpboete. Naheffingsaanslag terecht, boete gematigd wegens lange procedure.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag BPM en vergrijpboete. Beroep tegen naheffingsaanslag ongegrond, beroep tegen boete gegrond en gematigd. Immateriële schadevergoeding van € 1.000 toegekend.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het griffierecht niet tijdig was betaald, en wijst een proceskostenvergoeding af.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak en draagt de griffier op een nieuwe griffierecht nota te verzenden.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De omstandigheden van de belanghebbende waren niet voldoende om de termijnoverschrijding verschoonbaar te verklaren.

De rechtbank verklaart het verzet en het beroep van de belanghebbende gegrond, vernietigt de eerdere uitspraak op bezwaar en draagt de inspecteur op opnieuw uitspraak te doen.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkverklaring van het beroepschrift wegens termijnoverschrijding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart verzet gegrond en vernietigt eerdere uitspraak over niet-ontvankelijkheid van bezwaarschrift. Inspecteur moet opnieuw uitspraak doen en griffierecht vergoeden.

De rechtbank verklaart het verzet ongegrond omdat de belanghebbende het griffierecht niet heeft betaald en geen bewijs heeft geleverd voor betalingsonmacht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake aanslag IB/PVV 2017; lening aan vader voldoet niet aan aflossingseis.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de heffing van fijnstoftoeslag voor dieselauto's; beroep ongegrond voor auto A, niet-ontvankelijk voor auto B.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet tijdig heeft beslist op bezwaar tegen naheffingsaanslagen motorrijtuigenbelasting. Beroep gegrond verklaard, proceskostenvergoeding van € 374 toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake navorderingsaanslag IB/PVV 2018, belanghebbende woonde deels in Turkije en deels in Nederland.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond in een belastingzaak over de grondslag sparen en beleggen voor de inkomstenbelasting 2017.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen ongegrond inzake navorderingsaanslag IB/PVV 2015 en 2016; lening kwalificeert niet als eigenwoningschuld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond tegen aanslag IB/PVV 2014, maar kent immateriële schadevergoeding toe wegens lange behandelduur.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag BPM en belastingrente, verklaart beroep gegrond en kent schadevergoeding toe.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag BPM, vermindert deze tot € 2.530 en kent immateriële schadevergoeding van € 500 toe.

Hersteluitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juli 2021, waarin fouten in de eerdere uitspraak van 16 juli 2021 zijn gecorrigeerd en de inspecteur is verzocht een nieuwe uitspraak op bezwaar te doen.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende gegrond, omdat de betaling van het griffierecht tijdig was gedaan. De eerdere niet-ontvankelijk verklaring wordt vernietigd.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. Er zijn geen bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken.

De rechtbank verklaart het verzet van belanghebbende ongegrond en wijst verzoeken om schadevergoeding af.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het griffierecht niet onevenredig hoog is en er geen gegronde redenen voor het verzet zijn aangevoerd.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het beroepschrift niet tijdig was ingediend en er geen bijzondere omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding rechtvaardigen.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende niet-ontvankelijk en kent een schadevergoeding van € 250 toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende gegrond en vernietigt de eerdere uitspraak over de BPM-aangifte. De zaak wordt terugverwezen naar de inspecteur en er wordt schadevergoeding toegekend.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak in belastingzaak blijft staan. De belanghebbende was niet verschenen op de zitting en heeft geen aanvullende gronden ingediend.

De rechtbank verklaart het verzet gegrond en vernietigt de eerdere niet-ontvankelijkverklaring van het beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht. De belanghebbende krijgt een nieuwe nota voor het griffierecht.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het beroepschrift te laat was ingediend. De termijn voor het indienen van beroep is van openbare orde en niet verschoonbaar.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de beëindigingsvergoeding en uitkeringen uit stamrecht-BV correct heeft belast volgens het belastingverdrag Nederland-België. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende terecht aansprakelijk is gesteld voor onbetaalde kansspelbelasting, ondanks dat de ontvanger niet alle relevante stukken heeft overgelegd. De aansprakelijkstelling wordt verminderd tot € 506.089.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de joint venture en het ziekenhuis niet als fiscale eenheid voor de omzetbelasting kunnen worden aangemerkt, omdat niet aan de vereisten van organisatorische verwevenheid is voldaan.

De rechtbank oordeelt dat de Gemeente Eindhoven geen met omzetbelasting belaste prestaties verricht bij terbeschikkingstelling van sportaccommodaties aan basisscholen, omdat er geen vergoeding is bedongen.

Belanghebbende, een B.V., kreeg een naheffingsaanslag omzetbelasting opgelegd na de verkoop van 14 nieuwbouwappartementen. De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslag terecht was en verminderde de vergrijpboete met 15% wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat de belanghebbende inkomen uit onbekende bron heeft genoten. De navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw zijn terecht opgelegd, met vermindering van de boeten voor 2010 en 2011.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen spoedeisend belang was en de connexiteit niet was aangetoond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroepen gegrond, vermindert aanslagen IB/PVV en Zvw tot € 3.123, en vernietigt vergrijpboete.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak in stand blijft. De belanghebbende had verzet aangetekend tegen een uitspraak over de hoorplicht in een belastingzaak.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond en bevestigt de eerdere uitspraak over de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar en het verzoek om ambtshalve vermindering.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. De eerdere uitspraak blijft in stand.

De rechtbank verklaart het verzet van de belanghebbende ongegrond, waardoor de eerdere uitspraak in stand blijft. De belanghebbende was niet verschenen op de zitting en de rechtbank oordeelde dat de vereenvoudigde behandeling terecht was.

De rechtbank verklaart het verzet van de gemachtigde van [B.V.] niet-ontvankelijk wegens gebrek aan een geldige machtiging en identiteitsbewijs.

De rechtbank verklaart het verzet van [B.V.] niet-ontvankelijk wegens gebrek aan een geldige machtiging en identiteitsbewijs van de gemachtigde.

De rechtbank verklaart het verzet van de gemachtigde niet-ontvankelijk wegens gebrek aan rechtsgeldige machtiging en identiteit, waardoor de eerdere uitspraak blijft staan.

De rechtbank verklaart het verzet van de gemachtigde niet-ontvankelijk wegens gebrek aan rechtsgeldige machtiging en identiteitsbewijs, waardoor de eerdere uitspraak in stand blijft.

De rechtbank verklaart het verzet van [B.V.] niet-ontvankelijk wegens gebrek aan een rechtsgeldige machtiging en identiteitsbewijs van de gemachtigde.

De rechtbank verklaart het verzet van de gemachtigde namens B.V. niet-ontvankelijk wegens gebrek aan een geldige machtiging en identiteitsbewijs.

De rechtbank verklaart het verzet niet-ontvankelijk wegens gebrek aan rechtsgeldige machtiging en identiteitsbewijs van de gemachtigde.

De rechtbank verklaart het verzet niet-ontvankelijk wegens gebrek aan een rechtsgeldige machtiging en bevestigt de eerdere uitspraak.

Rechtbank vernietigt beschikking revisierente van € 9.709 en vermindert deze tot € 1.580, oordeelt dat verzoek als bezwaar had moeten worden aangemerkt.

Rechtbank vernietigt aanslag recht van schenking wegens gebrek aan verarming van de partner. Beroep gegrond verklaard en schadevergoeding toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op integrale proceskostenvergoeding. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV en naheffingsaanslagen OB voor 2011 en 2012, bevestigt aanslagen voor 2013-2015, en kent schadevergoeding toe voor termijnoverschrijding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Nederland geen belasting mag heffen over WAO-uitkering van belanghebbende in Portugal, omdat niet aan voorwaarden van belastingverdrag is voldaan. Beroep is gegrond.

De rechtbank oordeelt dat de vergrijpboeten voor de jaren 2002-2007 niet in strijd zijn met het legaliteitsbeginsel. De Hoge Raad heeft eerder geoordeeld dat de wijziging van artikel 67n AWR niet leidt tot zwaardere bestraffing van eerder begane feiten. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat een LLP voor de vennootschapsbelasting als niet-transparant lichaam moet worden aangemerkt. Beroepen op het vertrouwensbeginsel, gelijkheidsbeginsel en discriminatieverbod worden verworpen. Het beroep is ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat sprake is van ongebruikelijke terbeschikkingstelling van een bedrijfsgebouw, waardoor navorderingsaanslagen terecht zijn opgelegd. Beroepen van belanghebbende ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de bestuurder aansprakelijk is voor onbetaald gebleven belastingaanslagen, met bewijs van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Aansprakelijkheid beperkt tot openstaande bedragen aan loonheffingen en omzetbelasting.

De rechtbank oordeelt dat de bestuurder aansprakelijk is voor onbetaalde belastingschulden van de BV op basis van artikel 36 Invorderingswet 1990, met name voor de tijdvakken november 2011 tot en met februari 2012 en vanaf maart 2015.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslag accijns terecht is opgelegd, omdat accijnsgoederen niet op bestemming zijn aangekomen. Nederland is heffingsbevoegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur bevoegd is tot navordering van belastingaanslag na overlijden van erflater en kent immateriële schadevergoeding toe aan belanghebbenden.

De rechtbank heeft de navorderingsaanslagen IB/PVV en Zvw 2014-2016 deels vernietigd en de correcties voor vermeende winstuitdelingen afgewezen, maar de correcties voor privé-uitgaven en de lijfrente-uitkeringen bevestigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het vermogen van een SPF niet aan belanghebbenden wordt toegerekend. Belanghebbenden doen beroep op artikel 2.14a Wet IB 2001. Beroepen gegrond, aanslagen verminderd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende in 2015 geen inwoner van Nederland was en vernietigt de aanslag IB/PVV.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aansprakelijkheid bestuurder voor naheffingsaanslagen omzetbelasting. Aansprakelijkheid bevestigd, maar boeten en rente verminderd.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslagen IB/PVV voor 2002-2008, oordeelt dat de inspecteur niet kan aantonen dat belanghebbende beschikte over SPF-vermogen, en veroordeelt de inspecteur in proceskosten.

De rechtbank legt prejudiciële vragen voor aan de Hoge Raad over de belastingheffing van AOW-uitkeringen in relatie tot het belastingverdrag met Portugal.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vraagt de Hoge Raad om uitleg over belastingheffing van WAO-uitkeringen in het kader van het belastingverdrag met Portugal.

De rechtbank heeft besloten dat het verzoek van de inspecteur om geheimhouding van bepaalde documenten gerechtvaardigd is, op basis van artikel 8:29 Awb.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet heeft aangetoond dat zijn bedrijfsauto uitsluitend voor goederenvervoer is gebruikt. De boete van € 396 voor privégebruik wordt bevestigd.

De geheimhoudingskamer oordeelt dat de naam van een getuige in een belastingzaak niet geheim mag blijven, terwijl andere privacygevoelige gegevens wel geheimhouding rechtvaardigen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de BIZ-bijdrage aan belanghebbende rechtmatig is en dat de besteding van de BIZ-gelden voldoet aan de wettelijke doelstellingen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag parkeerbelasting wegens onvoldoende tijd voor betaling.

De rechtbank oordeelt dat strafrechtelijk verkregen bewijs gebruikt mocht worden voor de naheffingsaanslag accijns op sigaretten. De toestemming voor binnentreden was geldig, en de naheffingsaanslag is terecht opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep gegrond en wijst proceskostenvergoeding toe van € 773 in belastingrechtelijke WOZ-zaak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende inkomen uit onbekende bron heeft genoten; navorderingsaanslagen IB/PVV voor 2012-2014 gegrond, vergrijpboeten vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt naheffingsaanslag accijns van € 933.888,26 wegens onregelmatigheden bij overbrenging van accijnsgoederen. Geen recht op schadevergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen omzetbelasting en fiscale eenheid. Beroepen gedeeltelijk gegrond, integratieheffing van toepassing, immateriële schadevergoeding toegekend.

Belanghebbenden hebben niet aangetoond dat het onderscheid tussen privé- en ondernemingsvermogen juist is, waardoor de navorderings- en naheffingsaanslagen terecht zijn. De rechtbank vernietigt echter de boetes wegens onvoldoende motivatie.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur bij Bpm-heffing op ingevoerde auto’s met essentiële gebreken in strijd handelt met het Unierecht. Beroep gegrond verklaard en teruggave van Bpm toegewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag Bpm voor een ingevoerde auto met essentiële gebreken in strijd is met het Unierecht. De inspecteur moet de aanslag en belastingrente vernietigen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over inlenersaansprakelijkheid van belanghebbende voor loonheffingen van [A BV]. Aansprakelijkheid verminderd tot € 76.167. Proceskosten van € 1.500 vergoed.

De rechtbank verklaart de beroepen van een arts over omzetbelasting niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen procesbelang is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat leges voor omgevingsvergunningen niet onder de Europese Dienstenrichtlijn vallen, waardoor belanghebbende geen beroep kan doen op artikel 13 van deze richtlijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV na opsporingsonderzoek. Kasopstelling biedt voldoende bewijs voor niet-aangegeven inkomsten. Vergrijpboeten verminderd.

De rechtbank oordeelt dat de informatiebeschikkingen van de inspecteur terecht zijn afgegeven, omdat belanghebbenden niet volledig aan de verzoeken hebben voldaan. De informatieverplichtingen blijven in stand en er is een schadevergoeding toegekend voor immateriële schade.

De rechtbank oordeelt dat het opgeofferde bedrag bij ontvoeging uit de fiscale eenheid negatief kan zijn. Het beroep van belanghebbende wordt gegrond verklaard en het opgeofferde bedrag vastgesteld op -/- € 179.673.

De rechtbank verklaart het beroep van een bancaire instelling ongegrond, omdat zij niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar pro-rata aftrek van voorbelasting afwijkt van de klassieke methode.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 9 maanden gevangenisstraf voor gewoontewitwassen en heeft verbeurdverklaring uitgesproken van contant geld, banktegoeden en een effectendepot.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep gegrond en vermindert de aanslag IB/PVV. Geen proceskostenvergoeding voor belanghebbende, maar griffierecht wordt vergoed.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de leges voor een omgevingsvergunning onjuist zijn berekend en vermindert deze tot € 1.056,05. Sanctie van de Wro is niet van toepassing.

Rechtbank vernietigt boete voor niet indienen suppleties, maar handhaaft vergrijpboete voor opzettelijk niet betalen belasting. Boete gematigd tot € 21.250.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond en vermindert boete wegens overschrijding redelijke termijn.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond in een belastingzaak over de aanslag IB/PVV 2010 van een coffeeshop, waarbij de inspecteur een verzuimboete oplegt voor het niet indienen van aangifte.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond inzake de aftrek van voorbelasting op geïntegreerde zonnepanelen, omdat de belanghebbende niet voldoende bewijs heeft geleverd voor een hogere aftrek.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat parkeergelden bij een attractiepark geen bijkomende dienst zijn en dat het algemene tarief van 21% van toepassing is. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, o.a. vanwege gebondenheid aan een vaststellingsovereenkomst en nieuw feit met betrekking tot navorderingsaanslagen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de aanbieder van internetkansspelen in Malta is gevestigd, en wijst de heffing van kansspelbelasting af.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende B.V. terecht aansprakelijk is gesteld voor niet-betaalde loonheffing door uitleners. Beroepen ongegrond, proceskostenvergoeding van € 1.750,50 aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslag inkomstenbelasting na overlijden gerechtvaardigd is; geen ambtelijk verzuim door inspecteur.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een minderjarig kind onder ouderlijk gezag geen recht heeft op de algemene heffingskorting zonder inkomen. Beroepen ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat het verzoek om teruggaaf van BPM niet tijdig was ingediend en dat er geen recht op belastingrente bestaat, omdat de inspecteur binnen de wettelijke termijn heeft beslist.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag BPM en taxateurs. Beroep gegrond, naheffingsaanslag verlaagd tot € 592. Proceskosten vergoed.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet voldoende bewijs heeft geleverd voor de navorderingsaanslag IB/PVV over 2009. Beroep gegrond verklaard, belastingbedrag verminderd van € 222.382 naar € 139.182.

De rechtbank oordeelt dat detentie geen reden is om geen motorrijtuigenbelasting te betalen. De naheffingsaanslagen worden gegrond verklaard, de verzuimboete verminderd tot € 52.

De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft het verzoek om teruggaaf van omzetbelasting afgewezen, omdat de vaststellingsovereenkomst als schuldvernieuwing werd beschouwd. De vernietigingsverklaring van de curator had geen invloed op de verhouding met de inspecteur.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslag niet in stand kan blijven, ondanks dat niet aan de organisatorische verwevenheidseis is voldaan.

De rechtbank oordeelt dat het bezwaar van de belanghebbende ten onrechte niet-ontvankelijk was verklaard en verleent teruggaaf van omzetbelasting. Het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over ontvankelijkheid van beroep en bezwaar van acupunctuurarts tegen Belastingdienst. Beroep derde kwartaal 2014 niet-ontvankelijk, overige beroepen ontvankelijk. Bezwaren terecht niet-ontvankelijk verklaard. Onbevoegdheid rechtbank inzake ambtshalve teruggave.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over kansspelbelasting en vestigingsplaats van PropagandaPoker. Belanghebbende krijgt teruggaaf van € 636 en schadevergoeding van € 500.

De rechtbank verklaart het beroep gegrond en vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV 2001, omdat de inspecteur niet heeft aangetoond dat het inkomen in het buitenland is opgekomen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over informatiebeschikking en administratieplicht van belanghebbende voor omzet- en inkomstenbelasting. Bepaalde delen van de informatiebeschikking worden vernietigd, maar de rechtbank bevestigt ook dat de belanghebbende niet aan zijn administratieplicht heeft voldaan.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt aanslag vennootschapsbelasting en vermindert deze tot € 32.067.270, oordeelt over verrekenprijzen en conversievergoeding.

Tussenuitspraak over de kwalificatie van leegstaande woningen als huurwoning in het kader van de verhuurderheffing door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag loonheffingen 2009 en vermindert vergrijpboete van 50% naar 25%.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur bevoegd is tot navordering van inkomstenbelasting op basis van omkering van de bewijslast en inkeerregeling. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de hoge sectorpremie van toepassing is op buitenlandse uitzendkrachten, ondanks de overeenkomsten voor een jaar. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat heffing van kansspelbelasting bij internetpoker in strijd is met artikel 56 VWEU. Beroepen gegrond, uitspraken op bezwaar vernietigd, teruggave belasting verleend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de splitsingsvrijstelling voor overdrachtsbelasting niet van toepassing is, omdat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de splitsing hoofdzakelijk op zakelijke overwegingen was gebaseerd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat zonnepaneleninstallatie één bedrijfsmiddel is en bevestigt afschrijvingstermijn van twintig jaar. Beroep gegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep tegen het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar niet-ontvankelijk en vernietigt de vergrijpboete, maar bevestigt de navorderingsaanslag.

De rechtbank oordeelt dat de bezwaren van belanghebbende tegen de aanslagen inkomstenbelasting en Zvw voor 2012 ontvankelijk zijn en dat de inspecteur dwangsommen heeft verbeurd wegens het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar.

De rechtbank vermindert de naheffingsaanslag omzetbelasting tot € 49.222 en de vergrijpboete tot € 11.074, na gegrondverklaring van het beroep van de v.o.f. tegen de uitspraak op bezwaar.

De rechtbank bevestigt de informatiebeschikking wegens schending van de administratieplicht door belanghebbende V.O.F. en verklaart het beroep ongegrond.

De rechtbank vernietigt de informatiebeschikking inzake inkomstenbelasting omdat deze betrekking had op een reeds opgelegde primitieve aanslag. Het beroep is gegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt informatiebeschikking voor eenmanszaak, bevestigt voor v.o.f. wegens schending administratieplicht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag BPM van € 13.987, vermindert tot € 12.877 en vernietigt boetebeschikking. Belanghebbende kan beroep doen op historisch BPM-tarief van 2013.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag accijns en bewijslevering. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt de informatiebeschikkingen van de inspecteur, oordeelt dat de gevraagde gegevens van belang zijn voor belastingheffing en verklaart de beroepen ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslagen omzetbelasting en boetebeschikkingen, bevestigt recht op verlaagd tarief voor repetities en uitvoeringen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende als handlanger betrokken was bij het voorhanden hebben van accijnsgoederen, waardoor de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende ten onrechte als belastingplichtige is aangemerkt voor naheffingsaanslag accijns. Beroep gegrond, naheffingsaanslag vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de waardering van een onroerende zaak voor de Wet WOZ en stelt de waarde vast op € 160.000.000 (2014) en € 158.800.000 (2015).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de terbeschikkingstelling van zalen als dienst sui generis moet worden aangemerkt, met recht op teruggaaf van € 24.920 en proceskostenvergoeding van € 990.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de margeregeling onterecht is toegepast bij intracommunautaire verwervingen. Beroep gegrond voor de boete, maar ongegrond voor het overige.

De rechtbank oordeelde dat de naheffingsaanslagen aan een Grieks restaurant terecht zijn opgelegd, ondanks schending van het hoorrecht. Immateriële schadevergoeding werd toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank bevestigt de navorderingsaanslagen IB/PVV voor 2011 en 2012, vernietigt die voor 2010, en vermindert de vergrijpboeten. Schadevergoeding voor lange behandelingsduur toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting en vergrijpboeten wegens gebruik afroommodule. Aanslagen voor 2011 en 2012 blijven in stand, maar boeten worden verminderd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen omzetbelasting en vergrijpboeten wegens gebruik van afroommodule in kassasysteem van een wokrestaurant. Naheffingsaanslagen en boeten worden verminderd, maar blijven in stand.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende betrokken was bij btw-fraude en bevestigt de naheffingsaanslagen voor omzetbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake crisisheffing 2014 door sportorganisatie.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur ten onrechte de voorbelasting herzien heeft, maar dat belanghebbende wel omzetbelasting verschuldigd is voor privégebruik van de woning. Naheffingsaanslag verminderd tot € 27.295.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de informatiebeschikking van de inspecteur terecht is afgegeven, omdat de belanghebbende niet voldeed aan zijn informatieplicht. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt informatiebeschikking van de inspecteur wegens onvoldoende bewijs van informatieplicht schending door belanghebbende.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag kansspelbelasting rechtmatig is en geen strijd oplevert met het EP EVRM of het gelijkheidsbeginsel.

De rechtbank vernietigt de informatiebeschikking omdat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de belanghebbende niet voldeed aan zijn administratieverplichtingen. Tevens wordt de inspecteur veroordeeld tot schadevergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV, Zvw en OB, en vergrijpboeten. Belanghebbende wordt te kwade trouw geacht, maar er is dubbeltelling in de berekeningen. Vergrijpboeten worden verminderd tot 71,25%.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en naheffingsaanslag wegens onvoldoende bewijs van belastbare inkomsten; belanghebbende ontvangt schadevergoeding.

Rechtbank vernietigt navorderings- en naheffingsaanslagen en kent schadevergoeding toe aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende in Nederland woonde en bevestigt navorderingsaanslagen IB/PVV en OB. Belanghebbende was te kwade trouw, maar vergrijpboetes worden gematigd.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV 2003 en vermindert de overige aanslagen, o.a. vanwege omkering van de bewijslast en schending van het hoorrecht.

De rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV voor 2004 en 2005 en vermindert de aanslag voor 2006. Voor 2007 wordt verkoopwinst als resultaat uit overige werkzaamheden aangemerkt.

De rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV en vermindert aanslagen na gebruik van omkering en verzwaring van de bewijslast.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen VPB en omkering bewijslast door zwarte inkopen. Beroep voor 2006 en 2007 gegrond, voor 2009 ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen VPB 2006 en 2007, bevestigt omkering bewijslast door zwarte inkoop, en verlaagt aanslagen tot € 42.788 en € 58.943.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB en omkering van de bewijslast door gebreken in administratie. Beroepen deels gegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB. Omkering bewijslast door gebreken in administratie en zwartemeelhandel. Beroepen gegrond voor 2005-2007, ongegrond voor 2009.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, omdat de uitspraken op bezwaar tijdig zijn bekendgemaakt en belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding bij naheffingsaanslagen omzetbelasting, omdat de uitspraken op bezwaar op de juiste wijze zijn bekendgemaakt.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding, omdat niet aannemelijk is gemaakt dat de inspecteur op de hoogte was van de adreswijziging van de gemachtigde.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat heffing kansspelbelasting in strijd is met artikel 56 VWEU, omdat de dienst op Malta wordt verricht. Beroep gegrond verklaard en naheffingsaanslag verminderd tot € 144.

Belanghebbende, bestuurder van een zorginstelling, kreeg een belastingaanslag opgelegd. De rechtbank oordeelde dat voordelen voor zijn dochter uit het gebruik van paarden en huisvesting terecht aan hem zijn toegerekend. De aanslag werd verminderd tot € 186.662 voor werk en € 5.059 voor sparen.

De rechtbank heeft de intrekking van de ANBI-status van een kerkgenootschap bevestigd, omdat niet is aangetoond dat meer dan 90% van de activiteiten algemeen nut nastreeft.

Rechtbank vernietigt Legesverordening 2014-1 en aanslag leges voor omgevingsvergunning wegens gebrek aan inzicht in kostenramingen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant legt prejudiciële vragen voor aan de Hoge Raad over premieheffing voor een Letse zeevarende die werkt op een Bahamaans schip.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende recht heeft op extra leeftijdskorting bij registratie van een auto, ondanks dat deze niet in ongewijzigde staat is gebleven. Beroep gegrond verklaard en teruggaaf van € 500 verleend.

Tussenuitspraak over inlenersaansprakelijkheid voor naheffingsaanslagen loonheffing. Belanghebbende krijgt inzage in relevante stukken om verweer te kunnen voeren.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond tegen beschikkingen aansprakelijkstelling en is onbevoegd inzake uitstel van betaling.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inkomsten van een gastouder als winst uit onderneming moeten worden aangemerkt, met recht op zelfstandigenaftrek en MKB-winstvrijstelling.

De rechtbank oordeelt dat de aansprakelijkstelling van de bestuurder voor onbetaalde belastingaanslagen terecht is, omdat de belastingschuld niet is tenietgegaan. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de aansprakelijkstelling van de bestuurder op basis van de Invorderingswet terecht is, omdat de belastingschulden nooit teniet zijn gegaan. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de aansprakelijkstelling van de bestuurder voor belastingschulden terecht is, omdat de belastingschulden niet zijn tenietgegaan. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat een te laat ingediend bezwaarschrift tegen de WOZ-beschikking ontvankelijk is, omdat de heffingsambtenaar in strijd met de wet heeft gehandeld door de WOZ-beschikking en de OZB-aanslag niet gelijktijdig bekend te maken.

De rechtbank heeft het verzoek van een Japans pensioenfonds om teruggaaf van dividendbelasting afgewezen, omdat het fonds niet vergelijkbaar is met Nederlandse pensioenfondsen en de verzoeken voor 2008 en 2009 te laat zijn ingediend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en VB wegens buitenlandse bankrekeningen. Boetebeschikkingen verminderd, schadevergoeding toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een uitzendbureau terecht een naheffingsaanslag loonheffingen en vergrijpboete heeft ontvangen, omdat de arbeidsovereenkomsten niet eenduidig waren.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV en vergrijpboetes wegens uitdeling aan aandeelhouder. Uitdelingen van € 2.500 (2011) en € 589.417 (2012) vastgesteld. Boetes vernietigd.

De rechtbank oordeelt dat de navorderingsaanslag VPB 2010/2011 terecht is opgelegd, maar vermindert de aanslag VPB 2012 tot nihil en vernietigt de boetebeschikking.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de aanslag zuiveringsheffing bedrijfsruimten, ingedeeld in klasse 8, als correct vastgesteld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt aanslag BIZ 2015, oordelend dat belanghebbende niet de gebruiker van het pand was op 1 januari 2015.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen recht op teruggaaf van omzetbelasting bestaat na vernietiging van rechtshandeling op grond van actio pauliana.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV voor 2009-2012 en vermindert aanslag 2013 tot € 60.123; proceskostenvergoeding van € 1.854 aan belanghebbende.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart de beroepen van belanghebbenden ongegrond en bevestigt de informatiebeschikkingen van de inspecteur wegens onvoldoende administratie en bewaarplicht.

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de naheffingsaanslag verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken, omdat de belanghebbende wist dat de frisdrank niet in de heffing was betrokken.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur ten onrechte pensioenuitkering van belanghebbende als belastbaar inkomen aanmerkt. Aanslag verminderd tot nihil.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen HIR kan vormen voor de winst uit de verkoop van zijn pluimveebedrijf, omdat de paardentak en het pluimveebedrijf geen één onderneming vormen. De doorschuiffaciliteit is niet van toepassing bij gedeeltelijke staking.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de forfaitaire rendementsheffing box 3 voor 2013 niet in strijd is met artikel 1 EP EVRM. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de forfaitaire rendementsheffing box 3 niet in strijd is met artikel 1 EP EVRM voor het jaar 2014. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat kansspelbelasting voor online poker aan belanghebbende moet worden teruggegeven, omdat de dienst op Malta werd verricht, in strijd met artikel 56 VWEU.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over teruggaaf omzetbelasting na nihilaangifte. Verzoek om teruggaaf werd te laat ingediend, waardoor het niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank vernietigt de uitspraak op bezwaar en veroordeelt de inspecteur in proceskosten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger het zorgvuldigheidsbeginsel niet heeft geschonden bij aansprakelijkstelling van een uitzendbureau voor belastingschulden van vennootschappen. Bepaalde beroepen worden gegrond verklaard en bedragen verminderd.

Rechtbank vernietigt informatiebeschikkingen wegens onrechtmatige bewijsvergaring door belastinginspecteur tijdens huisbezoek, schending van privacy en onjuiste vaststelling van informatieverplichtingen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslag vpb 2006 en herinvesteringseisen. Beroep ongegrond, maar immateriële schadevergoeding van € 2.500 toegekend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende aansprakelijk is voor onbetaalde vennootschapsbelasting door dividenduitkeringen. Beroep ongegrond, ontvanger veroordeeld tot schadevergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV voor 2002 en 2003, maar bevestigt aanslagen voor 2004-2012. Inspecteur moet proceskosten vergoeden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV 2002-2012; bijtelling voor echtgenote moet worden verdeeld.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de crisisheffing voor een voetbalclub niet als een individuele buitensporige last kan worden aangemerkt. Beroep ongegrond verklaard.

Tussenuitspraak over schending hoorrecht in belastingzaken; inspecteur moet belanghebbende alsnog horen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de omzetbelasting op schadevergoeding slechts pro rata aftrekbaar is, belanghebbende verliest het beroep.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende borgstelling aanvaardde als aandeelhouder, waardoor verlies niet aftrekbaar is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Nederland belasting mag heffen over liquidatie-uitkering aan Belgische inwoner uit Nederlandse BV. Belastbaar inkomen vastgesteld op € 1.374.650 voor 2006, met vermindering heffingsrente.

De rechtbank oordeelt dat het inzagerecht is geschonden in een belastingaansprakelijkheidszaak, waardoor de uitspraken op bezwaar worden vernietigd en de zaak wordt terugverwezen naar de ontvanger.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de naheffingsaanslagen loonheffingen terecht zijn opgelegd aan belanghebbende voor 2008 en 2009, en verlaagt de boeten wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op vermindering van afdracht loonheffing. Naheffing terecht, boete vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen recht heeft op afdrachtvermindering onderwijs, naheffingsaanslagen loonheffingen zijn terecht opgelegd.

De rechtbank oordeelt dat de negatieve waarde van een renteswap niet ten laste van de belastbare winst mag worden gebracht, omdat dit in strijd is met goed koopmansgebruik. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende verliezen uit borgstelling en aansprakelijkstelling niet kan opvoeren als negatief resultaat uit overige werkzaamheden. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van een opslagruimte onvoldoende heeft onderbouwd en stelt de waarde vast op € 10.000.000.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde van een opslagruimte onvoldoende heeft onderbouwd en stelt deze vast op € 8.000.000.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Z in dienstbetrekking was bij belanghebbende, maar niet voor X. Naheffingsaanslag verminderd tot € 50.116, vergrijpboete en verzuimboete gematigd.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en vergrijpboeten wegens onvoldoende bewijs van omzetverzaking door gebruik van kassasysteem Yitong.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de forfaitaire vermogensrendementsheffing voor 2013 niet in strijd is met het EVRM en dat het onderscheid tussen minderjarige en meerderjarige kinderen gerechtvaardigd is.

Belanghebbende betwist de navorderingsaanslag inkomstenbelasting na echtscheiding. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk heeft gemaakt dat de Wet verevening pensioenrechten niet van toepassing is op de pensioenrechten, maar wel op de lijfrenten. Beroep gegrond verklaard.

De rechtbank handhaaft de informatiebeschikkingen van de inspecteur, oordeelt dat er een mogelijk heffingsbelang is en dat de belanghebbende onvoldoende heeft gedaan om de gevraagde informatie te verstrekken.

De rechtbank vermindert de navorderingsaanslag inkomstenbelasting na overlijden erflaatster tot € 66.028, oordeelt dat er sprake is van een nieuw feit en past de heffingsrente aan.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag successierecht, oordelend dat de bevoegdheid tot navordering was vervallen. Geen prejudiciële vragen aan de Hoge Raad.

Belanghebbende verliest geschil over hypotheekrenteaftrek en alimentatie na echtscheiding; aanslag IB/PVV gegrond verklaard, ZVW niet-ontvankelijk.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag kansspelbelasting voor online pokerspelen. Geen omkering bewijslast, online poker is kansspel, naheffingsaanslag terecht.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over informatiebeschikkingen inzake belastingheffing en schenking. Belanghebbende voldeed niet aan informatieverplichting, maar vragen over schenking niet relevant voor hem.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over informatiebeschikking en informatieverplichting van belanghebbende in belastingzaak. Beroep gegrond verklaard, uitspraak op bezwaar vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de crisisheffing aan [B BV] terecht is opgelegd, er is geen sprake van een individuele buitensporige last.

Rechtbank vernietigt aanslag schenkbelasting, oordeelt dat schenking is gedaan ter voldoening aan natuurlijke verbintenis. Proceskosten en immateriële schadevergoeding toegewezen.

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk wegens niet-betaling van het griffierecht in een belastingzaak.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende geen getuigen mag oproepen en dat er sprake is van kwade trouw bij navorderingsaanslagen IB en Zvw.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslagen omzetbelasting en vergrijpboeten. Belanghebbende heeft contante ontvangsten niet verantwoord. Boeten zijn terecht, maar worden gematigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en vergrijpboeten in belastingzaken, waarbij de belanghebbende betrokken was bij hennepteelt. De rechtbank vermindert de aanslagen en boeten.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslagen IB/PVV en ZVW terecht zijn opgelegd na omkering van de bewijslast. Vergrijpboete van € 2.504 verminderd tot € 2.253 wegens overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de woning van de belanghebbende niet als eigen woning kan worden aangemerkt vanwege terbeschikkingstelling aan een derde, conform de Wet inkomstenbelasting 2001.

De rechtbank oordeelt dat Duitse eigenaren van een vakantiewoning in Nederland geen vaste inrichting hebben en dus geen recht op de kleine ondernemersregeling. Het beroep is ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over valse inkoopfacturen in vleeshandel, bevestigt navorderingsaanslagen en vergrijpboetes, maar verlaagt deze en kent schadevergoeding toe.

De rechtbank verklaart de beroepen van belanghebbende tegen belastingaanslagen niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding.

De rechtbank oordeelt dat de erflater als rekeninghouder bij KBL is geïdentificeerd en vernietigt enkele navorderingsaanslagen. Schadevergoeding wordt toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank oordeelt dat de informatiebeschikking van de inspecteur terecht is afgegeven, omdat belanghebbenden niet hebben voldaan aan hun informatieverplichting met betrekking tot de belastingheffing voor 2008.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende terecht als rekeninghouder is geïdentificeerd en bevestigt de navorderingsaanslagen en boeten van de Belastingdienst.

De rechtbank oordeelt dat de BOF niet van toepassing is op de fictieve verkrijging van aandelen na overlijden, omdat niet aan de bezitseis wordt voldaan. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt navorderingsaanslagen IB/PVV en VB op basis van onrechtmatige informatie van een tipgever; boete voor VB 1998 verminderd tot 64%.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV 1997-2007; omkering bewijslast voor 1997 en 2000, overige jaren vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat informatiebeschikkingen over buitenlandse bankrekeningen terecht zijn afgegeven, omdat belanghebbende niet aan zijn informatieverplichting voldeed.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat de crisisheffing niet in strijd is met de wet of mensenrechtenverdragen.

De rechtbank verklaart het beroep van de B.V. tegen de crisisheffing ongegrond, oordelend dat deze heffing niet in strijd is met het EVRM en geen buitensporige last vormt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een lening van belanghebbende aan [J BV] geen onzakelijke lening is, waardoor een afwaarderingsverlies kan worden afgetrokken van de belastbare winst.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de variabele inkomsten van de belanghebbende uit multilevel marketing activiteiten een bron van inkomen vormen en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Blh als bestuurder aansprakelijk is voor onbetaald gebleven loonbelastingschulden van A BV, omdat hij niet voldeed aan de meldingsplicht betalingsonmacht.

Belanghebbende B.V. verliest beroep tegen voldoening van overdrachtsbelasting bij terugkoop van een bedrijfspand. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van feitelijk en rechtens herstel, en wijst het beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de belastingaanslag van belanghebbende en de toepassing van de foutenleer. De rechtbank vermindert de aanslag tot een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 96.662.

De rechtbank verklaart het beroep betreffende de aanslag vennootschapsbelasting 2011 niet-ontvankelijk en het beroep betreffende de aanslag 2012 ongegrond.

De rechtbank oordeelt dat loonheffing op dwangsommen terecht is ingehouden, omdat deze verbonden zijn met de rechten van de werknemer.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht informatiebeschikkingen heeft afgegeven aan belanghebbende over zijn betrokkenheid bij een Liechtensteinse stichting. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen IB/PVV 2001-2005 i.v.m. vermogen in Liechtensteinse stichting. Beroep gegrond, aanslagen verminderd, verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt aanslagen IB/PVV 2008 en 2009 wegens onvoldoende bewijs van ontvangen vergoeding en corrigeert aftrekbare kosten eigen woning.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag loonheffingen en bijtelling privégebruik auto. Aanslag verminderd tot € 42.497, beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een perceel grond vrijgesteld is van overdrachtsbelasting op basis van de samenloopvrijstelling, vernietigt de naheffingsaanslag en de beschikking heffingsrente.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat dga bevoordeeld is bij verkoop perceel door vennootschap. Navorderingsaanslag Vpb ongegrond, naheffingsaanslag dividendbelasting verminderd tot € 12.000, boete gematigd tot € 3.344.

Rechtbank oordeelt dat belanghebbende bevoordeeld is bij verkoop van perceel door vennootschap. Beroep gegrond, navorderingsaanslag verminderd tot € 80.000.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de waardering van teakhoutparticipaties voor de inkomstenbelasting. De inspecteur slaagt er niet in de waardes aannemelijk te maken, rechtbank stelt waardes vast op € 108.217 (2009) en € 124.717 (2010).

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur bij het bepalen van het buitenlands inkomen van een beroepswielrenner terecht is uitgegaan van het belastbare inkomen na aftrek van de premie aan de Stichting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen wegens kruislingse financiering. Constructie in strijd met de wet, boeten gematigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart beroep ongegrond inzake naheffingsaanslag Bpm; belanghebbende voldeed niet aan hertaxatie-eis.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat recreatiewoningen op vakantiepark niet in hoofdzaak tot woning dienen, maar dat heffingsmaatstaf voor gebruikersbelasting moet worden verminderd.

De rechtbank weigerde de verrekening van niet-gerealiseerde zelfstandigenaftrek na het overlijden van een ondernemer, omdat de erflater niet voldeed aan het urencriterium in het jaar van overlijden.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen, waarbij de verlengde navorderingstermijn van toepassing is en omkering van de bewijslast plaatsvindt.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en premie Zorgverzekeringswet. Beroepen ongegrond, vergrijpboete vernietigd. Inspecteur moet proceskosten vergoeden.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en boetes wegens onvoldoende voortvarendheid van de inspecteur in belastingzaak KBL-rekeninghouder.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en boeten wegens onvoldoende bewijs van rekeninghouderschap bij KBL.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2006 terecht is opgelegd op basis van verzwegen inkomsten, vastgesteld op € 190.597,59.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag omzetbelasting en boete wegens belastingontduiking. Naheffingsaanslag verminderd tot € 104.119, boete tot € 52.059.

De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslag omzetbelasting terecht is opgelegd aan de belanghebbende, die inkomsten heeft verzwegen. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar het griffierecht wordt vergoed.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over naheffingsaanslag omzetbelasting en boete, vermindert aanslag tot € 22.247 en boete tot € 10.567.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een lening aan een vennootschap onzakelijk was, waardoor verliezen niet aftrekbaar zijn. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting voor niet-inwoners onverbindend zijn wegens strijd met EU-recht. Naheffingsaanslag vernietigd.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en heffingsrente wegens onvoldoende bewijs van rekeninghouderschap en kent schadevergoeding toe voor trage afhandeling.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslagen en beschikkingen heffingsrente wegens onvoldoende bewijs van rekeninghouderschap en overschrijding van redelijke termijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet alle gevraagde informatie heeft verstrekt, waardoor de informatiebeschikkingen terecht zijn opgelegd. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet alle gevraagde informatie heeft verstrekt, waardoor de informatiebeschikkingen terecht zijn opgelegd. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar leges voor bouwvergunning correct heeft berekend op basis van de ROEB-lijst, belanghebbende had geen reële raming van bouwkosten.

De rechtbank verklaart het beroep van een Poolse belanghebbende ongegrond, oordelend dat artikel 2.6a van de Wfsv niet discriminatoir is naar woonplaats.

De rechtbank oordeelt dat de gemeentelijke wetgever niet in strijd heeft gehandeld met het gelijkheidsbeginsel bij de heffing van forensenbelasting voor vakantiewoningen. Het beroep van de belanghebbende wordt ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat onroerende zaken, ondanks tijdelijke leegstand, als woningen kwalificeren voor overdrachtsbelasting. Teruggaaf van € 25.500 aan belasting verleend.

De rechtbank oordeelt dat de belastingheffing van een Belgische dga die in Nederland werkt, onder artikel 15 van het belastingverdrag valt. Aangezien er geen vaste inrichting in Nederland is, komt het heffingsrecht toe aan België. De aanslag en heffingsrente worden vernietigd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat mede-eigenaar van huurwoningen belastingplichtig is voor verhuurderheffing. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat naheffingsaanslag overdrachtsbelasting terecht is opgelegd na onroerendgoedtransacties, ondanks ontbreken tijdvak op aanslagbiljet.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navorderingsaanslagen Vpb 2008, 2009 en 2010. Herinvesteringsreserve niet aannemelijk, aanslagen terecht opgelegd. Beroep Vpb 2010 gegrond, aanslag verminderd tot € 14.400.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van [belanghebbende] B.V. ongegrond inzake aanslag vennootschapsbelasting en afwaardering onroerende zaak.

De rechtbank verklaart het beroep van belanghebbende ongegrond in een belastingzaak over herinvesteringsreserve en fraus legis.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over aansprakelijkheid dochteronderneming voor omzetbelastingschuld van fiscale eenheid. Aansprakelijkheid wordt verminderd met boete en rente, omdat ontvanger niet kan aantonen dat deze aan dochter te wijten zijn.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat betaling aan curator door belanghebbende als privé-kosten wordt aangemerkt en niet aftrekbaar is voor de inkomstenbelasting.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over gedifferentieerde premiepercentages WGA. Bezwaar tegen WGA 2011 niet-ontvankelijk, beroepen WGA 2012 en 2013 ongegrond. Immateriële schadevergoeding toegekend.

De rechtbank oordeelt dat de belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet betrokken was bij belastingfraude bij de toepassing van het 0%-tarief op intracommunautaire leveringen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaart het beroep van [belanghebbende] B.V. ongegrond, omdat het liquidatieverlies van € 94.208.347 niet in aanmerking kan worden genomen volgens artikel 13d van de Wet Vpb.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over belastingaanslag en uitdeling bij verkoop van aandelen. Aanslag verminderd tot € 403.056 inkomen uit werk, € 6.000.000 uit aanmerkelijk belang en € 60.304 uit sparen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende als bestuurder aansprakelijk is voor belastingschulden van [A BV] op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur, vermindert de aansprakelijkheid tot € 311.185.

De rechtbank verklaart het beroep van een paardenbedrijf ongegrond, omdat de activiteiten niet voldoen aan de voorwaarden voor de cultuurgrondvrijstelling van de WBR.

De rechtbank oordeelt dat de ontslagvergoeding van de belanghebbende kwalificeert als pensioen, waardoor Nederland het heffingsrecht toekomt. Het beroep wordt ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat acupunctuurbehandelingen door een arts vrijgesteld zijn van omzetbelasting, omdat deze behandelingen onder het deskundigheidsgebied van de arts vallen en de arts een relevante opleiding heeft gevolgd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt de informatiebeschikkingen van de inspecteur inzake navorderingsaanslagen inkomstenbelasting 2004-2006. Belanghebbende voldeed niet aan zijn informatieplicht. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt informatiebeschikking wegens te late afgifte door de inspecteur in belastingzaak. Beroep gegrond verklaard en proceskosten vergoed.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat rooikosten van fruitbomen tot normale bedrijfskosten behoren. Aanslag vennootschapsbelasting 2008 verminderd tot nihil, 2009 gehandhaafd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant bevestigt aansprakelijkstelling van inlener voor niet-betaalde loonbelastingschulden van uitlener, oordeelt dat naheffingsaanslag tijdig was en verwerpt beroep op matiging.

De rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de woningstichting recht heeft op toepassing van Mededeling 26 bij wijziging van verkoop naar verhuur van appartementen, en vernietigt de naheffingsaanslag.

De rechtbank oordeelt dat een maatschap van gynaecologen geen omzetbelasting verschuldigd is over een bedrag van € 37.500, omdat geen sprake is van een belaste dienst aan het ziekenhuis. Het beroep is gegrond en de inspecteur moet € 5.700 teruggeven.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant vernietigt naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting; keukenblok tussen voorstoelen voldoet aan inrichtingseisen voor kampeerauto.

De rechtbank oordeelt dat voor de berekening van de algemene compensatie het Belgische loon zonder toepassing van de 30%-regeling moet worden vastgesteld, omdat er geen vergoeding voor extraterritoriale kosten is overeengekomen. Het beroep is ongegrond.

Rechtbank vernietigt naheffingsaanslag grondwaterbelasting op basis van herziene vergunning voor KWO-installatie, oordelend dat belanghebbende niet meer grondwater heeft onttrokken dan vergund.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geen sprake is van schijnlening en verlaagt de aanslag vennootschapsbelasting tot € 143.768.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de eigenwoningregeling van toepassing is op een erfpachtconstructie, maar fiscale gevolgen zijn niet aanvaardbaar. Aanslag verminderd tot € 239.152.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht navorderingsaanslagen heeft opgelegd aan belanghebbende en haar echtgenoot in verband met buitenlandse bankrekeningen. De economische eigendom van de vermogensbestanddelen van de Ltd wordt aan belanghebbende toegerekend. Proceskostenvergoeding wordt toegewezen, maar er is geen recht op immateriële schadevergoeding.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat navorderingsaanslagen inkomstenbelasting terecht zijn opgelegd aan belanghebbende in verband met buitenlandse bankrekeningen. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank vernietigt aanslag erfbelasting omdat erflater geen woonplaats in Nederland had ten tijde van overlijden. Inspecteur kan claim niet onderbouwen.

De rechtbank oordeelt dat de rente op leningen van een buitenlandse moedermaatschappij aan een Nederlandse tussenhoudster niet aftrekbaar is op grond van artikel 10a Wet Vpb, en verklaart het beroep ongegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat rente op leningen van buitenlandse moedermaatschappij aan Nederlandse tussenhoudster niet aftrekbaar is op grond van artikel 10a Vpb. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de heffing van kansspelbelasting voor een B.V. die kansspelautomaten verhuurt niet in strijd is met het EVRM. Beroepen ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat herinvesteringsreserve van belanghebbende terecht aan belastbare winst is toegevoegd. Beroep ongegrond verklaard.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende niet aannemelijk heeft gemaakt dat er een herinvesteringsvoornemen bestond na de verkoop van oude onroerende zaken. De navorderingsaanslagen vennootschapsbelasting zijn terecht opgelegd.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat geldverstrekkingen aan de zoon van belanghebbende als leningen moeten worden gekwalificeerd, niet als schenkingen, en dat deze in mindering kunnen worden gebracht op het belastbaar inkomen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger de hoorplicht heeft geschonden en verklaart het beroep van de belanghebbende gegrond. Aansprakelijkheid voor belastingschulden van de BV wordt bevestigd, maar verminderd tot € 118.501.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ontvanger de hoorplicht heeft geschonden en dat de belanghebbende als feitelijke bestuurder aansprakelijk is voor de belastingschulden van de BV. Het beroep is ongegrond verklaard.

De rechtbank verklaart het beroep van de belanghebbende ongegrond, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden voor de 30%-regeling op het moment van de arbeidsovereenkomst.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over teruggaaf van omzetbelasting na faillissement projectontwikkelaar en overeenkomst van achterstelling. Beroep gegrond verklaard, teruggaaf van € 68.872 verleend.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over de toepassing van het belastingverdrag Nederland-Duitsland op ontslagvergoeding en verklaart het beroep van de belanghebbende gegrond.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat een in België woonachtige werknemer van een Nederlandse werkgever terecht als werknemer voor de loonbelasting wordt aangemerkt. Het loon is in Nederland belastbaar, met uitzondering van juni 2013. De inspecteur verbeurt een dwangsom van € 1.260.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de herinvesteringsreserve terecht aan de winst is toegevoegd na wijziging van belang in dochtermaatschappijen. Beroep ongegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt over navordering inkomstenbelasting 2009 en boete wegens hennepkwekerij. Beroep gegrond, navorderingsaanslag verminderd tot € 75.391 en boete gematigd tot € 6.141.

Rechtbank vernietigt navorderingsaanslag inkomstenbelasting 2007 en boete wegens onvoldoende bewijs van inkomsten uit hennepkwekerij. Beroep gegrond verklaard.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat belanghebbende niet voldeed aan administratieplicht voor 2007-2010, maar vernietigt informatiebeschikking voor 2011-2012. Belanghebbende krijgt kans om gebreken te herstellen.

De rechtbank verklaart de beroepen van een maatschap van radiodiagnostisch laboranten ongegrond, omdat hun diensten niet onder de vrijstelling van omzetbelasting vallen.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiseres ongegrond, omdat zij niet voldoet aan de voorwaarden voor het vormen van een fiscale eenheid met buitenlandse zustermaatschappijen.

Rechtbank Den Haag verklaart beroep ongegrond over afwijzing verzoek fiscale eenheid tussen Nederlandse dochter en buitenlandse moedermaatschappij.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep ongegrond in de zaak over de afwijzing van een verzoek tot fiscale eenheid voor vennootschapsbelasting door een Deense moedermaatschappij met dochtermaatschappijen in Nederland.

Rechtbank Den Haag verklaart het beroep van eiseres ongegrond in het verzoek om fiscale eenheid voor vennootschapsbelasting, omdat niet alle vennootschappen in Nederland zijn gevestigd.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat navorderingsaanslagen IB/PVV voldoende voortvarend zijn opgelegd, maar veroordeelt verweerder tot € 1.000 schadevergoeding voor overschrijding redelijke termijn.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat navorderingsaanslagen IB en VB aan eiser terecht zijn opgelegd, maar kent € 1.000 schadevergoeding toe wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat navorderingsaanslagen en vergrijpboetes aan eiseres terecht zijn opgelegd, maar kent schadevergoeding toe voor overschrijding van de redelijke termijn.

De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag IB/PVV 2006, omdat de inspecteur geen aannemelijk inkomen uit aanmerkelijk belang heeft kunnen maken. De aanslag wordt verminderd tot € 8.796 en nihil voor aanmerkelijk belang.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat restauratiekosten van een monumentenpand aftrekbaar zijn, omdat de bouwkundige identiteit van het pakhuis in stand is gebleven na restauratie en bouw van penthouses.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart beroep ongegrond inzake aanslag nazorgheffing 2007. Eiseres betwist hoogte aanslag, maar rechtbank oordeelt dat deze rechtmatig is vastgesteld. Onderzoek heropend voor schadevergoeding.

De rechtbank oordeelt dat eiser als inhoudingsplichtige moet worden aangemerkt voor naheffingsaanslagen loonheffingen en vergrijpboeten in verband met exploitatie van massagesalons en een saunaclub. Eiser's verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen.

De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en handhaaft de navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen voor 1999, waarbij de winst uit de verkoop van onroerend goed als inkomen wordt aangemerkt.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt over navorderingsaanslag VPB 2001 en correcties op kosten en winstgemis. Kosten helikopter niet zakelijk, maar correctie winstgemis onterecht. Beroep gegrond verklaard.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart beroep gegrond, vermindert belastingaanslag en vergrijpboete, en veroordeelt verweerder in proceskosten.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en vergrijpboete; vermindert aanslag en boete wegens 'undue delay'.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt over vergrijpboete en navorderingsaanslag vermogensbelasting. Boete verminderd wegens 'undue delay'.

X B.V. verzet zich tegen een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting en vergrijpboete. De rechtbank bevestigt de correcties, maar vermindert de boete wegens 'undue delay'.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van een Arubaanse student ongegrond; hij heeft geen recht op zorgtoeslag 2008 omdat zijn verzekering niet voldoet aan de Zvw.

Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt navorderingsaanslagen voor 2007, maar handhaaft boetes voor eerdere jaren wegens schending administratieplicht en omkering bewijslast.

Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt over navorderingsaanslagen en boetebeschikkingen aan coffeeshop-exploitant. Eiser voldoet niet aan administratieplicht, omkering bewijslast van toepassing. Boetes gematigd, maar navorderingsaanslagen voor 2007 vernietigd wegens gebrek aan nieuw feit.

Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt aanslag forensenbelasting, oordelend dat de kinderen van eiser niet tot zijn gezin behoren en dat de recreatiewoning minder dan 90 dagen ter beschikking stond.

Rechtbank Breda verklaart het beroep van een overgangsconsulente ongegrond, omdat zij niet voldoet aan het urencriterium voor zelfstandigenaftrek en startersaftrek.

Rechtbank Breda oordeelt over navorderingsaanslag inkomstenbelasting en vergrijpboete. De boete wordt gematigd tot € 21.646. Inspecteur veroordeeld in proceskosten.

Rechtbank Breda oordeelt dat de verschuldigde BPM voor een gebruikte auto correct is vastgesteld op € 69.544, en verklaart het beroep ongegrond.