ECLI:NL:RBZWB:2024:8876
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van naheffingsaanslagen omzetbelasting en belastingrentebeschikkingen door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 december 2024, worden de beroepen van belanghebbende, een Belgische besloten vennootschap (BVBA), tegen naheffingsaanslagen omzetbelasting en belastingrentebeschikkingen beoordeeld. De naheffingsaanslagen zijn opgelegd door de inspecteur van de belastingdienst over de tijdvakken 2013 en 2014-2016, waarbij de inspecteur ten onrechte geen rekening had gehouden met afgedragen overdrachtsbelasting. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd, omdat de inspecteur heeft aangetoond dat er sprake was van misbruik van recht. De rechtbank concludeert dat de transacties die door belanghebbende zijn uitgevoerd, uitsluitend gericht waren op het verkrijgen van een belastingvoordeel, en dat de vrijstellingsfaciliteit niet van toepassing is. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, waardoor de naheffingsaanslagen en belastingrentebeschikkingen in stand blijven. De uitspraak benadrukt het belang van de economische realiteit bij belastingtransacties en de noodzaak om misbruik van recht te voorkomen.