dhr. mr. dr. J.A. Terstegge

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 16 maanden gevangenisstraf, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, voor het verkopen en verstrekken van cocaïne, met voorwaarden voor reclassering en behandeling.

Verdachte veroordeeld voor gekwalificeerde opzetverkrachting; gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 3 voorwaardelijk; schadevergoeding van € 5.000,00 toegewezen aan benadeelde partij.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf voor 13 diefstallen, waarvan 4 maanden voorwaardelijk. Bijzondere voorwaarden zijn opgelegd, waaronder behandeling en toezicht door de reclassering.

De rechtbank sprak de verdachte vrij van poging tot zwaar lichamelijk letsel, maar achtte belaging, mishandeling en vernieling bewezen. De verdachte kreeg 3 maanden gevangenisstraf en 5 jaar maatregel tot beperking van de vrijheid.

De rechtbank Rotterdam heeft een verdachte veroordeeld tot 4 jaar gevangenisstraf voor poging tot doodslag na een steekincident. De verweren van psychische overmacht en noodweerexces zijn verworpen.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 18 maanden gevangenisstraf voor voorbereidingshandelingen voor de invoer van cocaïne en wederrechtelijk verblijven op een besloten haventerrein.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor voorbereidingshandelingen Opiumwet en wederrechtelijk verblijven op een besloten haventerrein.

Verdachte veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor voorbereidingshandelingen Opiumwet en wederrechtelijk verblijf op haventerrein.

De rechtbank spreekt de verdachte vrij van voorbereidingshandelingen Opiumwet, maar veroordeelt hem voor opzettelijk behulpzaam zijn bij wederrechtelijk verblijf op een haventerrein. Gevangenisstraf van 106 dagen, waarvan 60 dagen voorwaardelijk.

De Rechtbank Rotterdam heeft op 1 november 2024 een verdachte veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf en TBS met voorwaarden voor ontuchtige handelingen en vervaardiging van kinderporno met zijn tweejarige dochter. De schadevergoeding aan de benadeelde partij is vastgesteld op € 15.000.

De rechtbank Rotterdam heeft op 22 oktober 2024 een verdachte veroordeeld tot 24 maanden gevangenisstraf voor verkrachting en ontucht met zijn minderjarige stiefdochter, met een voorwaardelijk deel van 6 maanden en een schadevergoeding van € 5.000,00 aan de benadeelde partij.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van voorbereidingshandelingen en bezit van harddrugs wegens gebrek aan bewijs. De in beslag genomen voorwerpen zijn onttrokken aan het verkeer.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden voor het verwerven en in bezit hebben van kinderporno, met vrijspraak voor seksueel corrumperen.

De verdachte is veroordeeld tot 8 jaar gevangenisstraf voor poging doodslag en het voorhanden hebben van een vuurwapen, na het schieten op een slachtoffer in een café in Rotterdam.

De rechtbank oordeelt dat de verdachte niet toerekeningsvatbaar is voor poging zware mishandeling en legt terbeschikkingstelling met dwangverpleging op.

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot 8 maanden gevangenisstraf voor overtredingen van de Opiumwet en witwassen, met inachtneming van eerdere voorwaardelijke straffen.

De verdachte is veroordeeld tot 274 dagen gevangenisstraf voor het vernielen van autobanden en andere goederen, met schadevergoeding aan benadeelde partijen.

Hoger beroep over een geschil tussen [appellant] en [verweerder] over een aanneming van werk voor pleisterwerk. Het hof oordeelt dat [appellant] € 9.870,-- moet betalen, maar ook recht heeft op € 2.981,15 schadevergoeding.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de eiseres een eerste pandrecht heeft op debiteurenvorderingen die door de DP-groep aan de Fondsen zijn overgedragen. Fondsen moeten informatie verstrekken en zijn hoofdelijk aansprakelijk voor proceskosten.

Het hof geeft het UWV de kans om bewijs te leveren dat de bestuurder van de Porsche gevaarzettend rijgedrag vertoonde, wat kan leiden tot aansprakelijkheid voor de schade door het ongeval op 26 mei 2011.

Hoger beroep over schadevergoeding en opzegging van aannemingsovereenkomst. Appellante vordert schadevergoeding, maar het hof wijst haar vorderingen af en kent een lager bedrag toe aan de geïntimeerde.

Het hof bekrachtigt het vonnis van de rechtbank Rotterdam, waarbij het verzoek van appellanten om ABN AMRO te bevelen in te stemmen met een schuldregeling werd afgewezen.

Het Gerechtshof Den Haag wijst het verzoek van de appellant om zijn schuldeisers te bevelen in te stemmen met een schuldregeling af, wegens niet-naleving van wettelijke vereisten en onvoldoende documentatie.

Het hof heeft het verzoek van [appellant] tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen, omdat niet voldaan was aan de wettelijke vereisten en essentiële gegevens ontbraken.

Het Gerechtshof Den Haag heeft op 7 februari 2023 het verzoek tot een voorlopig getuigenverhoor van [verzoeker] toegewezen in een arbeidszaak tegen Havenbedrijf Rotterdam N.V. over overuren.

Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en verwijst de zaak terug voor voortzetting van de schuldsaneringsregeling, oordelend dat appellante niet toerekenbaar heeft gehandeld in het niet melden van haar schuld.

Hoger beroep van Bela tegen intrekking surseance van betaling. Hof bekrachtigt faillissement, onvoldoende bewijs dat schuldeisers bevredigd kunnen worden.

Het hof heeft de schuldsaneringsregeling van de appellant beëindigd, ondanks eerdere afwijzing door de rechtbank, vanwege gedragingen die de uitvoering in gevaar brachten.

Het hof oordeelt dat een ontbonden maatschap procesbevoegdheid behoudt zolang de vereffening niet is voltooid. De vordering van de Stichting tot niet-ontvankelijkverklaring van Lawton wordt afgewezen.

Hoger beroep over gezag van gewijsde van ontbindingsbeschikking; vordering tot achterstallig loon afgewezen. Hof bekrachtigt vonnis kantonrechter.