ECLI:NL:RBROT:2024:12247

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 december 2024
Publicatiedatum
6 december 2024
Zaaknummer
10/185777-24; 10/165487-24; 10/151086-24; 10/124787-24; 10/038642-24; 10/084437-24
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bewezenverklaring van 13 diefstallen met gevangenisstraf en bijzondere voorwaarden

Op 2 december 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van 13 diefstallen. De verdachte heeft bekend en de rechtbank heeft alle ten laste gelegde feiten bewezen verklaard. De rechtbank legt een gevangenisstraf op van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren en bijzondere voorwaarden. De rechtbank overweegt dat de verdachte zich in een korte periode schuldig heeft gemaakt aan meerdere diefstallen, waarbij hij op brutale wijze goederen heeft weggenomen uit onder andere cafés, supermarkten en ziekenhuizen. De verdachte heeft geen respect getoond voor andermans bezittingen en heeft de diefstallen gepleegd om zijn drugsverslaving te financieren. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn langdurige verslaving en het hoge recidiverisico. De rechtbank heeft besloten om de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf, maar heeft een deel van de straf voorwaardelijk opgelegd, gekoppeld aan bijzondere voorwaarden zoals behandeling en toezicht door de reclassering. Daarnaast zijn er vorderingen van benadeelde partijen behandeld, waarbij schadevergoedingen zijn toegewezen en niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 3
Parketnummer: 10/185777-24; 10/165487-24; 10/151086-24; 10/124787-24; 10/038642-24; 10/084437-24 (gev. ttz)
Datum uitspraak: 2 december 2024
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] ,
preventief gedetineerd in [detentieadres] ,
raadsvrouw mr. S.E.M. Hooijman, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 18 november 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. W.D. van den Berg heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van alle, in totaal 13, ten laste gelegde feiten;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar en met oplegging van de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de reclassering in het over de verdachte opgemaakte rapport van 4 november 2024.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Alle, in totaal 13, ten laste gelegde feiten zijn door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de ten laste gelegde feiten heeft begaan op die wijze dat:
10/185777-24;
1
hij op een of meer tijdstippen in de periode van 1 mei 2024 tot en met
11 mei 2024 te Rotterdam
(telkens) een of meer geldbedrag(en), te weten
-
in totaal98,49 euro (slachtoffer [slachtoffer 1] ) en
-
in totaal95,89 euro (slachtoffer [slachtoffer 2] ), die
geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft endie weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens)
een of meer (contactloze) betaling(en) te verrichten met gebruik van een betaalpasen/of bankpas tot welk gebruik verdachte niet gerechtigd
was en geen toestemming van de rechthebbende voor had;
2
hij op 11 mei 2024 te Rotterdam
betaalpassen, die geheel of ten dele
aan [slachtoffer 1] , toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op 22 mei 2024 te Rotterdam
een rugzak en sleutelbos en portemonnee en videocamera en
hoofdtelefoon en zwemkleding, die geheel of
ten dele aan [slachtoffer 3] toebehoorden heeft
weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op 3 juni 2024 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een fiets diegeheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , toebehoorde weg te nemen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te
verschaffen en dat weg te nemen goed onder zijn bereik te brengen door
middel van verbreking, immers heeft verdachte
- met een zaag het hangslot, waarmee de fiets aan het fietsenrek was bevestigd,
beschadigd
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5
hij op 8 juni 2024 te Rotterdam
een geldbedrag, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 5], toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft verschaft en dat weg te nemen geldbedrag onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door
(contactloze) betaling(en) te verrichten met gebruik van een creditcard
tot welk gebruik verdachte niet gerechtigd was en geen toestemming
van de rechthebbende voor had;
6
hij op 1 juni 2024 te Rotterdam
een laptop,
diegeheel of ten dele aan [slachtoffer 6], toebehoorde heeft weggenomen
met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen;
7
hij op 3 juni 2024 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een geldbedrag, , dat geheel of ten dele aan Stichting
Theater Zuidplein, toebehoorde weg te nemen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats
van het misdrijf te verschaffen en dat weg te nemen goed onder
zijn bereik te brengen door middel van braak
-meermaals, althans eenmaal, met kracht met een mes, , in de kassa(lade) heeft gestoken en gewrikt en heen en
weer heeft bewogen en
-meermaals, althans eenmaal, met kracht met een opener, , in de kassa(lade) heeft gestoken en gewrikt en heen en weer
heeft bewogen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
10/165487-24;
1
hij op 11 mei 2024 te Rotterdam
een pinpas en (contant) geld die geheel of ten dele
aan [slachtoffer 7] en [slachtoffer 8], toebehoorden
heeft weggenomen
met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op 13 mei 2024 te Rotterdam,
een tas, (slof) sigaretten en een laptop, in elk geval enig goed, dat geheel of
ten dele aan [slachtoffer 8] en/ [naam bar] (gevestigd op het Annie M.G.
Schmidtplein), toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/151086-24;
hij op 25 april 2024 te Rotterdam
een handtas (van het merk Gucci), , die geheel of ten dele
aan [slachtoffer 9], toebehoorde heeft weggenomen
met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/124787-24;
hij op 11 april 2024 te Rotterdam,
meerdere blikken Red Bull, die geheel of ten dele aan Lidl
(locatie: Spinozaweg), toebehoorden heeft
weggenomen
met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/038642-24;
hij op 4 februari 2024 te Rotterdam,
een of meerdere goederen, te weten een Apple laptop, een Apple iPhone, een Apple
oplader, Apple AirPods en twee pinpassen, die geheel
of ten dele aan een of meerdere winkelmedewerkers van de Jumbo Supermarkt,
gevestigd aan de Spinozaweg, toebehoorden heeft
weggenomen met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/084437-24
hij op 27 maart 2023 te Rotterdam,
een bankpas, twee cadeaubonnen en een fles wijn, die
geheel of ten dele aan de afdeling kaakchirurgie van het Ikazia ziekenhuis toebehoorden heeft weggenomen
met het oogmerk om
dezezich wederrechtelijk toe te eigenen;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in cursief verbeterd. De verdachte is hierdoor niet geschaad in de verdediging.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
10/185777-24;
T.a.v. feiten 1 en 5, telkens:
diefstal, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van valse sleutels
T.a.v. feiten 2, 3 en 6, telkens:
diefstal
T.a.v. feit 4 en 7, telkens:
poging tot diefstal, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
10/165487-24;
T.a.v. feiten 1 en 2, telkens:
diefstal
10/151086-24;
diefstal
10/124787-24;
diefstal
10/038642-24;
diefstal
10/084437-24
diefstal
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf

7.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich in een relatief korte periode schuldig gemaakt aan maar liefst 13 diefstallen. Vooral de manier waarop de verdachte te werk is gegaan wordt hem aangerekend. De verdachte schroomt niet om op klaarlichte dag (de personeelsruimte van) een café, theater, zwembad, ziekenhuis of supermarkt binnen te stappen, om vervolgens zoveel mogelijk geld, bankpassen of goederen buit te maken. Uit de (screenshots van de) verschillende camerabeelden wordt dan ook goed duidelijk hoe brutaal de verdachte te werk ging. De verdachte heeft met de gepleegde diefstallen geen enkel respect getoond voor andermans bezittingen en was slechts uit op zijn eigen financiële gewin, om zo zijn drugsverslaving te kunnen bekostigen. Dergelijke diefstallen leveren, naast het ongemak en de ergernis, een aanzienlijke schadepost op voor de betrokkenen, terwijl dit soort feiten tevens bijdragen aan de gevoelens van onveiligheid in de samenleving. De rechtbank rekent dit handelen de verdachte aan.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 22 oktober 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 4 november 2024. Dit rapport houdt – kort gezegd en voor zover relevant – het volgende in.
Het recidiverisico moet als hoog worden ingeschat. Wegens het gebrek aan diagnostiek heeft de reclassering weinig zicht op het psychosociaal functioneren van de verdachte gekregen. Een licht verstandelijke beperking kan om die reden ook niet worden vastgesteld of uitgesloten door de reclassering. De verdachte is bekend met een langdurige en hardnekkige verslaving aan drugs, met name cocaïne, heroïne en cannabis. Binnen het huidig onderzoek naar de verdachte komt dan ook naar voren dat hij de vermogensdelicten heeft gepleegd om in zijn verslaving te kunnen voorzien. De verdachte beschikt niet over een stabiele basis. Wegens langdurige detentie is hij zijn huisvesting bij Antes verloren. Daarnaast heeft hij geen (zinvolle) dagbesteding.
Hoewel de reclassering de inschatting maakt dat een uitstroom van detentie naar een kliniek de meest gewenste behandelaanpak zou zijn, is de verwachting dat de verdachte op dat moment uit contact zal treden en dat hij uit beeld zal raken. Om dit te voorkomen adviseert de reclassering ambulant te starten met het inzetten van hulpverlening, dit geeft de mogelijkheid om eerst een vertrouwensband op te bouwen. Bij een terugval in middelengebruik of een verslechtering van zijn psychosociaal functioneren, kan vanuit een ambulant kader direct worden opgeschaald naar een klinische behandeling.
De rechtbank heeft acht geslagen op dit rapport.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. De rechtbank heeft bij het bepalen van de duur daarvan acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd.
Omdat de reclassering bijzondere voorwaarden wenselijk acht, ziet de rechtbank aanleiding om een deel van de voorgenomen gevangenisstraf voorwaardelijk op te leggen, met daaraan gekoppeld de voorwaarden die hierna worden genoemd. Dit voorwaardelijk strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank koppelt een langere proeftijd dan door de officier van justitie gevorderd aan de hierna genoemde voorwaarden aangezien de rechtbank een langere proeftijd wenselijk acht gelet op het als hoog geïndiceerde recidiverisico.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

8.Vorderingen benadeelde partijen / schadevergoedingsmaatregelen

[benadeelde partij 1]

Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 1] , ter zake van het onder parketnummer 10/185777-24, onder 1 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 213,59 aan materiële schade.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 95,89 met oplegging van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige bedrag vordert de officier van justitie de benadeelde partij niet ontvankelijk te verklaren.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering van benadeelde partij toe te kennen naar maatstaven van billijkheid.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Die schade bestaat uit de pinbetaling van in totaal € 95,89 waarvan is komen vast te staan dat die door de verdachte met de betaalpas van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] is gedaan. Dit gedeelte van de vordering zal dan ook worden toegewezen. Voor het overige zal de vordering worden afgewezen omdat er tussen de door benadeelde partij [benadeelde partij 1] gemaakte kosten ter zake van een nieuw rijbewijs en het bewezenverklaarde handelen van de verdachte onvoldoende rechtstreeks verband bestaat. Diefstal van de portemonnee en/of het rijbewijs van benadeelde partij [benadeelde partij 1] is immers niet aan de verdachte ten laste gelegd (en is dus ook niet bewezenverklaard).
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het toegewezen schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 1 mei 2024.
Omdat de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij [benadeelde partij 1] een schadevergoeding betalen van € 95,89 vermeerderd met de wettelijke rente en de kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
[benadeelde partij 2]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 2] , ter zake van het onder parketnummer 10/185777-24, onder 3 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 4.160,28 aan materiële- en immateriële schade.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 2.360,28 met oplegging van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige bedrag vordert de officier van justitie de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering van benadeelde partij toe te kennen naar maatstaven van billijkheid.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Die schade zal naar maatstaven van
billijkheid worden vastgesteld op € 972,31, zodat de vordering gedeeltelijk zal worden toegewezen. Dit betreft een vergoeding ten aanzien van het vervangen van de sloten en een schatting van de waarde van de Finis Tempo Trainer Pro (3x). Voor het overige gedeelte van de vordering zal de benadeelde partij [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk worden verklaard. Bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering ter zake van de gederfde omzet ontbreken en ook de bepaling van de (dag)waarde van de andere gestolen goederen, en daarmee de totale omvang van de schade, zouden naar het oordeel van de rechtbank nader onderzoek en behandeling vergen. Dit levert echter een onevenredige belasting van het strafproces op. Dit deel van de vordering kan dan ook slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 22 mei 2024.
Omdat de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 972,31 vermeerderd met de wettelijke rente en de kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
[benadeelde partij 3]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 3], ter zake van het onder parketnummer 10/185777-24, onder 6 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 2.639,00 aan materiële schade.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk toe te wijzen tot een bedrag van € 1.639,00 met oplegging van de wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel. Voor het overige bedrag vordert de officier van justitie de benadeelde partij niet ontvankelijk te verklaren.
Standpunt verdediging
De verdediging heeft verzocht de vordering van benadeelde partij toe te kennen naar maatstaven van billijkheid.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij door de bewezen verklaarde strafbare
feiten rechtstreeks materiële schade is toegebracht. Die schade zal naar maatstaven van
billijkheid worden vastgesteld op € 1.000,00, zodat de vordering gedeeltelijk zal worden toegewezen. Dit bedrag betreft de geschatte waarde van de Apple Macbook Pro.
Voor het overige gedeelte van de vordering zal de benadeelde partij [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk worden verklaard. Bewijsstukken ter onderbouwing van de vordering ter zake van de extra gemaakte uren (opnieuw maken klantpresentaties) ontbreken Het bepalen van de totale omvang van de schade zou naar het oordeel van de rechtbank nader onderzoek en behandeling vergen. Dit levert echter een onevenredige belasting van het strafproces op. Dit deel van de vordering kan dan ook slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
De benadeelde partij heeft gevorderd het te vergoeden bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat het te vergoeden schadebedrag vermeerderd wordt met wettelijke rente vanaf 1 juni 2024.
Nu de vordering van de benadeelde partij gedeeltelijk zal worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken.
Conclusie
De verdachte moet de benadeelde partij een schadevergoeding betalen van € 1.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente en de kosten als hieronder in de beslissing vermeld.
Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
[benadeelde partij 4]
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd: [benadeelde partij 4], ter zake van de onder parketnummer 10/165487-24, onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 55,00 aan materiële schade.
Standpunten officier van justitie en verdediging
De officier van justitie en de verdediging hebben beiden verzocht de vordering van de benadeelde partij geheel niet ontvankelijk te verklaren aangezien de vordering niet is onderbouwd.
Beoordeling
De benadeelde partij [benadeelde partij 4] zal in haar vordering niet-ontvankelijk worden verklaard omdat haar vordering onvoldoende is onderbouwd. Nader onderzoek naar de omvang van de schade zou een uitgebreide nadere behandeling vereisen en daarmee een onevenredige belasting van het strafproces vormen. Deze vordering kan derhalve slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
Nu de benadeelde partij [benadeelde partij 4] niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering, zal de benadeelde partij [benadeelde partij 4] worden veroordeeld in de kosten door de verdachte gemaakt, tot op heden begroot op nihil.
Conclusie
In deze procedure wordt over de gevorderde schadevergoeding door de benadeelde partij [benadeelde partij 4] geen inhoudelijke beslissing genomen.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 45, 57, 310 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

10.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

11.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder parketnummer 10/185777-24, onder 1 tot en met 7, de onder parketnummer 10/165487-24 onder 1 en 2 en de onder parketnummers 10/151086-24, 10/124787-24, 10/038642-24 en 10/084437-24 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 12 (twaalf) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
4 (vier) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op
3 (drie) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
stelt als bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde meldt zich na uitnodiging bij Fivoor Reclassering (hierna: de reclassering) op het adres Marconistraat 2, te Rotterdam. De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
de veroordeelde laat zich opnemen in een zorginstelling, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing. De opname start indien behandeling binnen ambulant kader onvoldoende toereikend blijkt. De opname duurt een jaar of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt. Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke opvang gewenst vindt, werkt de veroordeelde mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
de veroordeelde laat zich behandelen door Fivoor of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorgverlener dat nodig vindt. Bij een terugval in middelengebruik of verslechtering van het psychiatrische ziektebeeld kan de reclassering een indicatiestelling aanvragen voor een kortdurende opname voor detoxificatie en/of stabilisatie. Als de voor indicatie verantwoordelijke instantie een kortdurende opname indiceert, zal de veroordeelde zich, na goedkeuring door de rechter, laten opnemen in een zorginstelling voor zeven weken of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing in forensische zorg, bepaalt in welke zorginstelling de opname plaatsvindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor de behandeling. Gelet op de problematiek kan hieronder ook het innemen van medicijnen vallen, als de zorginstelling dat nodig vindt.
de veroordeelde verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke opvang, te bepalen door de reclassering. Het verblijf duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem heeft opgesteld.
de veroordeelde spant zich in voor het vinden en behouden van betaald werk, onbetaald werk en/of vrijetijdsbesteding, met een vaste structuur. De dagbesteding draagt bij aan het voorkomen van delictgedrag.
de veroordeelde werkt mee aan controle van het gebruik van drugs om het middelengebruik te beheersen. De reclassering kan urineonderzoek en ademonderzoek (blaastest) gebruiken voor de controle. De reclassering bepaalt hoe vaak de veroordeelde wordt gecontroleerd.
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven
genoemde bijzondere voorwaarden:
de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van één of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
de veroordeelde zal medewerking verlenen aan reclasseringstoezicht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht;
geeft aan genoemde reclasseringsinstelling opdracht toezicht te houden op de naleving van
de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
[benadeelde partij 1]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1], te betalen een bedrag van
€ 95,89 (zegge: vijfennegentig euro en negenentachtig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 mei 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
wijst af het door de benadeelde partij meer of anders gevorderde
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 1] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting
aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] te betalen
€ 95,89 (zegge: vijfennegentig euro en negenentachtig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 95,89 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
1 (één) dag, de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij Wobma tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
[benadeelde partij 2]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2], te betalen een bedrag van
€ 972,31 (zegge: negenhonderdtweeënzeventig euro en eenendertig eurocent), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 22 mei 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering;
bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 2] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting
aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij Huisman te betalen
€ 972,31 (zegge: negenhonderdtweeënzeventig euro en eenendertig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 22 mei 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 972,31 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
19 (negentien) dagen, de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
[benadeelde partij 3]
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 3], te betalen een bedrag van
€ 1.000,00 (zegge: duizend euro), bestaande uit materiële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 1 juni 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering;
bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 3] gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partij begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting
aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] te betalen
€ 1.000,00 (zegge: duizend euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2024 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van € 1.000,00 niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
20 (twintig) dagen, de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
verstaat dat betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 3] tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partij en omgekeerd;
[benadeelde partij 4]
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 4] niet-ontvankelijk in de vordering.
bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij 4] de vordering slechts kan aanbrengen bij de burgerlijke rechter;
veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij 4] in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
Dit vonnis is gewezen door mr. D.F. Smulders, voorzitter,
en mrs. M.I. Blagrove en J.A. Terstegge, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. E.P. de Jong, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld
De oudste rechter en jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlasteleggingen
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat:
10/185777-24;
1
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 mei 2024 tot en met
11 mei 2024 te Rotterdam
(telkens) een of meer geldbedrag(en), te weten
-
in totaal98,49 euro (slachtoffer [slachtoffer 1] ) en/of
-
in totaal95,89 euro (slachtoffer [slachtoffer 2] ), in elk geval enig(e) geldbedrag(en), dat/die
geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander
toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk
toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft
verschaft en/of die weg te nemen geldbedrag(en) en/of goederen onder zijn bereik
heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door (telkens)
een of meer (contactloze) betaling(en) te verrichten met gebruik van een betaalpas
en/of bankpas en/of creditcard tot welk gebruik verdachte niet gerechtigd/bevoegd
was en/of geen toestemming van de rechthebbende voor had;
2
hij op of omstreeks 11 mei 2024 te Rotterdam
een of meer betaalpassen, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of ten dele
aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
3
hij op of omstreeks 22 mei 2024 te Rotterdam
een rugzak en/of sleutelbos en/of portemonnee en/of videocamera en/of
hoofdtelefoon en/of zwemkleding, in elk geval enig(e) goed(eren), dat/die geheel of
ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
4
hij op of omstreeks 3 juni 2024 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een fiets, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in
elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich
wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats van het misdrijf te
verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed onder zijn bereik te brengen door
middel van verbreking, immers heeft verdachte
- met een zaag het hangslot, waarmee de fiets aan het fietsenrek was bevestigd,
beschadigd
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
5
hij op of omstreeks 8 juni 2024 te Rotterdam
een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5], in elk
geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het
zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats
van het misdrijf heeft verschaft en/of dat weg te nemen geldbedrag onder zijn
bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel, door
een of meer (contactloze) betaling(en) te verrichten met gebruik van een creditcard
tot welk gebruik verdachte niet gerechtigd/bevoegd was en/of geen toestemming
van de rechthebbende voor had;
6
hij op of omstreeks 1 juni 2024 te Rotterdam
een laptop, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan [slachtoffer 6], in elk geval
aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
7
hij op of omstreeks 3 juni 2024 te Rotterdam
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om
een geldbedrag, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Stichting
Theater Zuidplein, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) weg te nemen met het
oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich toegang tot de plaats
van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder
zijn bereik te brengen door middel van braak en/of verbreking
-meermaals, althans eenmaal, met kracht met een mes, althans met een scherp
en/of puntig voorwerp, in de kassa(lade) heeft gestoken en/of gewrikt en/of heen en
weer heeft bewogen en/of
-meermaals, althans eenmaal, met kracht met een opener, althans een scherp en/of
puntig voorwerp, in de kassa(lade) heeft gestoken en/of gewrikt en/of heen en weer
heeft bewogen,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
10/165487-24;
1
hij op of omstreeks 11 mei 2024 te Rotterdam
een pinpas en/of (contant) geld, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele
aan [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8], in elk geval aan een ander toebehoorde(n)
heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
2
hij op of omstreeks 13 mei 2024 te Rotterdam,
een tas, (slof) sigaretten en/of een laptop, in elk geval enig goed, dat/die geheel of
ten dele aan [slachtoffer 8] en/of [naam bar] (gevestigd op het Annie M.G.
Schmidtplein), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/151086-24;
hij op of omstreeks 25 april 2024 te Rotterdam
een handtas (van het merk Gucci), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele
aan [slachtoffer 9], in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/124787-24;
hij op of omstreeks 11 april 2024 te Rotterdam,
meerdere blikken Red Bull, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Lidl
(locatie: Spinozaweg), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/038642-24;
hij op of omstreeks 4 februari 2024 te Rotterdam,
een of meerdere goederen, te weten een Apple laptop, een Apple iPhone, een Apple
oplader, Apple AirPods en/of twee pinpassen, in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten dele aan een of meerdere winkelmedewerkers van de Jumbo Supermarkt,
gevestigd aan de Spinozaweg, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft
weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
10/084437-24
hij op of omstreeks 27 maart 2023 te Rotterdam,
een bankpas, twee cadeaubonnen en een fles wijn, in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten dele aan de afdeling kaakchirurgie van het Ikazia ziekenhuis, in elk
geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;