Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[adres 1] ,
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het primair ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden met aftrek van voorarrest, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar;
- tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk opgelegde strafdeel in de zaak met parketnummer 10/284448-22.
4.Waardering van het bewijs
's-Gravenhage,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen,
opzettelijk
brand heeft gesticht en een ontploffing teweeg heeft gebracht door
een explosief aan te steken en tegen de gevel
van het pand te leggen, waardoor een explosie en brand is ontstaan,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten
- voor het bedrijf en de inboedel/huisraad van dat bedrijf gelegen aan [adres 2]
[adres 2] en
- voor het rond het bedrijf geparkeerde voertuig
te duchten was
5.Strafbaarheid feit
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straf
8.Vordering benadeelde partij
Reeds ingediend bij andere verdachten. Helaas geen kopie. Zie andere verdachte.”. De benadeelde partij heeft niet gespecificeerd welk bedrag aan schadevergoeding hij vordert. Gelet op het voorgaande is de vordering tot (de niet nader geduide) schadevergoeding onvoldoende onderbouwd. Nader onderzoek naar de omvang van de gevorderde schade zou een nadere behandeling vereisen en daarmee een onevenredige belasting van het strafproces vormen. Daarom zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard. Deze vordering kan slechts bij de burgerlijke rechter worden aangebracht.
9.Vordering tenuitvoerlegging
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Bijlagen
12.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 30 (dertig) maanden;
10 (tien) maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
3 (drie) jaren;
niet-ontvankelijkin de vordering;
tenuitvoerleggingvan de bij vonnis van 18 april 2023 van de meervoudige kamer van deze rechtbank aan de veroordeelde opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van
5 maanden.
's-Gravenhage, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
brand heeft gesticht en/of een ontploffing teweeg heeft gebracht door
een explosief, althans een voorwerp, aan te steken en/of (vervolgens) tegen de gevel
van het pand te leggen, waardoor een explosie en/of brand is ontstaan,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten
- voor het bedrijf en/of de inboedel/huisraad van dat bedrijf gelegen aan [adres 2]
[adres 2] en/of
- voor de nabijgelegen bedrijfspand(en) en/of inboedel/huisraad van die
nabijgelegen bedrijfspanden
- voor rond het bedrijf geparkeerde voertuigen, in elk geval gemeen gevaar voor
goederen,
te duchten was
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van
Strafrecht )
kunnen leiden:
en met 18 augustus 2024 te 's-Gravenhage, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk
brand heeft gesticht en/of een ontploffing teweeg heeft gebracht door
een explosief, althans een voorwerp, aan te steken en/of (vervolgens) tegen de gevel
van het pand te leggen, waardoor een explosie en/of brand is ontstaan,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen, te weten
- voor het bedrijf en/of de inboedel/huisraad van dat bedrijf gelegen aan [adres 2]
[adres 2] en/of
- voor de nabijgelegen bedrijfspand(en) en/of inboedel/huisraad van die
nabijgelegen bedrijfspanden
- voor rond het bedrijf geparkeerde voertuigen, in elk geval gemeen gevaar voor
goederen,
te duchten was
ander of anderen, althans alleen, in of omstreeks de periode van 17 augustus 2024
tot en met 18 augustus 2024 te Rotterdam, althans in Nederland, opzettelijk heeft
uitgelokt door
inlichtingen, immers heeft hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- met die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] in een snapchat groep gezeten, waarbij werd
gecommuniceerd over de te plegen explosie en/of
- die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] medegedeeld dat er een explosief moest worden
geplaatst en/of aangestoken en/of de opdracht gegeven om een explosief te
plaatsen en/of af te steken en/of
- die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] de plaats en/of het adres alwaar het explosief
geplaatst moest worden doorgegeven en/of
- die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] een geldbedrag, heeft betaald, althans in het
vooruitzicht heeft gesteld en/of
- die [medeverdachte 2] en/of [medeverdachte 1] instructies over de uitvoering van de explosie en/of
het filmen van de explosie heeft gegeven;
( art 157 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van
Strafrecht )