ECLI:NL:RBROT:2024:9126

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 september 2024
Publicatiedatum
18 september 2024
Zaaknummer
10/011578-24, 10/004834-24, 10/272995-23, 09/000011-24 en 10/341797-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernielingen van autobanden en andere goederen door verdachte met gevangenisstraf en schadevergoeding

Op 18 september 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, geboren op Curaçao, die zich schuldig heeft gemaakt aan een reeks vernielingen en diefstal. De verdachte heeft in de maanden oktober en november 2023 meerdere autobanden vernield en daarnaast een deursysteem, een ruit, een grijpmachine en een glazen display beschadigd. Ook heeft hij een flesje frisdrank gestolen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte opzettelijk en wederrechtelijk heeft gehandeld, en heeft hem veroordeeld tot een gevangenisstraf van 274 dagen, waarvan 90 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank heeft ook verbeurdverklaring van het in beslag genomen gereedschap en mes uitgesproken, en de teruggave van de telefoon en tablet aan de verdachte gelast. De vorderingen van benadeelde partijen zijn gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de schadevergoeding heeft vastgesteld op verschillende bedragen voor de gedupeerden. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, waaronder zijn psychische toestand en eerdere veroordelingen. De rechtbank heeft besloten dat de verdachte een gevangenisstraf moet ondergaan, maar heeft ook rekening gehouden met de mogelijkheid van resocialisatie en behandeling.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummers: 10/011578-24, 10/004834-24, 10/272995-23, 09/000011-24 en
10/341797-23
Datum uitspraak: 18 september 2024
Tegenspraak (art 279 Sv)
Verkort vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen de verdachte:
[verdachte] ,
geboren te Curaçao op [geboortedatum] ,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] ,
gemachtigde raadsman mr. T.S. Kessel, advocaat te Dordrecht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzitting van 4 september 2024.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaardingen. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. X.C. van Balen heeft gevorderd:
- bewezenverklaring van:
- het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/011578-24;
- het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/004834-24;
- het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/272995-23;
- het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 09/000011-24;
- het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/341797-23;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 266 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 90 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar, met de door de reclassering geadviseerde bijzondere voorwaarden.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het onder 3 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/004834-24, het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/272995-23 en het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 09/000011-24 is door de verdachte bekend. Deze feiten zullen zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewijswaardering in de zaak met parketnummer 10/011578-24
4.2.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde wegens het ontbreken van wettig en overtuigend bewijs. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat er in de vier getuigenverklaringen verschillende signalementen worden opgegeven van de dader en deze signalementen niet overeenkomen met de verdachte. Verder komen de camerabeelden ook niet overeen met de jas en de schoenen (met name de zool) van de verdachte.
4.2.2.
Beoordeling
Uit de camerabeelden blijkt dat een persoon op 4 oktober 2023 rond 16:27 uur vanuit de Boterstraat in beeld komt, daarna volgtijdelijk ook door andere camera’s op verschillende locaties in de buurt in beeld wordt gebracht, en rond 18:02 uur bij de Johan de Wittsingel uit het zicht van de camera’s verdwijnt. Op de beelden is onder meer te zien dat deze persoon bij verschillende auto’s zich ter hoogte van een autowiel voorover buigt.
Uit onderzoek is gebleken dat op de vermoedelijke looproute van de dader meerdere autobanden zijn vernield, waaronder die van auto’s die op de camerabeelden zichtbaar waren en waarbij de persoon zich voorover boog.
De verdachte is door twee verschillende verbalisanten herkend als zijnde de persoon op de camerabeelden.
Gelet op het feit dat de locaties waar de vernielingen van de autobanden hebben plaatsgevonden op loopafstand van elkaar liggen en binnen een tijdsbestek van anderhalf uur hebben plaatsgevonden, staat voor de rechtbank vast dat de verdachte de vernielingen heeft gepleegd.
De rechtbank komt tot de conclusie dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
4.3.
Bewijswaardering ten aanzien van de feiten 1 en 2 in de zaak met parketnummer 10/004834-24
4.3.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten.
4.3.2.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van het onder 1 ten laste gelegde bepleit dat enkel het gedachtestreepje van slachtoffer [slachtoffer 1] bewezen kan worden verklaard. Ten aanzien van de overige slachtoffers is er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs in het dossier om vast te stellen dat het de verdachte is geweest die de autobanden heeft vernield.
Ten aanzien van het onder 2 ten laste gelegde dient de verdachte te worden vrijgesproken, nu de opzet niet was gericht op de vernieling van de deur.
4.3.3.
Beoordeling
Vernieling autobanden
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat enkel de vernielingen gepleegd op 16 oktober 2023 wettig en overtuigend bewezen kunnen worden verklaard.
Vaststaat dat de verdachte op 16 oktober 2023 in ieder geval de vernieling aan een band van de bestelauto (met kenteken [kenteken 1] ) van slachtoffer [slachtoffer 1] heeft gepleegd. Op camerabeelden is te zien dat iemand bij de bestelauto handelingen verricht waarna de bestelauto naar beneden zakt. De verdachte herkent zichzelf op de beelden. Diezelfde nacht zijn ook banden van de auto’s van [slachtoffer 2] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] vernield. Deze auto’s stonden allen aan dezelfde straat geparkeerd, te weten de [straatnaam] . De verdachte verbleef destijds in een woning aan deze straat. Volgens zijn eigen verklaring was hij die nacht in de war en weet hij niet wat er is gebeurd.
Nu vaststaat dat de verdachte één band heeft vernield en de overige banden allemaal in dezelfde nacht en op dezelfde plaats zijn vernield, staat voor de rechtbank vast dat de verdachte ook deze banden heeft vernield.
De rechtbank acht echter onvoldoende aannemelijk geworden dat de verdachte ook de vernielingen op 17 en 18 oktober 2023 heeft gepleegd, nu er één of meerdere dagen tussen de eerste vernielingen zit en de modus operandi onvoldoende specifiek is.
De rechtbank komt derhalve tot de conclusie dat het onder 1 ten laste gelegde ten aanzien van de slachtoffers [slachtoffer 2] , [slachtoffer 1] , [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] wettig en overtuigend is bewezen.
Vernieling deur Woonbron
Uit de camerabeelden blijkt dat de verdachte zich in een portiek bevond met een stuk gereedschap in zijn hand. Dit gereedschap leek een kniptang. Hiermee maakte de verdachte knipbewegingen aan de bovenkant van de toegangsdeur.
Verbalisanten zijn ter plaatse gegaan en hebben geconstateerd dat de portiekdeur van de [straatnaam] niet meer dicht ging. Tevens zagen de verbalisanten dat er aan de bovenkant van de portiekdeur een losse kabel hing die mogelijk was doorgeknipt.
Gelet op het voorgaande staat vast dat de verdachte de deur heeft vernield. Het verweer dat de verdachte geen opzet had op deze vernieling wordt verworpen.
Met het doorknippen van de kabel heeft de verdachte de aanmerkelijke kans aanvaard dat hij het deursysteem van de Woonbron zou vernielen. De rechtbank acht derhalve het onder 2 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
4.4.
Bewijswaardering in de zaak met parketnummer 10/341797-23
4.4.1.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte moet worden vrijgesproken van het ten laste gelegde. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat de verdachte niet het oogmerk heeft gehad om het flesje AA Drink te stelen. Hij had een statiegeldbonnetje bij zich en wilde dit verzilveren en daarmee het flesje betalen.
4.4.2.
Beoordeling
Uit het dossier volgt dat de handelingen van de verdachte naar de uiterlijke verschijningsvormen gericht waren op het wegnemen van het flesje. De verdachte heeft het flesje immers in de winkel in zijn rugtas gestopt en is vervolgens voorbij de kassa gelopen zonder het flesje te betalen.
De rechtbank komt derhalve tot de conclusie dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen.
4.5.
Bewezenverklaring
Wettig en overtuigend is bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/011578-24, het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/004834-24, het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/272995-23, het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 09/000011-24 en het ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 10/341797-23 heeft begaan op die wijze dat:
10/011578-24
hij op 4 oktober 2023 te Schiedam,
opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere autoband(en), die geheel aan
- [slachtoffer 5] / [bedrijf 1] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 2] ),
- [slachtoffer 6] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 3] ),
- [slachtoffer 7] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 4] ),
- [slachtoffer 8] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 5] ),
- [slachtoffer 9] / [slachtoffer 10] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 6] ),
- [slachtoffer 11] (bedrijfsauto voorzien van kenteken [kenteken 7] ),
- [slachtoffer 12] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 8] )
- [slachtoffer 13] / [bedrijf 2] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 9] ),
- [slachtoffer 14] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 10] ),
- [slachtoffer 16] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 11] ),
- [slachtoffer 17] / [bedrijf 3] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 12] ),
- [slachtoffer 18] / [bedrijf 4] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 13] ),
- [slachtoffer 19] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 14] ),
- [slachtoffer 20] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 15] ),
- [slachtoffer 21] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 16] ),
- [slachtoffer 22] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 17] ),
- [slachtoffer 23] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 18] ),
- [slachtoffer 24] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 19] ),
en aan onbekend gebleven personen, toebehoorden heeft vernield, beschadigd,
en/ofonbruikbaar gemaakt ;
10/004834-24
1.
hij op 16 oktober 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk een autoband, dat geheel aan:
- [slachtoffer 2] (personenauto voorzien van kenteken: [kenteken 20] ), en
- [slachtoffer 1] (bestelauto voorzien van kenteken: [kenteken 1] ), en
- [slachtoffer 3] (personenauto voorzien van kenteken: [kenteken 21] ), en
- [slachtoffer 4] (personenauto voorzien van kenteken: [kenteken 22] ),
toebehoorde heeft vernield, beschadigd,
en/ofonbruikbaar gemaakt ;
2.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 31 oktober 2023 tot en met 1 november 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk het (automatische) (schuif)deursysteem, dat geheel aan Woonbron toebehoorde heeft vernield;
3.
hij op 17 oktober 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk een ruitdie geheel aan de Dirk van den Broek (gevestigd aan het Prinsenplein), toebehoorde heeft vernield;
10/272995-23
hij op 18 oktober 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk een grijpmachine en een glazen display met daarin een of meerdere horloges, die geheel aan Foto Rotterdam, [slachtoffer 50] , [bedrijf 5] en/of [benadeelde partij 21] , toebehoorden heeft vernield, beschadigd,
en/ofonbruikbaar gemaakt ;
09/000011-24
hij op 28 november 2023 te 's-Gravenhage
opzettelijk en wederrechtelijk:
- een voertuig (kenteken [kenteken 23] ) toebehorende aan [slachtoffer 25] (p. 121) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 24] ) toebehorende aan [slachtoffer 26] (p.118) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 25] ) toebehorende aan [slachtoffer 27] (p.114) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 26] ) toebehorende aan [slachtoffer 28] (p. 110) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 27] ) toebehorende aan [slachtoffer 29] (p. 108) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 28] ) toebehorende aan
[slachtoffer 30](p. 106) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 29] ) toebehorende aan [slachtoffer 31] (p. 104) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 30] ) toebehorende aan [slachtoffer 32] (p. 102) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 31] ) toebehorende aan [slachtoffer 33] (p. 95) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 32] ) toebehorende aan [slachtoffer 34] (p. 92) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 33] ) toebehorende aan [slachtoffer 35] (p. 88) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 34] ) toebehorende aan [slachtoffer 36] (p. 83) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 35] ) toebehorende aan [slachtoffer 37] (p. 81) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 36] ) toebehorende aan [slachtoffer 38] (p. 78) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 37] ) toebehorende aan [slachtoffer 39] (p. 76) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 38] ) toebehorende aan [slachtoffer 40] (p. 123) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 39] ) toebehorende aan [slachtoffer 41] (p. 97) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 40] ) toebehorende aan [slachtoffer 42] (p. 6 APV) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 41] ) toebehorende aan [slachtoffer 43] (p. 9 APV) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 42] ) toebehorende aan [slachtoffer 44] (p. 11 APV) en
- een voertuig (kenteken [kenteken 43] ) toebehorende aan [slachtoffer 45] (p. 13 APV), dat (telkens) geheel aan een ander toebehoorde heeft vernield, beschadigd,
en/ofonbruikbaar gemaakt ;
10/341797-23
hij op 27 december 2023 te Rotterdam,
een flesje AA Drink, dat geheel aan de Jumbo Supermarkt (locatie Schiedamseweg), toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan is gegrond op de redengevende inhoud van het voorgaande en op de inhoud van de wettige bewijsmiddelen, houdende tot bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Het vonnis zal in die gevallen waarin de wet dit vereist worden aangevuld met een later bij dit vonnis te voegen bijlage met daarin de inhoud dan wel de opgave van de bewijsmiddelen.

5.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
10/011578-24
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken, meermalen gepleegd;
10/004834-24
1.
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken, meermalen gepleegd;

2.en 3.

opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd;

10/272995-23
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken, meermalen gepleegd;
09/000011-24
opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, beschadigen, onbruikbaar maken, meermalen gepleegd;
10/341797-23
diefstal.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straffen

7.1.
Algemene overweging
De straffen die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich in de maanden oktober en november 2023 schuldig gemaakt aan een groot aantal vernielingen van autobanden, door in de avond of in de nacht met een mes of ander scherp voorwerp steeds één of meerdere banden van auto’s lek te steken. Dit zijn ergerlijke en overlastgevende feiten voor de gedupeerden die hiervan aangifte hebben gedaan, waardoor veel financiële schade is veroorzaakt.
Daarnaast heeft de verdachte zich in diezelfde periode schuldig gemaakt aan vernieling van een deursysteem, een ruit, een grijpmachine en een glazen display.
De verdachte heeft met zijn handelen blijk gegeven van een gebrek aan respect voor de eigendommen van anderen. Bovendien kan het plegen van dergelijke feiten leiden tot maatschappelijke onrust in de buurt waar het plaatsvindt.
Tot slot heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan diefstal van een flesje frisdrank. Diefstal is een buitengewoon ergerlijk feit, dat de bestolene ergernis en financiële schade berokkent. Voor diefstal uit winkels geldt bovendien dat kosten die daarmee gemoeid zijn worden doorberekend aan klanten die wel voor hun boodschappen betalen.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
19 augustus 2024, waaruit blijkt dat de verdachte in Nederland niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten. De verdachte is in Curaçao éénmaal veroordeeld ter zake van diefstal met geweld en bedreiging met geweld in vereniging.
7.3.2.
Rapportages
Psychiater [naam] heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 21 maart 2024. Dit rapport houdt het volgende in.
Bij de verdachte is sprake van een ongespecificeerde psychotische stoornis bij zwakbegaafdheid dan wel een lichte verstandelijke beperking. De verdachte leed ten tijde van het plegen van het ten laste gelegde aan voornoemde psychische stoornis en verstandelijke handicap en de gedragskeuzes en de gedragingen van de verdachte werden hierdoor beïnvloed.
Volgens de deskundige kon een eventueel verband tussen de diagnose en het ten laste gelegde niet goed worden onderzocht doordat de verdachte de vernielingen stellig ontkende. Gezien de beperkingen in het algehele functioneren van de verdachte kan worden overwogen hem dat ten laste gelegde in een verminderde mate toe te rekenen. Het risico op recidive wordt als hoog ingeschat.
Geadviseerd wordt een klinische psychiatrische behandeling van de verdachte in een FPA of FPK met expertise in de behandeling van verstandelijk beperkten, met aansluitende resocialisatie naar begeleid of beschermd wonen, of aansluitende repatriëring naar Curaçao, in het kader van bijzondere voorwaarden bij een voorwaardelijk strafdeel, onder toezicht van de reclassering.
Stichting Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 3 april 2024. Dit rapport houdt het volgende in.
De reclassering sluit zich aan bij de bevindingen van de hiervoor genoemde deskundige. Het risico op recidive wordt als hoog ingeschat. De reclassering adviseert dan ook bij een veroordeling een (deels) voorwaardelijke straf op te leggen met de bijzondere voorwaarden meldplicht en opname in een zorginstelling.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Gezien de ernst van de feiten kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf. Bij de bepaling van de duur van de gevangenisstraf heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met de bevindingen uit de hiervoor besproken rapportages, op grond waarvan de bewezen feiten in verminderde mate aan de verdachte worden toegerekend. Op basis daarvan zal de rechtbank het onvoorwaardelijk deel van de op te leggen gevangenisstraf gelijk stellen aan de duur van het voorarrest, met daarbij een voorwaardelijk strafdeel als stok achter de deur, met de algemene voorwaarde dat de verdachte geen strafbare feiten begaat. Dit voorwaardelijke strafdeel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen.
De rechtbank ziet geen aanleiding om de geadviseerde bijzondere voorwaarden op te leggen, nu zij de verdachte ter terechtzitting niet heeft kunnen spreken en de rapportages beperkt en inmiddels al een half jaar oud zijn.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straffen, waaronder de hieronder besproken verbeurdverklaringen, passend en geboden.

8.In beslag genomen voorwerpen

8.1.
Standpunt officier van justitie en verdediging
De officier van justitie heeft gevorderd het in beslag genomen gereedschap (omschrijving: [proces-verbaalnummer 1] ) en het mes (omschrijving: [proces-verbaalnummer 2] ) verbeurd te verklaren.
Ten aanzien van de inbeslaggenomen telefoon (omschrijving: [proces-verbaalnummer 3] ) en de tablet (omschrijving: [proces-verbaalnummer 4] ) heeft zij gevorderd de voorwerpen terug te geven aan de verdachte.
De verdediging heeft geen opmerkingen ten aanzien van het beslag.
8.2.
Beoordeling
De in beslag genomen voorwerpen te weten het gereedschap en het mes zullen worden verbeurd verklaard. De voorwerpen behoren aan de verdachte toe en de bewezen feiten zijn met behulp van deze voorwerpen begaan.
Ten aanzien van de in beslag genomen telefoon en tablet zal een last worden gegeven tot teruggave aan de verdachte.

9.Vorderingen benadeelde partijen/ schadevergoedingsmaatregelen

9.1.
Vorderingen benadeelde partijen in de zaak met parketnummer 10/011578-24
9.1.1.
Ingediende vorderingen
Als benadeelde partijen hebben zich ter zake van het ten laste gelegde feit diverse personen in het geding gevoegd. De benadeelde partijen vorderen telkens een vergoeding voor materiële schade en enkele keren ook een vergoeding voor immateriële schade en/of proceskosten. Deze vorderingen staan in onderstaande tabel vermeld:
Benadeelde partij
Materiële schade
Immateriële schade
Totaal
Proceskosten
[benadeelde partij 1]
€ 295
-
€ 295
-
[benadeelde partij 2]
€ 169,50
-
€ 169,50
-
[benadeelde partij 3]
€ 108
-
€ 108
-
[benadeelde partij 4]
€ 46,10
€ 500
€ 546,10
€ 100
[benadeelde partij 5] / [benadeelde partij 6]
€ 656,20
-
€ 656,20
-
[benadeelde partij 7]
€ 72,60
-
€ 72,60
-
[benadeelde partij 8]
€ 108
-
€ 108
-
[benadeelde partij 9]
€ 224,47
-
€ 224,47
-
[benadeelde partij 10]
€ 110
-
€ 110
-
[benadeelde partij 11]
€ 305,97
€ 55,56
€ 361,53
-
[benadeelde partij 12]
€ 353,08
-
€ 353,08
-
[benadeelde partij 13]
€ 272
-
€ 272
-
9.1.2.
Standpunt officier van justitie en verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen, voor zover onderbouwd en voor zover het rechtstreekse schade betreft van het ten laste gelegde feit, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregelen.
De benadeelde partij [benadeelde partij 1] dient ten aanzien de gederfde inkomsten en benzinekosten niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] dient ten aanzien van de immateriële schade en de proceskosten te worden afgewezen.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] dient ten aanzien van de kostenpost ‘vervangen spiegelglas’ te worden afgewezen.
De benadeelde partij [benadeelde partij 11] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen voor toewijzing vatbaar zijn, voor zover deze zijn onderbouwd en voor zover het rechtstreekse schade betreft.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] sluit de verdediging zich aan bij het standpunt van de officier van justitie.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] dient de vergoeding van € 5,- voor banden garantieplan te worden afgewezen danwel niet-ontvankelijk te worden verklaard.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] dient de vergoeding van de immateriële schade en proceskosten te worden afgewezen danwel niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De benadeelde partij [benadeelde partij 5] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
De benadeelde partij [benadeelde partij 11] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 13] dient te worden gematigd, nu er (veel) duurdere autobanden zijn aangeschaft.
9.1.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partijen [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 7] , [benadeelde partij 8] , [benadeelde partij 9] , [benadeelde partij 10] en [benadeelde partij 12] door het bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht. Deze vorderingen zijn niet betwist en zijn onderbouwd door overlegging van een factuur, een bankafschrift of pinbon. De vorderingen zijn daarmee toewijsbaar.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 13] merkt de rechtbank op dat op basis van de fotobijlage bij het verzoek, niet het merk van de lekke autobanden is te achterhalen. De vordering is voor het overige niet betwist en zal worden toegewezen.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 1] stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde strafbare feit, welke materiële schade bestaat uit de kosten voor nieuwe banden en het plaatsen daarvan. De rechtbank maakt gebruik van haar schattingsbevoegdheid (artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek), omdat de omvang van de geleden materiële schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld. Zij stelt de schade schattend vast op € 105,-.
Voor wat betreft de gederfde inkomsten en de benzinekosten zal de rechtbank de benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet-ontvankelijk verklaren, nu de vordering ten aanzien van dit deel onvoldoende is onderbouwd.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 3] geldt dat de kosten voor het bandengarantieplan niet in causaal verband staan met het bewezen verklaarde strafbare feit. Deze post, te weten een bedrag van € 4,-, zal daarom in mindering gebracht worden op de vordering, die voor het overige niet is betwist.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 4] stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde strafbare feit, welke materiële schade bestaat uit de kosten voor kapotte autoband. De rechtbank maakt gebruik van haar schattingsbevoegdheid (artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek), omdat de omvang van de geleden materiële schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld. Zij stelt de schade schattend vast op € 46,10.
Voor wat betreft de immateriële schade en de proceskosten zal de rechtbank de benadeelde partij [benadeelde partij 4] niet-ontvankelijk verklaren, nu de vordering ten aanzien van dit deel onvoldoende is onderbouwd.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 5] kan de rechtbank niet vaststellen dat de vordering tot schadevergoeding is ingediend door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de benadeelde partij. Daarom moet de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De benadeelde partij de mogelijkheid bieden om dit gebrek te herstellen levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafproces op. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
De benadeelde partij [benadeelde partij 11] zal niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering, nu de vordering tot schadevergoeding onvoldoende is onderbouwd. Een deel van de schade is reeds door de verzekering vergoed en alleen de premieverhoging als gevolg van het verlies van schadevrije jaren lijkt te worden gevorderd. Echter onduidelijk is wat de hoogte van dit bedrag is en hoe dit is onderbouwd. De benadeelde partij de gelegenheid geven voor een nadere toelichting en onderbouwing van haar vordering levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafproces op. De rechtbank zal daarom bepalen dat benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Wettelijke rente
De benadeelde partijen [benadeelde partij 1] , [benadeelde partij 2] , [benadeelde partij 3] , [benadeelde partij 4] , [benadeelde partij 7] , [benadeelde partij 8] , [benadeelde partij 9] , [benadeelde partij 10] , [benadeelde partij 12] en [benadeelde partij 13] hebben gevorderd de te vergoeden bedragen te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat de te vergoeden schadebedragen vermeerderd worden met wettelijke rente vanaf 4 oktober 2023.
Nu de vorderingen van de benadeelde partij (in overwegende mate) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerleggingen nog te maken.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen [bedrijf 2] en [slachtoffer 24] niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen de benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.2.
Vorderingen benadeelde partijen in de zaak met parketnummer 10/004834-24
9.2.1.
Ingediende vorderingen
Als benadeelde partijen hebben zich ter zake van de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten diverse personen in het geding gevoegd. De benadeelde partijen vorderen telkens een vergoeding voor materiële schade en één keer een vergoeding voor proceskosten. Deze vorderingen staan in onderstaande tabellen vermeld:
Feit 1
Benadeelde partij
Materiële schade
Immateriële schade
Totaal
Proceskosten
[benadeelde partij 14]
€ 236,43
-
€ 236,43
-
[benadeelde partij 15]
€ 188
-
€ 188
-
[benadeelde partij 16]
€ 300
-
€ 300
-
[benadeelde partij 17]
€ 375
-
€ 375
€ 1800
[benadeelde partij 18]
€ 600
-
€ 600
-
Feit 2
Benadeelde partij
Materiële schade
Immateriële schade
Totaal
[benadeelde partij 19]
€ 2.452,19
-
€ 2.452,19
9.2.2.
Standpunt officier van justitie en verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen, voor zover onderbouwd en voor zover het rechtstreekse schade betreft van de ten laste gelegde feiten, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregelen.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 14] dient de schade exclusief btw te worden vergoed, nu het gaat om een taxibedrijf.
De benadeelde partij [benadeelde partij 16] dient ten aanzien van de kostenpost ‘uitlijning’ niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
De benadeelde partij [benadeelde partij 17] dient niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 18] dient toegewezen te worden tot een bedrag van € 416,- en ten aanzien van de kostenpost ‘servicekosten’ niet-ontvankelijk in de vordering.
De benadeelde partij [benadeelde partij 19] dient ten aanzien van de schade vergrendeling toegangsdeur niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering en ten aanzien van de schade aan de intercom dient de vordering te worden afgewezen.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 15] voor toewijzing vatbaar is.
Ten aanzien van de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 14] , [benadeelde partij 16] en [benadeelde partij 18] sluit de verdediging zich aan bij het standpunt van de officier van justitie.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 17] stelt de verdediging zich primair op het standpunt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering. Subsidiair komen de kosten voor de autoband voor toewijzing in aanmerking, echter voor een lager bedrag.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 19] stelt de verdediging zich primair op het standpunt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering. Subsidiair dienen de kosten ten aanzien van toegangsdeur te worden gematigd en een bedrag te worden toegekend exclusief btw.
9.2.3.
Beoordeling
Vast is komen te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij 15] door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht. De vordering is onderbouwd door overlegging van een factuur en is daarmee toewijsbaar.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 17] stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het onder 1 bewezen verklaarde strafbare feit, welke materiële schade bestaat uit de kosten voor een autoband. De rechtbank maakt gebruik van haar schattingsbevoegdheid (artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek), omdat de omvang van de geleden materiële schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld. Zij stelt de schade schattend vast op € 300,-.
Voor wat betreft de gederfde inkomsten en de proceskosten zal de rechtbank de benadeelde partij [benadeelde partij 17] niet-ontvankelijk verklaren, nu de vordering ten aanzien van dit deel onvoldoende is onderbouwd.
De benadeelde partijen [benadeelde partij 14] , [benadeelde partij 16] en [benadeelde partij 18] zullen in de vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, nu de verdachte ten aanzien van dit deel van de tenlastelegging is vrijgesproken.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 19] kan de rechtbank niet vaststellen dat de vordering tot schadevergoeding is ingediend door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de benadeelde partij. Daarom moet de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De benadeelde partij de mogelijkheid bieden om dit gebrek te herstellen levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafproces op. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Wettelijke rente
De benadeelde partijen [benadeelde partij 15] en [benadeelde partij 17] hebben gevorderd de te vergoeden bedragen te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat de te vergoeden schadebedragen vermeerderd worden met wettelijke rente vanaf 16 oktober 2023.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 15] en [benadeelde partij 17] (in overwegende mate) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerleggingen nog te maken.
Nu de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 14] , [benadeelde partij 16] , [benadeelde partij 18] en [benadeelde partij 19] niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen de benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.3.
Vordering benadeelde partij in de zaak met parketnummer 10/272995-23
9.3.1.
Ingediende vordering
Als benadeelde partij heeft zich in het geding gevoegd [benadeelde partij 20] / [benadeelde partij 21] ter zake van het ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 13.050,- aan materiële schade en een vergoeding van € 3.000,- aan immateriële schade.
9.3.2.
Standpunt officier van justitie en verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering, nu de vordering onvoldoende is onderbouwd.
De verdediging heeft zich eveneens op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering.
9.3.3.
Beoordeling
De rechtbank kan niet vaststellen dat de vordering tot schadevergoeding is ingediend door een daartoe bevoegde vertegenwoordiger van de benadeelde partij. Daarom moet de benadeelde partij niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering. De benadeelde partij de mogelijkheid bieden om dit gebrek te herstellen levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafproces op. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Voor zover de vordering is ingediend door [benadeelde partij 21] :
De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in de vordering, nu de vordering onvoldoende is onderbouwd. Niet duidelijk is waarom dit schade is die de benadeelde partij in privé heeft geleden. De benadeelde partij de mogelijkheid bieden om dit gebrek te herstellen levert naar het oordeel van de rechtbank een onevenredige belasting van het strafproces op. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen.
Nu de benadeelde partij [benadeelde partij 20] / [benadeelde partij 21] niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.4.
Vorderingen benadeelde partijen in de zaak met parketnummer 09/000011-24
9.4.1.
Ingediende vorderingen
Als benadeelde partijen hebben zich ter zake van het ten laste gelegde feit diverse personen in het geding gevoegd. De benadeelde partijen vorderen telkens een vergoeding voor materiële schade en enkele keren ook een vergoeding voor immateriële schade en/of proceskosten. Deze vorderingen staan in onderstaande tabel vermeld:
Benadeelde partij
Materiële schade
Immateriële schade
Totaal
Proceskosten
[benadeelde partij 22]
€ 255
-
€ 255
-
[benadeelde partij 23]
€ 260
-
€ 260
€ 175
[benadeelde partij 24]
€ 420
€ 360
€ 780
-
[benadeelde partij 25]
€ 377,60
-
€ 377,60
€ 11
[benadeelde partij 26]
€ 100
-
€ 100
-
[benadeelde partij 27]
€ 180,68
-
€ 180,68
-
[benadeelde partij 28]
€ 75
-
€ 75
-
9.4.2.
Standpunt officier van justitie en verdediging
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot toewijzing van de vorderingen, voor zover onderbouwd en voor zover het rechtstreekse schade betreft van het ten laste gelegde feit, vermeerderd met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregelen.
De vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 22] dient ten aanzien van de kostenpost ‘lakschade’ te worden afgewezen.
De benadeelde partij [benadeelde partij 23] dient ten aanzien de gederfde inkomsten niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vordering.
De benadeelde partij [benadeelde partij 24] dient te worden gematigd tot een bedrag van € 300,- aan materiële schade en voor het overige niet-ontvankelijk te worden verklaard.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde partij 25] en [benadeelde partij 26] voor toewijzing vatbaar zijn, voor zover deze zijn onderbouwd en voor zover het rechtstreekse schade betreft.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 22] sluit de verdediging zich aan bij het standpunt van de officier van justitie.
De benadeelde partijen [benadeelde partij 23] , [benadeelde partij 24] en [benadeelde partij 27] , deze laatste voor wat betreft de kosten van de monteur ter plaatse, dienen niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vorderingen.
Ten aanzien van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij 28] stelt de verdediging zich primair op het standpunt dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vordering. Subsidiair komt de vordering voor toewijzing in aanmerking.
9.4.3.
Beoordeling
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 22] stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde strafbare feit, welke materiële schade bestaat uit de kosten voor een nieuwe band. De rechtbank maakt gebruik van haar schattingsbevoegdheid (artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek), omdat de omvang van de geleden materiële schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld. Zij stelt de schade schattend vast op € 75,-.
Ten aanzien van de kostenpost ‘lakschade’ zal de rechtbank de vordering afwijzen, nu er geen causaal verband kan worden vastgesteld met het bewezen verklaarde strafbare feit. Voor zover de benadeelde partij [benadeelde partij 22] meer of andere vorderingen tot schadevergoeding heeft willen indienen, zal hij daarin niet-ontvankelijk worden verklaard omdat hij het daartoe ingediende (tweede) formulier niet heeft ondertekend en de daarin opgenomen vorderingen ook niet nader heeft onderbouwd.
De benadeelde partij [benadeelde partij 23] zal niet-ontvankelijk worden verklaard in de vordering, nu de vordering onvoldoende is onderbouwd: (i) uit de offerte blijkt niet dat de kosten gemaakt zijn, en (ii) in de offerte staat: “links achter plus rechts achter banden vervangen (…)”, terwijl in de aangifte staat (p. 106 procesdossier): “mijn linker voor en echter banden lek zijn”. De benadeelde partij zal tevens niet-ontvankelijk worden verklaard ten aanzien van de proceskosten (de rechtbank begrijpt: de gederfde inkomsten), nu deze onvoldoende is onderbouwd.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 24] stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde strafbare feit, welke materiële schade bestaat uit de kosten voor nieuwe banden en het laten plaatsen daarvan. De rechtbank maakt gebruik van haar schattingsbevoegdheid (artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek), omdat de omvang van de geleden materiële schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld. Zij stelt de schade schattend vast op € 300,-.
Voor wat betreft de immateriële schade (gederfde inkomsten) zal de rechtbank de benadeelde partij [benadeelde partij 24] niet-ontvankelijk verklaren, nu de vordering ten aanzien van dit deel onvoldoende is onderbouwd.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 25] stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde strafbare feit. De vordering is ten aanzien van de materiële schade onderbouwd door overlegging van een factuur en is daarmee toewijsbaar. Ten aanzien van de proceskosten (reiskosten naar de rechtbank) zal de vordering worden afgewezen, nu de benadeelde partij niet ter terechtzitting is verschenen.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 26] stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde strafbare feit. De vordering is onderbouwd door overlegging van een bankafschrift en is daarmee toewijsbaar.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 27] stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde strafbare feit, welke materiële schade bestaat uit de kosten voor nieuwe banden en monteurkosten.
Ten aanzien van de benadeelde partij [benadeelde partij 28] stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij rechtstreeks schade heeft geleden door het bewezen verklaarde strafbare feit, welke materiële schade bestaat uit de kosten voor een autoband. De rechtbank maakt gebruik van haar schattingsbevoegdheid (artikel 6:97 van het Burgerlijk Wetboek), omdat de omvang van de geleden materiële schade niet nauwkeurig kan worden vastgesteld. Zij stelt de schade schattend vast op € 75,-.
Wettelijke rente
De benadeelde partijen [benadeelde partij 22] , [benadeelde partij 24] , [benadeelde partij 25] , [benadeelde partij 26] , [benadeelde partij 27] en [benadeelde partij 28] hebben gevorderd de te vergoeden bedragen te vermeerderen met wettelijke rente. De rechtbank bepaalt dat de te vergoeden schadebedragen vermeerderd worden met wettelijke rente vanaf 28 november 2023.
Nu de vorderingen van de benadeelde partij (in overwegende mate) zullen worden toegewezen, zal de verdachte worden veroordeeld in de kosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerleggingen nog te maken.
Nu de benadeelde partij [benadeelde partij 23] niet-ontvankelijk zal worden verklaard, zal de benadeelde partij worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vordering gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.
9.5.
Conclusie
De verdachte dient de navolgende bedragen te betalen:
  • aan [benadeelde partij 1] : € 105,-;
  • aan [benadeelde partij 2] : € 169,50;
  • aan [benadeelde partij 3] : € 108;
  • aan [benadeelde partij 4] : € 46,10;
  • aan [benadeelde partij 7] : € 72,60;
  • aan [benadeelde partij 8] : € 108,-;
  • aan [benadeelde partij 9] : € 224,47;
  • aan [benadeelde partij 10] : € 110,-;
  • aan [benadeelde partij 12] : € 353,08;
  • aan [benadeelde partij 13] : € 272,-;
  • aan [benadeelde partij 15] : € 188,-;
  • aan [benadeelde partij 17] : € 300,-;
  • aan [benadeelde partij 22] : € 75,-;
  • aan [benadeelde partij 24] : € 300,-;
  • aan [benadeelde partij 25] : € 377,60;
  • aan [benadeelde partij 26] : € 100,-;
  • aan [benadeelde partij 27] : € 180,68;
  • aan [benadeelde partij 28] : € 75,-.
Over een deel van de gevorderde schadevergoedingen wordt in deze procedure geen inhoudelijke beslissing genomen. In die gevallen vloeit voor de verdachte dan ook geen betalingsverplichting voort.
Schadevergoedingsmaatregelen
Tevens wordt telkens oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36f, 57, 310 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde feit op de dagvaarding met parketnummer 10/011578-24, de onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde feiten op de dagvaarding met parketnummer 10/004834-24, het ten laste gelegde op de dagvaarding met parketnummer 10/272995-23, het ten laste gelegde op de dagvaarding met parketnummer 09/000011-24 en het ten laste gelegde op de dagvaarding met parketnummer 10/341797-23, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 274 (tweehonderd vierenzeventig) dagen;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte, groot
90 (negentig) dagen niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een proeftijd, die wordt gesteld op 2 jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft;
stelt als algemene voorwaarde:
de veroordeelde zal zich vóór het einde van de proeftijd niet aan een strafbaar feit schuldig maken;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1 en 2 (in de zaak met parketnummer 10/004834-24):
- 1 STK Gereedschap (omschrijving: [proces-verbaalnummer 1] );
- 1 STK Mes (omschrijving: [proces-verbaalnummer 2] );
- gelast de teruggave aan verdachte van:
- 1 STK Telefoontoestel (omschrijving: [proces-verbaalnummer 3] );
- 1 STK Tablet (omschrijving: [proces-verbaalnummer 4] );
In de zaak met parketnummer 10/011578-24
verklaart
de benadeelde partijen [benadeelde partij 5] en [benadeelde partij 11] niet-ontvankelijk inde vorderingen;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen de navolgende bedragen te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 4 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
Benadeelde partij
Materiële schade
Totaal
[benadeelde partij 1]
€ 105,-
€ 105,-
[benadeelde partij 2]
€ 169,50
€ 169,50
[benadeelde partij 3]
€ 108,-
€ 108,-
[benadeelde partij 4]
€ 46,10
€ 46,10
[benadeelde partij 7]
€ 72,60
€ 72,60
[benadeelde partij 8]
€ 108,-
€ 108,-
[benadeelde partij 9]
€ 224,47
€ 224,47
[benadeelde partij 10]
€ 110,-
€ 110,-
[benadeelde partij 12]
€ 353,08
€ 353,08
[benadeelde partij 13]
€ 272,-
€ 272,-
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partijen begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
verklaart de benadeelde partijen [benadeelde partij 1] en [benadeelde partij 4] , niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de na te noemen benadeelde partijen de navolgende bedragen te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 4 oktober 2023, en beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal
gijzelingkan worden toegepast voor de hierna volgende duur; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
Benadeelde partij
Bedrag
Maximaal aantal dagen gijzeling
[benadeelde partij 1]
€ 105,-
2
[benadeelde partij 2]
€ 169,50
3
[benadeelde partij 3]
€ 108,-
2
[benadeelde partij 4]
€ 46,10
1
[benadeelde partij 7]
€ 72,60
1
[benadeelde partij 8]
€ 108,-
2
[benadeelde partij 9]
€ 224,47
4
[benadeelde partij 10]
€ 110,-
2
[benadeelde partij 12]
€ 353,08
7
[benadeelde partij 13]
€ 272,-
5
verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd;
In de zaak met parketnummer 10/004834-24
verklaart
de benadeelde partijen [benadeelde partij 14] , [benadeelde partij 16] , [benadeelde partij 18] en [benadeelde partij 19] niet-ontvankelijkin de vorderingen;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen de navolgende bedragen te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 16 oktober 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
Benadeelde partij
Materiële schade
Totaal
[benadeelde partij 15]
€ 188,-
€ 188,-
[benadeelde partij 17]
€ 300,-
€ 300,-
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partijen begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 17] niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vordering; bepaalt dat dit deel van de vordering slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
legt aan de verdachte
de maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de na te noemen benadeelde partijen de navolgende bedragen te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 oktober 2023, en beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal
gijzelingkan worden toegepast voor de hierna volgende duur; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
Benadeelde partij
Bedrag
Maximaal aantal dagen gijzeling
[benadeelde partij 15]
€ 188,-
3
[benadeelde partij 17]
€ 300,-
6
verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd;
In de zaak met parketnummer 10/272995-23
verklaart
de benadeelde partij [benadeelde partij 20] / [benadeelde partij 21] niet-ontvankelijkin de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
In de zaak met parketnummer 09/000011-24
verklaart
de benadeelde partij [benadeelde partij 23] niet-ontvankelijkin de vordering;
veroordeelt de benadeelde partij in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, en begroot deze kosten op nihil;
veroordeelt de verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partijen de navolgende bedragen te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 28 november 2023 tot aan de dag der algehele voldoening;
Benadeelde partij
Materiële schade
Totaal
[benadeelde partij 22]
€ 75,-
€ 75,-
[benadeelde partij 24]
€ 300,-
€ 300,-
[benadeelde partij 25]
€ 377,60
€ 377,60
[benadeelde partij 26]
€ 100,-
€ 100,-
[benadeelde partij 27]
€ 180,68
€ 180,68
[benadeelde partij 28]
€ 75
€ 75
veroordeelt de verdachte in de proceskosten door de benadeelde partijen gemaakt, tot op heden aan de zijde van de benadeelde partijen begroot op nihil en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken;
verklaart de benadeelde partijen [benadeelde partij 22] , met uitzondering van de vordering wegens ‘lakschade’ en [benadeelde partij 24] , niet-ontvankelijk in het resterende deel van de vorderingen; bepaalt dat dit deel van de vorderingen slechts kan worden aangebracht bij de burgerlijke rechter;
wijst af het door de benadeelde partijen [benadeelde partij 22] en [benadeelde partij 25] meer of anders gevorderde;
legt aan de verdachte de
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van de na te noemen benadeelde partijen de navolgende bedragen te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 28 november 2023, en beveelt dat bij gebreke van volledige betaling en volledig verhaal
gijzelingkan worden toegepast voor de hierna volgende duur; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
Benadeelde partij
Bedrag
Maximaal aantal dagen gijzeling
[benadeelde partij 22]
€ 75,-
1
[benadeelde partij 24]
€ 300,-
6
[benadeelde partij 25]
€ 377,60
7
[benadeelde partij 26]
€ 100,-
2
[benadeelde partij 27]
€ 180,68
3
[benadeelde partij 28]
€ 75
1
verstaat dat betaling aan de benadeelde partijen tevens geldt als betaling aan de staat ten behoeve van de benadeelde partijen en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. R.H. Kroon, voorzitter,
en mrs. S.M. den Hollander en J.A. Terstegge, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Dere, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
De oudste rechter en de jongste rechter zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
10/011578-24
hij op of omstreeks 4 oktober 2023 te Schiedam, althans in Nederland,
opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere (auto)band(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan
- [slachtoffer 5] / [bedrijf 1] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 2] ),
- [slachtoffer 6] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 3] ),
- [slachtoffer 7] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 4] ),
- [slachtoffer 8] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 5] ),
- [slachtoffer 9] / [slachtoffer 10] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 6] ),
- [slachtoffer 11] (bedrijfsauto voorzien van kenteken [kenteken 7] ),
- [slachtoffer 12] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 8] )
- [slachtoffer 13] / [bedrijf 2] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 9] ),
- [slachtoffer 14] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 10] ),
- [slachtoffer 16] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 11] ),
- [slachtoffer 17] / [bedrijf 3] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 12] ),
- [slachtoffer 18] / [bedrijf 4] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 13] ),
- [slachtoffer 19] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 14] ),
- [slachtoffer 20] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 15] ),
- [slachtoffer 21] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 16] ),
- [slachtoffer 22] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 17] ),
- [slachtoffer 23] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 18] ),
- [slachtoffer 24] (personenauto voorzien van kenteken [kenteken 19] ),
en/of aan onbekend gebleven personen, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
10/004834-24
1.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 16 oktober 2023 tot en met 18 oktober 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere (auto)band(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan:
- [slachtoffer 2] (personenauto voorzien van kenteken: [kenteken 20] ), en/of
- [slachtoffer 1] (bestelauto voorzien van kenteken: [kenteken 1] ), en/of
- [slachtoffer 46] (personenauto voorzien van kenteken: [kenteken 44] ), en/of
- [slachtoffer 47] (personenauto voorzien van kenteken: [kenteken 45] ), en/of
- [slachtoffer 3] (personenauto voorzien van kenteken: [kenteken 21] ), en/of
- [slachtoffer 48] (personenauto voorzien van kenteken: [kenteken 46] ), en/of
- [slachtoffer 4] (personenauto voorzien van kenteken: [kenteken 22] ), en/of
- [slachtoffer 49] (personenauto voorzien van kenteken: [kenteken 47] ),
in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
2.
hij op één of meer tijdstippen in de periode van 31 oktober 2023 tot en met 1 november 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk een (schuif)deur en/of het (automatische) (schuif)deursysteem, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Woonbron, in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
3.
hij op of omstreeks 17 oktober 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk een of meerdere ruit(en), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Dirk van den Broek (gevestigd aan het Prinsenplein), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
10/272995-23
hij op of omstreeks 18 oktober 2023 te Rotterdam,
opzettelijk en wederrechtelijk een grijpmachine en/of een glazen display met daarin een of meerdere horloges, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan Foto Rotterdam, [slachtoffer 50] , [bedrijf 5] en/of [slachtoffer 51] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
09/000011-24
hij op of omstreeks 28 november 2023 te 's-Gravenhage
opzettelijk en wederrechtelijk:
- een voertuig (kenteken [kenteken 23] ) toebehorende aan [slachtoffer 25] (p. 121) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 24] ) toebehorende aan [slachtoffer 26] (p.118) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 25] ) toebehorende aan [slachtoffer 27] (p.114) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 26] ) toebehorende aan [slachtoffer 28] (p. 110) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 27] ) toebehorende aan [slachtoffer 29] (p. 108) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 28] ) toebehorende aan [slachtoffer 15] (p. 106) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 29] ) toebehorende aan [slachtoffer 31] (p. 104) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 30] ) toebehorende aan [slachtoffer 32] (p. 102) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 31] ) toebehorende aan [slachtoffer 33] (p. 95) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 32] ) toebehorende aan [slachtoffer 34] (p. 92) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 33] ) toebehorende aan [slachtoffer 35] (p. 88) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 34] ) toebehorende aan [slachtoffer 36] (p. 83) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 35] ) toebehorende aan [slachtoffer 37] (p. 81) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 36] ) toebehorende aan [slachtoffer 38] (p. 78) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 37] ) toebehorende aan [slachtoffer 39] (p. 76) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 38] ) toebehorende aan [slachtoffer 40] (p. 123) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 39] ) toebehorende aan [slachtoffer 41] (p. 97) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 40] ) toebehorende aan [slachtoffer 42] (p. 6 APV) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 41] ) toebehorende aan [slachtoffer 43] (p. 9 APV) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 42] ) toebehorende aan [slachtoffer 44] (p. 11 APV) en/of
- een voertuig (kenteken [kenteken 43] ) toebehorende aan [slachtoffer 45] (p. 13 APV), in elk geval enig goed, dat (telkens) geheel of ten dele aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
10/341797-23
hij op of omstreeks 27 december 2023 te Rotterdam,
een flesje AA Drink, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan de Jumbo Supermarkt (locatie Schiedamseweg), in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.