mw. mr. S. Wierink

De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om vervangende toestemming voor verhuizing van de minderjarigen naar Nieuwediep afgewezen, omdat de noodzaak niet is aangetoond en de belangen van de minderjarigen en de man zwaarder wegen.

De rechtbank verklaart de klacht van verzoeker ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat de toediening van intramusculaire depotmedicatie proportioneel en noodzakelijk is.

De rechtbank verklaart de klacht van verzoekster over de te late uitreiking van de Wvggz beslissing gegrond, maar de overige klachten ongegrond. Verweerder moet € 100,- schadevergoeding betalen.

Rechtbank Rotterdam oordeelt over benadeling huwelijksgemeenschap door overdracht onroerend goed in Kroatië zonder toestemming van de vrouw. Taxatie van het onroerend goed wordt aangevraagd.

De rechtbank Rotterdam stelt prejudiciële vragen aan de Hoge Raad over de procespositie van de jongmeerderjarige in echtscheidingsprocedures en neemt een voorlopige beslissing over de bijdrage in levensonderhoud en studie.

De voorzieningenrechter verklaart het beroep van verzoeker gegrond en wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, omdat er geen gevaar was bij de oplegging van het huisverbod.

De rechtbank verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn klacht en verzoek om schadevergoeding onder de Wvggz, vanwege termijnoverschrijding.

De rechtbank heeft bepaald dat de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader zal zijn, en het verzoek om eenhoofdig gezag is afgewezen.

De rechtbank beveelt de vrouw om met de minderjarige terug te verhuizen naar Nederland en stelt de hoofdverblijfplaats van het kind bij de man vast, onder verbeurte van een dwangsom.

Rechtbank Rotterdam verleent zorgmachtiging op basis van Wvggz, wijst verzoek om verplichte anticonceptie af.

De rechtbank heeft de echtscheiding uitgesproken en de behandeling van nevenvoorzieningen aangehouden, met toepassing van Nederlands en New Jersey recht.

De rechtbank heeft het verzoek van de man tot wijziging van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige naar Amerika toegewezen, met ingang van 27 december 2023, en benadrukt het belang van duidelijke afspraken over de zorgregeling.

De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw tot wijziging van de hoofdverblijfplaats van de minderjarige en tot betaling van kindgebonden budget en kinderbijslag afgewezen.

Wrakingsverzoek toegewezen wegens vooringenomenheid van rechters in bestuursrechtelijke zaak. Verzoeker was verhinderd door medische redenen en de rechters negeerden deze situatie.

Rechtbank vernietigt UWV-besluit over ZW-uitkering wegens onvoldoende motivering en gebrek aan fysiek onderzoek. Eiser krijgt schadevergoeding van € 1.000,-.

De rechtbank vernietigt de loonsanctie van het UWV, oordeelt dat de werkgever de adviezen van de bedrijfsarts mocht volgen en herroept het primaire besluit.

Rechtbank Rotterdam oordeelt dat de officier van justitie in verzuim was door een verzoek tot ontslag niet tijdig in te dienen, wat leidt tot schadevergoeding van € 330,- aan verzoeker.

De rechtbank heeft voorlopige voorzieningen getroffen in een echtscheidingsprocedure, waarbij de zorgregeling voor de minderjarigen is vastgesteld en het verzoek om een kinderbijdrage is afgewezen.

De rechtbank verleent een zorgmachtiging voor betrokkene op verzoek van de officier van justitie, vanwege een schizo-affectieve stoornis en het risico op ernstig nadeel.

De rechtbank vernietigt de afwijzing van de asielaanvraag van eiser, oordeelt dat het asielrelaas positieve overtuigingskracht heeft en dat de bekering tot het christendom niet ongeloofwaardig is.

Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt intrekking verblijfsvergunning asiel op basis van onvoldoende bewijs en oordeelt dat de bewijslast bij de verweerder ligt.

Rechtbank 's-Gravenhage vernietigt de afwijzing van de mvv-aanvraag voor gezinshereniging van een 19-jarige Turkse eiseres, oordelend dat zij voldeed aan de voorwaarden van het Besluit 1/80.

De rechtbank oordeelt dat de Minister niet in redelijkheid de afwijzing van de asielaanvraag kon baseren op onvoldoende informatie over de reis van eiser. De rechtbank biedt de Minister de kans om de geloofwaardigheid van het asielrelaas opnieuw te beoordelen.

De rechtbank oordeelt dat de gezinsband tussen pleegkinderen en referent niet verbroken is en verklaart het beroep gegrond. Verweerder moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen.

Rechtbank 's-Gravenhage verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk, omdat het terugkeerbesluit onverplicht is en de ongewenstverklaring als terugkeerbesluit geldt.