In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 15 oktober 2024, wordt een klacht behandeld van verzoeker, die zich richt tegen de beslissing van de klachtencommissie van zorgaanbieder Yulius. Verzoeker heeft klachten ingediend over de toediening van intramusculaire depotmedicatie, welke door de klachtencommissie ongegrond is verklaard. De rechtbank oordeelt dat het verzoekschrift tijdig is ingediend en dat verzoeker ontvankelijk is in zijn klacht. De rechtbank beoordeelt de klacht aan de hand van de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit zoals vastgelegd in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank komt tot de conclusie dat de toediening van de intramusculaire depotmedicatie gerechtvaardigd is, gezien de eerdere psychische ontregelingen van verzoeker en de noodzaak om hem te beschermen tegen verdere ontregelingen. De rechtbank wijst de klacht van verzoeker ongegrond en verklaart het verzoek om schadevergoeding eveneens af, omdat er geen aanleiding is voor toekenning van schadevergoeding. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.