In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 15 december 2023 een beschikking gegeven in het kader van een echtscheiding tussen een man en een vrouw, die gehuwd zijn in Machala, Ecuador. De man heeft de Nederlandse nationaliteit, terwijl de vrouw zowel de Ecuadoraanse als de Belgische nationaliteit heeft. De procedure begon met een verzoekschrift van de man op 21 februari 2023, gevolgd door diverse verweerschriften en verzoeken van beide partijen. De mondelinge behandeling vond plaats op 27 oktober 2023, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft om te oordelen over het verzoek tot echtscheiding, aangezien de gewone verblijfplaats van partijen zich in Nederland bevond. De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen, op basis van de relevante artikelen van de Europese verordening en het Burgerlijk Wetboek. Daarnaast zijn er nevenvoorzieningen verzocht door beide partijen, waaronder verzoeken met betrekking tot de woning, levensonderhoud en de verdeling van goederen.
De rechtbank heeft ook geoordeeld over het toepasselijke recht voor het huwelijksvermogensregime, waarbij het recht van New Jersey van toepassing is, gezien de eerste huwelijksdomicilie van partijen. De rechtbank heeft de verdere behandeling van de nevenvoorzieningen aangehouden, omdat de vrouw onvoldoende Nederlands sprak en geen tolk had meegenomen. De rechtbank heeft de griffier gelast om een nieuwe mondelinge behandeling te plannen, waarbij de vrouw verantwoordelijk is voor het regelen van een tolk. De beschikking is openbaar uitgesproken en partijen hebben het recht om binnen drie maanden hoger beroep in te stellen.