mw. mr. M.M. Janssen-Witteveen

Verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek omdat dit niet tijdig is ingediend, meer dan een maand na de zitting.

Wrakingsverzoek ongegrond verklaard; geen aanwijzingen voor partijdigheid van de rechter. Nieuwe wrakingsgronden niet meegenomen.

Wrakingsverzoek van verzoeker uit België tegen rechter-commissaris mr. E.J.W. Verhaagh ongegrond verklaard; geen objectief gerechtvaardigde vrees voor vooringenomenheid.

De rechtbank heeft het verzoek van de moeder om haar gezag over [minderjarige] te herstellen aangehouden in afwachting van meer informatie van de WSJ. De zitting wordt voortgezet op 11 juli 2024.

De rechtbank weigert de bijstand van betrokkene in familie- en jeugdzaken voor twee jaar vanwege ernstige bezwaren, voortkomend uit schrapping als advocaat.

Rechtbank Midden-Nederland verleent zorgmachtiging voor betrokkene met psychotische stoornis en borstkanker, ondanks weigering van behandeling. De machtiging geldt tot 25 februari 2025.

De rechtbank verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoeken tegen mr. B. van Walderveen, omdat de gronden voor wraking al eerder bekend waren.

Wrakingsverzoek ongegrond verklaard; geen (schijn van) vooringenomenheid van de rechter aangetoond.

Verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek tegen de rechter en de rechtbank, omdat er nog geen behandelend rechter is en wraking alleen kan plaatsvinden tegen een individuele rechter.

Verzoeker is niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek tegen de rolrechter en griffier. Volgend wrakingsverzoek wordt niet in behandeling genomen.

Wrakingsverzoek van verzoeker niet ontvankelijk verklaard na eindbeslissing van de wrakingskamer. Volgend verzoek om wraking wordt niet in behandeling genomen.

Wrakingsverzoek tegen mr. O. Veldman niet-ontvankelijk verklaard wegens gebrek aan concrete feiten van vooringenomenheid.

Verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek tegen de rechter en de rechtbank Midden-Nederland, omdat er nog geen behandelend rechter bekend is in de hoofdzaak.

Wrakingsverzoek tegen rolrechter en griffier niet-ontvankelijk verklaard door Rechtbank Midden-Nederland op 30 mei 2023.

Verzoeker is niet-ontvankelijk in zijn wrakingsverzoek tegen de rechtbank Midden-Nederland, omdat het verzoek niet voldoet aan de wettelijke vereisten.

Verzoeker is niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoeken tegen de rechter, griffier en rechtbank, omdat geen feiten zijn aangevoerd die vooringenomenheid aantonen.

Verzoekers worden niet-ontvankelijk verklaard in hun wrakingsverzoek tegen de griffier. De wrakingskamer oordeelt dat de griffier geen taken heeft die gelijk zijn aan die van een rechter.

Verzoeker is niet-ontvankelijk in wrakingsverzoek tegen griffier en in delen van het verzoek tegen de rechter. De wrakingskamer oordeelt dat geen vooringenomenheid is aangetoond.

Wrakingsverzoek afgewezen wegens te late indiening; geen bijzondere omstandigheden die het tijdsverloop rechtvaardigen.

Wrakingsverzoek tegen mr. H.M.M. Steenberghe ongegrond verklaard; geen objectieve aanwijzingen voor partijdigheid. Hoger beroep is de juiste weg voor onvrede over eerdere uitspraken.

Wrakingsverzoek van verzoeker ongegrond verklaard; rechterlijke onpartijdigheid niet aangetoond.

Wrakingsverzoek tegen rechter mr. R.M. Berendsen ongegrond verklaard; geen aanwijzingen voor partijdigheid.

Wrakingsverzoek tegen mr. S.C. Hagedoorn ongegrond verklaard; rechter bood voldoende gelegenheid voor verdediging, geen vooringenomenheid aangetoond.

De rechtbank houdt de beslissing over de zorgregeling en het gezag voor zes maanden aan, in afwachting van hulpverlening bij KLEM. De voorlopige zorgregeling blijft gelden.

De Rechtbank Midden-Nederland heeft op 14 juli 2022 een verschoningsverzoek toegewezen van mr. H.M.M. Steenberghe, omdat hij zich niet vrij voelde om de hoofdzaak te behandelen door samenwerking met de advocaat van een van de partijen.

Rechtbank Midden-Nederland oordeelt over alimentatieverplichtingen in echtscheiding; man moet € 25,- per kind per maand betalen; vrouw moet € 12.643,- vergoeden voor recherchekosten.

De kinderrechter heeft het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling en het verzoek tot bekrachtiging van de schriftelijke aanwijzing afgewezen, omdat de rol van de GI eindigde en er geen noodzaak meer was voor ondertoezichtstelling.