ECLI:NL:RBMNE:2023:2541
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet-ontvankelijk verklaard tegen de rechtbank Midden-Nederland
Op 30 mei 2023 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Midden-Nederland, zittende in Utrecht, uitspraak gedaan in een wrakingszaak. Verzoeker, wonende in Duitsland, had op 13 mei 2023 een verzoek tot wraking ingediend tegen de rechtbank in een lopende zaak met zaaknummer UTR 22/5545. Op 26 mei 2023 heeft verzoeker een aanvullende e-mail gestuurd naar de wrakingskamer. De wrakingskamer heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling, omdat de ingediende e-mails voldoende informatie bevatten om tot een beslissing te komen.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een wrakingsverzoek alleen kan worden ingediend tegen rechters die daadwerkelijk de zaak behandelen. Aangezien verzoeker zijn verzoek heeft gericht tegen alle rechters van de rechtbank Midden-Nederland, heeft de wrakingskamer geoordeeld dat er geen sprake is van een geldig wrakingsverzoek in de zin van de wet. Hierdoor is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek.
De beslissing houdt in dat de procedure van verzoeker met zaaknummer UTR 22/5545 moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.