Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van de achter gesloten deuren gehouden mondelinge behandeling van de kinderrechter op 16 maart 2022, in de zaak van de gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering (hierna: GI) betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling (hierna: ots) en omgangsregeling van de (twee) kinderen [naam] , waarbij verzoekster als moeder belanghebbende is;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling op 31 maart 2023, in de zaak van de GI aangaande de verlenging van de ots van de kinderen [naam] , waaruit de wraking van kinderrechter rnr. R.R. Everaars-Katerberg namens verzoekster volgt;
- de schriftelijke reactie van mr. Everaars-Katerberg van 7 april 2023.
2.Het wrakingsverzoek
de wrakingskamer begrijpt: moeder en vader] een uur omgang.” Verzoekster heeft dit als een dreigement opgevat, waardoor zij twijfelt aan de onpartijdigheid van de rechter. Op de wrakingszitting heeft mr. Hofstra ter toelichting hierop het volgende naar voren gebracht. Verzoekster heeft de opmerking van de rechter als zeer kwetsend ervaren, temeer daar één van haar kinderen net na een periode van half jaar uithuisplaatsing was teruggeplaatst. Na de mondelinge behandeling heeft verzoekster een klacht ingediend tegen de rechter. Bij de vijf of zes zittingen in andere procedures die verzoekster daarna bij de rechtbank heeft gehad, waren steeds andere rechters betrokken. Verzoekster was in de veronderstelling dat dat samenhing met de ingediende klacht. Bij aankomst op de zitting van 31 maart 2023 was verzoekster onaangenaam verrast toen (onaangekondigd) dezelfde rechter als die van de mondelinge behandeling op 16 maart 2022 de behandelend rechter was. Hierop is de rechter namens verzoekster gewraakt. De opmerking van de rechter kan objectief bedoeld zijn, de opmerking en de verwachte invloed van de klacht op de verdere behandeling maken dat verzoekster het gevoel heeft gekregen dat de rechter vooringenomen was, althans kon zijn. Het wrakingsverzoek is tijdig gedaan. Uit het wrakingsverzoek en de toelichting daarop volgt voldoende duidelijk dat het verzoek gegrond is op een combinatie van omstandigheden, te weten de bewuste opmerking ter zitting, de nadien daartegen ingediende klacht en de confrontatie met deze rechter ter zitting. Direct op de zitting heeft verzoekster het wrakingsverzoek gedaan. Daarmee is het verzoek tijdig gedaan in de zin van artikel 37 Rv.
3.De beoordeling
zodradie feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden.