ECLI:NL:RBMNE:2023:2972
Rechtbank Midden-Nederland
- Wraking
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek niet ontvankelijk verklaard na eindbeslissing wrakingskamer
Op 12 juni 2023 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de wrakingskamer, bestaande uit mr. J.G. Nicholson, voorzitter, en mr. A.F. Hermans en mr. M.M. Janssen-Witteveen, als leden. Dit verzoek was gericht tegen een rechter in twee bestuursrechtzaken waarin verzoeker partij is. De wrakingskamer heeft besloten om af te zien van een mondelinge behandeling van het verzoek.
De wrakingskamer heeft in haar beoordeling vastgesteld dat artikel 8:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) bepaalt dat een rechter kan worden gewraakt op basis van feiten die de onpartijdigheid van de rechter in gevaar kunnen brengen. Echter, het doel van wraking kan niet meer worden bereikt als er al een einduitspraak is gedaan. Aangezien de wrakingskamer op 12 juni 2023 al een eindbeslissing had genomen, was het wrakingsverzoek van verzoeker niet ontvankelijk.
Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het feit dat er geen rechtsmiddel openstaat tegen de beslissing van de wrakingskamer. De wrakingskamer heeft echter geconcludeerd dat het verzoek niet meer behandeld kon worden, omdat de rechters al een beslissing hadden genomen. Bovendien heeft de wrakingskamer besloten dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in andere procedures niet in behandeling zal worden genomen, om misbruik van het wrakingsmiddel te voorkomen.
De beslissing is openbaar uitgesproken op 19 juni 2023 door de wrakingskamer, bestaande uit mr. M.E. Heinemann, mr. H.B.W. Beekman en mr. P.J.M. Mol, bijgestaan door griffier mr. R. Dijkman. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.