Uitspraak
1.De procedure
- het proces-verbaal van de zitting van 4 oktober 2023 met daarin opgenomen het wrakingsverzoek;
- de reactie van mr. M.E. Heinemann (hierna: de rechter) van 9 oktober 2023.
Rechtbank Midden-Nederland
In deze wrakingszaak heeft de Rechtbank Midden-Nederland op 18 oktober 2023 het verzoek tot wraking van de rechter in de hoofdzaak ongegrond verklaard. Verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.J. Stobbe, stelde dat hij niet in het bezit was van het onderliggende dossier en dat de procedure malafide en corrupt was. De wrakingskamer heeft echter geoordeeld dat uit de enkele stelling van verzoeker niet kan worden afgeleid dat er sprake is van (schijn van) vooringenomenheid of partijdigheid van de rechter. De advocaat van verzoeker had toegang tot de processtukken, en de vrees voor partijdigheid was niet objectief gerechtvaardigd.
De wrakingskamer heeft verder vastgesteld dat de rechter de voorgeschreven procedure heeft gevolgd en dat de eerdere beslissing van de rechter in een andere zaak niet betekent dat hij partijdig of vooringenomen is in de huidige procedure. De wrakingskamer heeft het verzoek tot wraking ongegrond verklaard en de procedure in de hoofdzaak moet worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond op het moment van de schorsing door het wrakingsverzoek. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.