In deze wrakingszaak heeft verzoeker op 27 juni 2023 een verzoek tot wraking ingediend tegen de rolrechter in de procedure met zaaknummer 10470764 MC EXPL 23-2377, alsook tegen de griffier, de rechtspraak en alle rechtbanken in Nederland en overzeese gebieden. Dit verzoek is behandeld door de wrakingskamer van de Rechtbank Midden-Nederland op 30 juni 2023. De wrakingskamer heeft vastgesteld dat een wrakingsverzoek enkel kan worden ingediend tegen een behandelend rechter. Aangezien de rolrechter niet als behandelend rechter kan worden aangemerkt, is verzoeker niet-ontvankelijk verklaard in zijn wrakingsverzoek tegen deze rolrechter.
Daarnaast is het verzoek tot wraking van de griffier, de rechtspraak en alle rechtbanken in Nederland en overzeese gebieden eveneens niet-ontvankelijk verklaard. De wrakingskamer heeft overwogen dat een wrakingsverzoek enkel kan worden ingediend tegen een individuele rechter die de hoofdzaak behandelt, en niet tegen functionarissen of instanties.
De wrakingskamer heeft ook artikel 39 lid 4 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering toegepast, wat inhoudt dat een volgend wrakingsverzoek van verzoeker in deze procedure niet in behandeling zal worden genomen. Dit is gedaan om misbruik van het wrakingsmiddel te voorkomen en om de voortgang van de procedure te waarborgen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.