mw. mr. M.G. Ligthart

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 31 mei 2024 besloten dat de beperking van kennisneming van bepaalde stukken in beroepen tegen de Prestatie- en tariefbeschikking Geestelijke Gezondheidszorg gerechtvaardigd is.

Het verzoek van een landbouwbedrijf om herziening van fosfaatrechten wordt afgewezen. Geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de onderneming niet voldoet aan de eisen van de TLTO-regeling voor tegemoetkoming vanwege onvoldoende bewijs van uitbreiding van het teeltoppervlak en verklaart het beroep ongegrond.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek van de Stichting House of Animals Foundation om voorlopige voorziening af, oordelend dat er voldoende waarborgen zijn voor het welzijn van de achtergebleven honden.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister rechtmatig het fosfaatrecht heeft vastgesteld en een ontheffing heeft verleend. Appellant onderbouwt niet voldoende zijn beroep op de knelgevallenregeling. Beroep ongegrond verklaard.

Het College oordeelt dat appellanten onevenredig zwaar worden getroffen door het fosfaatrechtstelsel en vernietigt het bestreden besluit. De minister moet binnen zes weken een nieuw besluit nemen met compensatie voor het gemiste fosfaatrecht.

Het College wijst een verzoek om schadevergoeding gedeeltelijk toe, maar wijst de schade door afkoop van een contract af, omdat deze niet rechtstreeks verband houdt met onrechtmatige besluiten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, omdat niet is aangetoond dat voor 30 maart 2015 financiële verplichtingen zijn aangegaan voor de verwerking van melkveefosfaatoverschot.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de intrekking van de ontheffing voor een avondwinkel bevestigd wegens overlast in de omgeving, die aan de winkel is toe te rekenen. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het bestreden besluit en herroept het primaire besluit wegens onzorgvuldige besluitvorming bij invordering van dwangsommen voor overtreding van de Winkeltijdenwet.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van v.o.f. Melkveebedrijf ongegrond en oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met het recht op eigendom.

Het College oordeelt dat de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel correct is toegepast en dat appellant geen buitensporige last ervaart. Het bestreden besluit wordt vernietigd voor de kostenvergoeding in bezwaar.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de knelgevallenregeling correct heeft toegepast en dat Agriservice niet heeft aangetoond dat het fosfaatrechtenstelsel een buitensporige last vormt. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar het griffierecht wordt vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd voor een individuele en buitensporige last in het fosfaatrecht. Het beroep wordt gegrond verklaard en het fosfaatrecht vastgesteld op 23.733 kg.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrecht van de appellant te laag is vastgesteld en verhoogt dit naar 4.007 kg, terwijl het beroep op een buitensporige last niet slaagt. Verweerder wordt veroordeeld in de proceskosten van de appellant.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond, omdat het fosfaatrecht correct is vastgesteld en er geen specifieke waarden voor Jersey-koeien zijn opgenomen in de regelgeving.

Het College oordeelt dat de generieke korting op fosfaatrechten niet leidt tot een individuele en buitensporige last voor appellante, en stelt het fosfaatrecht vast op 4.190 kg.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de generieke korting op fosfaatrechten niet leidt tot een individuele en buitensporige last voor appellante, een melkveehouderij. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar de minister wordt veroordeeld tot vergoeding van proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over de vaststelling van fosfaatrecht en proceskostenveroordeling in een zaak tussen een melkveehouder en de minister van Landbouw.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond inzake fosfaatrechten, maar veroordeelt de minister tot vergoeding van proceskosten.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de appellante niet voldoet aan de knelgevallenregeling voor fosfaatrechten. Het beroep wordt ongegrond verklaard, maar het bestreden besluit is onvoldoende gemotiveerd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een melkveehouderij ongegrond, omdat niet voldaan is aan de 5% voorwaarde van de knelgevallenregeling in het fosfaatrechtenstelsel. De investeringen zijn de verantwoordelijkheid van appellante.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven vernietigt het vervangingsbesluit over fosfaatrechten wegens onzorgvuldigheid en draagt de minister op een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat de minister van Landbouw terecht geen rekening hield met de vermeende groei van de veestapel door een dierziekte bij de vaststelling van fosfaatrechten. Het beroep van de melkveehouderij wordt ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven rectificeert een eerdere uitspraak over fosfaatrecht en knelgevallenregeling, waarbij proceskosten worden aangepast van € 512,- naar € 1.024,-.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van appellante ongegrond en oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel geen inbreuk maakt op haar eigendomsrecht, ondanks de financiële gevolgen van de invoering.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven oordeelt dat het fosfaatrechtenstelsel niet in strijd is met artikel 1 van het EP. Het beroep van de appellant wordt ongegrond verklaard, maar het herzieningsbesluit is onvoldoende gemotiveerd.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de niet-ontvankelijkheid van het bezwaar wegens termijnoverschrijding zonder verschoonbaarheid.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak over herziening van fosfaatrechten onder de Meststoffenwet, waarbij jongvleesvee niet onder melkvee valt.

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af in de zaak over herziening van fosfaatrechten onder de Meststoffenwet, omdat er geen onverwijlde spoed is.