Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 april 2022 in de zaak tussen
[naam 1] h.o.d.n. [naam 2] , te [plaats] , appellant
de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
2 juli 2015 voor appellant bijzonder nadelig uitpakt, wordt appellant gecompenseerd door middel van een ontheffing. Verweerder is niet gehouden de gehele last en alle gevolgen van de omstandigheden op het bedrijf weg te nemen. Ook hoeft verweerder appellant niet in staat te stellen de fosfaatrechten in de vorm van een ontheffing aan derden te kunnen verkopen, los van zijn bedrijf. Verweerder verwijst hierbij naar de uitspraak van 8 december 2020 (ECLI:NL:CBB:2020:920), onder 6.5. Het beroep van appellant op de knelgevallenregeling heeft verweerder afgewezen. Appellant heeft niet onderbouwd dat de bedrijfsvoering is beïnvloed door de gestelde bijzondere omstandigheid, de ziekte van zijn echtgenote (destijds medevennoot). De door appellant bepleite alternatieve peildatum, 5 mei 2015, is niet onderbouwd. Er waren bovendien meer factoren van invloed op de exportsector in het algemeen en de bedrijfsvoering van appellant in 2015 in het bijzonder. Bij de hoorzitting bleek dat de stal van appellant hoe dan ook leeg zou zijn geweest op 2 juli 2015, ongeacht de bijzondere omstandigheden.