ECLI:NL:CRVB:2022:2745
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- O.L.H.W.I. Korte
- W.F. Claessens
- G.H.G. Hink
- Rechtspraak.nl
Schattenderwijs vaststellen van de waarde van in onroerende zaken gebonden vermogen en de gevolgen voor de AIO-aanvulling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep over de intrekking van de AIO-aanvulling van appellant door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De zaak betreft de schending van de inlichtingenverplichting door appellant, die niet tijdig melding heeft gemaakt van zijn (mede)eigendom van een woning in Suriname. De Svb heeft de AIO-aanvulling van appellant ingetrokken en de kosten van de AIO-aanvulling teruggevorderd, omdat appellant over vermogen beschikte dat de vrij te laten vermogensgrens overschreed. De Raad heeft vastgesteld dat de waarde van het aandeel van appellant in de woning op 25 juli 2018 € 14.000,- bedroeg, en dat appellant gedurende de gehele te beoordelen periode over vermogen boven de toepasselijke vermogensgrens beschikte. De Raad heeft geoordeeld dat de Svb op grond van artikel 58, eerste lid, van de Participatiewet (PW) verplicht was om de ten onrechte ontvangen AIO-aanvulling terug te vorderen. De Raad heeft de terugvordering vastgesteld op € 13.469,07, en de eerdere uitspraak van de rechtbank vernietigd voor zover deze betrekking had op de terugvordering. De Svb is veroordeeld in de proceskosten van appellant.